Verordening 2004/802 - Uitvoering van Verordening 139/2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32004R0802

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32004R0802

Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie van 7 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 133 van 30/04/2004 blz. 0001 - 0039

Verordening (EG) nr. 802/2004 van de Commissie

van 7 april 2004

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte,

Gelet op Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de "EG-concentratieverordening")(1), en met name op artikel 23, lid 1,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1310/97(3), en met name op artikel 23,

Na raadpleging van het Adviescomité,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad is herschikt, met ingrijpende wijzigingen van diverse bepalingen van die Verordening.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 447/98(4) van de Commissie betreffende de aanmeldingen, de termijnen en het horen van betrokkenen en derden overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad betreffende de controle op concentraties van ondernemingen dient derhalve te worden gewijzigd om die wijzigingen in aanmerking te nemen. Ter wille van de duidelijkheid dient die verordening bijgevolg te worden ingetrokken en door een nieuwe verordening te worden vervangen.
  • (3) 
    De Commissie heeft maatregelen goedgekeurd betreffende het mandaat van raadadviseurs-auditeurs in bepaalde mededingingsprocedures.
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 139/2004 berust op het beginsel dat concentraties moeten worden aangemeld alvorens zij tot stand worden gebracht. Enerzijds heeft een aanmelding belangrijke, voor de partijen bij de voorgenomen concentratie gunstige rechtsgevolgen, terwijl anderzijds bij niet-nakoming van de aanmeldingsverplichting de aanmeldende partijen geldboeten kunnen worden opgelegd en deze niet-nakoming voor hen ook nadelige burgerrechtelijke gevolgen kan hebben. Bijgevolg moeten in het belang van de rechtszekerheid het voorwerp en de inhoud van de in de aanmelding te verstrekken gegevens nauwkeurig worden vastgesteld.
  • (5) 
    Het staat aan de aanmeldende partijen, de Commissie volledig en naar waarheid in te lichten over de feiten en omstandigheden die voor het geven van een beschikking over de aangemelde concentratie relevant zijn.
  • (6) 
    Verordening (EG) nr. 139/2004 stelt de betrokken ondernemingen ook in staat vóór enige aanmelding, door middel van een gemotiveerde kennisgeving, te verzoeken dat een concentratie die aan de vereisten van die verordening voldoet, door één of meer lidstaten naar de Commissie wordt verwezen, of door de Commissie naar één of meer lidstaten wordt verwezen, naar gelang het geval. Het is belangrijk de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten voldoende gegevens te verstrekken, om hen in staat stellen, op korte termijn te besluiten of een verwijzing noodzakelijk is. Daartoe dient de gemotiveerde kennisgeving een aantal specifieke gegevens te bevatten.
  • (7) 
    Om het onderzoek van de aanmeldingen en gemotiveerde kennisgevingen te vereenvoudigen en te bespoedigen, is het wenselijk het gebruik van een formulier voor te schrijven.
  • (8) 
    Daar de aanmelding volgens Verordening (EG) nr. 139/2004 wettelijke termijnen doet ingaan, moet ook worden vastgesteld aan welke voorwaarden deze wettelijke termijnen moeten voldoen en op welk tijdstip zij ingaan.
  • (9) 
    In het belang van de rechtszekerheid moeten regels worden vastgesteld voor het berekenen van de in Verordening (EG) nr. 139/2004 bepaalde wettelijke termijnen. Met name moeten het begin en einde van die termijnen en de omstandigheden waaronder deze termijnen worden geschorst, worden vastgesteld, met inachtneming van de vereisten die voortvloeien uit het feit dat de genoemde wettelijke termijnen uitzonderlijk kort zijn.
  • (10) 
    De bepalingen betreffende de procedure voor de Commissie moeten zodanig worden opgesteld, dat het recht te worden gehoord en het recht van verdediging volledig worden gewaarborgd. Daartoe dient de Commissie te onderscheiden tussen de partijen die de concentratie aanmelden, andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie, derden en de partijen ten aanzien waarvan de Commissie voornemens is een beschikking te geven waarbij een geldboete of een dwangsom wordt opgelegd.
  • (11) 
    De Commissie moet de aanmeldende partijen en andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie desgevraagd in de gelegenheid stellen, vóór de aanmelding informeel en strikt vertrouwelijk met haar over de voorgenomen concentratie van gedachten te wisselen. Bovendien dient de Commissie, voorzover nodig, na de aanmelding nauw contact met deze partijen te houden, om met hen praktische of juridische problemen waarop zij bij haar eerste onderzoek van het geval stuit, te bespreken en, indien mogelijk, in der minne op te lossen.
  • (12) 
    In overeenstemming met het beginsel van de eerbiediging van het recht van verdediging moeten de aanmeldende partijen in de gelegenheid worden gesteld hun opmerkingen te maken over alle bezwaren die de Commissie voornemens is in haar beschikkingen in aanmerking te nemen. De andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie moeten eveneens van de bezwaren van de Commissie in kennis worden gesteld en de gelegenheid krijgen hun standpunt kenbaar te maken.
  • (13) 
    Ook derden die daarbij een voldoende belang kunnen aantonen, moeten in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt kenbaar te maken, indien zij daarom schriftelijk verzoeken.
  • (14) 
    Alle personen die gerechtigd zijn opmerkingen te maken, moeten dit schriftelijk doen, zowel in hun eigen belang als uit oogpunt van behoorlijk bestuur, met dien verstande dat zij het recht moeten hebben zo nodig hun schriftelijke opmerkingen in een formele hoorzitting mondeling aan te vullen. In dringende gevallen moet de Commissie de mogelijkheid hebben de aanmeldende partijen, andere betrokkenen of derden onmiddellijk formeel te horen.
  • (15) 
    Bepaald moet worden wat de rechten zijn van de personen die moeten worden gehoord, in welke mate hun toegang tot het dossier van de Commissie moet worden verleend en onder welke voorwaarden zij zich kunnen laten vertegenwoordigen of bijstaan.
  • (16) 
    Bij het verlenen van toegang tot het dossier moet de Commissie de bescherming van hun bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie waarborgen. De Commissie moet de mogelijkheid hebben ondernemingen die documenten of verklaringen hebben ingediend, te verzoeken aan te geven wat als vertrouwelijke informatie geldt.
  • (17) 
    Teneinde de Commissie in staat te stellen de verbintenissen die de aanmeldende partijen hebben aangeboden om de concentratie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar te maken, naar behoren te beoordelen, en teneinde een passende raadpleging van andere betrokkenen, derden en de autoriteiten van de lidstaten mogelijk te maken, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 139/2004, met name in artikel 18, leden 1 en 4, en artikel 19, leden 1, 2, 3 en 5, daarvan, moeten de procedure en de termijnen voor het indienen van de in artikel 6, lid 2, en artikel 8, lid 2, van die Verordening bedoelde verbintenissen worden vastgesteld.
  • (18) 
    Ook is het nodig de regels vast te stellen die gelden voor bepaalde door de Commissie vastgestelde termijnen.
  • (19) 
    Het Adviescomité voor concentraties moet advies uitbrengen op grond van een voorontwerp voor een beschikking. Bijgevolg moet het over een zaak worden geraadpleegd, nadat het onderzoek daarvan is voltooid. Deze raadpleging belet de Commissie evenwel niet zo nodig het onderzoek te heropenen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 139/2004 uitgevoerde controle op concentraties.

HOOFDSTUK II AANMELDINGEN EN ANDERE KENNISGEVINGEN

Artikel 2

Tot indiening van aanmeldingen gerechtigden

  • 1. 
    Aanmeldingen worden door de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde personen of ondernemingen ingediend.
  • 2. 
    Wanneer vertegenwoordigers van personen of ondernemingen de aanmeldingen ondertekenen, moeten zij hun vertegenwoordigingsbevoegdheid met schriftelijke bewijsstukken aantonen.
  • 3. 
    Gemeenschappelijke aanmeldingen worden door een gemeenschappelijke vertegenwoordiger ingediend, die gemachtigd is namens alle aanmeldende partijen documenten over te leggen en in ontvangst te nemen.

Artikel 3

Indiening van de aanmeldingen

  • 1. 
    Aanmeldingen worden ingediend op de wijze die is voorgeschreven in formulier CO, waarvan het model in bijlage I is opgenomen. Op de in bijlage II beschreven voorwaarden mogen aanmeldingen worden ingediend op het verkorte formulier dat in die bijlage is vastgesteld. De gemeenschappelijke aanmeldingen worden op één enkel formulier ingediend.
  • 2. 
    Van het formulier CO en de daarbij gevoegde documenten worden één origineel exemplaar en 35 afschriften bij de Commissie ingediend. De aanmelding moet inkomen op het in artikel 23, lid 1, bedoelde adres en in het door de Commissie vastgestelde formaat.
  • 3. 
    De bij de aanmelding gevoegde documenten bestaan uit het origineel of uit een afschrift ervan; afschriften worden door de aanmeldende partijen voor eensluidend en volledig verklaard.
  • 4. 
    De aanmelding wordt in een van de officiële talen van de Gemeenschap gesteld. Deze taal is ten aanzien van de aanmeldende partijen ook de taal waarin de procedure verloopt, alsmede die van alle daaropvolgende procedures in verband met dezelfde concentratie. De bijgevoegde documenten worden in de oorspronkelijke taal ervan ingediend. Wanneer de oorspronkelijke taal niet een van de officiële talen van de Gemeenschap is, wordt een vertaling in de taal van de procedure bijgevoegd.
  • 5. 
    Aanmeldingen die uit hoofde van artikel 57 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte worden ingediend, mogen ook in een van de officiële talen van de EVA-Staten of in de werktaal van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden ingediend. Indien de taal die voor de aanmelding is gekozen, geen officiële taal van de Gemeenschap is, voegen de aanmeldende partijen bij elk door hen ingediend document een vertaling daarvan bij in een officiële taal van de Gemeenschap. De voor de vertaling gekozen taal, is bepalend voor de taal die door de Commissie in de procedure ten aanzien van de aanmeldende partijen wordt gebruikt.

Artikel 4

Te verstrekken inlichtingen en documenten

  • 1. 
    De aanmelding bevat de inlichtingen, met inbegrip van documenten, die worden verlangd in het in de bijlage opgenomen formulier dat van toepassing is. De inlichtingen moeten juist en volledig zijn.
  • 2. 
    De Commissie kan ontheffing verlenen van de verplichting bepaalde inlichtingen, met inbegrip van documenten, te verstrekken of van andere in bijlagen I en II vastgestelde verplichtingen, wanneer zij van oordeel is dat de naleving van die verplichtingen of vereisten voor het onderzoek van de zaak niet nodig is.
  • 3. 
    De Commissie bevestigt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers onverwijld schriftelijk de ontvangst van de aanmelding en van het antwoord op een door haar krachtens artikel 5, leden 2 en 3, gezonden brief.

Artikel 5

Datum van de aanmelding

  • 1. 
    Onverminderd de leden 2, 3 en 4, geldt als datum van de aanmelding die van de ontvangst ervan door de Commissie.
  • 2. 
    Wanneer de inlichtingen, met inbegrip van de documenten, in de aanmelding in inhoudelijk opzicht onvolledig zijn, stelt de Commissie de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. In dat geval geldt het tijdstip waarop de Commissie de volledige inlichtingen ontvangt, als datum van de aanmelding.
  • 3. 
    Inhoudelijke wijzigingen in de in de aanmelding vermelde feiten die aan het licht komen na de aanmelding en die de aanmeldende partijen kennen of hadden moeten kennen, of eventuele nieuwe informatie die aan het licht komt en die de aanmeldende partijen kennen of hadden moeten kennen en die, indien deze op het tijdstip van de aanmelding bekend was geweest, had moeten worden aangemeld, worden de Commissie onverwijld meegedeeld. Voorzover in deze gevallen deze inhoudelijke wijzigingen of deze nieuwe informatie een aanzienlijke invloed op de beoordeling van de concentratie kunnen hebben, kan de Commissie het tijdstip waarop zij de desbetreffende inlichtingen ontvangt, als de datum van aanmelding aanmerken; de Commissie stelt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis.
  • 4. 
    Onjuiste of misleidende inlichtingen gelden als onvolledige inlichtingen.
  • 5. 
    Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 het geschied zijn van de aanmelding bekendmaakt, vermeldt zij de datum waarop zij de aanmelding heeft ontvangen. Wanneer ingevolge de leden 2, 3 en 4, van dit artikel een latere datum dan die welke in deze bekendmaking is vermeld, als datum van de aanmelding geldt, doet de Commissie een nieuwe bekendmaking waarin zij die latere datum vermeldt.

Artikel 6

Specifieke bepalingen in verband met gemotiveerde kennisgevingen, aanvullende aanmeldingen en verklaringen

  • 1. 
    De gemotiveerde kennisgevingen in de zin van artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bevatten de overeenkomstig Bijlage III bij deze Verordening verlangde inlichtingen, met inbegrip van documenten.
  • 2. 
    Artikel 2, artikel 3, lid 1, derde zin, artikel 3, leden 2 tot en met 5, artikel 4, artikel 5, lid 1, artikel 5, lid 2, eerste zin, artikel 5, leden 3 en 4, en de artikelen 21 en 23 van de onderhavige verordening zijn van overeenkomstige toepassing voor gemotiveerde kennisgevingen in de zin van artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004.

Artikel 2, artikel 3, lid 1, derde zin, artikel 3, leden 2 tot en met 5, artikel 4, artikel 5, leden 1 tot en met 4, en de artikelen 21 en 23 van de onderhavige verordening zijn van overeenkomstige toepassing voor aanvullende aanmeldingen en voor verklaringen in de zin van artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004.

HOOFDSTUK III TERMIJNEN

Artikel 7

Aanvang van de termijnen

De termijnen gaan in op de werkdag, zoals omschreven in artikel 24 van deze verordening, die volgt op de gebeurtenis waarnaar de desbetreffende bepaling van Verordening (EG) nr. 139/2004 verwijst.

Artikel 8

Verstrijken van termijnen

Een in werkdagen uitgedrukte termijn loopt af op het einde van de laatste werkdag van die termijn.

Een door de Commissie door middel van een kalenderdag vastgestelde termijn loopt af op het einde van die dag.

Artikel 9

Opschorting van de termijnen

  • 1. 
    De in artikel 9, lid 4, en artikel 10, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden opgeschort indien de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, of artikel 13, lid 4, van die verordening om een van de volgende redenen een beschikking moet geven:
  • a) 
    de inlichtingen waarom de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een van de aanmeldende partijen of een andere betrokkene, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, heeft verzocht, worden niet of niet volledig binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt;
  • b) 
    de inlichtingen waarom de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een derde, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, heeft verzocht, worden niet of niet volledig binnen de door de Commissie gestelde termijn verstrekt wegens omstandigheden waarvoor een van de aanmeldende partijen of een andere betrokkene, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, verantwoordelijk is;
  • c) 
    een van de aanmeldende partijen of een andere betrokkene, zoals omschreven in artikel 11 van deze verordening, heeft geweigerd zich aan een door de Commissie noodzakelijk geachte inspectie op grond van artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004 te onderwerpen of overeenkomstig artikel 13, lid 2, van die verordening daaraan mee te werken;
  • d) 
    de aanmeldende partijen hebben verzuimd de Commissie in kennis te stellen van belangrijke wijzigingen in de in de aanmelding vermelde feiten, of van nieuwe informatie van het in artikel 5, lid 3, van deze Verordening bedoelde soort.
  • 2. 
    De in artikel 9, lid 4, en artikel 10, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden opgeschort indien de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 3, van die verordening een beschikking moet geven, zonder eerst een eenvoudig verzoek om inlichtingen te doen, door omstandigheden die een der bij de concentratie betrokken ondernemingen kunnen worden toegerekend.
  • 3. 
    De in artikel 9, lid 4, en artikel 10, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden opgeschort:
  • a) 
    in de in lid 1, onder a) en b), bedoelde gevallen, voor de periode begrepen tussen het verstrijken van de in het eenvoudige verzoek om inlichtingen gestelde termijn en de ontvangst van de bij beschikking verlangde volledige en juiste inlichtingen;
  • b) 
    in het in lid 1, onder c), bedoelde geval, voor de periode begrepen tussen de vergeefse poging de inspectie uit te voeren en de voltooiing van de bij beschikking gelaste inspectie;
  • c) 
    in het in lid 1, onder d), bedoelde geval, voor de periode begrepen tussen het tijdstip waarop zich de wijziging in de aldaar bedoelde feiten voordoet, en de ontvangst van de volledige en juiste inlichtingen.
  • d) 
    in de in lid 2 bedoelde gevallen, voor de periode begrepen tussen het verstrijken van de in de beschikking gestelde termijn en de ontvangst van de bij beschikking verlangde volledige en juiste inlichtingen.
  • 4. 
    De opschorting van de termijn gaat in op de werkdag, volgende op die waarop de gebeurtenis die tot de opschorting leidde, zich heeft voorgedaan. Zij verstrijkt op het einde van de dag waarop de reden voor de opschorting is weggevallen. Wanneer deze laatste dag geen werkdag is, verstrijkt de opschorting van de termijn op het einde van de eerstvolgende werkdag.

Artikel 10

Naleving van de termijnen

  • 1. 
    De in artikel 4, lid 4, vierde alinea, artikel 9, lid 4, artikel 10, leden 1 en 3, en artikel 22, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden geacht te zijn nageleefd indien de Commissie de beschikking geeft alvorens de termijn verstrijkt.
  • 2. 
    De in artikel 4, lid 4, tweede alinea, artikel 4, lid 5, derde alinea, artikel 9, lid 2, artikel 22, lid 1, tweede alinea, en artikel 22, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden geacht door de betrokken lidstaat te zijn nageleefd indien de lidstaat, alvorens de termijn verstrijkt, de Commissie schriftelijk in kennis stelt of een schriftelijk verzoek indient dan wel zich daarbij aansluit, al naar gelang het geval.
  • 3. 
    De in artikel 9, lid 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde termijnen worden geacht te zijn nageleefd indien de bevoegde autoriteit van een betrokken lidstaat de betrokken onderneming overeenkomstig die bepaling in kennis stelt alvorens de termijn verstrijkt.

HOOFDSTUK IV UITOEFENING VAN HET RECHT TE WORDEN GEHOORD; HOORZITTINGEN

Artikel 11

Te horen partijen

Voor de toepassing van het recht te worden gehoord overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 139/2004 worden de volgende partijen onderscheiden:

  • a) 
    de aanmeldende partijen, zijnde de personen of ondernemingen die overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een aanmelding indienen;
  • b) 
    andere betrokkenen, zijnde andere betrokkenen bij de voorgenomen concentratie dan de aanmeldende partijen, zoals de verkoper en de onderneming die het voorwerp van de concentratie is;
  • c) 
    derden, zijnde natuurlijke of rechtspersonen, zoals afnemers, leveranciers of concurrenten die aantonen daarbij voldoende belang te hebben in de zin van artikel 18, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 139/2004, hetgeen in het bijzonder het geval is voor:
  • leden van de bestuurs- of directieorganen van de betrokken ondernemingen of erkende vertegenwoordigers van de werknemers van deze ondernemingen;
  • consumentenorganisaties, wanneer de voorgenomen concentratie door eindgebruikers gebruikte producten of diensten betreft;
  • d) 
    partijen ten aanzien waarvan de Commissie voornemens is een beschikking op grond van artikel 14 of artikel 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004 te geven.

Artikel 12

Beschikkingen tot opschorting van de totstandbrenging van concentraties

  • 1. 
    Wanneer de Commissie voornemens is op grond van artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 139/2004 een beschikking te geven, die voor een of meer van de partijen ongunstig is, doet zij overeenkomstig artikel 18, lid 1, van die verordening de aanmeldende partijen en andere betrokkenen schriftelijk mededeling van haar bezwaren en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.
  • 2. 
    Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 voorlopig een in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde beschikking heeft gegeven zonder de aanmeldende partijen en andere betrokkenen in de gelegenheid te hebben gesteld hun standpunt kenbaar te maken, zendt zij hun onverwijld de tekst van de voorlopige beschikking en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.

