Besluit 2004/447 - Wijziging van bijlage A bij Beschikking 2002/731/EG en tot vaststelling van de belangrijkste eigenschappen van systemen van klasse A (ERMTS) van het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/16/EG - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
30.4.2004 I NL I Publicatieblad van de Europese Unie L 155/67
tot wijziging van bijlage A bij Beschikking 2002/731/EG en tot vaststelling van de belangrijkste eigenschappen van systemen van klasse A (ERMTS) van het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1558)
(2004/446/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 96/48/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europees hogesnelheidsspoorwegsysteem1, en met name op artikel 6, lid 2,
Gelet op Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem2, en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)Deze beschikking heeft betrekking op infrastructuur en rijdend materieel die aan de Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG zijn onderworpen en in bedrijf worden gesteld na de datum waarop deze beschikking in werking treedt.
-
(2)Deze beschikking dient in de eerste plaats als leidraad voor de technische keuzen van de overheidsdiensten die belast zijn met het plannen, bouwen, vernieuwen, verbeteren en exploiteren van de infrastructuur en het rijdend materieel zoals hierboven bedoeld.
-
(3)Deze beschikking heeft in de tweede plaats tot doel bijlage A bij Beschikking 2002/731/EG van de Commissie betreffende het subsysteem besturing en seingeving van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem (TSI B&S-HS) bij te werken.
-
(4)Deze beschikking heeft in de derde plaats tot doel een definitieve referentie vast te stellen voor de reeks specificaties die in aanmerking moeten worden genomen in het kader van het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem, zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2001/16/EG. Daarbij wordt niet uitgesloten dat deze parameters moeten worden gevalideerd en, zo nodig, gewijzigd, bijgewerkt en aangepast in de desbetreffende TSI (TSI B&S-CS), die moet worden vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2001/16/EG. Deze parameters kunnen eveneens worden bijgewerkt in het kader van de herziening van de TSI's, zoals bedoeld in deze richtlijn en overwegende het advies dat is uitgebracht in het kader van de Change Control Management procedure waarin is voorzien in de TSI B&S-HS.
-
(5)Overeenkomstig artikel 2, onder c), van Richtlijn 96/48/EG is het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem onderverdeeld in structurele en functionele subsystemen. Voor elk subsysteem dient een technische specificatie inzake interoperabiliteit (TSI) te gelden.
-
(6)Bij Beschikking 2002/731/EG is de TSI inzake het subsysteem besturing en seingeving van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem (TSI B&S-HS) vastgesteld.
-
(7)Het bij artikel 21 van Richtlijn 96/48/EG ingestelde comite (hierna „het Comite” te noemen) heeft de Europese Associatie voor Spoorweginteroperabiliteit (hierna de „AEIF” te noemen) aangesteld als de representatieve gemeenschappelijke instantie.
-
(8)De representatieve gemeenschappelijke instantie wordt ermee belast de herziening en de bijwerking van de TSI's voor te bereiden en aanbevelingen ter zake aan het in artikel 21 bedoelde comite te doen, teneinde rekening te houden met de ontwikkeling van de techniek en de maatschappelijke eisen.
-
(9)De AEIF heeft opdracht gekregen de TSI B&S-HS te herzien.
-
(10)Ingevolge de technologische ontwikkeling en de feedback van de eerste reeks van praktische toepassingen wordt het noodzakelijk geacht de specificaties in bijlage A van de bovengenoemde TSI B&S-HS in belangrijke mate bij te werken. De AEIF heeft een ontwerp van de herziene bijlage A bij de TSI B&S-HS opgesteld.
-
(11)De herziene ontwerp-bijlage A is door de vertegenwoordigers van de lidstaten in het kader van het Comite onderzocht.
-
(12)Overeenkomstig artikel 2, onder c), van Richtlijn 2001/16/EG is het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem onderverdeeld in structurele en functionele subsystemen. Voor elk subsysteem dient een technische specificatie inzake interoperabiliteit (TSI) te gelden.
-
(13)Als eerste stap moeten ontwerp-TSI's in opdracht van de Commissie door de representatieve gemeenschappelijke instantie worden opgesteld volgens de procedure van artikel 21, lid 2, van de richtlijn.
-
(14)Het bij artikel 21 van Richtlijn 2001/16/EG ingestelde comite (hierna „het Comite” te noemen) heeft de Europese Associatie voor Spoorweginteroperabiliteit (hierna de „AEIF” te noemen) aangesteld als de representatieve gemeenschappelijke instantie.
