Richtlijn 2005/31 - Wijziging van Richtlijn 84/500/EEG wat betreft een verklaring van overeenstemming en prestatiecriteria voor de analysemethode voor keramische voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

1.

Wettekst

30.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 110/36

 

RICHTLIJN 2005/31/EG VAN DE COMMISSIE

van 29 april 2005

tot wijziging van Richtlijn 84/500/EEG van de Raad wat betreft een verklaring van overeenstemming en prestatiecriteria voor de analysemethode voor keramische voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG van de Commissie en 89/109/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 84/500/EEG van de Raad van 15 oktober 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake keramische voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (2) is een bijzondere maatregel in de zin van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1935/2004 en betreft het eventueel afgeven van lood en cadmium door keramische voorwerpen die bestemd zijn om als eindproduct met levensmiddelen in aanraking te komen of die daarmee overeenkomstig hun bestemming in aanraking komen.

 

(2)

Krachtens artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1935/2004 moet in de bijzondere maatregelen worden bepaald dat de materialen en voorwerpen waarvoor de maatregelen gelden, vergezeld moeten gaan van een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat zij aan de desbetreffende voorschriften voldoen.

 

(3)

Deze verplichting is nog niet in Richtlijn 84/500/EEG opgenomen. Zij moet worden vastgesteld voor alle keramische voorwerpen die nog niet met levensmiddelen in aanraking zijn gebracht, om deze voorwerpen duidelijk van siervoorwerpen te onderscheiden.

 

(4)

De nationale bevoegde autoriteiten moeten toegang hebben tot documenten waaruit blijkt dat de keramische voorwerpen aan de lood- en cadmiummigratielimieten voldoen. De fabrikant of de importeur in de Gemeenschap moet hun daarom op verzoek de analysegegevens verstrekken.

 

(5)

Richtlijn 84/500/EEG schrijft een analysemethode voor lood en cadmium voor. Er is op dit gebied technische vooruitgang geboekt en de methode in die richtlijn is slechts een van diverse mogelijke methoden. In de onderhavige richtlijn moet rekening worden gehouden met de technische vooruitgang en moet voor de analysemethode een reeks prestatiecriteria worden vastgesteld, met inachtneming van Richtlijn 2001/22/EG van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op de maximumgehalten aan lood, cadmium, kwik en 3-MCPD in levensmiddelen (3).

 

(6)

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel is het, ter verwezenlijking van de fundamentele doelstelling van vrij verkeer van keramische voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen, noodzakelijk en passend regels voor de handhaving van Richtlijn 84/500/EEG vast te stellen. Deze richtlijn gaat overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag niet verder dan nodig is om de doelstellingen te verwezenlijken.

 

(7)

Richtlijn 84/500/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(8)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 84/500/EEG wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Het volgende artikel 2 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 2 bis

  • 1. 
    In elk handelsstadium tot en met het detailhandelsstadium gaan keramische voorwerpen die nog niet met levensmiddelen in aanraking zijn gebracht, vergezeld van een schriftelijke verklaring zoals bedoeld in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad (4).

Die verklaring wordt afgegeven door de fabrikant of een in de Gemeenschap gevestigde verkoper en bevat de in bijlage III bij de onderhavige richtlijn vastgestelde informatie.

  • 2. 
    De fabrikant of de importeur in de Gemeenschap van de keramische voorwerpen verstrekt de nationale bevoegde autoriteiten op verzoek documentatie waaruit blijkt dat deze voorwerpen aan de lood- en cadmiummigratielimieten in artikel 2 voldoen. Deze documentatie omvat de uitslag van de uitgevoerde analyse, de testomstandigheden, alsook de naam en het adres van het testlaboratorium.
 

2)

Bijlage II wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze richtlijn.

 

3)

Als bijlage III wordt de tekst van bijlage II bij deze richtlijn opgenomen.

Artikel 2

  • 1. 
    De lidstaten dienen uiterlijk op 20 mei 2006 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen zo toe dat:

 

a)

de handel in en het gebruik van keramische voorwerpen die aan deze richtlijn voldoen vanaf 20 mei 2006 zijn toegestaan;

 

b)

de vervaardiging en de invoer in de Gemeenschap van keramische voorwerpen die niet aan deze richtlijn voldoen vanaf 20 mei 2007 zijn verboden.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 29 april 2005.