Zodra de aanmeldende partijen en andere betrokkenen hun standpunt kenbaar hebben gemaakt, geeft de Commissie een definitieve beschikking waarbij zij de voorlopige beschikking vernietigt, wijzigt of bevestigt. Wanneer genoemde partijen hun standpunt niet binnen de vastgestelde termijn schriftelijk kenbaar maken, wordt de voorlopige beschikking van de Commissie bij het verstrijken van deze termijn definitief.

Artikel 13

Beschikkingen ten principale

  • 1. 
    Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking op grond van artikel 6, lid 3, of artikel 8, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004 te geven, hoort zij de partijen overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 3, van die verordening alvorens het Adviescomité voor concentraties te raadplegen.

Artikel 12, lid 2, van deze verordening is van overeenkomstige toepassing wanneer de Commissie op grond van artikel 8, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 voorlopig een beschikking heeft gegeven uit hoofde van artikel 18, lid 2, van die verordening.

  • 2. 
    De Commissie doet de aanmeldende partijen schriftelijk mededeling van haar bezwaren.

De Commissie stelt in de mededeling van punten van bezwaar een termijn vast waarbinnen de aanmeldende partijen hun opmerkingen schriftelijk aan de Commissie kenbaar mogen maken.

De Commissie stelt andere betrokkenen schriftelijk van deze bezwaren in kennis.

De Commissie stelt ook een termijn vast waarbinnen deze andere betrokkenen hun opmerkingen schriftelijk aan de Commissie kenbaar kunnen maken.

De Commissie is niet verplicht rekening te houden met na het verstrijken van een door haar vastgestelde termijn ontvangen opmerkingen.

  • 3. 
    Partijen tot welke de bezwaren van de Commissie zijn gericht of die van deze bezwaren in kennis zijn gesteld, maken binnen de vastgestelde termijn schriftelijk hun opmerkingen ten aanzien van de bezwaren kenbaar. Zij kunnen in hun schriftelijke opmerkingen alle hun bekende feiten en elementen aanvoeren die voor hun recht van verdediging relevant zijn, en ten bewijze van hetgeen zij aanvoeren, aan hun opmerkingen alle relevante documenten toevoegen. Zij kunnen ook voorstellen dat de Commissie personen hoort die deze elementen kunnen bevestigen. Van hun opmerkingen worden één origineel exemplaar en 10 afschriften bij de Commissie ingediend op het adres van het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie. Ook wordt op hetzelfde adres één elektronische versie ingediend, in het door de Commissie vastgestelde formaat. De Commissie zendt de bevoegde autoriteiten in de lidstaten onverwijld een afschrift van deze schriftelijke opmerkingen toe.
  • 4. 
    Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking op grond van artikel 14 of artikel 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004 te geven, hoort zij overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 3, van die verordening, alvorens het Adviescomité voor concentraties te raadplegen, de partijen tot welke zij voornemens is deze beschikking te richten.

De procedure van lid 2, eerste en tweede alinea, en lid 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14

Mondelinge toelichting

  • 1. 
    Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking te geven op grond van artikel 6, lid 3, of artikel 8, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004, stelt zij de aanmeldende partijen die in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht, in de gelegenheid tijdens een formele hoorzitting hun standpunt mondeling toe te lichten. Zij kan de aanmeldende partijen ook in andere stadia van de procedure in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
  • 2. 
    Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking te geven op grond van artikel 6, lid 3, of artikel 8, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 139/2004, stelt zij ook andere betrokkenen die in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht, in de gelegenheid in een formele hoorzitting hun standpunt mondeling toe te lichten. Zij kan deze betrokkenen ook in andere stadia van de procedure in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
  • 3. 
    Wanneer de Commissie voornemens is een beschikking te geven op grond van artikel 14 of 15 van Verordening (EG) nr. 139/2004, stelt zij partijen waaraan zij voornemens is een geldboete of een dwangsom op te leggen, in de gelegenheid in een formele hoorzitting hun standpunt mondeling toe te lichten, indien zij in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht. Zij kan deze partijen ook in andere stadia van de procedure in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.

Artikel 15

Verloop van de formele hoorzitting

  • 1. 
    De formele hoorzitting wordt door de raadadviseur-auditeur in volle onafhankelijkheid geleid.
  • 2. 
    De Commissie roept degenen die zij wil horen, op de door haar bepaalde datum voor de formele hoorzitting op.
  • 3. 
    De Commissie nodigt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uit aan formele hoorzittingen deel te nemen.
  • 4. 
    De uitgenodigde personen verschijnen in persoon of worden vertegenwoordigd door wettelijk of statutair daartoe gemachtigde vertegenwoordigers. Ondernemingen en ondernemersverenigingen mogen ook worden vertegenwoordigd door een naar behoren gemachtigd lid van hun vaste personeel.
  • 5. 
    Degenen die door de Commissie worden gehoord, mogen zich laten bijstaan door hun juristen of door andere, door de raadadviseur-auditeur aanvaarde, gekwalificeerde en naar behoren gemachtigde personen.
  • 6. 
    De formele hoorzitting is niet openbaar. Eenieder kan afzonderlijk of in aanwezigheid van andere uitgenodigde personen worden gehoord, met inachtneming van het rechtmatige belang van de ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie.
  • 7. 
    De raadadviseur-auditeur kan alle partijen in de zin van artikel 11, de diensten van de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestaan tijdens de formele hoorzitting vragen te stellen.

De raadadviseur-auditeur kan ter voorbereiding van de hoorzitting een vergadering met de partijen en de diensten van de Commissie beleggen, om een efficiënte organisatie van de formele hoorzitting te vergemakkelijken.

  • 8. 
    De verklaringen van eenieder die wordt gehoord, worden opgenomen. Desgevraagd wordt de opname van de formele hoorzitting beschikbaar gesteld aan eenieder die deze hoorzitting heeft bijgewoond. Daarbij wordt rekening gehouden met het rechtmatige belang van de ondernemingen dat hun bedrijfsgeheimen en andere vertrouwelijke informatie worden beschermd.

Artikel 16

Het horen van derden

  • 1. 
    Indien derden overeenkomstig artikel 18, lid 4, tweede zin, van Verordening (EG) nr. 139/2004 schriftelijk verzoeken te worden gehoord, stelt de Commissie hen schriftelijk van de aard en het voorwerp van de procedure in kennis en stelt zij een termijn vast waarbinnen zij hun standpunt kenbaar kunnen maken.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde derden maken hun standpunt binnen de vastgestelde termijn schriftelijk kenbaar. De Commissie kan in voorkomend geval degenen die in hun schriftelijke opmerkingen daarom hebben verzocht, in de gelegenheid stellen aan een formele hoorzitting deel te nemen. Zij kan ook in andere gevallen deze derden in de gelegenheid stellen hun standpunt mondeling kenbaar te maken.
  • 3. 
    De Commissie kan op dezelfde wijze andere natuurlijke of rechtspersonen verzoeken hun standpunt kenbaar te maken, schriftelijk zowel als mondeling, waaronder begrepen tijdens een formele hoorzitting.

HOOFDSTUK V TOEGANG TOT HET DOSSIER EN BEHANDELING VAN VERTROUWELIJKE INFORMATIE

Artikel 17

Toegang tot het dossier en gebruik van documenten

  • 1. 
    Op verzoek verleent de Commissie de partijen tot welke zij een mededeling van punten van bezwaar heeft gericht, toegang tot het dossier om hen in staat te stellen hun rechten van verdediging uit te oefenen. Toegang wordt verleend na de kennisgeving van de mededeling van punten van bezwaar.
  • 2. 
    De Commissie verleent ook de andere betrokkenen die van de bezwaren in kennis zijn gesteld, desgevraagd inzage van het dossier, voorzover zulks nodig is om hun opmerkingen te kunnen voorbereiden.
  • 3. 
    Het recht van toegang tot het dossier geldt niet voor vertrouwelijke inlichtingen of interne documenten van de Commissie of van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Het recht van toegang tot het dossier geldt evenmin voor de briefwisseling tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten of tussen die autoriteiten onderling.
  • 4. 
    Documenten die door toegang tot het dossier uit hoofde van dit artikel zijn verkregen, mogen slechts worden gebruikt ten behoeve van de betrokken procedure op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004.

Artikel 18

Vertrouwelijke informatie

  • 1. 
    Er wordt geen mededeling gedaan van, noch inzage verleend in inlichtingen, met inbegrip van documenten die bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten, waarvan de Commissie het voor de procedure niet noodzakelijk acht dat deze openbaar wordt gemaakt.
  • 2. 
    Eenieder die overeenkomstig de artikelen 12, 13 en 16 van deze verordening zijn standpunt of opmerkingen kenbaar maakt, of die inlichtingen verschaft overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 139/2004, of die nadien in de loop van diezelfde procedure inlichtingen aan de Commissie verschaft, geeft de elementen die hij vertrouwelijk acht, onder opgave van redenen, duidelijk aan en verstrekt daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie binnen de door de Commissie vastgestelde termijn.
  • 3. 
    Onverminderd lid 2, kan de Commissie van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde personen, ondernemingen en ondernemersverenigingen verlangen dat zij in alle gevallen waarin zij documenten of verklaringen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 139/2004 meedelen of hebben meegedeeld, de documenten of delen van documenten aangeven die volgens hen bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie bevatten die hun toebehoort, en aangeven ten aanzien van welke ondernemingen die documenten als vertrouwelijk dienen te gelden.

De Commissie kan ook van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 bedoelde personen, ondernemingen en ondernemersverenigingen verlangen dat zij aangeven welke delen van een mededeling van punten van bezwaar, samenvatting van een zaak of een door de Commissie gegeven beschikking volgens hen eventueel bedrijfsgeheimen bevatten.

Wanneer bedrijfsgeheimen of andere vertrouwelijke informatie worden aangegeven, geven de personen, ondernemingen en ondernemersverenigingen daarvoor hun redenen op en verstrekken zij daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie binnen de door de Commissie vastgestelde termijn.

HOOFDSTUK VI DOOR DE BETROKKEN ONDERNEMINGEN AANGEBODEN VERBINTENISSEN

Artikel 19

Termijnen voor de indiening van verbintenissen

  • 1. 
    De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen moeten binnen twintig werkdagen na de datum van ontvangst van de aanmelding bij de Commissie worden ingediend.
  • 2. 
    De door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen moeten binnen 65 werkdagen na de dag waarop de procedure is ingeleid, bij de Commissie worden ingediend.

Wanneer overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 139/2004 de periode voor het geven van een beschikking overeenkomstig artikel 8, leden 1, 2 en 3, wordt verlengd, wordt de termijn van 65 werkdagen voor het indienen van verbintenissen automatisch met hetzelfde aantal werkdagen verlengd.

In uitzonderlijke omstandigheden kan de Commissie verbintenissen aanvaarden die na het verstrijken van de in dit lid bedoelde termijn voor het indienen van verbintenissen zijn aangeboden, mits de procedure van artikel 19, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 wordt nageleefd.

  • 3. 
    De artikelen 7, 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20

Procedure voor het indienen van verbintenissen

  • 1. 
    Van de door de betrokken ondernemingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 aangeboden verbintenissen, worden het originele exemplaar en tien afschriften bij de Commissie ingediend op het adres van het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie. Ook wordt op hetzelfde adres één elektronische versie ingediend, in het door de Commissie vastgestelde formaat. De Commissie zendt de bevoegde autoriteiten in de lidstaten onverwijld een afschrift van deze verbintenissen toe.
  • 2. 
    Bij het aanbieden van verbintenissen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004, geven de betrokken ondernemingen terzelfder tijd duidelijk de informatie aan die zij vertrouwelijk achten onder opgave van redenen, en verstrekken daarvan een afzonderlijke, niet-vertrouwelijke versie.

HOOFDSTUK VII DIVERSE BEPALINGEN

Artikel 21

Bezorging van documenten

  • 1. 
    De bezorging van documenten en uitnodigingen van de Commissie aan degenen voor wie zij zijn bestemd, geschiedt op een van de volgende wijzen:
  • a) 
    door afgifte tegen ontvangstbewijs;
  • b) 
    bij aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging;
  • c) 
    per fax met verzoek om ontvangstbevestiging;
  • d) 
    per telex;
  • e) 
    door middel van elektronische post met verzoek om ontvangstbevestiging.
  • 2. 
    Tenzij anders bepaald in deze verordening, is lid 1 ook van toepassing op de bezorging van documenten van de aanmeldende partijen, van andere betrokkenen of van derden aan de Commissie.
  • 3. 
    In het geval van toezending van een document per fax, per telex of door middel van elektronische post wordt degene voor wie het is bestemd, geacht het op de dag van de verzending ervan te hebben ontvangen.

Artikel 22

Vaststelling van termijnen

Bij de vaststelling van de in artikel 12, leden 1 en 2, artikel 13, lid 2, en artikel 16, lid 1, bedoelde termijnen houdt de Commissie rekening met de tijd die nodig is voor de voorbereiding van de verklaringen, en met de spoedeisendheid van het geval. Zij houdt ook rekening met de werkdagen en met de wettelijke feestdagen in het land van ontvangst van de mededeling van de Commissie.

Termijnen worden aangeduid met precieze kalenderdagen.

Artikel 23

Ontvangst van documenten door de Commissie

  • 1. 
    Overeenkomstig artikel 5, lid 1, moeten aanmeldingen bij de Commissie inkomen op het adres van het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie dat door de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt.
  • 2. 
    Aanvullende inlichtingen die strekken tot vervollediging van aanmeldingen, moeten bij de Commissie op het in lid 1 bedoelde adres inkomen.
  • 3. 
    Schriftelijke opmerkingen over mededelingen van de Commissie overeenkomstig artikel 12, leden 1 en 2, artikel 13, lid 2, en artikel 16, lid 1, van deze verordening moeten vóór het verstrijken van de in elke zaak vastgestelde termijn bij de Commissie op het in lid 1 bedoelde adres inkomen.

Artikel 24

Definitie van werkdagen

Onder "werkdagen" wordt in Verordening (EG) nr. 139/2004 en in de onderhavige verordening verstaan, alle andere dagen dan zaterdagen, zondagen en vakantiedagen van de Commissie zoals die vóór de aanvang van elk jaar in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

Artikel 25

Intrekking en overgangsbepaling

  • 1. 
    Onverminderd het bepaalde in de leden 2 en 3, wordt Verordening (EG) nr. 447/98 met ingang van 1 mei 2004 ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

  • 2. 
    Verordening (EG) nr. 447/98 blijft van toepassing op concentraties die onder de toepassing van Verordening (EEG) nr. 4064/89 vallen.
  • 3. 
    Voor de toepassing van lid 2 worden de afdelingen 1 tot en met 12 van de Bijlage bij Verordening (EG) nr. 447/98 vervangen door de rubrieken 1 tot en met 11 van Bijlage I bij de onderhavige verordening. In dergelijke gevallen worden verwijzingen in die rubrieken naar de EG-concentratieverordening en de uitvoeringsverordening gelezen als verwijzingen naar de overeenkomstige bepalingen van onderscheidenlijk Verordening (EEG) nr. 4064/89 en Verordening (EG) nr. 447/98.

Artikel 26

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2004.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 april 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
  • (2) 
    PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 180 van 9.7.1997, blz. 1.
  • (4) 
    PB L 61 van 2.3.1998, blz. 1. Verordening zoals gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 2003.

BIJLAGE I

FORMULIER CO VOOR HET AANMELDEN VAN EEN CONCENTRATIE OVEREENKOMSTIG VERORDENING (EG) Nr. 139/2004

  • 1. 
    INLEIDING

1.1. Doel van dit formulier

Dit formulier geeft aan welke informatie aanmeldende partijen moeten verstrekken wanneer zij een voornemen tot fusie, overname of andere concentratie bij de Europese Commissie aanmelden. De regels van de Europese Unie inzake fusiecontrole zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna: "de EG-concentratieverordening") en in Verordening (EG) nr. [000/2004] van de Commissie (hierna: "de uitvoeringsverordening"), waaraan dit formulier CO als bijlage is toegevoegd.(1) De tekst van deze verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie.

Om de tijd en de kosten te beperken die gepaard gaan met het voldoen aan de fusiecontrole-procedures in meerdere afzonderlijke landen, heeft de Europese Unie een systeem van fusiecontrole uitgewerkt waarbij concentraties met een communautaire dimensie (normaal wanneer de partijen bij de concentratie bepaalde omzetdrempels halen)(2) door de Europese Commissie worden beoordeeld in één enkele procedure (het zgn. "one stop shop"-beginsel). Fusies die de omzetdrempels niet halen, vallen mogelijk onder de bevoegdheid van de autoriteiten in de lidstaten die met fusiecontrole zijn belast.

Volgens de EG-concentratieverordening moet de Commissie binnen een juridisch bindende termijn tot een besluit komen. In een eerste fase heeft de Commissie normaal 25 werkdagen om toestemming te geven voor de concentratie of om te besluiten "de procedure in te leiden" - om dus een grondig onderzoek in te stellen(3). Besluit de Commissie de procedure in te leiden, dan moet zij in de regel een definitief besluit treffen over de operatie uiterlijk 90 werkdagen na het tijdstip waarop de procedure werd ingeleid(4).

In het licht van deze termijnen, en om het "one stop shop"-beginsel te laten functioneren, is het essentieel dat de Commissie tijdig de informatie ontvangt die zij nodig heeft om het vereiste onderzoek uit te voeren en om de impact van de concentratie op de betrokken markten na te gaan. Daartoe dient een aantal gegevens te worden meegedeeld op het tijdstip van de aanmelding.

De informatie die in dit formulier wordt gevraagd, is vrij uitgebreid. De ervaring heeft echter geleerd dat, afhankelijk van de specifieke kenmerken van de zaak, niet steeds alle informatie noodzakelijk is om de voorgenomen concentratie naar behoren te kunnen onderzoeken. Als u vindt dat bepaalde in dit formulier gevraagde informatie niet nodig is voor het onderzoek door de Commissie, wordt u aangemoedigd de Commissie om een ontheffing ("waiver") te verzoeken van de verplichting bepaalde informatie te geven. Voor nadere informatie hierover, zie deel 1.3, punt g).

Zowel voor de aanmeldende partijen als voor de Commissie is het bijzonder nuttig reeds vóór de aanmelding contacten te leggen. Er kan dan nauwkeurig worden bepaald welke informatie bij de aanmelding moet worden verstrekt, en dit zal ertoe leiden dat aanzienlijk minder informatie wordt verlangd. De aanmeldende partijen kunnen in dit verband "DG Competition's Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings" raadplegen. Daarin worden aanwijzingen gegeven over dergelijke, aan de aanmelding voorafgaande contacten en over de voorbereiding van aanmeldingen.

Belangrijk is voorts nog te vermelden dat bepaalde concentraties, die normaal geproken geen mededingingsbezwaren zullen oproepen, kunnen worden aangemeld met een verkort formulier. Dit formulier is als bijlage II aan de uitvoeringsverordening toegevoegd.

1.2. Wie moet aanmelden?

In het geval van een fusie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening of in het geval van het verkrijgen van gezamenlijke zeggenschap over een onderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening moeten, naar gelang van het geval, de fuserende ondernemingen of de ondernemingen die de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, de aanmelding gezamenlijk verrichten(5).

Wanneer een onderneming in een andere onderneming een belang verwerft dat zeggenschap verleent, moet eerstgenoemde onderneming de aanmelding verrichten.

In het geval van een openbaar overnamebod op een onderneming moet de onderneming die het bod uitbrengt, de aanmelding verrichten.

Elke aanmeldende partij is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.

