Besluit 2007/344 - Geharmoniseerde beschikbaarheid van informatie over spectrumgebruik in de EG

1.

Wettekst

17.5.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 129/67

 

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 16 mei 2007

inzake de geharmoniseerde beschikbaarheid van informatie over spectrumgebruik in de Gemeenschap

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2007) 2085)

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/344/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Beschikking nr. 676/2002/EG (Radiospectrumbeschikking) bepaalt dat de lidstaten ervoor zorgen dat hun nationale radiofrequentietoewijzingstabel en informatie over rechten, voorwaarden, procedures, bijdragen en heffingen met betrekking tot het gebruik van het radiospectrum bekend worden gemaakt, indien die informatie relevant is om het in artikel 1 van die beschikking omschreven doel te bereiken. Zij zorgen er tevens voor dat deze informatie actueel wordt gehouden en treffen maatregelen om passende gegevensbanken te ontwikkelen waarmee deze informatie beschikbaar kan worden gesteld voor het publiek, in voorkomend geval in overeenstemming met de desbetreffende krachtens artikel 4 van die beschikking getroffen harmonisatiemaatregelen.

 

(2)

Uit een in opdracht van de Commissie uitgevoerde studie (2) bleek dat ondanks eerdere inspanningen, de informatie over het gebruik van spectrum die door de lidstaten aan het publiek beschikbaar wordt gesteld, nog steeds verschillen vertoont wat betreft de gedetailleerdheid, het formaat, de toegankelijkheid en de frequentie waarmee zij wordt bijgewerkt. Dergelijke verschillen kunnen gevolgen hebben voor het bedrijfsleven, de investeringsplannen en de besluitvorming in de context van een interne markt voor producten en diensten, alsmede voor de productie. Informatie over voorwaarden voor spectrumgebruik kan de participatie van kleine en middelgrote ondernemingen verder vergemakkelijken en de duurzame groei van de elektronische communicatiesector in het algemeen onrechtstreeks steunen.

 

(3)

De beschikbaarheid van passende informatie is van fundamenteel belang voor een betere regelgeving. Om overbodige beperkende maatregelen te kunnen schrappen en de handel in radiospectrumgebruiksrechten te kunnen invoeren is duidelijke, betrouwbare en actuele informatie over het reële gebruik nodig.

 

(4)

Met behulp van een centraal informatiepunt zou op eenvoudige wijze toegang kunnen worden verleend tot een gebruiksvriendelijk aanbod van spectruminformatie in de hele Gemeenschap. Deze informatie zou met het oog op de doelmatigheid in een geharmoniseerd formaat moeten worden aangeboden en voor alle lidstaten inhoudelijk gelijk moeten zijn en door de nationale databanken middels moderne automatische uploadfaciliteiten moeten kunnen worden verzonden, zodat geen extra personele middelen nodig zijn om nationale gegevens in het centrale informatiepunt in te voeren.

 

(5)

De lidstaten en het bedrijfsleven zijn het er in grote lijnen over eens dat gebruik moet worden gemaakt van het systeem dat is opgezet door het Europees Bureau voor Radiocommunicatie (ERO — European Radiocommunications Office) (3). Met dit ERO frequentie-informatiesysteem (EFIS — ERO Frequency Information System), dat door het publiek op het internet kan worden geraadpleegd, kan officiële spectruminformatie in Europa worden opgezocht en worden vergeleken, voor zover deze informatie door de nationale overheden is ingevoerd. Dit systeem zou door alle lidstaten moeten worden gebruikt.

 

(6)

Op 8 december 2005 gaf de Commissie de Europese Conferentie van de PTT-administraties (CEPT — European Conference of Postal and Telecommunications Administrations) een mandaat met betrekking tot het gebruik van het EFIS voor de publicatie van informatie en de toegang tot spectruminformatie binnen de Gemeenschap. De definitieve resultaten van dit onderzoek zijn door de CEPT bekendgemaakt en vastgesteld werd dat het gebruik van het EFIS als gemeenschappelijk informatieportaal in de Europese Gemeenschap haalbaar is, overeenkomstig de doelstellingen van het mandaat. Op 5 oktober 2006 aanvaardde het Radiospectrumcomité het eindverslag van de CEPT en bevestigde de in het mandaat vermelde doelstellingen. De resultaten van het mandaat zouden in de Gemeenschap moeten worden toegepast.

 

(7)

Een Europees spectruminformatieportaal zou niet in de plaats komen van nationale spectrumdatabanken maar deze aanvullen met als meerwaarde dat door middel van een centraal informatiepunt op Europees niveau informatie kan worden opgezocht en vergeleken, uitgaande van informatie die overeenkomstig een gemeenschappelijk formaat en met dezelfde gedetailleerdheid is verstrekt.

 

(8)

Het bij Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (4) (R & TTE-richtlijn) opgerichte Comité voor overeenstemmingsbeoordeling en markttoezicht inzake telecommunicatie (TCAM — Telecommunications Conformity Assessment and Market Surveillance Committee) heeft reeds pogingen ondernomen om de presentatie van ether-interfacespecificaties te harmoniseren. Deze voorwaarden zijn relevant voor artikel 5 van de Radiospectrumbeschikking en worden als zodanig beschouwd als belangrijke informatie voor het publiek die door alle lidstaten beschikbaar zou moeten worden gesteld.

 

(9)

Het verstrekken van informatie inzake gebruiksrechten vergt wellicht een bijzondere inspanning van de lidstaten maar is tevens van groot belang voor een transparant en doelmatig op de markt gebaseerd beleid. Voorts zouden de lidstaten extra tijd nodig kunnen hebben om te voldoen aan de eisen die gelden voor het beschikbaar stellen van dit soort informatie.