Voor de Commissie

Markos KYPRIANOU

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE I

„BIJLAGE II

ANALYSEMETHODE VOOR HET BEPALEN VAN DE MIGRATIE VAN LOOD EN CADMIUM

  • 1. 
    Doel en toepassingsgebied

Met deze methode kan de specifieke migratie van lood en cadmium worden bepaald.

  • 2. 
    Principe

De specifieke migratie van lood en cadmium wordt bepaald aan de hand van een instrumentele analysemethode die voldoet aan de prestatiecriteria in punt 4.

  • 3. 
    Reagentia
 

Alle reagentia moeten analytisch zuiver zijn, tenzij iets anders is aangegeven.

 

Onder „water” wordt hier gedestilleerd water (of water van gelijkwaardige kwaliteit) verstaan.

3.1.   Waterige oplossing van azijnzuur (4 % v/v)

Voeg aan water 40 ml ijsazijn toe en leng aan tot 1 000 ml.

3.2.   Voorraadoplossingen

Bereid voorraadoplossingen van 1 000 mg/l lood en ten minste 500 mg/l cadmium in azijnzuur 4 %, zoals bedoeld in punt 3.1.

  • 4. 
    Prestatiecriteria voor de instrumentele analysemethode
 

4.1.

De aantoonbaarheidsgrens mag niet hoger liggen dan:

 

0,1 mg/l voor lood,

 

0,01 mg/l voor cadmium.

De aantoonbaarheidsgrens is hier de concentratie van het element in azijnzuur 4 %, zoals bedoeld in punt 3.1, dat een signaal van tweemaal de ruis van het meetinstrument oplevert.

 

4.2.

De bepaalbaarheidsgrens mag niet hoger liggen dan:

 

0,2 mg/l voor lood,

 

0,02 mg/l voor cadmium.

 

4.3.

Terugvinding. Wanneer aan het azijnzuur 4 %, zoals bedoeld in punt 3.1, lood of cadmium wordt toegevoegd, moet daarvan 80-120 % worden teruggevonden.

 

4.4.

Specificiteit. De analysemethode moet vrij zijn van spectrale en matrixinterferentie.

  • 5. 
    Methode

5.1.   Bereiding van het monster

Het monster moet schoon zijn en vrij van vet en andere stoffen die de testuitslag kunnen beïnvloeden.

Was het monster in afwasmiddeloplossing bij ongeveer 40 °C. Spoel het eerst met leidingwater en daarna met gedestilleerd water of water van gelijkwaardige kwaliteit. Laat het water weglopen en droog het monster zonder het te verontreinigen. Raak het te testen oppervlak na de reiniging niet meer aan.

5.2.   Bepaling van lood en/of cadmium

 

Test het aldus bereide monster overeenkomstig de voorschriften in bijlage I.

 

Homogeniseer de inhoud van het monster met een geschikte methode waarmee geen oplossing verloren gaat en het te testen oppervlak niet wordt afgeschuurd. Voer pas daarna de bepaling van lood en/of cadmium uit op de testoplossing.

 

Voer ook een blancobepaling uit op het reagens voor elke reeks bepalingen.

 

Voer de bepaling van lood en/of cadmium uit in geschikte omstandigheden.”

 

BIJLAGE II

„BIJLAGE III

VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING

De in artikel 2 bis, lid 1, bedoelde schriftelijke verklaring bevat de volgende informatie:

 

1)

naam en adres van het bedrijf dat het afgewerkte keramische voorwerp vervaardigt, en van de importeur die het in de Gemeenschap invoert;

 

2)

een omschrijving van het keramische voorwerp;

 

3)

de datum van de verklaring;

 

4)

de bevestiging dat het keramische voorwerp aan de voorschriften in deze richtlijn en in Verordening (EG) nr. 1935/2004 voldoet.

De schriftelijke verklaring maakt een eenvoudige identificatie mogelijk van de voorwerpen waarvoor zij geldt. Wanneer substantiële productiewijzigingen de migratie van lood en cadmium wijzigen, is een nieuwe verklaring nodig.”

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.