1.3. De aanmelding moet juist en volledig zijn

Alle in dit formulier gevraagde informatie moet juist en volledig zijn. Gelieve de gevraagde informatie in de juiste rubriek van dit formulier in te vullen.

Let u daarbij met name op de volgende punten:

  • a) 
    Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de EG-concentratieverordening en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening beginnen de met de aanmelding verband houdende termijnen van de EG-concentratieverordening pas te lopen wanneer de Commissie alle informatie die samen met de aanmelding moet worden verstrekt, heeft ontvangen. Dit vereiste moet ervoor zorgen dat de Commissie de aangemelde concentratie kan beoordelen binnen de strikte termijnen van de EG-concentratieverordening.
  • b) 
    De aanmeldende partijen moeten bij het opstellen van hun aanmelding zorgvuldig nagaan of de contactpersonen en contactgegevens, vooral de faxnummers en e-mailadressen, die aan de Commissie worden doorgegeven, nauwkeurig, relevant en actueel zijn.
  • c) 
    Onjuiste of misleidende informatie in de aanmelding zal met onvolledige inlichtingen worden gelijkgesteld (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
  • d) 
    Wanneer een aanmelding onvolledig is, zal de Commissie de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis stellen. De aanmelding wordt pas geldig op het tijdstip dat de Commissie de volledige en juiste informatie ontvangt (artikel 10, lid 1, van de EG-concentratieverordening, en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening).
  • e) 
    Volgens artikel 14, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening kunnen aan aanmeldende partijen die, opzettelijk of uit onachtzaamheid, onjuiste of misleidende informatie verstrekken, geldboeten tot 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming worden opgelegd. Bovendien kan de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 8, lid 6, onder a), van de EG-concentratieverordening, haar beschikking waarbij een aangemelde concentratie verenigbaar werd verklaard, intrekken wanneer deze berust op onjuiste informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is.
  • f) 
    U kan de Commissie schriftelijk verzoeken de aanmelding als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien die informatie voor u redelijkerwijs niet of slechts ten dele beschikbaar is (bijvoorbeeld omdat u bij een omstreden bod geen toegang heeft tot informatie over de doelvennootschap).

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u de redenen opgeeft waarom die informatie niet beschikbaar is, en u met betrekking tot ontbrekende gegevens uw beste raming opgeeft, met vermelding van de bron van die raming. Voorzover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou kunnen verkrijgen.

  • g) 
    U kan de Commissie schriftelijk verzoeken de aanmelding als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien u van mening is dat de Commissie bepaalde, in dit formulier - in de volledige of verkorte versie - verlangde informatie voor haar onderzoek wellicht niet nodig heeft.

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de informatie voor het onderzoek van de aangemelde operatie door de Commissie niet relevant of noodzakelijk is. U dient die toelichting te verschaffen in de loop van uw contacten met de Commissie vóór de aanmelding en een schriftelijk verzoek tot ontheffing in te dienen waarin u de Commissie vraagt om u, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening, van de verplichting tot het verstrekken van deze informatie te ontslaan.

1.4. Hoe de aanmelding te verrichten?

De aanmelding moet in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap zijn gesteld. Deze taal is vervolgens voor alle aanmeldende partijen de taal waarin de procedure wordt gevoerd. Wanneer overeenkomstig artikel 12 van Protocol nr. 24 bij de EER-Overeenkomst een aanmelding is gesteld in een officiële taal van een EVA-Staat die geen officiële taal van de Gemeenschap is, moet bij die aanmelding een vertaling in een officiële taal van de Gemeenschap worden gevoegd.

Bij het verstrekken van de in dit formulier verlangde informatie moet de nummering van de rubrieken en paragrafen worden aangehouden. Elke aanmeldende partij moet een verklaring ondertekenen waarvan de bewoordingen in rubriek 11 zijn opgenomen. Alle overgelegde documenten moeten als bijlage bij de aanmelding worden gevoegd. Bij het invullen van rubriek 7, 8 en 9 van dit formulier dienen de aanmeldende partijen te overwegen of, duidelijkheidshalve, deze rubrieken het best in numerieke orde worden gepresenteerd dan wel of zij kunnen worden gegroepeerd voor elke afzonderlijke betrokken markt (of groep van betrokken markten).

Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in bijlagen op te nemen. Wat van belang is, is dat alle essentiële inhoudelijke gegevens, en met name informatie over de marktaandelen van de partijen en hun grootste concurrenten, in het formulier CO zelf zijn opgenomen. Bijlagen bij dit formulier dienen enkel ter ondersteuning van de in het formulier zelf meegedeelde informatie.

Contactgegevens moeten in een door het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie (DG Concurrentie) opgegeven formaat worden meegedeeld. Om het onderzoek naar behoren te kunnen voeren, is het van het grootste belang dat deze contactgegevens accuraat zijn. Blijken veel van deze contactgegevens niet juist te zijn, dan kan dat een reden zijn om de aanmelding onvolledig te verklaren.

Bijgevoegde documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden overgelegd; wanneer dit geen officiële taal van de Gemeenschap is, moeten zij worden vertaald in de taal waarin de procedure wordt gevoerd (artikel 3, lid 4, van de uitvoeringsverordening).

Van deze als bijlage overgelegde documenten mag het origineel of een kopie worden overgelegd. In dit laatste geval moet de aanmeldende partij verklaren dat de kopie eensluidend en volledig is.

Samen met één origineel exemplaar van het formulier CO moet u ook 35 kopieën van datzelfde formulier CO en van alle bijgevoegde documenten bij het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie indienen.

De aanmelding moet inkomen op het in artikel 23, lid 1, van de uitvoeringsverordening bedoelde adres en in het op gezette tijdstippen door de Commissie vastgestelde formaat. Dit adres wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. De aanmelding moet aan de Commissie worden afgegeven op een werkdag in de zin van artikel 24 van de uitvoeringsverordening. Om registratie op dezelfde dag mogelijk te maken, moet de aanmelding van maandag tot donderdag vóór 17.00 u plaatsvinden, en vóór 16.00 u op vrijdag en op werkdagen voorafgaand aan wettelijke feestdagen en andere door de Commissie vastgestelde vakantiedagen die in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. U dient de beveiligingsvoorschriften te volgen zoals die op de website van het DG Concurrentie worden gegeven.

1.5. Vertrouwelijkheid

Volgens artikel 287 van het Verdrag en artikel 17, lid 2, van de EG-concentratieverordening, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de EER-Overeenkomst(6), zijn de Commissie, de lidstaten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-Staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening hebben verkregen en die naar haar aard onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Dit beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.

Als u van mening bent dat uw belangen worden geschaad indien bepaalde van u verlangde informatie openbaar wordt gemaakt of anderszins aan anderen wordt bekendgemaakt, wordt u verzocht deze informatie afzonderlijk in te dienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding "Bedrijfsgeheim" aan te brengen. U dient ook de redenen op te geven waarom deze informatie niet openbaar mag worden gemaakt of aan anderen mag worden bekendgemaakt.

In het geval van een fusie of gezamenlijke acquisitie of in andere gevallen waarin verscheidene partijen de aanmelding verrichten, mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet dan in de aanmelding daarnaar verwijzen als naar een bijlage. De aanmelding zal eerst na ontvangst van al deze bijlagen als volledig worden beschouwd.

1.6. Definities en instructies voor het invullen van dit formulier

Aanmeldende partij(en): in gevallen waarin een operatie wordt aangemeld door slechts één van de ondernemingen die daarbij partij zijn, verwijst de term "aanmeldende partijen" uitsluitend naar de onderneming die daadwerkelijk de aanmelding indient.

Partij(en) bij de concentratie of de partijen: hieronder worden zowel de overnemende als de over te nemen ondernemingen en de fuserende partijen verstaan, met inbegrip van elke onderneming waarin een belang wordt verworven dat zeggenschap verleent, en de onderneming die het doelwit van een openbaar overnamebod is.

Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen "aanmeldende partij(en)" en "partij(en) bij de concentratie" alle ondernemingen die tot dezelfde groepen als die "partijen" behoren.

Betrokken markten: in rubriek 6 van dit formulier moeten de aanmeldende partijen de relevante produktmarkten omschrijven en voorts aangeven op welke van die relevante markten de aangemelde operatie waarschijnlijk gevolgen zal hebben. Deze door de aanmeldende partijen voorgestelde marktomschrijving, waarvoor in dit formulier de term "betrokken markt(en)" wordt gebruikt, vormt het uitgangspunt voor een aantal andere vragen om inlichtingen in het formulier. Deze term kan verwijzen naar een relevante markt voor hetzij produkten, hetzij diensten.

Jaar: "jaar" betekent in dit formulier steeds kalenderjaar, tenzij anders vermeld. Alle in dit formulier verlangde informatie moet, tenzij anders bepaald, betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanmelding wordt verricht.

De in de rubrieken 3.3, 3.4 en 3.5 verlangde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.

Tenzij anders bepaald, zijn alle verwijzingen in dit formulier verwijzingen naar de toepasselijke artikelen van de EG-concentratieverordening.

1.7. Informatieverstrekking aan werknemers en hun vertegenwoordigers

De Commissie vestigt de aandacht van de partijen er op dat zij, uit hoofde van communautaire en/of nationale regels, mogelijk verplicht zijn hun werknemers en/of hun vertegenwoordigers te informeren en te raadplegen over operaties met het karakter van een concentratie.

RUBRIEK 1

Beschrijving van de concentratie

1.1. Geef een beknopte samenvatting van de concentratie, waarin u vermeldt: de partijen bij de concentratie, de aard van de concentratie (bv. fusie, overname of gemeenschappelijke onderneming), de sectoren waarin de aanmeldende partijen actief zijn, de markten waarop de concentratie een impact zal hebben (met inbegrip van de belangrijkste betrokken markten(7)), en de strategische en economische motieven voor de concentratie.

1.2. Geef een samenvatting (maximaal 500 woorden) van de informatie uit rubriek 1.1. Deze samenvatting zal dan op het tijdstip van de aanmelding op de website van de Commissie worden bekendgemaakt. Deze samenvatting moet zo zijn geredigeerd, dat zij geen vertrouwelijke informatie of bedrijfsgeheimen bevat.

RUBRIEK 2

Informatie over de partijen

2.1. Informatie over de aanmeldende partij(en)

Vermeld:

2.1.1. naam en adres van de onderneming;

2.1.2. aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;

2.1.3. naam, adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon, en

2.1.4. een adres van de aanmeldende partij (of van elk van de aanmeldende partijen) waar documenten en met name beschikkingen van de Commissie kunnen worden bezorgd. Vermeld naam, telefoonnummer en e-mailadres van een persoon op dit adres die gemachtigd is te betekenen stukken in ontvangst te nemen.

2.2. Informatie over andere partijen(8) bij de concentratie

Vermeld voor elke partij bij de concentratie (uitgezonderd de aanmeldende partij of partijen):

2.2.1. naam en adres van de onderneming;

2.2.2. aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;

2.2.3. naam, adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon, en

2.2.4. een adres van de aanmeldende partij (of van elk van de aanmeldende partijen) waar documenten en met name beschikkingen van de Commissie kunnen worden bezorgd. Vermeld naam, telefoonnummer en e-mailadres van een persoon op dit adres die gemachtigd is te betekenen stukken in ontvangst te nemen.

2.3. Benoeming van vertegenwoordigers

Wanneer vertegenwoordigers van ondernemingen een aanmelding ondertekenen, moeten zij hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging bij geschrifte aantonen. Deze schriftelijke machtiging vermeldt de naam en functie van de personen die dergelijke bevoegdheid verlenen.

Vermeld voor elke vertegenwoordiger die bevoegd is om namens een partij bij de concentratie te handelen, de volgende contactgegevens en vermeld ook wie hij vertegenwoordigt:

2.3.1. naam van de vertegenwoordiger;

2.3.2. adres van de vertegenwoordiger;

2.3.3. naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de persoon met wie contact dient te worden opgenomen, en

2.3.4. een adres van de vertegenwoordiger (zo mogelijk in Brussel) waaraan alle correspondentie kan worden gezonden en waar alle stukken kunnen worden bezorgd.

RUBRIEK 3

Gegevens betreffende de concentratie

3.1. Beschrijf de aard van de aangemelde concentratie. Beantwoord hierbij de volgende vragen:

  • a) 
    Bestaat de voorgenomen concentratie in een volledige fusie in rechte, de verkrijging van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap, de oprichting van een volwaardige gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 3, lid 4, van de EG-concentratieverordening of de verkrijging van directe of indirecte zeggenschap ingevolge een overeenkomst of op een andere wijze als bedoeld in artikel 3, lid 2, van de EG-concentratieverordening?
  • b) 
    Heeft de concentratie op de partijen in hun geheel of op delen van de partijen betrekking?
  • c) 
    Hoe ziet de economische en financiële structuur van de concentratie eruit? Geef een korte uiteenzetting.
  • d) 
    In het geval van een openbaar bod van een partij op effecten van een andere partij: heeft dit bod de steun van de bestuurs- of toezichthoudende organen van deze laatste partij of van de andere organen die haar wettelijk vertegenwoordigen?
  • e) 
    Op welke datum zullen, naar is voorzien of wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?
  • f) 
    Hoe ziet de beoogde eigendoms- en zeggenschapsstructuur er na de totstandbrenging van de concentratie uit?
  • g) 
    Is er sprake van financiële of andere steun voor een of meer partijen uit om het even welke bron (met inbegrip van de overheid)? Zo ja, om welk soort steun gaat het en welk bedrag is ermee gemoeid?
  • h) 
    Welke economische sectoren zijn bij de concentratie betrokken?

3.2. Vermeld de waarde van de transactie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, naargelang het geval).

3.3. Vermeld voor elk van de bij de concentratie betrokken ondernemingen(9) de volgende gegevens(10) betreffende het afgelopen boekjaar:

3.3.1. wereldwijde omzet;

3.3.2. omzet binnen de Gemeenschap;

3.3.3. omzet binnen de EER;

3.3.4. omzet in elke lidstaat;

3.3.5. omzet in elke EVA-Staat;

3.3.6. in voorkomend geval, de lidstaat waar meer dan twee derde van de omzet binnen de Gemeenschap wordt behaald, en

3.3.7. in voorkomend geval, de EVA-Staat waar meer dan twee derde van de omzet binnen de EVA wordt behaald.

3.4. Met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 3, van de EG-concentratieverordening, wordt u verzocht de volgende gegevens voor het afgelopen boekjaar te verstrekken indien de operatie beneden de in artikel 1, lid 2, genoemde drempelwaarden blijft:

3.4.1. in voorkomend geval, de lidstaten waar de totale omzet die door alle betrokken ondernemingen is behaald, meer dan 100 miljoen EUR bedraagt, en

3.4.2. in voorkomend geval, de lidstaten waar ten minste twee van de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk een totale omzet hebben behaald die meer dan 25 miljoen EUR bedraagt.

3.5. Om te kunnen bepalen of de concentratie in aanmerking komt als een geval van EER-samenwerking(11), wordt u verzocht de volgende gegevens voor het afgelopen boekjaar te verstrekken:

3.5.1. Bedroeg de totale omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-Staten ten minste 25 % van hun totale binnen de EER behaalde omzet?

3.5.2. Behaalde elk van ten minste twee betrokken ondernemingen een omzet van meer dan 250 miljoen EUR op het grondgebied van de EVA-Staten?

3.6. Beschrijf de economische motieven voor de concentratie.

RUBRIEK 4

Eigendom en zeggenschap(12)

4.1. Geef voor elk van de partijen bij de concentratie een lijst van alle ondernemingen die tot dezelfde groep behoren.

Deze lijst moet omvatten:

4.1.1. alle ondernemingen of personen die al dan niet rechtstreeks zeggenschap over deze partijen hebben;

4.1.2. alle ondernemingen die op een betrokken markt(13) actief zijn en die al dan niet onder rechtstreekse zeggenschap staan van:

  • a) 
    deze partijen;
  • b) 
    een of meer andere in rubriek 4.1.1 genoemde ondernemingen.

Geef voor elk van de hierboven genoemde ondernemingen of personen aan op welke wijze en op welke grond zeggenschap wordt uitgeoefend.

De in deze rubriek te verstrekken gegevens kunnen worden toegelicht met organisatieschema's of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de ondernemingen.

4.2. Verstrek met betrekking tot de partijen bij de concentratie en elk van de in rubriek 4.1 genoemde ondernemingen of personen:

4.2.1. een lijst van alle andere ondernemingen die op de betrokken markten (zoals in rubriek 6 omschreven) actief zijn en waarin de ondernemingen of personen van de groep alleen of gezamenlijk 10 % of meer van de stemrechten, het uitgegeven aandelenkapitaal of andere effecten bezitten;

vermeld telkens de naam van de houder en het percentage dat hij bezit;

4.2.2. voor elke onderneming een lijst van de leden van haar bestuursorganen die ook lid zijn van de bestuurs- of toezichthoudende organen van een of meer andere ondernemingen die op de betrokken markten actief zijn en, in voorkomend geval, voor elke onderneming een lijst van de leden van haar toezichthoudende organen die ook lid zijn van het bestuursorgaan van een of meer andere ondernemingen die op de betrokken markten actief zijn;

vermeld telkens de naam van de andere onderneming en de beklede functie;

4.2.3. gegevens betreffende de acquisities gedurende de voorbije drie jaar door de hierboven genoemde groepen (rubriek 4.1) van ondernemingen die op de betrokken markten (zoals in rubriek 6 omschreven) actief zijn.

Voor een beter begrip kunnen de in deze afdeling te verstrekken gegevens met organisatieschema's of met diagrammen worden toegelicht.

RUBRIEK 5

Over te leggen stukken

De aanmeldende partijen moeten de volgende stukken overleggen:

5.1. een exemplaar van de definitieve of meest recente versie van alle stukken op grond waarvan de concentratie tot stand komt, hetzij bij overeenkomst tussen de partijen bij de concentratie, hetzij door verwerving van een belang dat zeggenschap verleent, hetzij door een openbaar overnamebod;

5.2. in het geval van een openbaar overnamebod, een exemplaar van het stuk waarin het bod wordt uitgebracht; indien dit op het tijdstip van de aanmelding niet beschikbaar is, moet het zo spoedig mogelijk worden overgelegd en uiterlijk op het tijdstip waarop het aan de aandeelhouders wordt toegezonden;

5.3. een exemplaar van de meest recente jaarverslagen en jaarrekeningen van alle partijen bij de concentratie, en

5.4. een exemplaar van de analyses, rapporten, studies, onderzoeken en andere gelijksoortige documenten die zijn opgesteld door of ten behoeve van een of meer leden van het bestuursorgaan, of van het toezichthoudend orgaan (of van iedere ander persoon die vergelijkbare functies uitoefent of aan wie zulke functies zijn gedelegeerd of toevertrouwd), of de aandeelhoudersvergadering met het oog op een evaluatie of analyse van de concentratie op het punt van marktaandelen, mededingingsomstandigheden, (daadwerkelijke en potentiële) concurrenten, de motieven voor de concentratie, het potentieel voor omzetgroei of expansie naar andere produkt- of geografische markten, en/of algemene marktomstandigheden(14).

Vermeld voor elk van deze documenten (voorzover niet in het document zelf is aangegeven) de datum waarop het is opgesteld en de naam en functie van elke persoon die het betrokken document heeft opgesteld.

RUBRIEK 6

Marktomschrijvingen

De relevante produktmarkt en de relevante geografische markt vormen de grenzen waarbinnen de marktmacht van de uit de concentratie ontstaande nieuwe onderneming moet worden beoordeeld(15).

De aanmeldende partij(en) moet(en) de verlangde gegevens verstrekken, rekening houdende met de volgende definities.

  • I. 
    Relevante produktmarkt

Een relevante produktmarkt omvat alle produkten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling uitwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Een relevante produktmarkt kan in sommige gevallen bestaan uit een aantal specifieke produkten en/of diensten, die grotendeels dezelfde fysieke of technische kenmerken bezitten en onderling uitwisselbaar zijn.

Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante produktmarkt is, zijn onder meer de vraag waarom bepaalde produkten of diensten tot die markten behoren en andere niet, wanneer de bovenstaande definitie wordt toegepast en wanneer bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de substitueerbaarheid, de concurrentievoorwaarden, de prijzen, de kruiselingse prijselasticiteit aan de vraagzijde en andere voor de omschrijving van de produktmarkt belangrijke factoren (zoals bijvoorbeeld substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in bepaalde zaken).

II. Relevante geografische markt

De relevante geografische markt is het gebied waar de betrokken ondernemingen een rol spelen in het aanbod van en de vraag naar relevante produkten of diensten, waar de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende geografische gebieden kan worden onderscheiden doordat daar met name duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.

Om te beoordelen wat de relevante geografische markt is, moet onder meer met de volgende elementen rekening worden gehouden: de aard en de kenmerken van de betrokken produkten of diensten, het bestaan van toetredingsdrempels, consumentenvoorkeuren, de marktaandelen van de ondernemingen die voor aan elkaar grenzende geografische gebieden sterk verschillen, of aanzienlijke prijsverschillen.

III. Betrokken markt

Voor het verstrekken van de in dit formulier verlangde gegevens vormt een relevante produkt-markt een betrokken markt wanneer binnen de EER, binnen de Gemeenschap, binnen het grondgebied van de EVA-Staten, binnen een lidstaat of binnen een EVA-Staat:

  • a) 
    twee of meer van de partijen bij de concentratie op dezelfde produktmarkt bedrijfsactiviteiten verrichten en de concentratie zou resulteren in een gezamenlijk marktaandeel van 15 % of meer. Dit zijn horizontale verbanden;
  • b) 
    een of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op een produktmarkt die bovenwaarts (upstream) of benedenwaarts (downstream) ligt van een produktmarkt waarop een of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn, en hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op een van deze beide niveaus 25 % of meer bedragen, ongeacht of er een leverancier/afnemer-relatie tussen de partijen bij de concentratie bestaat(16). Dit zijn verticale verbanden.

Verstrek op basis van bovenstaande definities en marktaandeeldrempels de volgende informatie(17):

  • Geef aan welke in de zin van deel III de betrokken markt is op het niveau van:
  • de EER, de Gemeenschap of de EVA;
  • de afzonderlijke lidstaten of EVA-Staten.

6.2. Geef voorts aan wat, volgens de partijen, de omvang is van de relevante geografische markt in de zin van deel III voor elk van de hierboven genoemde betrokken markten. Gelieve uw antwoord ook toe te lichten.

IV. Overige markten waarop de aangemelde operatie een significante impact kan hebben

6.3. Geef aan de hand van bovenstaande definities een beschrijving van de omvang van de andere produkt- en geografische markten dan die welke in rubriek 6.1 zijn onderscheiden, en waarop de betrokken operatie een significante impact kan hebben. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer:

  • a) 
    een of meer van de partijen bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 25 % heeft en een of meer andere partijen bij de concentratie een potentiële concurrent op die markt is. Een partij geldt met name als potentiële concurrent wanneer zij plannen heeft de markt te betreden of in de voorbije twee jaren plannen in die zin heeft ontwikkeld of doorgevoerd;
  • b) 
    een of meer van de partijen bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 25 % heeft en een of meer andere partijen bij de concentratie eigenaar is van belangrijke intellectuele-eigendomsrechten voor die markt;
  • c) 
    een of meer van de partijen bij de concentratie actief zijn op een produktmarkt die een nauw met die produktmarkt verbonden aangrenzende markt is waarop een andere partij (of meer andere partijen) bij de concentratie actief is, en hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op een van deze beide markten 25 % of meer bedragen. Produktmarkten zijn nauw verbonden aangrenzende markten wanneer de produkten onderling complementair zijn(18) of wanneer zij tot een scala van produkten behoren die doorgaans door hetzelfde soort afnemers voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen(19),

wanneer dergelijke markten de EER geheel of ten dele omvatten.

Om de Commissie in staat te stellen van bij de aanvang na te gaan wat de impact is van de voorgenomen concentratie op de mededinging op de in deze rubriek 6.3 onderscheiden markten, wordt de aanmeldende partijen verzocht voor die markten de in rubrieken 7 en 8 van dit formulier verlangde informatie te verstrekken.

RUBRIEK 7

Gegevens betreffende de betrokken markten

Geef voor elke betrokken relevante produktmarkt voor elk van de drie laatste boekjaren(20):

  • a) 
    voor de EER;
  • b) 
    voor heel de Gemeenschap;
  • c) 
    voor het grondgebied van de EVA-Staten als geheel;
  • d) 
    voor elke lidstaat en elke EVA-Staat afzonderlijk waar de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten, en
  • e) 
    waar volgens de aanmeldende partijen de relevante geografische markt verschillend is,

de volgende gegevens:

7.1. een raming van de totale omvang van de markt uitgedrukt in waarde (in EUR) en in volume (in eenheden) van de verkopen(21). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf, voorzover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;

7.2. de verkopen in waarde en in volume en de geraamde marktaandelen van elk van de partijen bij de concentratie;

7.3. een raming van het marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval in volume) van alle concurrenten (met inbegrip van importeurs) met een aandeel van ten minste 5 % op de beschouwde geografische markt. Geef op die basis een raming van de HHI-index(22) vóór en nà de fusie, en het verschil tussen beide (delta, of Δ)(23).Vermeld welk deel van de marktaandelen werd gebruikt als berekeningsgrondslag voor de HHI. Vermeld de bronnen van de berekeningen van deze marktaandelen en verschaf, voorzover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;

7.4. naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een ander persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijk persoon is, dan de algemeen directeur) voor de in rubriek 7.3 vermelde concurrenten;

7.5. een raming van de totale waarde en het totale volume en, voorzover na te gaan, de herkomst van de invoer van buiten de EER. Geef aan:

  • a) 
    welk gedeelte van deze invoer afkomstig is van de groepen waartoe de partijen bij de concentratie behoren;
  • b) 
    in welke mate volgens uw raming quota's, invoerrechten of niet-tarifaire handelsbelemmeringen deze invoer beïnvloeden, en
  • c) 
    in welke mate volgens uw raming vervoerkosten en andere kosten deze invoer beïnvloeden?

7.6. in welke mate wordt de tussenstaatse handel binnen de EER beïnvloed door:

  • a) 
    vervoerkosten en andere kosten, en
  • b) 
    andere, niet-tarifaire handelsbelemmeringen?

7.7. hoe verlopen produktie, prijszetting en afzet van de produkten en diensten van de partijen bij de concentratie? Is er bijvoorbeeld sprake van lokale produktie en prijszetting of van afzet via lokale distributievoorzieningen?

7.8. vergelijk voor elk van de partijen bij de concentratie het prijspeil in elk van de lidstaten en elk van de EVA-Staten. Vergelijk op dezelfde wijze het prijspeil in de Gemeenschap, de EVA-Staten en andere gebieden waar deze produkten worden geproduceerd (bv. Rusland, de Verenigde Staten van Amerika, Japan, China of andere gebieden die van belang zijn);

7.9. op welke wijze en in welke mate elk van de partijen bij de concentratie verticaal geïntegreerd is, vergeleken met haar belangrijkste concurrenten.

RUBRIEK 8

Algemene situatie op de betrokken markten

8.1. Geef aan wie de vijf grootste onafhankelijke(24) leveranciers van de partijen bij de concentratie zijn en wat (voor de voor de produktie van de relevante produkten gebruikte grondstoffen of goederen) het aandeel van elk van deze leveranciers in de aankopen van elk van deze partijen is. Vermeld voor elk van deze leveranciers naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een ander persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijk persoon is, dan de algemeen directeur).

Aanbodstructuur op de betrokken markten

8.2. Beschrijf de distributiekanalen en servicenetwerken zoals die op de betrokken markten bestaan. Beantwoord daarbij, voorzover van toepassing, de volgende vragen:

  • a) 
    welke distributiesystemen bestaan er op deze markten en hoe belangrijk zijn zij? In welke mate wordt de distributie verricht door derden en/of door ondernemingen die tot dezelfde groep als de partijen behoren in de zin van rubriek 4?
  • b) 
    welke servicenetwerken (bv. voor onderhoud en reparatie) bestaan er op deze markten en hoe belangrijk zijn zij? In welke mate worden deze diensten verricht door derden en/of door ondernemingen die tot dezelfde groep als de partijen behoren in de zin van rubriek 4?

8.3. Geef een raming van de totale capaciteit binnen de Gemeenschap en binnen de EVA tijdens de laatste drie jaar. Geef voor elk van de partijen bij de concentratie aan wat tijdens die periode hun aandeel in deze capaciteit en wat hun percentages inzake capaciteitsbenutting waren. Geef, voorzover van toepassing, de locatie en capaciteit van de produktie-installaties van elk van de partijen bij de concentratie op de betrokken markten.

8.4. Geef aan of partijen bij de concentratie, of hun concurrenten, produkten "in de pijplijn hebben", produkten die waarschijnlijk op korte termijn op de markt zullen worden gebracht, of plannen hebben om produktie- of afzetcapaciteit uit te breiden (of in te krimpen). Zo ja, geef een raming van prognoses voor omzet en marktaandelen van de partijen bij de concentratie voor de komende drie tot vijf jaar.

8.5. Vermeld elke andere overweging in verband met de aanbodzijde die u relevant acht.

Vraagstructuur op de betrokken markten

8.6. Geef voor elke betrokken markt aan wie de vijf(25) grootste onafhankelijke afnemers van de partijen zijn en wat voor de relevante produkten het aandeel van elk van deze afnemers in de totale verkoop van elk van deze partijen is. Vermeld voor elk van deze afnemers naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een ander persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijk persoon is, dan de algemeen directeur).

8.7. Beschrijf de vraagstructuur en ga hierbij in op de volgende punten:

  • a) 
    In welke fase bevindt de markt zich (is het bijvoorbeeld een jonge markt, een groeiende markt, een volgroeide markt of een markt die achteruitgaat) en geef een prognose van het groeipercentage van de vraag?
  • b) 
    Hoe belangrijk zijn de afnemersvoorkeuren, op het punt van bijvoorbeeld merkentrouw, de levering van pre- en aftersales-service, het aanbieden van een volledig produktassortiment of netwerkeffecten?
  • c) 
    Welke rol speelt produktdifferentiatie voor wat betreft produkteigenschappen of kwaliteit, en in welke mate zijn de produkten van de partijen bij de concentratie nauwe substituten?
  • d) 
    Welke rol spelen overschakelingskosten (wat betreft tijd en kosten) voor afnemers wanneer zij van leverancier veranderen?
  • e) 
    Hoe geconcentreerd of gefragmenteerd is de vraag?
  • f) 
    Bestaan er verschillende categorieën afnemers? Schets voor elke categorie het profiel van de "typische klant";
  • g) 
    Hoe belangrijk zijn alleenverkoopovereenkomsten en andere soorten langlopende overeenkomsten?
  • h) 
    In hoeverre zijn overheden, overheidsinstellingen, openbare bedrijven of soortgelijke lichamen belangrijke afnemers?

Markttoetreding

8.8. Hebben de voorbije vijf jaar op een of meer betrokken markten belangrijke toetredingen plaatsgevonden? Zo ja, vermeld voor elk van de toegetreden ondernemingen naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een ander persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijk persoon is, dan de algemeen directeur), en geef een raming van het huidige marktaandeel van elk van dergelijke toetreders. Heeft een van de partijen bij de concentratie de afgelopen vijf jaar een betrokken markt betreden, geef dan een analyse van de toetredingsbarrières die zich daarbij voordeden.

8.9. Zijn er naar het oordeel van de aanmeldende partijen ondernemingen (ook ondernemingen die thans uitsluitend op markten buiten de Gemeenschap of buiten de EER actief zijn) die waarschijnlijk tot de markt zullen toetreden? Zo ja, noem deze toetreders en vermeld naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van hoofd van de juridische dienst (of van een ander persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijk persoon is, dan de algemeen directeur). Leg uit waarom dergelijke toetreding te verwachten valt en geef een schatting van de termijn waarbinnen dergelijke toetreding naar verwachting zal plaatsvinden.

8.10. Beschrijf de verschillende factoren die bij toetreding op de betrokken markten van invloed zijn, zowel uit geografisch oogpunt als wat de produkten betreft. Beantwoord, voorzover van toepassing, de volgende vragen:

  • a) 
    Hoe hoog zijn de totale toetredingskosten (O& O, het opzetten van distributiesystemen, verkoopbevordering, reclame, serviceverlening enz.) bij een passende schaalgrootte om zich als een belangrijke concurrent te kunnen handhaven? Hoe groot is het marktaandeel van een dergelijke concurrent?
  • b) 
    Bestaan er wettelijke of bestuursrechtelijke toetredingsbelemmeringen, zoals in enigerlei vorm van overheidswege vereiste vergunningen of opgelegde normen? Of doen er zich belemmeringen voor als gevolg van procedures in produktiecertificatie of de noodzaak om een bewezen "track record" te kunnen overleggen?
  • c) 
    Is er sprake van beperkingen ten gevolge van het bestaan van octrooien, knowhow en andere intellectuele eigendomsrechten op deze markten of van beperkingen voortvloeiende uit licenties op dergelijke rechten?
  • d) 
    In welke mate is elk van de partijen bij de concentratie eigenaar, licentienemer of licentiegever met betrekking tot octrooien, knowhow en andere rechten op de relevante markten?
  • e) 
    Hoe belangrijk zijn schaalvoordelen voor de produktie of distributie van produkten op de betrokken markten?
  • f) 
    Hoe toegankelijk zijn de voorzieningsbronnen, bijvoorbeeld voor grondstoffen en noodzakelijke infrastructuur?

Onderzoek en ontwikkeling

8.11. Leg uit hoe belangrijk onderzoek en ontwikkeling (O& O) voor een onderneming op de relevante markt(en) zijn om op lange termijn als concurrent te kunnen standhouden. Beschrijf de O& O-activiteiten van de partijen bij de concentratie op de betrokken markten.

Ga hierbij, voorzover van toepassing, op de volgende punten in:

  • a) 
    Wat zijn de O& O-trends en hoe hoog is de O& O-intensiteit(26) op deze markten en bij de partijen bij de concentratie?
  • b) 
    Beschrijf het verloop van de technologische ontwikkeling op deze markten over een passende periode (onder meer ontwikkelingen op het gebied van produkten en/of diensten, produktieprocessen, distributiesystemen enz.).
  • c) 
    Welke belangrijke innovaties hebben op deze markten plaatsgevonden? Welke ondernemingen hebben deze gerealiseerd?
  • d) 
    Beschrijf de innovatiecyclus op deze markten. Waar bevinden de partijen zich in deze cyclus?

Samenwerkingsovereenkomsten

8.12. In welke mate bestaan er op de betrokken markten (horizontale, verticale of andere) samenwerkingsovereenkomsten?

8.13. Verstrek nadere gegevens over de belangrijkste samenwerkingsovereenkomsten waaraan de partijen bij de concentratie op de betrokken markten deelnemen, zoals O& O-overeenkomsten, licentieovereenkomsten, overeenkomsten inzake gezamenlijke produktie, specialisatieovereenkomsten, distributieovereenkomsten, langlopende leveringsovereenkomsten en overeenkomsten inzake informatie-uitwisseling. Voeg, voorzover u dit nuttig acht, een afschrift van deze overeenkomsten toe.

Brancheorganisaties

8.14. Vermeld met betrekking tot de brancheorganisaties op de betrokken markten:

  • a) 
    bij welke van die organisaties de partijen bij de concentratie zijn aangesloten;
  • b) 
    welke de belangrijkste brancheorganisaties zijn waarbij de afnemers en leveranciers van de partijen bij de concentratie zijn aangesloten.

Vermeld voor elk van deze brancheorganisaties naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van een geschikt contactpersoon.

RUBRIEK 9

Algemene marktsituatie en efficiëntieverbeteringen

9.1. Beschrijf de mondiale context van de voorgenomen concentratie en geef aan wat, naar omvang en concurrentiekracht, de positie van elk van de partijen bij de concentratie buiten de EER is.

9.2. Beschrijf welke invloed de voorgenomen concentratie waarschijnlijk zal hebben op de belangen van de afnemers in tussenstadia en de eindverbruikers en op de ontwikkeling van de technische en economische vooruitgang.

9.3. In het geval dat u wilt dat de Commissie van bij de aanvang(27) specifiek nagaat of de kans bestaat dat door de concentratie gegenereerde efficiëntieverbeteringen het vermogen van en de prikkel voor de nieuwe onderneming versterkt om concurrentiebevorderend te handelen in het belang van consumenten, gelieve dan een beschrijving te geven, gestaafd door de desbetreffende documenten, van elk van deze efficiëntieverbeteringen (onder meer kostenbesparingen, introductie van nieuwe produkten, en verbeterde dienstverlening of produkten) die volgens de verwachting van de partijen voor de betrokken produkten uit de voorgenomen concentratie zullen voortvloeien(28).

Geef voor elke beweerde efficiëntieverbetering:

  • i) 
    een gedetailleerde beschrijving van hoe de voorgenomen concentratie de nieuwe onderneming in staat zou stellen deze efficiëntieverbetering tot stand te brengen. Vermeld de verschillende stappen die de partijen denken te nemen om deze efficiëntieverbetering te bereiken, de risico's die aan het behalen van deze efficiëntieverbetering zijn verbonden, en de tijd en kosten die nodig zijn om deze te behalen;
  • ii) 
    voorzover redelijkerwijs mogelijk een kwantificering van de efficiëntieverbetering en een gedetailleerde verklaring van hoe deze kwantificering werd berekend. Geef, voorzover relevant, ook een raming van de omvang van de efficiëntieverbeteringen die zijn verbonden aan de introductie van nieuwe produkten of de verbetering van de kwaliteit. Vermeld, in het geval van efficiëntieverbeteringen die kostenbesparingen opleveren, afzonderlijk de besparingen voor eenmalige vaste kosten, voor doorlopende vaste kosten en voor variabele kosten (in EUR/eenheid en EUR/per jaar);
  • iii) 
    de mate waarin afnemers naar verwachting zullen profiteren van de efficiëntieverbetering en een gedetailleerde beschrijving van hoe u tot deze conclusie komt, en
  • iv) 
    de reden waarom de partij(en) de efficiëntieverbetering van een dergelijke omvang niet konden bereiken via een ander middel dan de voorgenomen concentratie, op een manier die waarschijnlijk geen mededingingsbezwaren doet rijzen.

RUBRIEK 10

Gevolgen van een gemeenschappelijke onderneming inzake samenwerking

  • 10. 
    Gelieve met het oog op de toepassing van artikel 2, lid 4, van de EG-concentratieverordening de volgende vragen te beantwoorden:
  • a) 
    Blijven twee of meer moedermaatschappijen in significante mate actief op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, of op een upstream- of downstream-markt van laatstgenoemde markt, of op een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt?(29)

Zo ja, gelieve dan voor elk van voornoemde markten te vermelden:

  • de omzet van elke moedermaatschappij in het voorgaande boekjaar;
  • het economische belang van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming, gerelateerd aan die omzet;
  • het marktaandeel van elke moedermaatschappij.

Zo neen, gelieve dan uw antwoord te motiveren.