 

(10)

Eenvoudige toegang tot informatie zou moeten worden gewaarborgd voor alle belanghebbenden, op voorwaarde dat de communautaire voorschriften inzake de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie in acht worden genomen met name wat de bepalingen betreft van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (5).

 

(11)

Dit besluit dient te worden uitgevoerd en toegepast met inachtneming van de beginselen en de eisen inzake de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6) en in overeenstemming met Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (7).

 

(12)

De doelmatigheid van het EFIS voor de lidstaten en het publiek zou periodiek moeten worden geëvalueerd om ervoor te zorgen dat de in het mandaat opgenomen doelstellingen doelmatig worden verwezenlijkt.

 

(13)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrum comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Deze beschikking beoogt de beschikbaarheid van het gebruik van radiospectrum in de Gemeenschap te harmoniseren door middel van een gemeenschappelijk informatiepunt en door het formaat en de inhoud van dergelijke informatie te harmoniseren.

Artikel 2

De lidstaten maken gebruik van het ERO Frequency Information System (EFIS) dat is opgezet door het Europees Bureau voor Radiocommunicatie (ERO) als een gemeenschappelijk toegangspunt, om via het internet vergelijkbare informatie met betrekking tot het spectrumgebruik in elke lidstaat beschikbaar te stellen.

Artikel 3

  • 1. 
    De lidstaten verstrekken het EFIS de volgende informatie over het spectrumgebruik op hun grondgebied:
 

a)

voor elke afzonderlijke frequentieband:

 

de toewijzing van diensten zoals deze gedefinieerd zijn in het reglement voor radiocommunicatie van de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU);

 

toepassingen waarbij gebruik wordt gemaakt van de in het EFIS beschikbare termen;

 

de ether-interfacespecificaties overeenkomstig het in bijlage I vermelde formaat;

 

de individuele gebruiksrechten overeenkomstig bijlage II;

 

b)

voor radiospectrum in het algemeen:

 

het nationale contactpunt dat vragen van het publiek kan beantwoorden met betrekking tot nationale spectruminformatie die niet is opgenomen in het Europese spectruminformatieportaal alsmede informatie over procedures en voorwaarden die van toepassing zijn op een eventueel geplande nationale procedure voor de toewijzing van gebruiksrechten;

 

indien beschikbaar, het nationaal spectrumbeleid en de nationale spectrumstrategie in de vorm van een verslag.

  • 2. 
    De lidstaten actualiseren de in lid 1 vermelde informatie tot 1 januari 2010 ten minste een maal per jaar en vervolgens tweemaal per jaar. Dit geschiedt via manuele invoering van gegevens via het internet of door automatische uploadfaciliteiten aan de hand van een specifiek formaat voor gegevensuitwisseling.

Artikel 4

De lidstaten delen de Commissie mede wanneer zij van mening zijn dat het EFIS niet langer de technische capaciteit, integriteit en betrouwbaarheid biedt om zijn functie als gemeenschappelijk informatiepunt te rechtvaardigen.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking op 1 januari 2008.

Het beschikbaar stellen van informatie over individuele gebruiksrechten is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 16 mei 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie

 

  • (2) 
    Study on information on the allocation, availability and use of radio spectrum in the Community, IDATE, februari 2005 (Studie over informatie over de toewijzing, de beschikbaarheid en het gebruik van radiospectrum in de Gemeenschap).
  • (3) 
    ERO is een internationale organisatie die werd opgericht bij het Verdrag tot oprichting van het Europees Bureau voor Radiocommunicatie, dat op 23 juni 1993 in Den Haag werd ondertekend.
 

BIJLAGE I

Formaat voor ether-interfacespecificaties

De lidstaten verstrekken informatie hetzij door te verwijzen naar de relevante normen hetzij door een beschrijvende tekst en eventueel vereist commentaar, met betrekking tot de volgende parameters:

 

1.

kanaaldistributie;

 

2.

modulatie/bezette bandbreedte;

 

3.

richting/scheiding;

 

4.

zendvermogen/vermogensdichtheid;

 

5.

regels voor de kanaaltoegang en bezetting van de kanalen;

 

6.

machtigingsregeling;

 

7.

aanvullende fundamentele eisen op grond van Richtlijn 1999/5/EG, artikel 3, lid 3;

 

8.

veronderstellingen wat betreft de planning van frequenties.

 

BIJLAGE II

Formaat voor informatie inzake gebruiksrecht

Informatie over gebruiksrecht kan beperkt zijn tot frequenties die gebruikt worden voor het verstrekken van elektronische communicatiediensten die overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG, artikel 9, lid 3, verhandeld kunnen worden of die verleend worden aan de hand van op mededinging gebaseerde of vergelijkende selectieprocedures overeenkomstig Richtlijn 2002/20/EG.

Voor de relevante frequenties verstrekken de lidstaten overeenkomstig de eisen van Richtlijn 95/46/EG en Richtlijn 2002/58/EG en communautaire en nationale voorschriften inzake vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, de volgende informatie:

 

1.

de identiteit van de houder van het frequentiegebruiksrecht;

 

2.

de datum waarop het recht vervalt of wanneer er geen vervaldatum is, de verwachte duur;

 

3.

de geografische geldigheid van het recht door ten minste mee te delen of het om een plaatselijk recht gaat (d.w.z. een station), een regionaal of een nationaal recht;

 

4.

het feit of het recht verhandelbaar is.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.