Verordening 2002/2076 - Verlenging van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bedoelde termijn en betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij die richtlijn en de intrekking van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32002R2076

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32002R2076

Verordening (EG) nr. 2076/2002 van de Commissie van 20 november 2002 houdende verlenging van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad bedoelde termijn en betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij die richtlijn en de intrekking van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 319 van 23/11/2002 blz. 0003 - 0011

Verordening (EG) nr. 2076/2002 van de Commissie

van 20 november 2002

houdende verlenging van de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad bedoelde termijn en betreffende de niet-opneming van bepaalde werkzame stoffen in bijlage I bij die richtlijn en de intrekking van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stoffen bevatten

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/81/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 8, lid 2,

Gelet op Verordening (EG) nr. 451/2000 van de Commissie van 28 februari 2000 houdende bepalingen voor de uitvoering van de tweede en de derde fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1490/2002(4), en met name op artikel 6, lid 7, en artikel 11, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Krachtens artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG mag een lidstaat, gedurende een periode van twaalf jaar na de kennisgeving van die richtlijn, toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die werkzame stoffen bevatten die niet in bijlage I zijn opgenomen en die twee jaar na de datum van kennisgeving reeds op de markt waren, op de markt worden gebracht, tenzij is besloten een stof niet op te nemen in bijlage I.
  • (2) 
    Bij Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000(6), Verordening (EG) nr. 451/2000 en Verordening (EG) nr. 1490/2002 zijn bepalingen vastgesteld ter uitvoering van de eerste, de tweede en de derde fase van het in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bedoelde werkprogramma. Dat programma is aan de gang en het is nog niet mogelijk gebleken de besluitvorming voor een aantal werkzame stoffen af te ronden. Ook de kennisgevingsprocedure voor de werkzame stoffen die onder Verordening (EG) nr. 1112/2002 van de Commissie(7) vallen, is nog niet afgewikkeld en derhalve moet de termijn voor sommige van deze werkzame stoffen worden verlengd.
  • (3) 
    Op 26 juli 2001 heeft de Commissie het voortgangsrapport ingediend(8). Zij kwam tot de conclusie dat minder vooruitgang is geboekt dan was verwacht en dat de termijn derhalve dient te worden verlengd voor de stoffen waarvoor de evaluatie nog aan de gang is en waarvoor de industrie heeft gemeld dat zij zich ertoe verbindt de nodige dossiers op te stellen binnen de vastgestelde termijnen.
  • (4) 
    Voor de werkzame stoffen die onder de eerste fase vallen, ziet de Commissie erop toe dat zoveel mogelijk besluiten worden genomen vóór juli 2003, maar zij geeft wel toe dat voor een aantal werkzame stoffen geen besluit kan worden genomen vóór 2005. Er is meer tijd nodig om de door de Commissie gevraagde aanvullende gegevens te evalueren voordat kan worden besloten of deze werkzame stoffen aan de veiligheidsvoorschriften van Richtlijn 91/414/EEG voldoen, en de Commissie ziet erop toe dat de extra termijn zo kort mogelijk is.
  • (5) 
    Werkzame stoffen waarvoor geen verbintenis is gemeld dat het vereiste dossier zal worden opgesteld, mogen niet worden opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en de lidstaten moeten de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, intrekken.
  • (6) 
    Voor gebruiksdoeleinden waarvoor aanvullende technische informatie het bestaan van een essentiële noodzaak tot verder gebruik van de werkzame stof en het ontbreken van een doelmatig alternatief heeft aangetoond, moeten tijdelijke maatregelen worden getroffen om de ontwikkeling van alternatieven mogelijk te maken. Voor een aantal gebruiksdoeleinden is dergelijke informatie ingediend en door de Commissie, in samenwerking met deskundigen van de lidstaten, geëvalueerd. Afwijkingen mogen uitsluitend worden toegestaan in de gevallen waarin dat verantwoord blijkt en waarin er geen aanleiding is om zich zorgen te maken, en alleen voorzover geen doeltreffend alternatief bestaat voor de bestrijding van het schadelijke organisme.
  • (7) 
    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG bedoelde periode van twaalf jaar wordt verlengd tot en met 31 december 2005 voor de werkzame stoffen die worden geëvalueerd in het kader van Verordening (EEG) nr. 3600/92 en van de tweede fase als bedoeld in Verordening (EG) nr. 451/2000, en tot en met 31 december 2008 voor de werkzame stoffen die worden geëvalueerd in het kader van Verordening (EG) nr. 1490/2002, tenzij een besluit is genomen of vóór die datum wordt genomen om de werkzame stof al dan niet op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Gedurende die perioden mogen de lidstaten blijven toelaten of opnieuw toelaten dat gewasbeschermingsmiddelen die de hierboven bedoelde werkzame stoffen bevatten, op hun grondgebied op de markt worden gebracht, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG.

