Besluit 2007/640 - 2007/640/EG: Beschikking van de Raad van 10 juli 2007 waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de EG wordt vastgesteld dat de maatregelen die Tsjechië in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn

1.

Wettekst

5.10.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 260/13

 

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 10 juli 2007

waarbij overeenkomstig artikel 104, lid 8, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap wordt vastgesteld dat de maatregelen die de Tsjechische Republiek in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft genomen, ontoereikend blijken te zijn

(2007/640/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 8,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden.

 

(2)

Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. Het stabiliteits- en groeipact omvat onder meer Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (1), die werd aangenomen om een snelle correctie van buitensporige overheidstekorten te bevorderen.

 

(3)

Bij Beschikking 2005/185/EG van de Raad (2) is na een aanbeveling van de Commissie overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag vastgesteld dat er in de Tsjechische Republiek een buitensporig tekort bestond.

 

(4)

Op 5 juli 2004 richtte de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 op basis van een aanbeveling van de Commissie de aanbeveling tot de Tsjechische autoriteiten om zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de bestaande buitensporigtekortsituatie en binnen een middellange-termijnkader maatregelen te nemen om het tekort in 2008 op geloofwaardige en duurzame wijze tot onder de 3 % van het bbp terug te dringen overeenkomstig het traject voor tekortreductie dat in het in mei 2004 door de autoriteiten ingediende en in het advies van de Raad van 5 juli 2004 (3) goedgekeurde convergentieprogramma was aangegeven, waarbij de jaarlijkse streefcijfers de volgende waren: 5,3 % van het bbp in 2004, 4,7 % van het bbp in 2005, 3,8 % van het bbp in 2006 en 3,3 % van het bbp in 2007. De Raad stelde 5 november 2004 vast als uiterste datum voor het zetten van doeltreffende stappen ten aanzien van de maatregelen die gepland waren om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen. De Tsjechische Republiek stemde ermee in om de aanbeveling openbaar te maken.

 

(5)

Na het verstrijken van de uiterste datum van 5 november 2004 stelde de Commissie in haar mededeling aan de Raad van 14 december 2004 (4) vast dat geen verdere stappen in de buitensporigtekortprocedure ten aanzien van de Tsjechische Republiek meer nodig waren, aangezien de Tsjechische regering doeltreffende stappen had gezet ten aanzien van de maatregelen die gepland waren om de tekortdoelstelling voor 2005 te halen. In het op 24 januari 2006 door de Raad goedgekeurde geactualiseerde convergentieprogramma van november 2005 werd voor 2008 een tekort van 2,7 % van het bbp genoemd.

 

(6)

De beoordeling van de maatregelen die de Tsjechische Republiek in reactie op de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, heeft genomen om het buitensporige tekort in 2008 te verhelpen, leidt tot de volgende conclusies:

 

op 15 maart 2007 heeft de Tsjechische Republiek de meest recente actualisering van het convergentieprogramma ingediend, die tot 2009 loopt. Het programma bevatte de volgende tekortprognoses: 4,0 % van het bbp voor 2007, 3,5 % van het bbp voor 2008 en 3,2 % van het bbp voor 2009. Ook bevatte het programma een aanvullende „verklaring van de nieuwe regering” dat het de bedoeling was om het nominale tekort door middel van allerlei nog onbekende beleidsmaatregelen terug te brengen tot 3,2 % van het bbp in 2008 en 2,8 % van het bbp in 2009;

 

de voorjaarsprognoses 2007 van de diensten van de Commissie, volgens welke het tekort in 2007 en 2008 bij ongewijzigd beleid uitkomt op respectievelijk 3,9 % van het bbp en 3,6 % van het bbp, bevestigen dat de streefcijfers die in de aanbeveling van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 7, voor 2007 (3,3 % van het bbp) en 2008 (onder de 3 % van het bbp) zijn vastgesteld, met het huidige beleid niet worden gehaald. Het structurele tekort (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde tekort, ongerekend eenmalige en tijdelijke maatregelen) zou in 2007 met 1 procentpunt van het bbp oplopen, dit terwijl het in 2005 en 2006 ook al was verslechterd;

 

ondanks een groei die veel forser is dan ten tijde van de aanbeveling van de Raad werd verwacht, valt het tekort over 2007 hoger uit. Dit is voornamelijk te wijten aan de stijging van de sociale uitgaven, waartoe al voor de parlementaire verkiezingen van 2006 was besloten. Daar komt nog bij dat de tekorten in de jaren daarvoor veel lager waren dan waarop in de aanbeveling van de Raad was gerekend. Dit was voornamelijk te danken aan een meevallende groei en niet zozeer aan structurele bezuinigingen.

 

(7)

Daarom luidt de conclusie dat de Tsjechische Republiek de budgettaire streefcijfers voor de jaren 2004-2006 in het in de aanbeveling van de Raad van 5 juli 2004 uitgezette consolidatietraject in positieve zin heeft overtroffen, maar dat het tekort van 2007 ruim boven het streefcijfer van de Raad ligt en het tekort van 2008 met het huidige beleid duidelijk boven de drempel van 3 % van het bbp uitkomt. De budgettaire streefcijfers van de Tsjechische autoriteiten zijn niet in overeenstemming met de aanbevelingen van de Raad om het buitensporige tekort uiterlijk in 2008 te corrigeren. Sinds de vaststelling van de aanbeveling hebben zich geen onverwachte ongunstige economische gebeurtenissen met een ernstige negatieve weerslag op de openbare financiën als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad voorgedaan. Integendeel, de economische ontwikkelingen die voor de openbare financiën van belang zijn, zijn duidelijk gunstiger geweest dan verwacht,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De maatregelen die de Tsjechische Republiek heeft genomen in reactie op de aanbeveling die de Raad op 5 juli 2004 overeenkomstig artikel 104, lid 7, van het Verdrag heeft gedaan, blijken ontoereikend te zijn om het buitensporige tekort binnen de in de aanbeveling vastgestelde termijn te verhelpen.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de Tsjechische Republiek.

Gedaan te Brussel, 10 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    SILVA
 

  • (4) 
    Communication from the Commission to the Council: The action taken by the Czech Republic, Cyprus, Malta, Poland and Slovakia in response to the Council recommendations under the excessive deficit procedure — SEC(2004) 1630 van 22.12.2004.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.