Besluit 2005/928 - Harmonisatie van de frequentieband 169, 4-169, 8125 MHz in de EG

1.

Wettekst

27.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 344/47

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 2005

inzake de harmonisatie van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz in de Gemeenschap

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 5503)

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/928/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 90/544/EEG van de Raad van 9 oktober 1990 inzake de voor de gecoördineerde invoering in de Gemeenschap van de pan-Europese openbare semafoondienst te land bestemde frequentiebanden (ERMES-richtlijn) (2) is ingetrokken op 27 december 2005 bij Richtlijn 2005/82/EG van het Europees Parlement en de Raad (3). Krachtens deze richtlijn moesten de lidstaten in het radiofrequentiebereik 169,4 tot 169,8 MHz vier kanalen aanwijzen voor de pan-Europese openbare semafoondienst te land (hierna „ERMES” te noemen) en verzekeren dat ERMES-diensten zo spoedig mogelijk, naar gelang van de commerciële vraag, de gehele band van 169,4 tot 169,8 MHz zouden gaan bezetten.

 

(2)

In de Gemeenschap wordt de frequentieband van 169,4 tot 169,8 MHz voor ERMES veel minder vaak of zelfs in het geheel niet meer gebruikt, zodat de toepassing van deze frequentieband niet efficiënt is en deze beter voor andere communautaire beleidsbehoeften zou kunnen worden bestemd.

 

(3)

Krachtens artikel 4, lid 2, van de Radiospectrumbeschikking, heeft de Commissie op 7 juli 2003 een mandaat verleend aan de Europese Conferentie van PTT-administraties (hierna „de CEPT” te noemen) om informatie te verzamelen over de huidige en mogelijke toekomstige toepassingen van de frequentieband van 169,4 tot 169,8 MHz, om een lijst van alternatieve opties voor het gebruik van deze radiospectrumband op te stellen, met speciale aandacht voor die welke niet enkel met traditionele elektronische communicatie verband houden. De CEPT is gevraagd voor iedere mogelijke toepassing na te gaan of deze en andere toepassingen naast elkaar kunnen bestaan en de mogelijkheid van alternatieve radiospectrumbanden te bekijken, zulks in overeenstemming met de beginselen van de kaderrichtlijn. De spectrumband in kwestie, die reeds gedeeltelijk geharmoniseerd is, leent zich voor bepaalde toepassingen in verband met de totstandbrenging en werking van de interne markt in een aantal communautaire beleidssectoren, waarvan sommige waarschijnlijk voor gehandicapten van nut zullen zijn of van pas zullen komen bij de samenwerking in de Europese Unie op het vlak van justitie en binnenlandse zaken.

 

(4)

Op grond van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (4) dienen de lidstaten ter bevordering van de belangen van de burgers van de Europese Unie onder meer te voorzien in de behoeften van specifieke maatschappelijke groepen, in het bijzonder slechthorenden en mensen die dringend hulp behoeven.

 

(5)

Zich baserend op technische onderzoeken en de vergaarde informatie bevestigde de CEPT dat er ondanks de vaststelling van Richtlijn 90/544/EEG slechts in zeer beperkte mate voor ERMES-doeleinden van deze frequentieband gebruik is gemaakt en dat de behoefte aan semafoondiensten in Europa is veranderd doordat deze thans functioneel zijn vervangen door andere technologieën, zoals short messaging systems (SMS) via GSM.

 

(6)

De indeling van het frequentiebereik 169,4 tot 169,8 MHz voor ERMES-toepassingen zou in de Gemeenschap derhalve moeten worden gewijzigd om een efficiënter gebruik van deze radiospectrumband te verzekeren, en tegelijk het geharmoniseerde karakter ervan intact te laten.

 

(7)

In overeenstemming met het haar verleende mandaat kwam de CEPT met een nieuw frequentieplan en een kanaalindeling waarmee zes typen voorkeurstoepassingen in het frequentiebereik 169,4 tot 169,8125 MHz kunnen worden ondergebracht en er aan verscheidene communautaire beleidsbehoeften kan worden voldaan. Deze behoeften betreffen onder andere het gebruik van gehoorapparaten door slechthorenden, voor wie een geharmoniseerde radiospectrumband in de Gemeenschap het reizen tussen de lidstaten zou vergemakkelijken en, dankzij schaalvoordelen, een prijsverlaging zou inhouden voor de door hen benodigde apparaten; de ontwikkeling van de interne markt voor socialealarmeringsapparaten, waarmee ouderen en gehandicapten in noodgevallen om hulp kunnen vragen, apparatuur voor het opsporen van gestolen goederen overal in de Gemeenschap, meteropnamesystemen voor nutsbedrijven en bestaande semafoonsystemen als ERMES, alsmede particuliere mobiele radiosystemen (PMR) voor tijdelijk gebruik, als communicatiehulpmiddel bij speciale tijdelijke gebeurtenissen die van enkele dagen tot enkele maanden kunnen variëren.