  • b) 
    Heeft u op vraag a) bevestigend geantwoord, en leidt de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming volgens u niet tot een coördinatie tussen onafhankelijke ondernemingen waardoor de mededinging wordt beperkt in de zin van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag, geef dan de redenen aan waarop u dat oordeel baseert.
  • c) 
    Geef, ongeacht uw antwoorden op a) en b) en om de Commissie in staat te stellen zich een volledig oordeel over de zaak te vormen, de redenen waarom volgens u is voldaan aan de voorwaarden van artikel 81, lid 3. Volgens artikel 81, lid 3, kunnen de bepalingen van artikel 81, lid 1, namelijk buiten toepassing worden verklaard:
  • i) 
    indien de operatie bijdraagt tot verbetering van de produktie of van de verdeling der produkten, of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang,
  • ii) 
    mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt,
  • iii) 
    zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, en
  • iv) 
    deze de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten de mededinging uit te schakelen.

RUBRIEK 11

Verklaring

In artikel 2, lid 2, van de uitvoeringsverordening is bepaald dat, wanneer vertegenwoordigers van ondernemingen een aanmelding ondertekenen, zij hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging bij geschrifte moeten aantonen. Deze schriftelijke machtiging moet bij de aanmelding worden gevoegd.

De aanmelding moet worden besloten met onderstaande verklaring, die door of namens alle aanmeldende partijen moet worden ondertekend:

De aanmeldende partij of partijen verklaart (verklaren) dat naar hun beste weten en geweten de in deze aanmelding verstrekte inlichtingen met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in het formulier CO verlangde documenten zijn overgelegd en dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en hun beste ramingen van de betrokken feiten zijn, alsmede dat alle geuite meningen oprecht zijn.

Zij hebben kennis genomen van het bepaalde in artikel 14, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening.

>PIC FILE= "L_2004133NL.002101.TIF">

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004, PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1. Uw aandacht wordt gevestigd op de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna: "de EER-Overeenkomst"). Zie in dit verband vooral artikel 57 van de EER-Overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-Overeenkomst en Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, alsmede Protocol nr. 21 en 24 bij de EER-Overeenkomst en artikel 1, en het proces-verbaal van overeenkomst bij het protocol tot aanpassing van de EER-Overeenkomst. Telkens wanneer naar de EVA-Staten wordt verwezen, moet dit worden begrepen als een verwijzing naar de EVA-Staten die partij bij de EER-Overeenkomst zijn. Per 1.5.2004 zijn deze Staten IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
  • (2) 
    Het begrip "concentratie" wordt gedefinieerd in artikel 3 van de EG-concentratieverordening en het begrip "communautaire dimensie" in artikel 1 van diezelfde verordening. Daarnaast kunnen de aanmeldende partijen, volgens in artikel 4, lid 5, in bepaalde omstandigheden waarin de communautaire omzetdrempels niet worden gehaald, verzoeken dat de Commissie hun voorgenomen concentratie beoordeelt als een concentratie met een communautaire dimensie.
  • (3) 
    Zie artikel 10, lid 1, van de EG-concentratieverordening.
  • (4) 
    Zie artikel 10, lid 3, van de EG-concentratieverordening.
  • (5) 
    Zie artikel 4, lid 2, van de EG-concentratieverordening.
  • (6) 
    Zie met name artikel 122 van de EER-Overeenkomst, artikel 9 van Protocol nr. 24 bij de EER-Overeenkomst en artikel 17, lid 2, van hoofdstuk XIII van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie ("Toezichtovereenkomst").
  • (7) 
    Voor de omschrijving van de betrokken markten, zie rubriek 6.III.
  • (8) 
    Hiertoe behoort in het geval van een omstreden overnamebod de doelvennootschap; in dat geval moeten de gegevens voorzover mogelijk worden verstrekt.
  • (9) 
    Zie de mededeling van de Commissie betreffende het begrip "betrokken onderneming".
  • (10) 
    Zie meer algemeen de mededeling van de Commissie betreffende de berekening van de omzet. De omzet van de overnemende partij(en) bij de concentratie bestaat uit de totale omzet van alle ondernemingen als bedoeld in artikel 5, lid 4, van de EG-concentratieverordening. De omzet van de over te nemen partij(en) bestaat volgens artikel 5, lid 2, van de EG-concentratieverordening uit de omzet van de delen die het voorwerp van de transactie zijn. In artikel 5, leden 3, 4 en 5, van de EG-concentratieverordening zijn bijzondere bepalingen vastgesteld voor kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen, en gemeenschappelijke ondernemingen.
  • (11) 
    Zie artikel 57 van de EER-Overeenkomst en met name artikel 2, lid 1, van Protocol nr. 24 bij de EER-Overeenkomst. Een zaak komt voor samenwerking in aanmerking wanneer de totale omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-Staten ten minste 25 % bedraagt van de totale omzet die zij behalen in het door de EER-Overeenkomst bestreken grondgebied; of wanneer ten minste twee betrokken ondernemingen een omzet van meer dan 250 miljoen EUR op het grondgebied van de EVA-Staten behalen, of wanneer de concentraties een machtspositie in het leven dreigen te roepen of te versterken ten gevolge waarvan een daadwerkelijke mededinging op het grondgebied van de EVA-Staten of op een wezenlijk deel daarvan aanzienlijk wordt belemmerd.
  • (12) 
    Zie artikel 3, leden 3, 4 en 5, en artikel 5, lid 4, van de EG-concentratieverordening.
  • (13) 
    Voor de omschrijving van de betrokken markten, zie rubriek 6.
  • (14) 
    Zoals in de inleiding in delen 1.1 en 1.3., punt g), werd aangegeven, kunt u in het kader van contacten voorafgaand aan de aanmelding best met de Commissie bespreken in hoeverre een ontheffing voor het verstrekken van de verlangde documenten passend is. Indien ontheffing wordt gevraagd, kan de Commissie aangeven welke documenten in een bepaalde zaak moeten worden verstrekt in het kader van een verzoek om inlichtingen uit hoofde van artikel 11 van de EG-concentratieverordening.
  • (15) 
    Zie de bekendmaking van de Commissie betreffende de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht.
  • (16) 
    Wanneer bijvoorbeeld een partij bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 25 % bezit op een markt die een upstream-markt vormt ten opzichte van de markt waarop de andere partij actief is, dan zijn zowel de upstream- als de downstream-markten betrokken markten. Hetzelfde geldt voor een zaak waarin een verticaal geïntegreerde onderneming fuseert met een andere partij die op downstream-niveau actief is: resulteert de fusie in een gezamenlijk downstream-marktaandeel van minstens 25 %, dan gelden zowel de upstream- als de downstream-markten als betrokken markt.
  • (17) 
    Zoals in de inleiding in delen 1.1 en 1.3., punt g), werd aangegeven, kunt u in het kader van contacten voorafgaand aan de aanmelding best met de Commissie bespreken in hoeverre een ontheffing voor het verschaffen van de verlangde inlichtingen passend is voor bepaalde van de betrokken markten, of voor bepaalde andere markten (zoals beschreven onder IV).
  • (18) 
    Produkten (of diensten) worden complementair genoemd wanneer bijvoorbeeld het gebruik (of verbruik) van één produkt het gebruik (of verbruik) van het andere produkt vooronderstelt, zoals bv. nietjesmachines en nietjes of printers en printercartridges.
  • (19) 
    Voorbeelden van produkten die tot een dergelijk scala behoren, zouden bijvoorbeeld kunnen zijn aan de horeca verkochte whisky en gin, of verschillende soorten verpakkingsmaterialen voor een bepaalde categorie goederen welke aan producenten van die goederen worden verkocht.
  • (20) 
    Onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening.
  • (21) 
    De waarde en het volume van een markt moeten de produktie in het betrokken geografische gebied weergeven, verminderd met de uitvoer en vermeerderd met de invoer. Geef ook informatie over invoer en uitvoer, uitgesplitst naar land van oorsprong en bestemming, indien deze informatie gemakkelijk beschikbaar is.
  • (22) 
    HHI staat voor Herfindahl-Hirschman Index, een manier om marktconcentratie te meten. De HHI wordt berekend door de som te maken van de gekwadrateerde individuele marktaandelen van alle ondernemingen op de markt. Om een voorbeeld te geven: een markt met vijf ondernemingen met marktaandelen van, onderscheidenlijk, 40 %, 20 %, 15 %, 15 % en 10 %, heeft een HHI van 2550 (402 + 202 + 152 + 152 + 102 = 2550). Een HHI kan variëren van bijna nul (in een sterk versplinterde markt) tot 10000 (in het geval van een zuiver monopolie). De HHI nà de fusie wordt berekend op basis van de werkhypothese dat de individuele marktaandelen van de ondernemingen niet veranderen. Het verdient weliswaar de voorkeur alle ondernemingen in de berekening op te nemen, maar het ontbreken van gegevens over zeer kleine ondernemingen is doorgaans niet zo belangrijk, omdat dit soort ondernemingen de hoogte van de HHI niet significant beïnvloedt.
  • (23) 
    De toename van de concentratiegraad die met de HHI wordt gemeten, kan - onafhankelijk van de algemene marktconcentratie - worden berekend door het produkt van de marktaandelen van de fuserende ondernemingen te verdubbelen. Zo zou bijvoorbeeld een fusie van twee ondernemingen met een marktaandeel van, onderscheidenlijk, 30 % en 15 % de HHI met 900 doen stijgen (30 × 15 × 2 = 900). De verklaring voor deze methode is als volgt: vóór de fusie was de HHI de som van de gekwadrateerde marktaandelen van elk van de fuserende ondernemingen afzonderlijk: a2 + b2. Nà de fusie is de HHI het kwadraat van hun som: (a + b)2 = a2 + b2 + 2ab. De stijging van de HHI is dus 2ab.
  • (24) 
    Dit wil zeggen leveranciers die geen dochterondernemingen zijn, agentschappen of ondernemingen die deel uitmaken van het concern van de betrokken partij. Naast die vijf onafhankelijke leveranciers kunnen de aanmeldende partijen, indien zij dit voor een correcte beoordeling van de zaak nodig achten, de leveranciers binnen het concern aanwijzen. Hetzelfde geldt voor rubriek 8.6 met betrekking tot afnemers.
  • (25) 
    Uit ervaring is gebleken dat voor het onderzoek van complexe zaken vaak contactgegevens van meer afnemers nodig zijn. Tijdens de contacten voorafgaand aan de aanmelding kunnen de diensten van de Commissie voor bepaalde betrokken markten om contactgegevens van meer afnemers vragen.
  • (26) 
    De O& O-intensiteit wordt gedefinieerd als de verhouding tussen de O& O-uitgaven en de omzet.
  • (27) 
    Het is belangrijk te weten dat het verschaffen van inlichtingen in antwoord op de vraag uit rubriek 9.3 vrijwillig is. Partijen hoeven niet te rechtvaardigen waarom zij dit onderdeel open laten. Het niet verstrekken van informatie over efficiëntieverbeteringen zal niet worden geïnterpreteerd als zou de voorgenomen concentratie geen efficiëntieverbeteringen opleveren of dat de motivering voor de concentratie het versterken van marktmacht is. Deelt u de verlangde informatie over efficiëntieverbeteringen niet in de fase van de aanmelding mee, dan betekent dit nog niet dat u deze informatie niet in een latere fase kan meedelen. Hoe vroeger deze informatie echter wordt meegedeeld, des te beter kan de Commissie de beweerde efficiëntieverbeteringen nagaan.
  • (28) 
    Voor meer aanwijzingen in verband met de beoordeling van efficiëntieverbeteringen, zie de richtsnoeren van de Commissie voor de beoordeling van horizontale fusies op grond van de Verordening van de Raad inzake de controle op concentraties van ondernemingen.
  • (29) 
    Voor de marktomschrijvingen, zie rubriek 6.

BIJLAGE II:

VERKORT FORMULIER VOOR HET AANMELDEN VAN EEN CONCENTRATIE OVEREENKOMSTIG VERORDENING (EG) Nr. 139/2004

  • 1. 
    INLEIDING

1.1. Doel van dit verkorte formulier

Het verkorte formulier geeft aan welke informatie de aanmeldende partijen moeten verstrekken wanneer zij bij de Europese Commissie aanmelding doen van bepaalde voornemens tot fusie, overname of andere concentratie die normaal geen mededingingsbezwaren doen rijzen.

Voor het invullen van dit formulier wordt Uw aandacht gevestigd op Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna: "de EG-concentratieverordening") en Verordening (EG) nr. [.../2004] van de Commissie (hierna: "de uitvoeringsverordening"), waaraan dit formulier als bijlage is toegevoegd(1). De tekst van deze verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie.

Als algemene regel geldt dat dit verkorte formulier voor het aanmelden van concentraties kan worden gebruikt, wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • 1. 
    in het geval van een gemeenschappelijke onderneming: wanneer de gemeenschappelijke onderneming niet, of slechts in geringe mate, actief is of zal zijn binnen de Europese Economische Ruimte (hierna: "de EER"). Dergelijke gevallen doen zich voor wanneer:
  • a) 
    de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten binnen de EER minder dan EUR 100 miljoen bedraagt, en
  • b) 
    de totale waarde van de aan de gemeenschappelijke onderneming overgedragen activa binnen de EER minder dan EUR 100 miljoen bedraagt;
  • 2. 
    geen van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verricht op dezelfde relevante produktmarkt en geografische markt (geen horizontale overlapping), noch op een bovenwaartse (upstream) of benedenwaartse (downstream) markt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (geen verticale verbanden);
  • 3. 
    twee of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op dezelfde relevante produktmarkt en geografische markt (horizontale verbanden), mits hun gezamenlijk marktaandeel minder dan 15 % bedraagt; en/of een of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op een produktmarkt die een upstream- of downstream-markt is voor een produktmarkt waarop een andere partij bij de concentratie actief is (verticale verbanden), en mits hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op geen van beide niveaus 25 % of meer bedraagt; of
  • 4. 
    een partij uitsluitende zeggenschap verwerft over een onderneming waarover zij al gezamenlijke zeggenschap uitoefent.

De Commissie kan een volledige aanmelding verlangen wanneer blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden om het verkorte formulier te gebruiken of, in uitzonderlijke gevallen, wanneer weliswaar aan die voorwaarden is voldaan, maar de Commissie toch bepaalt dat een aanmelding met het formulier CO noodzakelijk is om mogelijke mededingingsbezwaren behoorlijk te kunnen onderzoeken.

Voorbeelden van zaken waarin een aanmelding met het formulier CO noodzakelijk kan zijn, zijn concentraties waarbij het moeilijk is de relevante markten af te bakenen (bv. op opkomende markten of wanneer er nog geen vaste beschikkingenpraktijk is); wanneer een partij een nieuwkomer of potentiële toetreder is, of eigenaar is van een belangrijk octrooi; wanneer het niet mogelijk is om de marktaandelen van de partijen naar behoren te bepalen; op markten met hoge toetredingsdrempels, met een hoge mate van concentratie of met bekende mededingingsproblemen; wanneer minstens twee partijen bij de concentratie aanwezig zijn op nauw verbonden aangrenzende markten(2), en bij concentraties waarbij door coördinatie problemen kunnen rijzen als bedoeld in artikel 2, lid 4, van de EG-concentratieverordening. Evenzo kan aanmelding met het formulier CO worden verlangd ingeval een onderneming uitsluitende zeggenschap verwerft over een gemeenschappelijke onderneming waarover zij momenteel gezamenlijke zeggenschap uitoefent, indien de acquirerende partij en de gemeenschappelijke onderneming tezamen een sterke marktpositie hebben of indien de gemeenschappelijke onderneming en de acquirerende partijen op verticaal verbonden markten sterke posities hebben.

1.2. Terugschakeling op een volledige aanmelding met het formulier CO

Bij de beoordeling van de vraag of een concentratie met het verkorte formulier kan worden aangemeld, zal de Commissie zich ervan vergewissen of alle relevante omstandigheden voldoende duidelijk zijn vastgesteld. In dit verband berust de verantwoordelijkheid om met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige informatie te verstrekken bij de aanmeldende partijen.

Is de Commissie, na de aanmelding van de concentratie, van mening dat de zaak niet geschikt is voor een aanmelding met het verkorte formulier, dan kan de Commissie een volledige of, waar passend, een gedeeltelijke aanmelding met het formulier CO verlangen. Dit kan het geval zijn wanneer:

  • blijkt dat niet is voldaan aan de voorwaarden om het verkorte formulier te gebruiken;
  • weliswaar aan de voorwaarden om het verkorte formulier te gebruiken is voldaan, maar een volledige of gedeeltelijke aanmelding met het formulier CO noodzakelijk blijkt om mogelijke mededingingsbezwaren naar behoren te kunnen onderzoeken, of om vast te stellen dat de operatie een concentratie is in de zin van artikel 3 van de EG-concentratieverordening;
  • het verkorte formulier onjuiste of misleidende informatie bevat;
  • een lidstaat binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst van het afschrift van de aanmelding gegronde bezwaren heeft gemaakt betreffende de aangemelde concentratie, of
  • een derde partij gegronde mededingingsbezwaren heeft gemaakt binnen de termijn die door de Commissie voor dergelijke opmerkingen is vastgesteld.

In dergelijke gevallen kan de aanmelding als worden beschouwd in inhoudelijk opzicht onvolledig in de zin van artikel 5, lid 2, van de uitvoeringsverordening. De Commissie stelt de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. De aanmelding zal eerst geldig worden op het tijdstip waarop alle verlangde informatie is ontvangen.

1.3. Belang van contacten voorafgaand aan de aanmelding

De ondervinding heeft geleerd dat het zowel voor de aanmeldende partijen als voor de Commissie bijzonder nuttig is reeds vóór de aanmelding contacten te leggen. Er kan dan nauwkeurig worden bepaald welke informatie bij de aanmelding moet worden verstrekt. Ook in gevallen waarbij de partijen een aanmelding met een verkort formulier willen indienen, verdient het aanbeveling om vóór de aanmelding met de Commissie contact op te nemen om te bespreken of de zaak in aanmerking komt voor een aanmelding met een verkort formulier. De aanmeldende partijen kunnen in dit verband "DG Competition's Best Practices on the conduct of EC merger control proceedings" raadplegen, waar zij aanwijzingen vinden in verband met aan de aanmelding voorafgaande contacten en de voorbereiding van aanmeldingen.

1.4. Wie moet aanmelden?

In het geval van een fusie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening of in het geval van het verkrijgen van gezamenlijke zeggenschap over een onderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening moeten, naar gelang van het geval, de fuserende ondernemingen of de ondernemingen die de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, de aanmelding gezamenlijk verrichten(3).

Wanneer een onderneming in een andere onderneming een belang verwerft dat zeggenschap verleent, moet eerstgenoemde onderneming de aanmelding verrichten.

In het geval van een openbaar overnamebod op een onderneming moet de onderneming die het bod uitbrengt, de aanmelding verrichten.

Elke aanmeldende partij is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.

1.5. De aanmelding moet juist en volledig zijn

Alle in dit formulier gevraagde informatie moet juist en volledig zijn. Gelieve de gevraagde informatie in de juiste rubriek van dit formulier in te vullen.

Let u daarbij u met name op de volgende punten:

  • a) 
    Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de EG-concentratieverordening en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening beginnen de met de aanmelding verband houdende termijnen van de EG-concentratieverordening pas te lopen wanneer de Commissie alle informatie die samen met de aanmelding moet worden verstrekt, heeft ontvangen. Dit vereiste moet ervoor zorgen dat de Commissie de aangemelde concentratie kan beoordelen binnen de strikte termijnen van de EG-concentratieverordening.
  • b) 
    De aanmeldende partijen moeten bij het opstellen van hun aanmelding zorgvuldig nagaan of de contactpersonen en contactgegevens, vooral de faxnummers en e-mailadressen, die aan de Commissie worden doorgegeven, nauwkeurig, relevant en actueel zijn.
  • c) 
    Onjuiste of misleidende informatie in de aanmelding zal met onvolledige inlichtingen worden gelijkgesteld (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).
  • d) 
    Wanneer een aanmelding onvolledig is, zal de Commissie de aanmeldende partijen of hun vertegenwoordigers hiervan onverwijld schriftelijk in kennis stellen. De aanmelding wordt pas geldig op het tijdstip dat de Commissie de volledige en juiste informatie ontvangt (artikel 10, lid 1, van de EG-concentratieverordening, en artikel 5, leden 2 en 4, van de uitvoeringsverordening).
  • e) 
    Volgens artikel 14, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening kunnen aan aanmeldende partijen die, opzettelijk of uit onachtzaamheid, onjuiste of misleidende informatie verstrekken, geldboeten tot 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming worden opgelegd. Bovendien kan de Commissie, overeenkomstig artikel 6, lid 3, onder a), en artikel 8, lid 6, onder a), van de EG-concentratieverordening, haar beschikking in verband met de verenigbaarheid van de aangemelde concentratie, intrekken wanneer deze berust op onjuiste informatie waarvoor een van de betrokken ondernemingen verantwoordelijk is.
  • f) 
    U kan de Commissie schriftelijk verzoeken de aanmelding als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien die informatie voor u redelijkerwijs niet of slechts ten dele beschikbaar is (bijvoorbeeld omdat u bij een omstreden bod geen toegang heeft tot informatie over de doelvennootschap).

