Besluit 2007/427 - Benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de EU in Bosnië en Herzegovina - Hoofdinhoud
20.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 159/63 |
BESLUIT 2007/427/GBVB VAN DE RAAD
van 18 juni 2007
houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 18, lid 5, in samenhang met artikel 23, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Raad heeft op 30 januari 2006 Gemeenschappelijk Optreden 2006/49/GBVB (1) vastgesteld waarbij de heer Christian Schwarz-Schilling wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina. |
(2) |
De Raad heeft op 7 februari 2007 Gemeenschappelijk Optreden 2007/87/GBVB (2) vastgesteld waarbij het mandaat van de heer Christian Schwarz-Schilling als SVEU in Bosnië en Herzegovina wordt gewijzigd en tot en met 30 juni 2007 wordt verlengd. |
(3) |
De heer Christian Schwarz-Schilling heeft de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger meegedeeld dat hij zijn mandaat, dat op 30 juni 2007 afloopt, niet wenst te verlengen. |
(4) |
Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2007/87/GBVB blijkt dat het mandaat van de SVEU tot en met 29 februari 2008 moet worden verlengd. Derhalve moet voor de resterende duur van het mandaat, van 1 juli 2007 tot en met 29 februari 2008, een nieuwe SVEU voor Bosnië en Herzegovina worden benoemd. |
(5) |
De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger heeft aanbevolen de heer Miroslav Lajčákbe te benoemen tot de nieuwe SVEU voor Bosnië en Herzegovina. |
(6) |
Artikel 49, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3) bepaalt dat een basisbesluit met name de vorm van een besluit kan hebben overeenkomstig artikel 18, lid 5, van het Verdrag. |
(7) |
De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid, uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, kan schaden, |
BESLUIT:
Artikel 1
Benoeming
De heer Miroslav Lajčákbe wordt benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Bosnië en Herzegovina voor de periode van 1 juli 2007 tot en met 29 februari 2008. Hij vervult zijn taken overeenkomstig het mandaat en de wijze van uitvoering als omschreven in Gemeenschappelijk Optreden 2007/87/GBVB.
Artikel 2
Financiering
-
1.Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 juli 2007 tot en met 29 februari 2008 bedraagt 1 530 000 EUR.
-
2.Over het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 juli 2007.
Artikel 3
Evaluatie
De SVEU legt de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger, de Raad en de Commissie uiterlijk medio november 2007 een uitvoerig verslag over de uitvoering van zijn mandaat voor.
Artikel 4
Van kracht worden
Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.
Artikel 5
Bekendmaking
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
F.-W. STEINMEIER
-
PB L 26 van 31.1.2006, blz. 21. Gemeenschappelijk Optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2006/523/GBVB (PB L 207 van 27.7.2006, blz. 30).
-
PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.