 

(8)

De resultaten van het aan de CEPT verstrekte mandaat, die door de Commissie als bevredigend worden beschouwd, zouden overal in de Gemeenschap toepassing moeten vinden en door de lidstaten moeten worden geïmplementeerd. De overige ERMES- en/of PMR-vergunningen die niet in overeenstemming met het nieuwe frequentieplan en de nieuwe kanaalindeling zijn, zouden ongemoeid moeten worden gelaten totdat zij verlopen zijn of totdat de ERMES- en/of PMR-toepassingen zonder buitensporige lasten naar de geëigende radiospectrumbanden kunnen worden overgebracht.

 

(9)

Bij de toewijzing van bandbreedte in het radiospectrum zou steeds het minst belastende vergunningsstelsel moeten worden gehanteerd, zulks in overeenstemming met Richtlijn 2002/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 betreffende de machtiging voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Machtigingsrichtlijn) (5), onder meer zonder individuele gebruiksrechten.

 

(10)

Onverminderd het feit dat de spectrumbehoeften van specifieke beleidssectoren exclusieve frequentietoewijzingen kunnen vereisen, doet men er in het algemeen goed aan de voorgestelde toewijzingen voor radiospectrumbanden zo generiek mogelijk te houden en het gebruik hiervan dus alleen te laten bepalen door de vaststelling van specifieke gebruiksrestricties, zoals de belastingsgraad of vermogensniveaus, en door middel van geharmoniseerde normen als erkend in Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (6) te verzekeren dat toepassingen van apparatuur in het toegewezen radiospectrumbereik waarbij schadelijke interferenties ontstaan tot een minimum worden beperkt.

 

(11)

De coördinatie van kanalen in het voor hoogvermogentoepassingen bestemde gedeelte van het frequentiebereik 169,4-169,8125 MHz tussen buurlanden dient door middel van bi- of multilaterale overeenkomsten te worden verzekerd.

 

(12)

Om ook op langere termijn een doeltreffend gebruik van het frequentiebereik 169,4-169,8125 MHz te garanderen, zouden de autoriteiten verder moeten gaan met op een vergroting van de efficiëntie gerichte studies, vooral met betrekking tot het gebruik van de geïdentificeerde beschermingsband („guard band”).

 

(13)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Onderwerp

Deze beschikking betreft de harmonisatie van de voorwaarden voor de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz van het radiospectrum in de Gemeenschap.

Artikel 2

Definities

In deze beschikking wordt verstaan onder

 

a)

„gehoorapparaat”: een radiocommunicatiesysteem dat meestal één of meer radiozenders en één of meer radio-ontvangers bevat en waarmee slechthorenden hun gehoorvermogen kunnen verbeteren;

 

b)

„sociale alarmering”: een betrouwbaar radiocommunicatiesysteem en -netwerk, met inbegrip van draagbare apparatuur, waarmee een persoon in nood binnen een beperkt gebied met behulp van een eenvoudige handeling een verzoek om hulp kan uitzenden;

 

c)

„meteropnamesysteem”: een systeem waarmee met behulp van radiocommunicatieapparatuur toezicht, meting en besturing van nutssystemen op afstand mogelijk is;

 

d)

„opsporings- en goederenvolgsysteem”: een systeem waarmee goederen kunnen worden gevolgd en opgespoord, zodat ze kunnen worden teruggevonden, en dat in het algemeen bestaat uit een op het te beschermen goed aangebrachte radiozender plus een ontvanger en eventueel ook een alarm;

 

e)

„semafoonsysteem”: een systeem waarmee een éénrichtingsradioverbinding tot stand wordt gebracht tussen de zender en de ontvanger en dat gebruikmaakt van een basisstation en een mobiele ontvanger;

 

f)

„particuliere mobiele radiocommunicatie (PMR)”: een landmobiele communicatiedienst die gebruikmaakt van simplex-, halfduplex- en eventueel volledige duplexmodi op eindapparatuurniveau voor communicatie binnen een gesloten gebruikersgroep.

Artikel 3

Geharmoniseerde toepassingen

  • 1. 
    De frequentieband 169,4-169,8125 MHz wordt verdeeld in een laagvermogensdeel en een hoogvermogensdeel. Het frequentieplan en de kanaalindeling daarvan worden neergelegd in de bijlage bij deze beschikking.
  • 2. 
    Het laagvermogensdeel van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz dient voor de volgende preferentiële toepassingen:
 

a)

exclusief gebruik voor gehoorapparaten;

 

b)

exclusief gebruik voor sociale alarmering;

 

c)

niet-exclusief gebruik voor meteropnamesystemen;

 

d)

niet-exclusief gebruik voor laagvermogenzenders voor opsporings- en goederenvolgsystemen.

  • 3. 
    Het hoogvermogensdeel van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz dient voor de volgende voorkeurstoepassingen:
 

a)

hoogvermogenzenders voor opsporings- en goederenvolgsystemen;

 

b)

bestaande semafoonsystemen of semafoonsystemen die overkomen van andere kanalen in de radiospectrumband.