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u de redenen opgeeft waarom die informatie niet beschikbaar is, en u met betrekking tot ontbrekende gegevens uw beste raming opgeeft, met vermelding van de bron van die raming. Voorzover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou kunnen verkrijgen.

  • g) 
    U kan de Commissie schriftelijk verzoeken de aanmelding als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien u van mening is dat de Commissie bepaalde, in dit formulier verlangde informatie voor haar onderzoek wellicht niet nodig heeft.

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de informatie voor het onderzoek van de aangemelde operatie door de Commissie niet relevant of noodzakelijk is. U dient die toelichting te verschaffen in de loop van uw contacten met de Commissie vóór de aanmelding en een schriftelijk verzoek tot ontheffing in te dienen waarin u de Commissie vraagt om u, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening, van de verplichting tot het verstrekken van deze informatie te ontslaan.

1.6. Hoe de aanmelding te verrichten?

De aanmelding moet in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap zijn gesteld. Deze taal is vervolgens voor alle aanmeldende partijen de taal waarin de procedure wordt gevoerd. Wanneer overeenkomstig artikel 12 van Protocol nr. 24 bij de EER-Overeenkomst een aanmelding is gesteld in een officiële taal van een EVA-Staat die geen officiële taal van de Gemeenschap is, moet bij die aanmelding een vertaling in een officiële taal van de Gemeenschap worden gevoegd.

Bij het verstrekken van de in dit formulier verlangde informatie moet de nummering van de rubrieken en paragrafen worden aangehouden. Elke aanmeldende partij moet een verklaring ondertekenen waarvan de bewoordingen in rubriek 9 zijn opgenomen. Alle overgelegde documenten moeten als bijlage bij de aanmelding worden gevoegd. Bij het invullen van rubriek 7 van dit formulier dienen de aanmeldende partijen te overwegen of, duidelijkheidshalve, deze rubriek het best in numerieke orde wordt gepresenteerd dan wel of informatie kan worden gegroepeerd voor elke afzonderlijke markt (of per groep van markten) die in de aanmelding moet worden behandeld.

Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in bijlagen op te nemen. Wat van belang is, is dat alle essentiële inhoudelijke gegevens, met name informatie over de marktaandelen van de partijen en hun grootste concurrenten, in dit formulier zelf zijn opgenomen. Bijlagen bij dit formulier dienen enkel ter ondersteuning van de in het formulier zelf meegedeelde informatie.

Contactgegevens moeten in een door het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie (DG Concurrentie) opgegeven formaat worden meegedeeld. Om het onderzoek naar behoren te kunnen voeren, is het van het grootste belang dat deze contactgegevens accuraat zijn. Blijken veel van deze contactgegevens niet te kloppen, dan kan dat een reden zijn om de aanmelding onvolledig te verklaren.

Bijgevoegde documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden overgelegd; wanneer dit geen officiële taal van de Gemeenschap is, moeten zij worden vertaald in de taal waarin de procedure wordt gevoerd (artikel 3, lid 4, van de uitvoeringsverordening).

Van deze als bijlage overgelegde documenten mag het origineel of een kopie worden overgelegd. In dit laatste geval moet de aanmeldende partij verklaren dat de kopie eensluidend en volledig is.

Samen met één origineel exemplaar van het verkort formulier moet u ook 35 kopieën van datzelfde verkorte formulier en van alle bijgevoegde documenten bij het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie indienen.

De aanmelding moet inkomen op het in artikel 23, lid 1, van de uitvoeringsverordening bedoelde adres en in het op gezette tijdstippen door de Commissie vastgestelde formaat. Dit adres wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. De aanmelding moet aan de Commissie worden afgegeven op een werkdag in de zin van artikel 24 van de uitvoeringsverordening. Om registratie op dezelfde dag mogelijk te maken, moet de aanmelding van maandag tot donderdag vóór 17.00 u plaatsvinden, en vóór 16.00 u op vrijdag en op werkdagen voorafgaand aan wettelijke feestdagen en andere door de Commissie vastgestelde vakantiedagen die in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. U dient de beveiligingsvoorschriften te volgen zoals die op de website van het DG Concurrentie worden gegeven.

1.7. Vertrouwelijkheid

Volgens artikel 287 van het Verdrag en artikel 17, lid 2, van de EG-concentratieverordening, alsmede de overeenkomstige bepalingen van de EER-Overeenkomst(4), zijn de Commissie, de lidstaten, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de EVA-Staten, hun ambtenaren en overige personeelsleden verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening heeft verkregen en die naar haar aard onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Dit beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de aanmeldende partijen.

Indien u van mening bent dat uw belangen worden geschaad indien bepaalde van u verlangde informatie openbaar wordt gemaakt of anderszins aan anderen wordt bekendgemaakt, wordt u verzocht deze informatie afzonderlijk in te dienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding "Bedrijfsgeheim" aan te brengen. U dient ook de redenen op te geven waarom deze informatie niet openbaar mag worden gemaakt of niet aan anderen mag worden bekendgemaakt.

In het geval van een fusie of gezamenlijke acquisitie of in andere gevallen waarin verscheidene partijen de aanmelding verrichten, mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet dan in de aanmelding daarnaar verwijzen als naar een bijlage. De aanmelding zal eerst na ontvangst van al deze bijlagen als volledig worden beschouwd.

1.8. Definities en instructies voor het invullen van dit formulier

Aanmeldende partij(en): in gevallen waarin een operatie wordt aangemeld door slechts één van de ondernemingen die daarbij partij zijn, verwijst de term "aanmeldende partijen" uitsluitend naar de onderneming die daadwerkelijk de aanmelding indient.

Partij(en) bij de concentratie of de partijen: hieronder worden zowel de overnemende als de over te nemen ondernemingen en de fuserende partijen verstaan, met inbegrip van elke onderneming waarin een belang wordt verworven dat zeggenschap verleent, en de onderneming die het doelwit van een openbaar overnamebod is.

Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen "aanmeldende partij(en)" en "partij(en) bij de concentratie" alle ondernemingen die tot dezelfde groepen als die "partijen" behoren.

Jaar: "jaar" betekent in dit formulier steeds kalenderjaar, tenzij anders vermeld. Alle in dit formulier verlangde informatie moet, tenzij anders bepaald, betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de aanmelding wordt verricht.

De in dit formulier verlangde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.

Tenzij anders bepaald, zijn alle verwijzingen in dit formulier verwijzingen naar de toepasselijke artikelen van de EG-concentratieverordening.

1.9. Informatieverstrekking aan werknemers en hun vertegenwoordigers

De Commissie vestigt de aandacht van de partijen er op dat zij, uit hoofde van communautaire en/of nationale regels, mogelijk verplicht zijn hun werknemers en/of hun vertegenwoordigers te informeren en te raadplegen over operaties met het karakter van een concentratie.

RUBRIEK 1 Beschrijving van de concentratie

1.1. Geef een beknopte samenvatting van de concentratie, waarin u vermeldt: de partijen bij de concentratie, de aard van de concentratie (bv. fusie, overname, gemeenschappelijke onderneming), de sectoren waarin de aanmeldende partijen actief zijn, de markten waarop de concentratie een impact zal hebben (met inbegrip van de belangrijkste in de aanmelding te behandelen markten(5)), en de strategische en economische motieven voor de concentratie.

1.2. Geef een samenvatting (maximaal 500 woorden) van de informatie uit rubriek 1.1. Deze samenvatting zal dan op het tijdstip van de aanmelding op de website van de Commissie worden bekendgemaakt. Deze samenvatting moet zo zijn geredigeerd, dat zij geen vertrouwelijke informatie of bedrijfsgeheimen bevat.

RUBRIEK 2 Informatie over de partijen

2.1. Informatie over de aanmeldende partij(en)

Vermeld:

2.1.1. naam en adres van de onderneming;

2.1.2. aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;

2.1.3. naam, adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon, en

2.1.4. een adres van de aanmeldende partij (of van elk van de aanmeldende partijen) waar documenten en met name beschikkingen van de Commissie kunnen worden bezorgd. Vermeld naam, e-mailadres en telefoonnummer van een persoon op dit adres die gemachtigd is te betekenen stukken in ontvangst te nemen.

2.2. Informatie over andere partijen(6) bij de concentratie

Vermeld voor elke partij bij de concentratie (uitgezonderd de aanmeldende partij of partijen):

2.2.1. naam en adres van de onderneming;

2.2.2. aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;

2.2.3. naam, adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres en functie van een geschikt contactpersoon, en

2.2.4. een adres van de partij (of van elk van de partijen) waar documenten en met name beschikkingen van de Commissie kunnen worden bezorgd. Vermeld naam, e-mailadres en telefoonnummer van een persoon op dit adres die gemachtigd is te betekenen stukken in ontvangst te nemen.

2.3. Benoeming van vertegenwoordigers

Wanneer vertegenwoordigers van ondernemingen een aanmelding ondertekenen, moeten zij hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging bij geschrifte aantonen. Deze schriftelijke machtiging vermeldt de naam en functie van de personen die dergelijke bevoegdheid verlenen.

Vermeld voor elke vertegenwoordiger die bevoegd is om namens een partij bij de concentratie te handelen, de volgende contactgegevens en vermeld ook wie hij vertegenwoordigt:

2.3.1. naam van de vertegenwoordiger;

2.3.2. adres van de vertegenwoordiger;

2.3.3. naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de persoon met wie contact dient te worden opgenomen, en

2.3.4. een adres van de vertegenwoordiger (zo mogelijk in Brussel) waaraan alle correspondentie kan worden gezonden en waar alle stukken kunnen worden bezorgd.

RUBRIEK 3 Gegevens betreffende de concentratie

3.1. Beschrijf de aard van de aangemelde concentratie. Beantwoord hierbij de volgende vragen:

  • a) 
    Bestaat de voorgenomen concentratie in een volledige fusie in rechte, de verkrijging van uitsluitende of gezamenlijke zeggenschap, de oprichting van een volwaardige gemeenschappelijke onderneming in de zin van artikel 3, lid 4, van de EG-concentratieverordening of de verkrijging van directe of indirecte zeggenschap ingevolge een overeenkomst of op een andere wijze als bedoeld in artikel 3, lid 2, van de EG-concentratieverordening?
  • b) 
    Heeft de concentratie op de partijen in hun geheel of op delen van de partijen betrekking?
  • c) 
    Hoe ziet de economische en financiële structuur van de concentratie eruit? Geef een korte uiteenzetting.
  • d) 
    In het geval van een openbaar bod van een partij op effecten van een andere partij: heeft dit bod de steun van de bestuurs- of toezichthoudende organen van deze laatste partij of van de andere organen die haar wettelijk vertegenwoordigen?
  • e) 
    Op welke datum zullen, naar is voorzien of wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?
  • f) 
    Hoe ziet de beoogde eigendoms- en zeggenschapsstructuur er na de totstandbrenging van de concentratie uit?
  • g) 
    Is er sprake van financiële of andere steun voor een of meer partijen uit om het even welke bron (met inbegrip van de overheid)? Zo ja, om welk soort steun gaat het en welk bedrag is ermee gemoeid?
  • h) 
    Noem de economische sectoren die bij de concentratie betrokken zijn.

3.2. Vermeld de waarde van de transactie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, naargelang het geval).

3.3. Vermeld voor elk van de bij de concentratie betrokken ondernemingen(7) de volgende gegevens(8) betreffende het afgelopen boekjaar:

3.3.1. wereldwijde omzet;

3.3.2. omzet binnen de Gemeenschap;

3.3.3. omzet binnen de EER;

3.3.4. omzet in elke lidstaat;

3.3.5. omzet in elke EVA-Staat;

3.3.6. in voorkomend geval, de lidstaat waar meer dan twee derde van de omzet binnen de Gemeenschap wordt behaald, en

3.3.7. in voorkomend geval, de EVA-Staat waar meer dan twee derde van de omzet binnen de EVA wordt behaald.

3.4. Met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 3, van de EG-concentratieverordening, wordt u verzocht de volgende gegevens voor het afgelopen boekjaar te verstrekken indien de operatie beneden de in artikel 1, lid 2, genoemde drempelwaarden blijft:

3.4.1. in voorkomend geval, de lidstaten waar de totale omzet die door alle betrokken ondernemingen is behaald, meer dan 100 miljoen EUR bedraagt;

3.4.2. in voorkomend geval, de lidstaten waar ten minste twee van de betrokken ondernemingen elk afzonderlijk een totale omzet hebben behaald die meer dan 25 miljoen EUR bedraagt.

3.5. Om te kunnen bepalen of de concentratie in aanmerking komt als een geval van EER-samenwerking(9), wordt u verzocht de volgende gegevens voor het afgelopen boekjaar te verstrekken:

3.5.1. Bedroeg de totale omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-Staten ten minste 25 % van hun totale binnen de EER behaalde omzet?

3.5.2. Behaalde elk van ten minste twee betrokken ondernemingen een omzet van meer dan 250 miljoen EUR op het grondgebied van de EVA-Staten?

3.6. Ingeval de transactie de verwerving van gezamenlijke zeggenschap over een gemeenschappelijke onderneming betreft, geef dan de volgende informatie:

3.6.1. de omzet van de gemeenschappelijke onderneming en/of de omzet van de ingebrachte bedrijfsactiviteiten, en/of

3.6.2. de totale waarde van de aan de gemeenschappelijke onderneming overgedragen activa.

3.7. Geef een beschrijving van de economische motieven voor de concentratie.

RUBRIEK 4 Eigendom en zeggenschap(10)

Geef voor elk van de partijen bij de concentratie een lijst van alle ondernemingen die tot dezelfde groep behoren.

Deze lijst moet omvatten:

4.1. alle ondernemingen of personen die al dan niet rechtstreeks zeggenschap over deze partijen hebben;

4.2. alle ondernemingen die op een in de aanmelding te behandelen markt(11) actief zijn en die onder rechtstreekse of indirecte zeggenschap staan van:

  • a) 
    deze partijen;
  • b) 
    een of meer andere in rubriek 4.1. genoemde ondernemingen.

Geef voor elk van de hierboven genoemde ondernemingen of personen aan op welke wijze en op welke grond zeggenschap wordt uitgeoefend.

De in deze rubriek te verstrekken gegevens kunnen worden toegelicht met organisatieschema's of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de ondernemingen.

RUBRIEK 5 Over te leggen stukken

De aanmeldende partijen moeten de volgende stukken overleggen:

5.1. een exemplaar van de definitieve of meest recente versie van alle stukken op grond waarvan de concentratie tot stand komt, hetzij bij overeenkomst tussen de partijen bij de concentratie, hetzij door verwerving van een belang dat zeggenschap verleent, hetzij door een openbaar overnamebod, en

5.2. een exemplaar van de meest recente jaarverslagen en jaarrekeningen van alle partijen bij de concentratie.

RUBRIEK 6 Marktomschrijvingen

De relevante produktmarkt en de relevante geografische markt vormen de grenzen waarbinnen de marktmacht van de uit de concentratie ontstaande nieuwe onderneming moet worden beoordeeld(12).

De aanmeldende partij(en) moet(en) de verlangde gegevens verstrekken, rekening houdende met de volgende definities.

  • I. 
    Relevante produktmarkt

Een relevante produktmarkt omvat alle produkten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling uitwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Een relevante produktmarkt kan in sommige gevallen bestaan uit een aantal specifieke produkten en/of diensten, die grotendeels dezelfde fysieke of technische kenmerken bezitten en onderling uitwisselbaar zijn.

Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante produktmarkt is, zijn onder meer de vraag waarom bepaalde produkten of diensten tot die markten behoren en andere niet, wanneer de bovenstaande definitie wordt toegepast en wanneer bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de substitueerbaarheid, de concurrentievoorwaarden, de prijzen, de kruiselingse prijselasticiteit aan de vraagzijde en andere voor de omschrijving van de produktmarkt belangrijke factoren (zoals bijvoorbeeld substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in bepaalde zaken).

II. Relevante geografische markt

De relevante geografische markt is het gebied waar de betrokken ondernemingen een rol spelen in het aanbod van en de vraag naar relevante produkten of diensten, waar de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende geografische gebieden kan worden onderscheiden doordat daar met name duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.

Om te beoordelen wat de relevante geografische markt is, moet onder meer met de volgende elementen rekening worden gehouden: de aard en de kenmerken van de betrokken produkten of diensten, het bestaan van toetredingsdrempels, consumentenvoorkeuren, de marktaandelen van de ondernemingen die voor aan elkaar grenzende geografische gebieden sterk verschillen, of aanzienlijke prijsverschillen.

III. In de aanmelding te behandelen markten

Voor het verstrekken van de in dit formulier verlangde gegevens worden in de aanmelding te behandelen markten gevormd door alle relevante produkt- en geografische markten, alsmede door plausibele alternatieve omschrijvingen van relevante produkt- en geografische markten, waarop:

  • a) 
    twee of meer van de partijen bij de concentratie op dezelfde relevante markt bedrijfsactiviteiten verrichten (horizontale verbanden);
  • b) 
    een of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op een produktmarkt die bovenwaarts (upstream) of benedenwaarts (downstream) ligt van een produktmarkt waarop een of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn, ongeacht of er een leverancier/afnemer-relatie tussen de partijen bij de concentratie bestaat (verticale verbanden).

6.1. Geef, uitgaande van bovenstaande marktomschrijvingen, alle in de aanmelding te behandelen markten aan.

RUBRIEK 7 Marktinformatie

Geef voor elke in de aanmelding te behandelen markt als beschreven in rubriek 6, voor het jaar voorafgaand aan de operatie de volgende gegevens(13):

7.1. een raming van de totale omvang van de markt uitgedrukt in waarde (in EUR) en in volume (in eenheden) van de verkopen(14). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf, voorzover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;

7.2. de verkopen in waarde en in volume en de geraamde marktaandelen van elk van de partijen bij de concentratie. Geef aan of er voor de laatste drie financiële jaren belangrijke veranderingen in verkopen en marktaandelen hebben plaatsgevonden; en

7.3. bij horizontale en verticale verbanden: een raming van het marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval, in volume) van de drie grootste concurrenten (onder vermelding van de basis voor die ramingen). Geef voor deze concurrenten naam, adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van het hoofd van de juridische dienst (of van een ander persoon die een vergelijkbare functie uitoefent, en in gevallen waarin er geen dergelijk persoon is, dan de algemeen directeur).

RUBRIEK 8 Gevolgen van een gemeenschappelijke onderneming inzake samenwerking

  • 8. 
    Gelieve met het oog op de toepassing van artikel 2, lid 4, van de EG-concentratieverordening de volgende vragen te beantwoorden:
  • a) 
    Blijven twee of meer moedermaatschappijen in significante mate actief op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, of op een upstream- of downstream-markt van die gemeenschappelijke onderneming, of op een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt?(15)

Zo ja, gelieve dan voor elk van voornoemde markten te vermelden:

  • de omzet van elke moedermaatschappij in het voorgaande boekjaar;
  • het economische belang van de activiteiten van de gemeenschappelijke onderneming, gerelateerd aan die omzet;
  • het marktaandeel van elke moedermaatschappij.