-
(15)De AEIF heeft opdracht gekregen om een ontwerp-TSI op te stellen inzake het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (TSI B&S-CS)
-
(16)Overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Richtlijn 2001/16/EG dienen echter in de eerste fase van de ontwikkeling van de bovengenoemde TSI de eigenschappen van de fundamentele parameters te worden vastgesteld.
-
(17)Ingevolge de bovengenoemde opdracht heeft de AEIF reeds een volledige ontwerp-TSI opgesteld voor het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (TSI B&S-CS). Deze TSI zal worden vastgesteld wanneer de door Richtlijn 2001/16/EG voorgeschreven kosten-batenanalyses zijn ontwikkeld en na overleg met de gebruikersorganisaties en de sociale partners.
-
(18)Gezien de toename van projecten in verband met ERTMS voor conventionele toepassingen binnen de Europese Unie en in de toetredende landen is er dringend behoefte aan een referentie voor conventionele spoorwegen. Het merendeel van deze projecten wordt momenteel gebaseerd op een vrije toepassing van de huidige TSI B&S-HS, een situatie die er mogelijk toe kan leiden dat weer een gebrek aan interoperabiliteit op Europees niveau ontstaat, ditmaal ten gevolge van uiteenlopende nationale varianten van ERTMS.
-
(19)De uitbreiding van de hogesnelheidsparameters naar conventionele spoorwegen is om zowel economische als technische redenen duidelijk gerechtvaardigd. Deze redenen omvatten zowel de schaalvoordelen die aan een uniforme oplossing voor conventionele en hogesnelheidsspoorwegen zijn verbonden als het feit dat hogesnelheidstreinen, wanneer dat nodig is, ook gebruik moeten kunnen maken van het conventionele net.
-
(20)Een uniforme oplossing voor conventionele en hogesnelheidsspoorwegen is een centraal gegeven voor het ERTMS, waar de gehele spoorwegsector - zowel de toeleveringsindustrie als de spoorwegmaatschappijen - achter staat.
-
(21)De herziene fundamentele referentieparameters voor de TSI B&S-HS dienen derhalve eveneens te worden aangenomen als de fundamentele referentieparameters voor het systeem van klasse A van de TSI B&S-CS.
-
(22)De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 96/48/EG opgerichte comite,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Bijlage A bij de TSI die aan Beschikking 2002/731/EG van de Commissie tot vaststelling van de TSI met betrekking tot het subsysteem besturing en seingeving van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem is gehecht, wordt vervangen door de tabel in de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
De definities en eigenschappen die in acht moeten worden genomen voor de fundamentele parameters van systemen van klasse A (ERTMS) van het subsysteem besturing en seingeving van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem, zoals bedoeld in bijlage II bij Richtlijn 2001/16/EG, zijn vermeld in de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 29 april 2004.
Voor de Commissie Loyola DE PALACIO Lid van de Commissie
BIJLAGE
Het uniforme subsysteem besturing en seingeving (ERTMS — Europees systeem voor beheer van
het spoorverkeer) bestaat uit twee onderdelen:
— het onderdeel besturing en seingeving (ERTMS/ETCS — Europees systeem voor beheer van het spoorverkeer/Europees systeem voor treinbesturing) omvat zowel de treinsubsystemen als de baansubsystemen,
— het onderdeel radio en telecommunicatie (ERTMS/GSM-R — GSM voor spoorwegen) is gebaseerd op de normen die voor het openbare GSM-netwerk gelden en omvat eveneens zowel de treinapparatuur als de baanapparatuur. GSM-R is gebaseerd op de ETSI-norm GSM fase 2+, inclusief GPRS (algemene pakketradiodiensten), uitgebreid tot specifieke toepassingen voor het spoor.
-
2.IN ACHT TE NEMEN EIGENSCHAPPEN 2.1. ERTMS/ETCS
De basis voor het subsysteem besturing en seingeving wordt gevormd door de reeks specificaties die in de onderstaande tabel zijn vermeld. Indien dat noodzakelijk wordt geacht, kunnen deze specificaties worden herzien en uitgebreid in overeenstemming met de procedure voor herziening van TSI's van de Richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG. Bij een dergelijke herziening wordt het advies in overweging genomen dat is uitgebracht in het kader van de ERTMS Change Control Management procedure, rekening houdende met het feit dat voor de ERTMS specificaties een consolideringsfase nodig is, gebaseerd op de proeflocaties en de eerste implementaties.
