Besluit 2005/862 - Wijziging van de Beschikkingen 2005/759/EG en 2005/760/EG met betrekking tot maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza bij andere vogels dan pluimvee

1.

Wettekst

3.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 317/19

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 30 november 2005

tot wijziging van de Beschikkingen 2005/759/EG en 2005/760/EG met betrekking tot maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza bij andere vogels dan pluimvee

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4663)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/862/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (1), en met name op artikel 10, lid 3,

Gelet op Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (2), en met name op artikel 18, lid 1,

Gelet op Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (3), en met name op artikel 22, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (4), en met name op artikel 18,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Aviaire influenza is een besmettelijke virale ziekte bij pluimvee en andere vogels, die leidt tot sterfte en anomalieën die snel de vorm van een epizoötie kunnen aannemen en daardoor een ernstige bedreiging vormen voor de dier- en de volksgezondheid en voor de rentabiliteit van de pluimveehouderij. Het gevaar bestaat dat de ziekteverwekker via de internationale handel in andere levende vogels dan pluimvee, waaronder vogels die hun eigenaar vergezellen (gezelschapsvogels), wordt binnengebracht.

 

(2)

Beschikking 2000/666/EG van de Commissie van 16 oktober 2000 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van vogels, met uitzondering van pluimvee, alsmede van quarantainevoorschriften (5) bepaalt dat de lidstaten de invoer van vogels uit derde landen alleen toestaan als die landen lid zijn van de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE).

 

(3)

De Commissie heeft naar aanleiding van de constatering van hoogpathogene aviaire influenza bij ingevoerde vogels in quarantaine in een lidstaat twee beschikkingen vastgesteld, namelijk Beschikking 2005/759/EG van 27 oktober 2005 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde derde landen en het verkeer uit derde landen van vogels die hun eigenaar vergezellen (6) en Beschikking 2005/760/EG van 27 oktober 2005 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen voor de invoer van in gevangenschap gehouden vogels in verband met hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde derde landen (7).

 

(4)

In een aantal lidstaten van de OIE zijn nieuwe gevallen van aviaire influenza gemeld. De opschorting van het verkeer van gezelschapsvogels en van de invoer van andere vogels uit bepaalde risicogebieden moet daarom worden verlengd.

 

(5)

Verordening (EG) nr. 998/2003 voorziet in verschillende regelingen voor de veterinaire controle, afhankelijk van het aantal dieren en het land van oorsprong daarvan. Afwijkingen van deze beschikking moeten worden vastgesteld aan de hand van de lijst van derde landen in deel B, afdeling 2, van bijlage II bij die verordening, in combinatie met de landen die worden genoemd in artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 745/2004 van de Commissie van 16 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de invoer van producten van dierlijke oorsprong voor persoonlijke consumptie (8).

 

(6)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (9) is het in de handel brengen van een reeks dierlijke bijproducten, onder meer gelatine voor technische toepassingen en stoffen voor farmaceutisch gebruik, van oorsprong uit gebieden van de Gemeenschap waarvoor beperkende veterinairrechtelijke maatregelen gelden toegestaan, omdat die producten veilig geacht worden vanwege de specifieke omstandigheden bij de productie, de verwerking en het gebruik, waardoor eventuele ziekteverwekkers doeltreffend worden geïnactiveerd of contact met vatbare dieren wordt voorkomen. Overeenkomstig hoofdstuk III, deel III, punt 7, van bijlage VIII bij die verordening gelden geen veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van guano.

 

(7)

Krachtens artikel 21 van Verordening (EG) nr. 1774/2002 worden vrijwaringsmaatregelen betreffende producten die onder de bijlagen VII en VIII bij die verordening vallen, vastgesteld overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 90/425/EEG.

 

(8)

De Beschikkingen 2005/759/EG en 2005/760/EG moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(9)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Beschikking 2005/759/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 1 komt als volgt te luiden:

„Artikel 1

Verkeer uit derde landen

  • 1. 
    De lidstaten staan het verkeer uit derde landen van levende gezelschapsvogels uitsluitend toe indien de zending uit niet meer dan vijf vogels bestaat en:
 

a)

de vogels komen uit een lidstaat van de OIE die ressorteert onder een in deel A van bijlage I vermelde regionale commissie, of

 

b)

de vogels komen uit een lidstaat van de OIE die ressorteert onder een in deel B van bijlage I vermelde regionale commissie, mits de vogels:

 

i)

gedurende 30 dagen vóór de uitvoer zijn geïsoleerd op de plaats van vertrek in een derde land dat is opgenomen in Beschikking 79/542/EEG, of

 

ii)

gedurende 30 dagen na de invoer in de lidstaat van bestemming in quarantaine worden geplaatst in een inrichting die overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Beschikking 2000/666/EG is erkend, of

 

iii)

in de laatste zes maanden en uiterlijk 60 dagen vóór verzending uit het derde land zijn ingeënt en ten minste eenmaal zijn heringeënt, overeenkomstig de instructies van de fabrikant, tegen aviaire influenza met een H5-vaccin dat voor de desbetreffende diersoort is goedgekeurd, of

 

iv)

ten minste tien dagen vóór de uitvoer zijn geïsoleerd en een test hebben ondergaan om H5N1-antigeen of -genoom aan te tonen zoals beschreven in hoofdstuk 2.7.12 van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals, aan de hand van een monster dat op zijn vroegst op de derde dag van de isolatie is genomen.