Zo neen, gelieve dan uw antwoord te motiveren.

  • b) 
    Heeft u op vraag a) bevestigend geantwoord, en leidt de totstandbrenging van de gemeenschappelijke onderneming volgens u niet tot een coördinatie tussen onafhankelijke ondernemingen waardoor de mededinging wordt beperkt in de zin van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag, geef dan de redenen aan waarop u dat oordeel baseert.
  • c) 
    Geef, ongeacht uw antwoorden op a) en b) en om de Commissie in staat te stellen zich een volledig oordeel over de zaak te vormen, de redenen waarom volgens u is voldaan aan de voorwaarden van artikel 81, lid 3. Volgens artikel 81, lid 3, kunnen de bepalingen van artikel 81, lid 1, namelijk buiten toepassing worden verklaard:
  • i) 
    indien de operatie bijdraagt tot verbetering van de produktie of van de verdeling der produkten, of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang,
  • ii) 
    mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt,
  • iii) 
    zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, en
  • iv) 
    deze de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten de mededinging uit te schakelen.

RUBRIEK 9 Verklaring

In artikel 2, lid 2, van de uitvoeringsverordening is bepaald dat, wanneer vertegenwoordigers van ondernemingen een aanmelding ondertekenen, zij hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging bij geschrifte moeten aantonen. Deze schriftelijke machtiging moet bij de aanmelding worden gevoegd.

De aanmelding moet worden besloten met onderstaande verklaring, die door of namens alle aanmeldende partijen moet worden ondertekend:

De aanmeldende partij of partijen verklaart (verklaren) dat naar hun beste weten en geweten de in deze aanmelding verstrekte inlichtingen met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in dit formulier verlangde documenten zijn overgelegd, dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en hun beste ramingen van de betrokken feiten zijn, en dat alle geuite meningen oprecht zijn.

Zij hebben kennis genomen van het bepaalde in artikel 14, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening.

>PIC FILE= "L_2004133NL.003001.TIF">

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004, PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1. Uw aandacht wordt gevestigd op de overeenkomstige bepalingen van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna: "de EER-Overeenkomst"). Zie in dit verband vooral artikel 57 van de EER-Overeenkomst, punt 1 van bijlage XIV bij de EER-Overeenkomst en Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, alsmede Protocol nr. 21 en 24 bij de EER-Overeenkomst en artikel 1, en het proces-verbaal van overeenkomst bij het protocol tot aanpassing van de EER-Overeenkomst. Telkens wanneer naar de EVA-Staten wordt verwezen, moet dit worden begrepen als een verwijzing naar de EVA-Staten die partij bij de EER-Overeenkomst zijn. Per 1.5.2004 zijn deze Staten IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
  • (2) 
    Produktmarkten zijn nauw verbonden aangrenzende markten wanneer de produkten onderling complementair zijn of wanneer zij tot hetzelfde soort produkten behoren die doorgaans door hetzelfde soort afnemers voor hetzelfde eindgebruik worden afgenomen.
  • (3) 
    Zie artikel 4, lid 2, van de EG-concentratieverordening
  • (4) 
    Zie met name artikel 122 van de EER-Overeenkomst, artikel 9 van Protocol nr. 24 bij de EER-Overeenkomst en artikel 17, lid 2, van hoofdstuk XIII van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst tussen de EVA-Staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie ("Toezichtovereenkomst").
  • (5) 
    Voor de omschrijving van de in de aanmelding te behandelen markten, zie rubriek 6.III.
  • (6) 
    Hiertoe behoort in het geval van een omstreden overnamebod de doelvennootschap; in dat geval moeten de gegevens voorzover mogelijk worden verstrekt.
  • (7) 
    Zie de mededeling van de Commissie betreffende het begrip "betrokken onderneming".
  • (8) 
    Zie meer algemeen de mededeling van de Commissie betreffende de berekening van de omzet. De omzet van de acquirerende partij(en) bij de concentratie bestaat uit de totale omzet van alle ondernemingen als bedoeld in artikel 5, lid 4, van de EG-concentratieverordening. De omzet van de geacquireerde partij(en) bestaat volgens artikel 5, lid 2, van de EG-concentratieverordening uit de omzet van de delen die het voorwerp van de transactie zijn. In artikel 5, leden 3, 4 en 5, van de EG-concentratieverordening zijn bijzondere bepalingen vastgesteld voor kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere financiële instellingen, en gemeenschappelijke ondernemingen.
  • (9) 
    Zie artikel 57 van de EER-Overeenkomst en met name artikel 2, lid 1, van Protocol nr. 24 bij de EER-Overeenkomst. Een zaak komt voor samenwerking in aanmerking wanneer de totale omzet van de betrokken ondernemingen op het grondgebied van de EVA-Staten ten minste 25 % bedraagt van de totale omzet die zij behalen in het door de EER-Overeenkomst bestreken grondgebied; of wanneer ten minste twee betrokken ondernemingen een omzet van meer dan 250 miljoen EUR op het grondgebied van de EVA-Staten behalen, of wanneer de concentraties een machtspositie in het leven dreigen te roepen of te versterken ten gevolge waarvan een daadwerkelijke mededinging op het grondgebied van de EVA-Staten of op een wezenlijk deel daarvan aanzienlijk wordt belemmerd.
  • (10) 
    Zie artikel 3, leden 3, 4 en 5, en artikel 5, lid 4, van de EG-concentratieverordening.
  • (11) 
    Voor de omschrijving van in de aanmelding te behandelen markten, zie rubriek 6.III.
  • (12) 
    Zie de bekendmaking van de Commissie betreffende de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht.
  • (13) 
    In het kader van contacten voorafgaand aan de aanmelding kan u met de Commissie best bespreken in hoeverre een ontheffing voor het verschaffen van de verlangde inlichtingen passend is voor sommige van de in de aanmelding te behandelen markten.
  • (14) 
    De waarde en het volume van een markt moeten de produktie in het betrokken geografische gebied weergeven, verminderd met de uitvoer en vermeerderd met de invoer.
  • (15) 
    Voor de marktomschrijvingen, zie rubriek 6.

BIJLAGE III:

FORMULIER RS

(RS = gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004)

FORMULIER RS VOOR GEMOTIVEERDE KENNISGEVINGEN

OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 4, LEDEN 4 EN 5, VAN VERORDENING (EG) NR. 139/2004

INLEIDING

  • A. 
    Doel van dit formulier

Dit formulier geeft aan welke informatie verzoekende partijen zouden moeten verstrekken wanneer zij, overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (hierna: "de EG-concentratieverordening"), een gemotiveerde kennisgeving tot verwijzing vóór aanmelding indienen.

Uw aandacht wordt gevestigd op de EG-concentratieverordening, en op Verordening (EG) nr. [000/2004] van de Commissie (hierna: "de uitvoeringsverordening"). De tekst van deze verordeningen is, samen met alle overige relevante documenten, te vinden op de Europa-website van de Commissie, onder de rubriek Concurrentie.

De ondervinding heeft geleerd dat het zowel voor de partijen als voor betrokken autoriteiten bijzonder nuttig is reeds vooraf contacten te leggen. Er kan dan nauwkeurig worden bepaald welke informatie moet worden verstrekt. Het verdient dan ook aanbeveling dat de partijen de Commissie en de betrokken lidstaat (lidstaten) raadplegen in verband met de vereiste hoeveelheid en het soort informatie waarop zij voornemens zijn hun gemotiveerde kennisgeving te baseren.

  • B. 
    De gemotiveerde kennisgeving moet juist en volledig zijn

Alle informatie die in dit formulier wordt verlangd, moet juist en volledig zijn. De verlangde informatie moet in de juiste rubriek van dit formulier worden gegeven.

Onjuiste of misleidende informatie in de gemotiveerde kennisgeving zal met onvolledige inlichtingen worden gelijkgesteld (artikel 5, lid 4, van de uitvoeringsverordening).

Indien partijen onjuiste informatie verstrekken, heeft de Commissie, uit hoofde van artikel 6, lid 3, onder a), of artikel 8, lid 6, onder a), van de EG-concentratieverordening, de bevoegdheid tot het intrekken van een beschikking die zij op grond van artikel 6 of 8 heeft gegeven na een verwijzing op grond artikel 4, lid 5. Na dergelijke intrekking, zou de nationale mededingingswetgeving weer op de operatie van toepassing zijn. Ingeval verwijzingen op grond van artikel 4, lid 4, op basis van onjuiste informatie plaatsvinden, kan de Commissie een aanmelding overeenkomstig artikel 4, lid 1, verlangen. Daarnaast is de Commissie op grond van artikel 14, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening bevoegd tot het opleggen van geldboeten voor het verstrekken van onjuiste of misleidende informatie (zie punt d). Ten slotte dienen de partijen zich er ook rekenschap van te geven dat, ingeval een verwijzing plaatsvindt op basis van onjuiste, misleidende of onvolledige informatie in het formulier RS, de Commissie en/of de lidstaten kunnen overwegen om een verwijzing na aanmelding uit te voeren ten einde een verwijzing vóór aanmelding te rectificeren.

Let u daarbij met name op de volgende punten:

  • a) 
    Overeenkomstig artikel 4, leden 4 en 5, van de EG-concentratieverordening is de Commissie verplicht gemotiveerde kennisgevingen onverwijld aan de lidstaten door te zenden. De termijnen voor het onderzoeken van een gemotiveerde kennisgeving beginnen te lopen bij de ontvangst van de kennisgeving door de betrokken lidstaat of lidstaten. Het besluit om al dan niet gevolg te geven aan een gemotiveerde kennisgeving wordt normaalgesproken genomen op basis van de daarin vervatte informatie, zonder dat de betrokken autoriteiten verder onderzoek uitvoeren.
  • b) 
    De kennisgevende partijen moeten bij het voorbereiden van hun gemotiveerde kennisgeving dan ook nagaan dat alle informatie en argumenten waarop zij zich baseren, voldoende door onafhankelijke bronnen zijn onderbouwd.
  • c) 
    Volgens artikel 14, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening kunnen aan partijen die een gemotiveerde kennisgeving doen en die, opzettelijk of uit onachtzaamheid, onjuiste of misleidende informatie verstrekken, geldboeten tot 1 % van de totale omzet van de betrokken onderneming worden opgelegd.
  • d) 
    U kan de Commissie schriftelijk verzoeken de gemotiveerde kennisgeving als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien die informatie voor u redelijkerwijs niet of slechts ten dele beschikbaar is (bijvoorbeeld omdat u bij een omstreden bod geen toegang heeft tot informatie over de doelvennootschap).

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u de redenen opgeeft waarom die informatie niet beschikbaar is, en u met betrekking tot ontbrekende gegevens uw beste raming opgeeft, met vermelding van de bron van die raming. Voorzover mogelijk, dient u ook aan te geven waar de Commissie of de betrokken lidstaat (lidstaten) de verlangde, voor u niet beschikbare informatie zou kunnen verkrijgen.

  • e) 
    U kan de Commissie verzoeken de gemotiveerde kennisgeving als volledig te beschouwen, ondanks dat niet alle in dit formulier verlangde informatie werd gegeven, indien u van mening bent dat de Commissie of de betrokken lidstaat (lidstaten) bepaalde, in dit formulier verlangde informatie voor hun onderzoek wellicht niet nodig heeft.

De Commissie zal een dergelijk verzoek onderzoeken, op voorwaarde dat u afdoende redenen geeft waarom de informatie voor het onderzoek van het verzoek tot verwijzing vóór aanmelding niet relevant of noodzakelijk is. U dient die toelichting te verschaffen tijdens uw eerste contacten met de Commissie en met de betrokken lidstaat (lidstaten), en een schriftelijk verzoek tot ontheffing in te dienen waarin u de Commissie vraagt om u, overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de uitvoeringsverordening, van de verplichting tot het verstrekken van deze informatie te ontslaan. De Commissie kan de autoriteit(en) in de betrokken lidstaat (lidstaten) raadplegen alvorens een besluit te nemen over het al dan niet ingaan op een dergelijk verzoek

  • C. 
    Personen gerechtigd tot het doen van een gemotiveerde kennisgeving

In het geval van een fusie in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening of in het geval van het verkrijgen van gezamenlijke zeggenschap over een onderneming in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening moeten, naargelang het geval, de fuserende ondernemingen of de ondernemingen die de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen, de gemotiveerde kennisgeving gezamenlijk doen.

Wanneer een onderneming in een andere onderneming een belang verwerft dat zeggenschap verleent, moet eerstgenoemde onderneming de gemotiveerde kennisgeving doen.

In het geval van een openbaar overnamebod op een onderneming moet de onderneming die het bod uitbrengt, de gemotiveerde kennisgeving doen.

Elke partij die een gemotiveerde kennisgeving doet, is verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie die zij verstrekt.

  • D. 
    Hoe een gemotiveerde kennisgeving doen?

De gemotiveerde kennisgeving moet in een van de officiële talen van de Europese Unie zijn gesteld. Deze taal is vervolgens voor alle kennisgevende partijen de taal waarin de procedure wordt gevoerd.

Om de behandeling van een formulier RS door de autoriteiten in de lidstaten te vergemakkelijken wordt partijen ten stelligste aangeraden de Commissie een vertaling van hun gemotiveerde kennisgeving mee te delen in een taal of in talen die gemakkelijk te begrijpen zijn voor al degenen voor wie de informatie is bestemd. Wat verzoeken tot verwijzing naar een lidstaat of naar lidstaten betreft, wordt partijen ten stelligste aangeraden een exemplaar in te sluiten van het verzoek in de taal (talen) van de lidstaat (lidstaten) waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen.

Bij het verstrekken van de in dit formulier verlangde informatie moet de nummering van de rubrieken en paragrafen worden aangehouden en moet de verklaring op het eind worden ondertekend. Alle overgelegde documenten moeten als bijlage bij de kennisgeving worden gevoegd. Soms is het ook duidelijker om bepaalde informatie in bijlagen op te nemen. Wat echter van belang is, is dat alle essentiële inhoudelijke gegevens in het formulier RS zelf zijn opgenomen. Bijlagen bij dit formulier dienen enkel ter ondersteuning van de in het formulier zelf meegedeelde informatie.

Bijgevoegde documenten moeten in de oorspronkelijke taal worden overgelegd; wanneer dit geen officiële taal van de Gemeenschap is, moeten zij worden vertaald in de taal waarin de procedure wordt gevoerd.

Van deze als bijlage overgelegde documenten mag het origineel of een kopie worden overgelegd. In dit laatste geval moet de kennisgevende partij verklaren dat de kopie eensluidend en volledig is.

Samen met één origineel exemplaar van het formulier RS moet u ook 35 kopieën van datzelfde formulier RS en van alle bijgevoegde documenten indienen. De gemotiveerde kennisgeving moet inkomen op het in artikel 23, lid 1, van de uitvoeringsverordening bedoelde adres en in het door de Commissie vastgestelde formaat.

De kennisgeving moet inkomen op het adres van het Directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie (DG Concurrentie). Dit adres wordt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt. De kennisgeving moet aan de Commissie worden afgegeven op een werkdag in de zin van artikel 24 van de uitvoeringsverordening. Om registratie op dezelfde dag mogelijk te maken, moet de gemotiveerde kennisgeving van maandag tot donderdag vóór 17.00 u plaatsvinden, en vóór 16.00 u op vrijdag en op werkdagen voorafgaand aan wettelijke feestdagen en andere door de Commissie vastgestelde vakantiedagen die in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt. U dient de beveiligingsvoorschriften te volgen zoals die op de website van het DG Concurrentie worden gegeven.

  • E. 
    Vertrouwelijkheid

Volgens artikel 287 van het Verdrag en artikel 17, lid 2, van de EG-concentratieverordening zijn de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, hun ambtenaren en overige personeelsleden, en andere onder het toezicht van de bevoegde autoriteiten werkende personen, alsmede functionarissen en ambtenaren van andere autoriteiten van de lidstaten verplicht de informatie die zij bij de toepassing van de verordening heeft verkregen en die naar haar aard onder de geheimhoudingsplicht valt, niet openbaar te maken. Dit beginsel moet ook worden toegepast ter bescherming van de vertrouwelijkheid tussen de kennisgevende partijen.

Als u van mening bent dat uw belangen worden geschaad indien bepaalde van u verlangde informatie openbaar wordt gemaakt of anderszins aan anderen wordt bekendgemaakt, dient u deze informatie afzonderlijk in te dienen en op elke bladzijde goed zichtbaar de vermelding "Bedrijfsgeheim" aan te brengen. U dient ook de redenen op te geven waarom deze informatie niet openbaar mag worden gemaakt of niet aan anderen mag worden bekendgemaakt.

In het geval van een fusie of gezamenlijke overname of in andere gevallen waarin verscheidene partijen de gemotiveerde kennisgeving doen, mogen documenten die bedrijfsgeheimen bevatten, afzonderlijk worden ingediend. U moet dan in de kennisgeving daarnaar verwijzen als naar een bijlage. Al deze bijlagen moeten in de gemotiveerde kennisgeving zijn opgenomen.

  • F. 
    Definities en instructies voor het invullen van dit formulier

Kennisgevende partij(en): in gevallen waarin een gemotiveerde kennisgeving wordt ingediend door slechts één van de ondernemingen die partij zijn bij een operatie, verwijst de term "kennisgevende partijen" uitsluitend naar de onderneming die daadwerkelijk kennisgeving doet.

Partij(en) bij de concentratie of de partijen: hieronder worden zowel de acquirerende als de geacquireerde ondernemingen of de fuserende partijen verstaan, met inbegrip van elke onderneming waarin een belang wordt verworven dat zeggenschap verleent, of de onderneming die het doelwit van een openbaar overnamebod is.

Tenzij anders bepaald, vallen onder de termen "kennisgevende partij(en)" en "partij(en) bij de concentratie" alle ondernemingen die tot dezelfde groepen als die "partijen" behoren.

Betrokken markten: in rubriek 4 van dit formulier moeten de kennisgevende partijen de relevante produktmarkten omschrijven en voorts aangeven op welke van die relevante markten de aangemelde operatie waarschijnlijk gevolgen zal hebben. Deze door de kennisgevende partijen voorgestelde marktomschrijving, waarvoor in dit formulier de term "betrokken markt(en)" wordt gebruikt, vormt het uitgangspunt voor een aantal andere vragen om informatie in het formulier. Deze term kan verwijzen naar een relevante markt voor hetzij produkten, hetzij diensten.

Jaar: "jaar" betekent in dit formulier steeds kalenderjaar, tenzij anders vermeld. Alle in dit formulier verlangde informatie moet, tenzij anders bepaald, betrekking hebben op het jaar dat voorafgaat aan dat waarin de gemotiveerde kennisgeving plaatsvindt.

De in de dit formulier verlangde financiële gegevens moeten in euro luiden, tegen de gemiddelde wisselkoers in de betrokken jaren of andere perioden.

Tenzij anders bepaald, zijn alle verwijzingen in dit formulier verwijzingen naar de toepasselijke artikelen van de EG-concentratieverordening.

RUBRIEK 1 Achtergrondinformatie

1.0. Gaat het om een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4? Of om een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 5?

  • Verwijzing op grond van artikel 4, lid 4
  • Verwijzing op grond van artikel 4, lid 5

1.1. Informatie over de kennisgevende partij(en)

Vermeld:

1.1.1. de naam en het adres van de onderneming;

1.1.2. de aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;

1.1.3. de naam, het adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres en de functie van een geschikt contactpersoon, en

1.1.4. 1.1.4.een adres van de kennisgevende partij (of van elk van de kennisgevende partijen) waar documenten en met name beschikkingen van de Commissie kunnen worden bezorgd. Vermeld naam, telefoonnummer en e-mailadres van een persoon op dit adres die gemachtigd is te betekenen stukken in ontvangst te nemen.