Andere Europese specificaties |
EN50126 september 1999 EN50129 februari 2003 |
EN50129 februari 2003 |
EN50126 september 1999 |
|||
Europese specificaties van fundamentele parameters |
UIC ETCS FRS Versie 4.29 EEIG 99E5362 Versie 2.00 |
EIRENE FRS Versie 6.0 |
UNISIG SUBSET - 091-V222 |
Toe te voegen |
||
CO Q g S 0 in 0 g in in < PM 0 H |
Informatieve documentatie: EN 50128 maart 2001 |
Informatieve documentatie UNISIG SUBSET -077-V222 UNISIG SUBSET -078-V222 UNISIG SUBSET -079-V222 (2 delen) UNISIG SUBSET -080-V222 (2 delen) UNISIG SUBSET -081-V222 (2 delen) UNISIG SUBSET -088-V222 (6 delen) |
ERTMS/96s 1266- (Hoofdstuk RAM) te gebruiken als gegevensinvoer. Informatieve documentatie: EEIG 02S1266- Versie 6 |
|||
<N Pk Pi H 1 Q Z o |
ETCS FRS |
GSM-R FRS |
Veiligheidsborging |
RAMS |
Veiligheidseisen |
Eisen van betrouwbaarheid en beschikbaarheid |
Paragraaf in TSI besturing en seingeving1 |
4.1.1 |
4.1.1 |
3.2.1 |
3.2.1 4.1.1 |
ZZ'Z'Z |
|
Index nr. |
0a. 0b. |
- |
2 2a. 2b. |
1 De referenties in deze kolom zijn slechts geldig voor de TSI B&S-HS.
2 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
3 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
Andere Europese specificaties |
EN 29000 en EN 29001 |
50125-1 september 1999 en EN 50155 augustus 2001 |
Voor treinapparatuur: EN 50121-3-2, september 2000, tabel 4 en 6 in clausule 7. De clausules 4, 5 en 6 zijn van toepassing op de testprocedures. EN 50121-3-2, september 2000, tabel 7, 8 en 9 in clausule 8. De clausules 4, 5 en 6 zijn van toepassing op de testprocedures. Voor baanapparatuur EN 50121-4, september 2000, clausule 5. EN 50121-4, september 2000, clausule 6 |
Specificatie toe te voegen |
|
Europese specificaties van fundamentele parameters |
Toe te voegen |
Toe te voegen |
Toe te voegen |
Toe te voegen |
|
CO Q g S 0 0 g in in < PM 0 H |
De procedure voor het beoordelen van de kwaliteit van onderhoud van de besturings- en seingevingsinstallaties. |
De minimumeisen inzake temperatuur, vochtigheid, schok, trillingen enz. waaraan besturings- en seingevingsapparatuur voor gebruik op het hogesnelheidsnet moet voldoen. Informatieve documentatie: EEIG 97S0665- Versie 5, EN50125-3 oktober 2003 |
ERTMS/97s0665 te gebruiken als invoerdocument. Voor EMC doeleinden zijn de frequentiebanden voor interne transmissie (Eurobalise, Euroloop en GSM-R ) uitgesloten van de in dit indexnummer aangegeven specificaties. De specifieke eisen van de luchtspleet van Eurobalisebakens zijn aangegeven in indexnummer 12a. De specifieke eisen van de luchtspleet van Eurolooplussen zijn aangegeven in indexnummer 12b. De specifieke eisen van de luchtspleet van GSM-R-apparatuur zijn aangegeven in indexnummer 12c. |
Ten einde te waarborgen dat treindetectiesystemen niet door tractiestroom worden gestoord. Het rapport bij de TSI B&S bevat invoer voor de Europese specificatie. |
|
<N Pk £ 1 H Q Z o |
Kwaliteit van onderhoud |
Fysieke omgevingscondities |
Elektromagnetische compatibiliteit |
Elektromagnetische compatibiliteit |
De immuniteitskarakteristieken van treindetectiesystemen. |
Paragraaf in TSI besturing en seingeving1 |
3.2b |
3.2.5.1.1 4.2.1.2d |
3.2.5.1.2 |
3.2.5.1.2 4.2.1.2d |
3.2.5.1.2b 4.2.1.2f |
Index nr. |
2c. |
CO |
4 4a. 4b |
BESTURINGS- EN SEINGEVINGSFUNCTIES |
|
4 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
5 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
Andere Europese specificaties |
|||
Europese specificaties van fundamentele parameters |
UNISIG SUBSET-035-V211 UNISIG SUBSET-026-V222 UNISIG SUBSET-056-V220 UNISIG SUBSET-057-V220 UNISIG SUBSET-058- V211 |
UNISIG SUBSET-033- V200 UNISIG SUBSET-026- V222 UNISIG SUBSET-035- V211 |
UNISIG SUBSET-041- V200 |
in — 3 H 0 C/5 0 Z C/5 C/5 PM 0 H |