  • 4. 
    Alternatieve toepassingen voor de frequentieband 169,4-169,8125 MHz kunnen worden geïmplementeerd op voorwaarde dat zij geen beperking vormen voor de geharmoniseerde implementatie van de voorkeurstoepassingen. Deze alternatieve toepassingen zijn:
 

a)

gehoorapparaten voor het niet-exclusieve laagvermogensdeel van de radiospectrumband;

 

b)

opsporingssystemen, semafoonsystemen, tijdelijk gebruik of particuliere mobiele radiocommunicatie op nationale basis in het hoogvermogensdeel van de band.

  • 5. 
    Het maximaal uitgestraalde vermogen in het laagvermogensdeel van de radiospectrumband 169,4-169,8125 MHz is beperkt tot 0,5 watt effectief uitgestraald vermogen (e.r.p.). De maximale belastingsgraad voor de meteropnamesystemen en opsporings- en goederenvolgsystemen in het laagvermogensdeel van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz dient respectievelijk minder dan 10 % en 1 % te zijn.
  • 6. 
    Het gebruik van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz door semafoonsystemen en particuliere mobiele radiocommunicatie dat op de datum van bekendmaking van deze beschikking is toegestaan en dat niet in overeenstemming is met artikel 3, leden 1 tot 5, kan doorgaan zolang als de op de datum van bekendmaking van deze beschikking bestaande vergunningen voor dergelijke diensten geldig blijven.

Artikel 4

Toepassing van artikel 3

Artikel 3 is van toepassing vanaf 27 december 2005.

Artikel 5

Toezicht

De lidstaten houden toezicht op het gebruik van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz om het efficiënte gebruik daarvan te verzekeren en delen hun bevindingen dienaangaande mee aan de Commissie.

Artikel 6

Adressaten

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 december 2005.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE

Frequentieplan voor de radiospectrumband 169,4-169,8125 MHz

 

Laagvermogenstoepassingen

„Guardband”

Hoogvermogenstoepassingen

Specifieke laagvermogenstoepassingen

Sociale alarmering

Gehoorapparaten

Sociale alarmering

Opsporings- en volg systeem

Semafoon

Semafoon

Semafoon

Opsporings- en volg systeem

Opsporings- en volg systeem

Semafoonsysteem

Opsporings- en volg systeem

Gehoorapparaten

Exclusief gebruik

Deze kanalen kunnen op nationale basis worden gebruikt voor hoogvermogenstoepassingen zoals semafoon, opsporing, tijdelijk gebruik of PMR.

12,5

12,5

50

12,5

12,5 (1)

1a

1b

2a

2b

3a

3b

4a

4b + 5 + 6a

6b + 7 + 8a

8b

9a

9b

10a

10b

11a

11b

12a

12b

13a

13b

14a

14b

15a

15b

16a

16b

Legenda

1e rij: categorie van de toepassing, d.w.z. laagvermogenstoepassingen of hoogvermogenstoepassingen.

2e rij: voorkeurstoepassingen:

 

Specifieke laagvermogenstoepassingen: zie artikel 3, lid 2, onder c) en d).

 

Sociale alarmering: zie artikel 3, lid 2, onder b).

 

Gehoorapparaten: zie artikel 3, lid 2, onder a).

 

Opsporings- en volgsysteem (hoogvermogensdeel): zie artikel 3, lid 3, onder a).

 

Semafoonsysteem: zie artikel 3, lid 3, onder b).

3e rij: alternatieve toepassingen: zie artikel 3, lid 4.

4e en 5e rij: kanaalindeling (in kHz) en kanaalnummer.

Kanaalindeling voor de frequentieband 169,4-169,8125 MHz

 

12,5 kHz bandbreedte

25 kHz bandbreedte

50 kHz bandbreedte

Kanaalnummer

Centrale frequentie

Kanaalnummer

Centrale frequentie

Kanaalnummer

Centrale frequentie

1a

169,406250

1

169,412500

   

1b

169,418750

„0”

169,437500

2a

169,431250

2

169,437500

2b

169,443750

3a

169,456250

3

169,462500

3b

169,468750

   

4a

169,481250

4

169,487500

4b

169,493750

„1”

169,512500

5a

169,506250

5

169,512500

5b

169,518750

6a

169,531250

6

169,537500

6b

169,543750

„2”

169,562500

7a

169,556250

7

169,562500

7b

169,568750

8a

169,581250

8

169,587500

8b

169,593750

   

12,5 kHz „guard band”

9a

169,618750

9

169,62500

9b

169,631250

10a

169,643750

10

169,65000

10b

169,656250

11a

169,668750

11

169,67500

11b

169,681250

12a

169,693750

12

169,70000

12b

169,706250

13a

169,718750

13

169,72500

13b

169,731250

14a

169,743750

14

169,75000

14b

169,756250

15a

169,768750

15

169,77500

15b

169,781250

16a

169,793750

16

169,80000

16b

169,806250

 

  • (1) 
    Wegens de mogelijkheid om ieder hoogvermogenskanaal voor de tijdelijke toepassingen te gebruiken. Om grenscoördinatie te vergemakkelijken, moeten de systemen die 25 kHz-kanalen gebruiken echter de kanaalindeling in acht nemen die begint vanaf de onderrand van kanaal 9.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.