Besluit 2004/178 - Wijziging van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32004D0178

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32004D0178

2004/178/EG: Beschikking van de Commissie van 20 februari 2004 tot wijziging van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (Voor de EER relevante tekst) (kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 524)

Publicatieblad Nr. L 055 van 24/02/2004 blz. 0066 - 0067

Beschikking van de Commissie

van 20 februari 2004

tot wijziging van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat

(kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 524)

(Voor de EER relevante tekst)

(2004/178/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid(1), en met name op artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Op 7 december 1999 heeft de Commissie Beschikking 1999/815/EG(2) goedgekeurd, op grond van artikel 9 van Richtlijn 92/59/EEG van de Raad(3), waarbij de lidstaten worden verplicht het op de markt brengen van speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat één of meer van de stoffen diisononylftalaat (DINP), diethylhexylftalaat (DEHP), dibutylftalaat (DBP), diisodecylftalaat (DIDP), di-n-octylftalaat (DNOP) en butylbenzylftalaat (BBP) bevat, te verbieden.
  • (2) 
    De geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG was tot drie maanden beperkt, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/59/EEG. Dientengevolge had de geldigheidsduur van de beschikking op 8 maart 2000 moeten aflopen.
  • (3) 
    Bij de vaststelling van Beschikking 1999/815/EG was evenwel voorzien dat de geldigheidsduur ervan zo nodig verlengd kon worden. De geldigheidsduur van de bij Beschikking 1999/815/EG vastgestelde maatregelen werd bij verscheidene beschikkingen met telkens drie maanden verlengd en zal daarom nu op 20 februari 2004 aflopen.
  • (4) 
    Er hebben zich een aantal relevante ontwikkelingen voorgedaan betreffende de validatie van testmethoden voor ftalaatmigratie en de risico-evaluatie van ftalaten uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen(4). Het Parlement en de Raad overwegen permanente maatregelen ten aanzien van de risico's van de producten in kwestie, maar er is meer tijd nodig om de beraadslagingen hierover af te ronden, met name om rekening te houden met alle nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen.
  • (5) 
    In afwachting van een oplossing van de problemen en om de doelstellingen van Beschikking 1999/815/EG en haar verlengingen te waarborgen, dient het verbod op het op de markt brengen van de producten in kwestie te worden gehandhaafd.
  • (6) 
    Sommige lidstaten hebben Beschikking 1999/815/EG uitgevoerd door middel van maatregelen die van kracht zijn tot 20 februari 2004. Daarom is het noodzakelijk te waarborgen dat de geldigheidsduur van deze maatregelen wordt verlengd.
  • (7) 
    Het is daarom noodzakelijk de geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG te verlengen teneinde te waarborgen dat alle lidstaten het in die beschikking bedoelde verbod handhaven.
  • (8) 
    Richtlijn 92/59/EEG is per 15 januari 2004 ingetrokken en met ingang van dezelfde datum vervangen door Richtlijn 2001/95/EG. Artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2001/95/EG bepaalt dat beschikkingen van de Commissie waarbij de lidstaten worden verplicht maatregelen te treffen om de aan sommige producten verbonden ernstige risico's te voorkomen, ten hoogste één jaar geldig zijn en dat die geldigheidsduur telkens met ten hoogste één jaar kan worden verlengd. De geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG dient met zes maanden te worden verlengd zodat er voldoende tijd is om met de in overweging 4 bedoelde permanente maatregelen vooruitgang te boeken en tevens de mogelijkheid te bieden de geldigheidsduur van de beschikking te zijner tijd opnieuw te bekijken.
  • (9) 
    De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15 van Richtlijn 2001/95/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

In artikel 5 van Beschikking 1999/815/EG worden de woorden "20 februari 2004" vervangen door de woorden "20 augustus 2004".

Artikel 2

De lidstaten nemen onmiddellijk de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en maken deze maatregelen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 februari 2004.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4.
  • (2) 
    PB L 315 van 9.12.1999, blz. 46. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/819/EG (PB L 308 van 25.11.2003, blz. 23).
  • (3) 
    PB L 228 van 11.8.1992, blz. 24. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).
  • (4) 
    PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.