De functionele en fysieke eisen van de STM-interface voor het systeem van klasse A. De KER-compatibiliteit moet worden behandeld. Informatieve documentatie: UNISIG SUBSET-059-V200 |
De functionele specificatie van de communicatie tussen bestuurder en treinapparatuur. De display van de bestuurder geeft aan wat er voor de besturing vereist is, bijvoorbeeld cabineseinen, interventiewaarschuwing. De display bevat invoerfuncties, zoals treinkarakteristieken en besturingsfuncties, vereist voor interoperabele besturing en seingeving. De display bevat tevens de weergave van tekstberichten. De cabineseinen definieren de minimale reeks parameters die in de cabine beschikbaar zijn en die gezamenlijk overeenkomen met alle omstandigheden die aangetroffen kunnen worden op de spoorwegen van het trans-Europese hogesnelheidsnet en die derhalve een voor het gehele net geschikt systeem vormen. Deze parameters zijn toegestane snelheid, voorgeschreven snelheid, voorgeschreven afstand, die de basis vormen van cabineseingeving en ATB. Informatieve documentatie: CENELEC WGA9D V21.DOC 12/04/2000, CENELEC WGA9D V05 DOC 27/03/2000, CENELEC WGA9D V11.DOC 12/04/2000, CENELECWGA9D V06.DOC 12/01/2000, CENELEC WGA9D V08NS.DOC 27/03/2000 en CENELEC WGA9D V04.DOC 27/03/2000. |
De functionele eisen van het subsysteem kilometerteller ter ondersteuning van het verwachte prestatiebereik van apparatuur met interfaces van klasse A. De nauwkeurigheid van plaatsbepaling is afhankelijk van de kilometerteller en de afstand tussen de bakens. Eisen van snelheids- en afstandsmetingen op een interoperabele trein. Zie de relatie met indexnummer 6, STM |
PM g 1 — Z 0 |
STM-beheer |
Functionele eisen van de Mens-Machine Interface |
Eisen van de kilometerteller |
Paragraaf in TSI besturing en seingeving |
4.1.1 4.1.2.2 |
4.1.1 |
4.1.1 |
Index nr. |
00 |
Andere Europese specificaties |
|||
Europese specificaties van fundamentele parameters |
UNISIG SUBSET-026- V222 UNISIG SUBSET-027-V200 |
Toe te voegen |
e sp-g GO 9 U CtH Tj- ^ > CO oo E s ^ H W <u g s '77, O N § 1 g> § ° 5 W -2 u > 1 .s |
in — 3 H 0 C/5 0 Z C/5 C/5 PM 0 H |
De eisen van de keuze van gegevensparameters, regelmatigheid, precisie en valideringstesten ten einde het naar behoren besturen van de trein en het gedrag van de veiligheidssystemen te onderzoeken, zodat aan de eisen van de bevoegde autoriteiten in alle lidstaten kan worden voldaan. |
De definitie van een dodemansfunctie zodat de trein op aanvaardbare wijze op de Europese spoorwegnetten kan rijden. De dodemansinrichting waarborgt dat de bestuurder voldoende alert blijft (en zich dus bewust is van de seinen). Wanneer een timer wordt gebruikt, kan deze teruggezet worden door middel van andere handelingen van de bestuurder (tractiekrachtregeling, remmen, bevestigen van cabineseinen). Het kan gecombineerd worden met een kruk die in een bepaalde stand moet worden gehouden (dodemanskruk). De van de dodemansfunctie vereiste functionaliteit kan worden gewijzigd door de stand van de ATB en de waarschuwingssystemen in de cabine. De dodemansfunctie, ATB en waarschuwingssystemen in de cabine zijn veiligheidssystemen in de zin dat ze de bestuurder ondersteunen en de trein beschermen tegen menselijk falen. Het veiligheidsniveau wordt bepaald door al deze systemen en ze zijn onderling afhankelijk in de zin dat de aanwezigheid of afwezigheid van een functie de functionaliteit van de andere kan bei'nvloeden. Het beheer van de veiligheidskwesties wordt vergemakkelijkt wanneer deze systemen in het toepassingsgebied van besturing en seingeving liggen. UIC 641 moet de basis vormen voor de Europese specificatie. |
De definitie van het radiosysteem voor spraak- en datacommunicatie naar en van de treinen. |
