Verordening 2005/285 - Overgangsmaatregelen in verband met de goedkeuring van een verbeterde handelsregeling voor de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Zwitserland en Liechtenstein

1.

Wettekst

19.2.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 48/12

 

VERORDENING (EG) Nr. 285/2005 VAN DE COMMISSIE

van 18 februari 2005

tot vaststelling van overgangsmaatregelen in verband met de goedkeuring van een verbeterde handelsregeling voor de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Zwitserland en Liechtenstein

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 (2), die in oktober 2004 werd ondertekend, is ingevolge Besluit 2005/45/EG van de Raad van 22 december 2004 betreffende het sluiten en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat tot wijziging van de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972, wat de bepalingen betreffende verwerkte landbouwproducten betreft (3), vanaf 1 februari 2005 op voorlopige basis van toepassing.

 

(2)

Ingevolge Besluit 2005/45/EG komen bepaalde goederen waarvoor marktdeelnemers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1520/2000 van de Commissie van 13 juli 2000 tot vaststelling van de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor de regeling aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwproducten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage I van het verdrag vallen restitutiecertificaten hebben aangevraagd (4), vanaf 1 februari 2005 bij uitvoer naar Zwitserland of Liechtenstein niet meer voor een restitutie in aanmerking.

 

(3)

Het moet worden toegestaan het bedrag van de restitutiecertificaten te verlagen en de zekerheid voor de restitutiecertificaten pro rata vrij te geven wanneer marktdeelnemers ten genoegen van de bevoegde nationale instantie kunnen aantonen dat Besluit 2005/45/EG van invloed was op hun restitutieaanvragen. Bij haar beoordeling van verzoeken om verlaging van het bedrag van het restitutiecertificaat en een proportionele vrijgave van de zekerheid daarvoor moet de bevoegde nationale instantie bij twijfel in het bijzonder rekening houden met de documenten die worden genoemd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4045/89 van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw en houdende intrekking van Richtlijn 77/435/EEG (5), zonder dat hierbij de toepassing van de andere bepalingen van die verordening in het gedrang mag komen.

 

(4)

Om administratieve redenen is het dienstig te bepalen dat verzoeken om verlaging van het bedrag van het restitutiecertificaat en vrijgave van de zekerheid binnen een korte periode moeten worden gedaan en dat de bedragen waarvoor verlaging geaccepteerd is, tijdig ter kennis van de Commissie moeten worden gebracht, zodat hiermee rekening kan worden gehouden bij de vaststelling van het bedrag waarvoor ingevolge Verordening (EG) nr. 1520/2000 restitutiecertificaten voor gebruik vanaf 1 april 2005 zullen worden uitgegeven.

 

(5)

Aangezien de maatregelen van Besluit 2005/45/EG vanaf 1 februari 2005 van toepassing zullen zijn, moet deze verordening vanaf die datum van toepassing zijn en onmiddellijk in werking treden.

 

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I bij het verdrag vallen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het bedrag van de restitutiecertificaten die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1520/2000 zijn afgegeven voor de uitvoer van goederen waarvoor ingevolge Besluit 2005/45/EG de uitvoerrestituties zijn afgeschaft, kan op verzoek van de belanghebbende partij onder de in lid 2 genoemde voorwaarden worden verlaagd.
  • 2. 
    Om voor verlaging van het bedrag van het restitutiecertificaat in aanmerking te komen, moeten de in lid 1 bedoelde certificaten vóór 1 februari 2005 zijn aangevraagd en moet hun geldigheidsduur na 31 januari 2005 aflopen.
  • 3. 
    Het bedrag van het certificaat wordt verlaagd met het bedrag waarvoor de betrokkene ten genoegen van de bevoegde nationale instantie aantoont dat hij na 1 februari 2005 geen uitvoerrestituties kan aanvragen.

Bij twijfel houden de bevoegde instanties bij hun beoordeling in het bijzonder rekening met de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 4045/89 bedoelde handelsdocumenten.

  • 4. 
    De zekerheid terzake wordt vrijgegeven naar rata van de verlaging.

Artikel 2

  • 1. 
    Om voor de in artikel 1 bedoelde regeling in aanmerking te komen moet de bevoegde nationale instantie de verzoeken uiterlijk op 7 maart 2005 in haar bezit hebben.
  • 2. 
    De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 14 maart 2005 in kennis van de bedragen die overeenkomstig artikel 1, lid 3, van deze verordening zijn verlaagd. Bij de vaststelling van het bedrag waarvoor ingevolge artikel 8, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1520/2000 restitutiecertificaten voor gebruik vanaf 1 april 2005 worden uitgegeven, wordt rekening gehouden met de medegedeelde bedragen.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2005.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vice-voorzitter

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.