  • 2. 
    Een officiële dierenarts in het derde land van verzending verklaart onder gebruikmaking van het modelcertificaat van bijlage II dat aan de voorwaarden van lid 1 is voldaan, wat de voorwaarden van lid 1, onder b), ii), betreft aan de hand van een verklaring van de eigenaar.
  • 3. 
    Het veterinaire certificaat wordt aangevuld door:
 

a)

een verklaring van de eigenaar of diens vertegenwoordiger overeenkomstig bijlage III;

 

b)

de volgende vermelding:

„Gezelschapsdieren overeenkomstig artikel 1 van Beschikking 2005/759/EG”.”.

 

2)

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

„Artikel 3

Deze beschikking is niet van toepassing op het verkeer van levende gezelschapsvogels die hun eigenaar vergezellen uit Andorra, de Faeröer-eilanden, Groenland, IJsland, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Marino, Vaticaanstad en Zwitserland naar het grondgebied van de Gemeenschap.”.

 

3)

In artikel 5 wordt de datum „30 november 2005” vervangen door „31 januari 2006”.

 

4)

Bijlage I wordt gewijzigd zoals is aangegeven in de bijlage bij deze beschikking.

Artikel 2

Beschikking 2005/760/EG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

„Artikel 2

  • 1. 
    In afwijking van artikel 1, lid 1, onder a), staan de lidstaten de invoer toe van vogels afkomstig van en bestemd voor instellingen, instituten en centra die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG zijn erkend.
  • 2. 
    In afwijking van artikel 1, lid 1, onder b), staan de lidstaten de invoer toe van:
 

a)

broedeieren van de in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde vogelsoorten, mits die eieren bestemd zijn voor:

 

i)

de in lid 1 bedoelde erkende instellingen, instituten of centra, of

 

ii)

door de bevoegde autoriteiten speciaal voor dit doel erkende broederijen waar niet tegelijkertijd broedeieren van pluimvee worden bebroed en de eieren uitsluitend worden geplaatst na fumigatie waarbij de schaal doeltreffend wordt ontsmet;

 

b)

monsters van alle vogelsoorten, die veilig verpakt onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteiten van een in de bijlage bedoeld land van verzending rechtstreeks naar een erkend laboratorium in een lidstaat worden gezonden met het oog op laboratoriumdiagnostiek;

 

c)

producten van de bedoelde soorten, die voldoen aan de voorwaarden van bijlage VII, hoofdstuk II, onder C, hoofdstuk III, onder C, hoofdstuk IV, onder B, hoofdstuk VI, onder C, en hoofdstuk X, onder B, en bijlage VIII, hoofdstuk II, onder C, hoofdstuk III, punt II, onder B, hoofdstuk VII, onder A, punt 1, onder a), hoofdstuk VII, onder B, punt 5, en hoofdstuk X, bij Verordening (EG) nr. 1774/2002;

 

d)

producten van de bedoelde soorten waarvoor overeenkomstig de communautaire wetgeving geen veterinairrechtelijke voorschriften gelden of waarvoor geen verboden of beperkingen om redenen van diergezondheid gelden, met inbegrip van de in hoofdstuk III, deel III, van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1774/2002 bedoelde producten, voorzover het gemineraliseerde guano betreft uit landen die de laatste twaalf maanden geen melding gedaan hebben van de aanwezigheid van hoogpathogene aviaire influenza veroorzaakt door het influenza A-virus, subtype H5N1.”.

 

2)

In artikel 6 wordt de datum „30 november 2005” vervangen door „31 januari 2006”.

Artikel 3

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen en zij maken die maatregelen bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 november 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE

Bijlage I bij Beschikking 2005/759/EG wordt vervangen door:

„BIJLAGE I

DEEL A

Lidstaten van de OIE die ressorteren onder de volgende regionale commissies van de OIE, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a):

DEEL B

Lidstaten van de OIE die ressorteren onder de volgende regionale commissies van de OIE, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b):

 

Afrika

 

Noord-, Midden- en Zuid-Amerika

 

Azië, Verre Oosten en Oceanië

 

Europa, met uitzondering van de in artikel 3 genoemde landen

 

Midden-Oosten.”.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.