1.2. Informatie over de andere partijen(1) bij de concentratie

Vermeld voor elke partij bij de concentratie (uitgezonderd de kennisgevende partij of partijen):

1.2.1. de naam en het adres van de onderneming;

1.2.2. de aard van de bedrijfsactiviteiten van de onderneming;

1.2.3. de naam, het adres, telefoon- en faxnummer, e-mailadres en de functie van een geschikt contactpersoon;

1.2.4. een adres van de kennisgevende partij (of van elk van de kennisgevende partijen) waar documenten en met name beschikkingen van de Commissie kunnen worden bezorgd. Vermeld naam, telefoonnummer en e-mailadres van een persoon op dit adres die gemachtigd is te betekenen stukken in ontvangst te nemen.

1.3. 1.3. Benoeming van vertegenwoordigers

Wanneer vertegenwoordigers van ondernemingen een gemotiveerde kennisgeving ondertekenen, moeten zij hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging bij geschrifte aantonen. Deze schriftelijke machtiging vermeldt de naam en functie van de personen die dergelijke bevoegdheid verlenen.

Vermeld voor elke vertegenwoordiger die bevoegd is om namens een partij bij de concentratie te handelen, de volgende contactgegevens en vermeld ook wie hij vertegenwoordigt:

1.3.1. de naam van de vertegenwoordiger;

1.3.2. het adres van de vertegenwoordiger;

1.3.3. de naam, het adres, telefoon- en faxnummer en e-mailadres van de persoon met wie contact dient te worden opgenomen, en

1.3.4. een adres van de vertegenwoordiger (zo mogelijk in Brussel) waaraan alle correspondentie kan worden gezonden en waar alle stukken kunnen worden bezorgd.

RUBRIEK 2 Algemene achtergrond en nadere gegevens over de concentratie

2.1. Geef een beschrijving van de algemene achtergrond van de concentratie. Geef met name een overzicht van de belangrijkste redenen voor de transactie, met inbegrip van de strategische en economische motieven.

Geef een beknopte samenvatting van de concentratie, waarin u vermeldt: de partijen bij de concentratie, de aard van de concentratie (bv. fusie, acquisitie of gemeenschappelijke onderneming), de sectoren waarin de kennisgevende partijen actief zijn, de markten waarop de concentratie een impact zal hebben (met inbegrip van de belangrijkste betrokken markten(2)), en de strategische en economische motieven voor de concentratie.

2.2. Beschrijf het juridische karakter van de transactie waarop de gemotiveerde kennisgeving ziet. Beantwoord hierbij de volgende vragen:

  • a) 
    Heeft de concentratie op de partijen in hun geheel of op delen van de partijen betrekking?
  • b) 
    Op welke datum zullen, naar is voorzien of wordt verwacht, de belangrijke gebeurtenissen plaatsvinden die ertoe strekken de concentratie tot stand te brengen?
  • c) 
    Hoe ziet de beoogde eigendoms- en zeggenschapsstructuur er na de totstandbrenging van de concentratie uit?
  • d) 
    Vormt de voorgenomen transactie een concentratie in de zin van artikel 3 van de EG-concentratieverordening?

2.3. Noem de economische sectoren die bij de concentratie betrokken zijn.

2.3.1. Vermeld de waarde van de transactie (de aankoopprijs of de waarde van alle betrokken activa, afhankelijk van het geval).

2.4. Geef voldoende financiële of andere gegevens waaruit blijkt dat de concentratie voldoet OF niet voldoet aan de bevoegdheidsdrempels van artikel 1 van de EG-concentratieverordening.

2.4.1. Geef een uitsplitsing van de omzet die de betrokken ondernemingen in de Gemeenschap behalen, en geef daarbij, voorzover van toepassing, de lidstaat waar meer dan twee derde van deze omzet wordt behaald.

RUBRIEK 3 Eigendom en zeggenschap(3)

Geef voor elk van de partijen bij de concentratie een lijst van alle ondernemingen die tot dezelfde groep behoren.

Deze lijst moet omvatten:

3.1. alle ondernemingen of personen die al dan niet rechtstreeks zeggenschap over deze partijen hebben;

3.2. alle ondernemingen die op een betrokken markt(4) actief zijn en die al dan niet onder rechtstreekse zeggenschap staan van:

  • a) 
    deze partijen;
  • b) 
    een of meer andere in rubriek 3.1 genoemde ondernemingen.

Geef voor elk van de hierboven genoemde ondernemingen of personen aan op welke wijze en op welke grond zeggenschap wordt uitgeoefend.

De in deze rubriek te verstrekken gegevens kunnen worden toegelicht met organisatieschema's of met diagrammen die een beeld geven van de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de ondernemingen.

RUBRIEK 4 Marktomschrijvingen

De relevante produktmarkt en de relevante geografische markt vormen de grenzen waarbinnen de marktmacht van de uit de concentratie ontstaande nieuwe onderneming moet worden beoordeeld(5).

De kennisgevende partij(en) moet(en) de verlangde gegevens verstrekken, rekening houdende met de volgende definities.

  • I. 
    Relevante produktmarkt

Een relevante produktmarkt omvat alle produkten en/of diensten die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling uitwisselbaar of substitueerbaar worden beschouwd. Een relevante produktmarkt kan in sommige gevallen bestaan uit een aantal specifieke produkten en/of diensten, die grotendeels dezelfde fysieke of technische kenmerken bezitten en onderling uitwisselbaar zijn.

Factoren die spelen bij het beoordelen van wat de relevante produktmarkt is, zijn onder meer de vraag waarom bepaalde produkten of diensten tot die markten behoren en andere niet, wanneer de bovenstaande definitie wordt toegepast en wanneer bijvoorbeeld rekening wordt gehouden met de substitueerbaarheid, de concurrentievoorwaarden, de prijzen, de kruiselingse prijselasticiteit aan de vraagzijde en andere voor de omschrijving van de produktmarkt belangrijke factoren (zoals bijvoorbeeld substitueerbaarheid aan de aanbodzijde in bepaalde zaken).

II. Relevante geografische markt

De relevante geografische markt is het gebied waar de betrokken ondernemingen een rol spelen in het aanbod van en de vraag naar relevante produkten of diensten, waar de concurrentievoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende geografische gebieden kan worden onderscheiden doordat daar met name duidelijk afwijkende concurrentievoorwaarden heersen.

Om te beoordelen wat de relevante geografische markt is, moet onder meer met de volgende elementen rekening worden gehouden: de aard en de kenmerken van de betrokken produkten of diensten, het bestaan van toetredingsdrempels, consumentenvoorkeuren, de marktaandelen van de ondernemingen die voor aan elkaar grenzende geografische gebieden sterk verschillen, of aanzienlijke prijsverschillen.

III. Betrokken markten

Voor het verstrekken van de in dit formulier verlangde gegevens vormt een relevante produktmarkt een betrokken markt wanneer binnen de Gemeenschap of binnen een lidstaat:

  • a) 
    twee of meer van de partijen bij de concentratie op dezelfde produktmarkt bedrijfsactiviteiten verrichten en de concentratie zou resulteren in een gezamenlijk marktaandeel van 15 % of meer. Dit zijn horizontale verbanden;
  • b) 
    een of meer van de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten op een produktmarkt die bovenwaarts (upstream) of benedenwaarts (downstream) ligt van een produktmarkt waarop een of meer andere partijen bij de concentratie actief zijn, en hun individuele of gezamenlijke marktaandelen op een van deze beide niveaus 25 % of meer bedragen, ongeacht of er een leverancier/afnemer-relatie tussen de partijen bij de concentratie bestaat(6). Dit zijn verticale verbanden.

Verstrek op basis van bovenstaande definities en marktaandeeldrempels de volgende informatie:

4.1. Geef elke betrokken markt aan in de zin van deel III:

  • a) 
    op het niveau van de Gemeenschap;
  • b) 
    in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, op het niveau van elk van de afzonderlijke lidstaten;
  • c) 
    in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 5, op het niveau van elk van de in rubriek 6.3.1 van dit formulier genoemde afzonderlijke lidstaten waar de concentratie voor toetsing vatbaar is.

4.2. Geef voorts aan wat, volgens de partijen, de omvang is van de relevante geografische markt in de zin van deel II voor elk van de in rubriek 4.1 genoemde betrokken markten. Gelieve uw antwoord ook toe te lichten.

RUBRIEK 5 Gegevens betreffende de betrokken markten

Geef voor elke betrokken relevante produktmarkt voor het voorgaande boekjaar:

  • a) 
    voor heel de Gemeenschap;
  • b) 
    in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, voor elke lidstaat afzonderlijk waar de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten, en
  • c) 
    in het geval van een verzoek tot verwijzing op grond van artikel 4, lid 5, voor elk van de in rubriek 6.3.1 van dit formulier genoemde afzonderlijke lidstaten waar de concentratie kan worden getoetst, en waar de partijen bij de concentratie bedrijfsactiviteiten verrichten, en
  • d) 
    waar volgens de kennisgevende partijen de relevante geografische markt verschillend is,

de volgende gegevens:

5.1. een raming van de totale omvang van de markt uitgedrukt in waarde (in EUR) en in volume (in eenheden) van de verkopen(7). Vermeld de grondslag en de bronnen van de berekeningen en verschaf, voorzover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven.

5.2. de verkopen in waarde en in volume en de geraamde marktaandelen van elk van de partijen bij de concentratie;

5.3. een raming van het marktaandeel in waarde (en in voorkomend geval in volume) van alle concurrenten (met inbegrip van importeurs) met een aandeel van ten minste 5 % op de beschouwde geografische markt.

Geef op die basis een raming van de HHI-index(8) vóór en nà de fusie, en het verschil tussen beide (delta, of Δ)(9).Vermeld welk deel van de marktaandelen werd gebruikt als berekeningsgrondslag voor de HHI. Vermeld de bronnen van de berekeningen van deze marktaandelen en verschaf, voorzover beschikbaar, documenten om deze berekeningen te staven;

5.4. voor elke betrokken markt de vijf grootste onafhankelijke afnemers van de partijen. Vermeld ook wat voor die produkten het aandeel van elk van deze afnemers in de totale verkoop van elk van deze partijen is;

5.5. op welke wijze en in welke mate elk van de partijen bij de concentratie verticaal geïntegreerd is, vergeleken met haar belangrijkste concurrenten;

5.6. de vijf grootste onafhankelijke(10) leveranciers van de partijen;

5.7. of de voorbije vijf jaar op een of meer betrokken markten belangrijke toetredingen hebben plaatsgevonden. Zijn er naar het oordeel van de kennisgevende partijen ondernemingen (ook ondernemingen die thans uitsluitend op markten buiten de Gemeenschap actief zijn) die waarschijnlijk tot de markt zullen toetreden? Gelieve nader toe te lichten;

5.8. in welke mate er op de betrokken markten (horizontale of verticale) samenwerkingsovereenkomsten bestaan;

5.9. ingeval de concentratie een gemeenschappelijke onderneming is, blijven er dan twee of meer moedermaatschappijen in significante mate actief op dezelfde markt als de gemeenschappelijke onderneming, of op een downstream- of upstream-markt van die gemeenschappelijke onderneming, of op een nauw met die markt verbonden aangrenzende markt?(11)

5.10. een beschrijving van de impact die de voorgenomen concentratie waarschijnlijk zal hebben op de mededinging op de betrokken markten. Beschrijf ook welke invloed de voorgenomen concentratie waarschijnlijk zal hebben op de belangen van de afnemers in tussenstadia en de eindverbruikers en op de ontwikkeling van de technische en economische vooruitgang.

RUBRIEK 6 Nadere gegevens over verzoeken tot verwijzing en redenen waarom de zaak moet worden verwezen

6.1. Gaat het om een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de EG-concentratieverordening? Of om een gemotiveerde kennisgeving overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de EG-concentratieverordening? Vul enkel de desbetreffende subrubriek in.

  • verwijzing op grond van artikel 4, lid 4
  • verwijzing op grond van artikel 4, lid 5

Subrubriek 6.2 VERWIJZING OP GROND VAN ARTIKEL 4, LID 4

6.2.1. Vermeld de lidstaat (lidstaten) die volgens u, overeenkomstig artikel 4, lid 4, de concentratie zou(den) moeten onderzoeken. Geef daarbij aan of u al dan niet informeel contact met die lidstaat (lidstaten) heeft gehad.

6.2.2. Geef aan of u verzoekt de zaak in zijn geheel of ten dele te verwijzen.

Verzoekt u de zaak gedeeltelijk te verwijzen, geef dan duidelijk aan voor welke onderdeel (onderdelen) van de zaak u om verwijzing verzoekt.

Verzoekt u om verwijzing van de volledige zaak, dan dient u te bevestigen dat er geen betrokken markten zijn buiten het grondgebied van de lidstaat (lidstaten) waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen.

6.2.3. Leg uit hoe elk van de betrokken markten in de lidstaat of lidstaten waarnaar u de zaak verzoekt te verwijzen, alle kenmerken van een afzonderlijke markt in de zin van artikel 4, lid 4, vertoont.

6.2.4. Leg uit hoe de mededinging in significante mate kan worden beïnvloed op elk van bovengenoemde afzonderlijke markten in de zin van artikel 4, lid 4.

6.2.5. Ingeval een lidstaat (lidstaten) bevoegd wordt (worden) om de hele zaak of een onderdeel ervan te onderzoeken na een verwijzing op grond van artikel 4, lid 4, stemt u er dan in toe dat de in dit formulier gegeven informatie wordt gebruikt door de betrokken lidstaat (lidstaten) in het kader van zijn (hun) nationale procedures ten aanzien van die zaak of een onderdeel daarvan? JA of NEEN

Subrubriek 6.3 VERWIJZING OP GROND VAN ARTIKEL 4, LID 5

6.3.1. Geef voor elke lidstaat aan of de concentratie al dan niet vatbaar is voor toetsing krachtens de nationale mededingingswetgeving. Daarbij dient u voor elke lidstaat telkens één vakje aan te kruisen.

Is de concentratie vatbaar voor toetsing krachtens de nationale mededingingswetgeving in elk van de volgende lidstaten? U dient voor elke lidstaat te antwoorden. Antwoord voor elke lidstaat JA of NEE. Wordt voor een lidstaat geen JA of NEE aangegeven, dan geldt zulks als een JA voor die lidstaat.

>PIC FILE= "L_2004133NL.003801.TIF">

6.3.2. Geef voor elke lidstaat voldoende financiële of andere gegevens die aantonen dat de concentratie volgens het toepasselijke nationale mededingingsrecht al dan niet aan de vereiste bevoegdheidsdrempels voldoet.

6.3.4. Leg uit waarom de zaak door de Commissie dient te worden onderzocht. Leg met name uit of de concentratie ook buiten het grondgebied van een bepaalde lidstaat gevolgen voor de mededinging zou hebben.

RUBRIEK 7 Verklaring

Uit artikel 2, lid 2, en artikel 6, lid 2, van de uitvoeringsverordening volgt dat, wanneer vertegenwoordigers van ondernemingen een gemotiveerde kennisgeving ondertekenen, zij hun bevoegdheid tot vertegenwoordiging bij geschrifte moeten aantonen. Deze schriftelijke machtiging moet bij de kennisgeving worden gevoegd.

De gemotiveerde kennisgeving moet worden besloten met onderstaande verklaring, die door of namens alle kennisgevende partijen moet worden ondertekend:

De kennisgevende partij of partijen verklaart (verklaren) dat, na zorgvuldige controle, de in deze gemotiveerde kennisgeving verstrekte inlichtingen naar hun beste weten en geweten met de werkelijkheid overeenstemmen en juist en volledig zijn, dat met de werkelijkheid overeenstemmende en volledige exemplaren van de in dit formulier RS verlangde documenten zijn overgelegd en dat alle ramingen als zodanig zijn aangegeven en hun beste ramingen van de betrokken feiten zijn, alsmede dat alle geuite meningen oprecht zijn.

Zij hebben kennis genomen van het bepaalde in artikel 14, lid 1, onder a), van de EG-concentratieverordening.

>PIC FILE= "L_2004133NL.003901.TIF">

  • (1) 
    Hiertoe behoort in het geval van een omstreden overnamebod de doelvennootschap; in dat geval moeten de gegevens voorzover mogelijk worden verstrekt.
  • (2) 
    Zie rubriek 4 voor de omschrijving van de betrokken markten.
  • (3) 
    Zie artikel 3, leden 3, 4 en 5, en artikel 5, lid 4.
  • (4) 
    Voor de omschrijving van de betrokken markten, zie rubriek 4.
  • (5) 
    Zie de bekendmaking van de Commissie betreffende de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht.
  • (6) 
    Wanneer bijvoorbeeld een partij bij de concentratie een marktaandeel van meer dan 25 % bezit op een markt die een upstream-markt vormt ten opzichte van de markt waarop de andere partij actief is, dan zijn zowel de upstream- als de downstream-markten betrokken markten. Hetzelfde geldt voor een zaak waarin een verticaal geïntegreerde onderneming fuseert met een andere partij die op downstream-niveau actief is: resulteert de fusie in een gezamenlijk downstream-marktaandeel van minstens 25 %, dan gelden zowel de upstream- als de downstream-markten als betrokken markt.
  • (7) 
    De waarde en het volume van een markt moeten de produktie in het betrokken geografische gebied weergeven, verminderd met de uitvoer en vermeerderd met de invoer.
  • (8) 
    HHI staat voor Herfindahl-Hirschman Index, een manier om marktconcentratie te meten. De HHI wordt berekend door de som te maken van de gekwadrateerde individuele marktaandelen van alle ondernemingen op de markt. Om een voorbeeld te geven: een markt met vijf ondernemingen met marktaandelen van, onderscheidenlijk, 40 %, 20 %, 15 %, 15 % en 10 %, heeft een HHI van 2550 (402 + 202 + 152 + 152 + 102 = 2550). Een HHI kan variëren van bijna nul (in een sterk versplinterde markt) tot 10000 (in het geval van een zuiver monopolie). De HHI nà de fusie wordt berekend op basis van de werkhypothese dat de individuele marktaandelen van de ondernemingen niet veranderen. Het verdient weliswaar de voorkeur alle ondernemingen in de berekening op te nemen, maar het ontbreken van gegevens over zeer kleine ondernemingen is doorgaans niet zo belangrijk, omdat dit soort ondernemingen de hoogte van de HHI niet significant beïnvloedt.
  • (9) 
    De toename van de concentratiegraad die met de HHI wordt gemeten, kan - onafhankelijk van de algemene marktconcentratie - worden berekend door het produkt van de marktaandelen van de fuserende ondernemingen te verdubbelen. Zo zou bijvoorbeeld een fusie van twee ondernemingen met een marktaandeel van, onderscheidenlijk, 30 % en 15 % de HHI met 900 doen stijgen (30 × 15 × 2 = 900). De verklaring voor deze methode is als volgt: vóór de fusie was de HHI de som van de gekwadrateerde marktaandelen van elk van de fuserende ondernemingen afzonderlijk: a2 + b2. Nà de fusie is de HHI het kwadraat van hun som: (a + b)2 = a2 + b2 + 2ab. De stijging van de HHI is dus 2ab.
  • (10) 
    Dit wil zeggen leveranciers die geen dochterondernemingen zijn, agentschappen of ondernemingen die deel uitmaken van het concern van de betrokken partij. Naast die vijf onafhankelijke leveranciers kunnen de kennisgevende partijen, indien zij zulks voor een correcte beoordeling van de zaak nodig achten, de leveranciers binnen het concern aanwijzen. Hetzelfde geldt voor afnemers.
  • (11) 
    Voor de marktomschrijvingen, zie rubriek 4.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.