Artikel 2

  • 1. 
    De in bijlage I bij deze verordening vermelde werkzame stoffen worden niet als werkzame stof opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.
  • 2. 
    De lidstaten zien erop toe dat toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de in bijlage I bij deze verordening vermelde werkzame stoffen bevatten, uiterlijk op 25 juli 2003 worden ingetrokken, behoudens het bepaalde in lid 3.
  • 3. 
    Met betrekking tot een stof die is vermeld in kolom A van bijlage II kan een in kolom B van die bijlage voor de betrokken stof vermelde lidstaat de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die deze stof bevatten, tot en met 30 juni 2007 handhaven voor de in kolom C genoemde gebruiksdoeleinden, op voorwaarde dat:
  • a) 
    hij ervoor zorgt dat het voortgezette gebruik alleen wordt geaccepteerd voorzover dat geen schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid van mens of dier en geen onaanvaardbare effecten heeft voor het milieu;
  • b) 
    hij ervoor zorgt dat de gewasbeschermingsmiddelen die na 31 december 2003 nog op de markt zijn, een nieuw etiket krijgen teneinde aan de strengere gebruiksvoorschriften te voldoen;
  • c) 
    hij de nodige maatregelen neemt om mogelijke risico's zo gering mogelijk te houden;
  • d) 
    hij erop toeziet dat ernstig naar alternatieven voor die gebruiksdoeleinden wordt gezocht.

Uiterlijk op 31 december 2004 informeert de betrokken lidstaat de Commissie over de toepassing van dit lid en met name over de maatregelen die op grond van het bepaalde onder a) tot en met d) zijn getroffen.

Artikel 3

Eventuele extra termijnen die door de lidstaten worden toegestaan overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Richtlijn 91/414/EEG, moeten zo kort mogelijk zijn en moeten,

  • a) 
    voor gebruiksdoeleinden waarvoor de toelating uiterlijk op 25 juli 2003 moet zijn ingetrokken, uiterlijk op 31 december 2003 aflopen, behalve voor het beperkte aantal essentiële gebruiksdoeleinden als bedoeld in bijlage II, waarvoor de toelating in bepaalde lidstaten mag worden gehandhaafd overeenkomstig artikel 2, lid 3;
  • b) 
    voor gebruiksdoeleinden waarvoor de toelating uiterlijk op 30 juni 2007 moet zijn ingetrokken, uiterlijk op 31 december 2007 aflopen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 november 2002.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.
  • (2) 
    PB L 276 van 12.10.2002, blz. 28.
  • (3) 
    PB L 55 van 29.2.2000, blz. 25.
  • (4) 
    PB L 224 van 21.8.2002, blz. 23.
  • (5) 
    PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.
  • (6) 
    PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27.
  • (7) 
    PB L 168 van 27.6.2002, blz. 14.
  • (8) 
    COM(2001) 444 definitief.

BIJLAGE I

Lijst van werkzame stoffen die niet zijn opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG

1,2-Dichloorpropaan

1,3-Dichloorpropeen(cis)

1,3-Diphenyl urea

2-(dithiocyanomethylthio)-benzothiazool

2,3,6-TBA

2,4,5-T

2-Aminobutaan (aka sec-butylamine)

2-Benzyl-4-chloorfenol

4-CPA (4-chloorfenoxyazijnzuur = PCPA)

4-t-Pentylfenol

Acifluorfen

Aldimorf

Alkyltrimethyl ammoniumchloride

Alkyltrimethylbenzyl ammoniumchloride

Allethrin

Alloxydim

Allylalcohol

Ametryn

Ampropylofos

Ancymidol

Anilazin

Antraceenolie

Azaconazool

Azamethifos

Aziprotryn

Barban

Bariumfluosilicaat

Bariumpolysulfide

Benazolin

Bendiocarb

Benfuresaat

Benodanil

Bensulide

Bensultap

Bentaluron

Benzalkoniumchloride

Benzoximaat

Benzoylprop

Benzthiazuron

Bioallethrin

Bioresmethrin

Bitumen

Brandol (hydroxynonyl-2,6-dinitrobenzeen)

Bromacil

Bromocyclen

Broomfenoxim

Bromofos

Bromofos-ethyl

Broompropylaat

Bronopool

Butachlor

Butocarboxim

Butoxycarboxim

Butylaat

Calciumcarbonaat (aka kalk)

Calciumhydroxide (aka gebluste kalk)

Calciumoxide (aka ongebluste kalk)

Kooldisulfide

Carbofenothion

Cartap

Cetrimide

Chinomethionaat (aka quinomethionaat)

Chlomethoxyfen

Chloral-bis-acylal

Chloral-semi-acetal

Chloramben

Chloorbromuron

Chloorbufam

Chloretazaat

Chloorfenprop

Chloorfenson (aka chloorfenizon)

Chloorfenvinfos

Chloorfluazuron

Chloormefos

Chloorbenzilaat

Chloorpropylaat

Chlooroxuron

Chloorfoniumchloride

Chloorthiamide

Chloorthiofos

Cufraneb

Cyanazin

Cycloaat

Cycluron

Cyprofuram

DADZ (zinc-diethylditiocarbamaat)