PM g 1 — Z 0 |
Eisen van de ritregistratieapparatuur |
Eisen van de dodemansinrichting. |
Radio. |
Paragraaf in TSI besturing en seingeving |
4.1.1 |
4.1.1 |
4.1.1 4.2.1.2e |
Index nr. |
Os |
o |
- |
INTERFACES TUSSEN TREIN- EN BAANAPPARATUUR |
|
6 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
7 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
8 De toepasselijke frequenties voor uplink en voeding worden gedefinieerd in UNISIG SUBSET-036-V221.
INTERFACES VAN TREINAPPARATUUR MET INTEROPERABILITEITSONDERDELEN VAN BESTURING EN SEINGEVING |
|
9 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
10 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
INTERFACES VAN BAANAPPARATUUR MET INTEROPERABILITEITSONDERDELEN VOOR BESTURING EN SEINGEVING |
|
11 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
12 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
COMPATIBILITEIT TUSSEN TREINEN EN BAANCIRCUITS (NIET EMC) |
|
Andere Europese specificaties |
|
Europese specificaties van fundamentele parameters |
UNISIG SUBSET-034- V200 |
v.o g £ H 0 C/5 0 Z C/5 C/5 < Cn 0 H |
Alle betreffende gegevens van interoperabiliteit tussen de trein en de besturings- en seingevingsapparatuur |
in g 1 — Z 0 |
Treininterfaces |
Paragraaf in TSI besturing en seingeving |
4.2.1.2E |
Index nr. |
13 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
14 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
15 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
16 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
PRESTATIES VAN BESTURING EN SEINGEVING
Index Paragraaf in TSI ONDERWERP17 TOEPASSINGSGEBIED18 Europese specificaties Andere Europese
nr. besturing en seingeving van fundamentele specificaties
_____parameters__
18 Vereiste prestatie De bijlagen I en IV van Richtlijn 96/48/EG geven prestatiedefinities van
W
GO O
m §
c
05
'3
co
Andere Europese specificaties |
||||
Europese specificaties van fundamentele parameters |
UNISIG SUBSET (nog te bepalen) |
UNISIG SUBSET (nog te bepalen) |
UNISIG SUBSET-040- V200 |
UNISIG SUBSET-023- V200 |
20 TOEPASSINGSGEBIED |
Integratie moet voldoende zijn teneinde te waarborgen dat de treinapparatuur correct kan functioneren met de baanapparatuur (keuring van het subsysteem rekening houdend met de in het Register van Rollend Materieel aangegeven keuzes). Na installatie van treinapparatuur voor besturing en seingeving moeten baanvakproeven worden uitgevoerd. Speciale aandacht moet worden besteed aan de elektromagnetische compatibiliteit tussen besturing en seingeving en rollend materieel. |
Integratie moet voldoende zijn teneinde te waarborgen dat de baanapparatuur correct kan functioneren met de treinapparatuur (keuring van het subsysteem rekening houdend met de in het Register van Rollend Materieel aangegeven keuzes). |
De toepasselijke constructietechnische voorschriften voor het installeren van trein- en baanapparatuur voor besturing en seingeving. |
|
0\ & 1 — z 0 |
Eisen van integratie van treinapparatuur |
Eisen van integratie van baanapparatuur |
Installatie-eisen |
Lijst van termen en afkortingen |
Paragraaf in TSI besturing en seingeving |
6.2 |
6.2 |
Tabel 6.1 Tabel 6.2 |
|
Index nr. |
<N <N CO |
33 |
CO |
35 |
17 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
18 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
19 Onderwerp waarin in de paragraaf van de TSI naar verwezen wordt.
20 Beschrijving van de strekking van de norm die de TSI moet ondersteunen.
21 Indexnummers 19 tot en met 31 zijn bewust geschrapt.
PB L 235 van 17.9.1996, blz. 6.
PB L 110 van 20.4.2001, blz. 1.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.