Dalapon

Delta-endotoxin van Bacillus thuringiensis

Demeton-S-methyl

Demeton-S-methyl-sulfon

Desmetryn

Diafenthiuron

Dialifos

Diallaat

Diammoniumfosfaat

Dichlofenthion

Dichlofluanide

Dichlon

Dichloorprop

Diclobutrazool

Dicrotofos

Dicyclopentadieen

Dienochloor

Diethatyl (-ethyl)

Difenoxuron

Difenzoquat

Dikegulac

Dimefox

Dimefuron

Dimepiperaat

Dimethirimol

Dimexano

Dinitramine

Dinobuton

Dioxacarb

Dioxathion

Difenamide

Dinatriumoctaboraat tetrahydraat

Disulfoton

Ditalimfos

Drazoxolon

Endothal

Ethyldipropylthiocarbamaat (EPTC)

Etacelasil

Ethidimuron (aka sulfodiazol )

Ethiofencarb

Ethion (aka diethion)

Ethirimol

Ethoaat-methyl

Etrimfos

Fenaminosulf

Fenazaflor

Fenfuram

Fenoprop

Fenothiocarb

Fenoxaprop

Fenpiclonil

Fenpropathrin

Fenridazon

Fenson (aka fenizon)

Fenthiosulf

Fenuron

Flamprop

Fluazifop

Flubenzimine

Flucycloxuron

Flucythrinaat

Flumequine

Flumethralin

Fluorodifen

Fluorglycofeen

Flupoxam

Fluridon

Fomesafen

Fonofos

Formothion

Fosamine

Fosthietan

Furalaxyl

Furathiocarb

Furconazool

Furfural

Furmecyclox

Gentiaan violet

Halfenprox (aka brofenprox)

Haloxyfop

Heptenofos

Hexachlorfen

Hexazinon

Hydramethylnon

Hydroxy-MCPA

Hydroxyphenyl-salicylamide

Imazapyr

Imazethabenz

Iminoctadine

Iodofenfos

Isazofos

Isocarbamide

Isofenfos

Isolan

Isopropalin

Isoprothiolane

Isoxathion

Karbutilaat

Kinopreen

Mancopper

Mecarbam

Mefenacet

Mefosfolan

Mepronil

Merfos (aka tributylfosforotrithioite)

Methacrifos

Methazool

Methfuroxam

Methopreen

Methoprothryn

Methoxychloor

Methyleenbisthiocyanaat

Methylisothiocyanaat

Methylnaftylacetamide

Methylnaftylazijnzuur

Metobromuron

Metolachloor

Metoxuron

Metsulfovax

Mevinfos

Monalide

Monocrotofos

Monuron

MAA (methylarsonzuur)

Nabam

Naptalam

Naftylazijnzuurhydrazide

Neburon

Nitralin

Nitrothal

Nonylfenol ether polyoxyethyleenglycol

Nonylfenol ethoxylaat

Norflurazon

Noruron

Octhilinone

Ofurace

Omethoaat

Orbencarb

Oxadixyl

Oxine-koper

Oxycarboxin

Oxytetracycline

Paraformaldehyde

p-Chloornitrobenzeen

Pebulaat

Pentachloorfenol

Pentanochloor

Perfluidon

Fenolen

Fenothrin

Fenthoaat

Foraat

Fosametine

Fosfamidon

Pirimifos-ethyl

Kaliumsilicaat

Profenofos

Promecarb

Prometryn

Propazin

Propetamfos

Propoxur

Propyl-3-t-butylfenoxyacetaat

Prothiocarb

Prothiofos

Prothoaat

Pyraclofos

Pyrazoxyfeen

Pyridafenthion

Pyrifenox

Pyroquilone

Quinalfos

Quizalofop

Resmethrin

Rotspoeder

Secbumeton

Seconal (aka 5-allyl-5-(1'-methylbutyl) barbituurzuur)

Sethoxydim

Siduron

Silicaten

Zilvernitraat

Natriumarseniet

Natriumdiacetonketogulonaat

Natriumdichloorfenaat

Natriumdimethyldithiocarbamaat

Natriumdioctylsulfosuccinaat

Natriumfluosilicaat

Natriummonochlooracetaat

Natriumpentaboraat

Natrium p-t-amylfenaat

Natriumsilicaat

Natriumzilverthiosulfaat

Natriumtetrathiocarbamaat

Natriumthiocyanaat

Sulfotep

Sulprofos

Teerzuren

TCA

TCMTB

Tebutam (aka butam)

Tebuthiuron

Temefos

Terbacil

Terbufos

Terbumeton

Terbutryn

Tetrachloorvinfos

Tetradifon

Tetramethrin

Tetrasul

Thiazafluron

Thiazopyr

Thiocyclam

Thiofanox

Thiometon

Thionazin

Thiofanaat

Tiocarbazil

Tolylftalam

Tralomethrin

Triapenthenol

Triazbutyl

Triazofos

Tribufos (s,s,s-tributyl-fosfortrithioaat)

Tributyltinoxyde

Trichloronaat

Tridifaan

Trietazin

Trifenmorf

Triforine

Trioxymethylen

Validamycine

Vamidothion

Vernolaat

BIJLAGE II

Lijst van toelatingen als bedoeld in artikel 2, lid 3

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.