Verordening 2009/684 - Uitvoering van Verordening 2008/118/EG wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns

1.

Wettekst

29.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 197/24

 

VERORDENING (EG) Nr. 684/2009 VAN DE COMMISSIE

van 24 juli 2009

tot uitvoering van Verordening 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (1), en met name op artikel 29, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns moet gebruik worden gemaakt van een elektronisch administratief document als bedoeld in artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2008/118/EG, dat moet worden opgesteld met behulp van het geautomatiseerde systeem dat is ingesteld bij Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (2).

 

(2)

Aangezien het geautomatiseerde systeem ervoor moet zorgen dat accijnsgoederen die onder schorsing van accijns worden overgebracht, kunnen worden gevolgd en er toezicht op kan worden uitgeoefend, dienen de structuur en de inhoud van de elektronische berichten die bij dergelijke overbrengingen worden gebruikt, te worden vastgesteld.

 

(3)

Aangezien de overbrengingen onder dekking van een elektronisch administratief document moeten gebeuren, dienen met name de structuur en de inhoud van de berichten die dat document vormen, te worden vastgesteld. Het is tevens noodzakelijk de structuur en de inhoud van de berichten die het bericht van ontvangst en het bericht van uitvoer vormen, vast te stellen.

 

(4)

Krachtens Richtlijn 2008/118/EG kan een elektronisch administratief document worden geannuleerd, de bestemming van de goederen worden gewijzigd en een overbrenging van accijnsgoederen in deeltransporten worden gesplitst. Het is derhalve noodzakelijk de structuur en de inhoud van de berichten betreffende de annulering van het elektronische administratieve document, een wijziging van de bestemming en de splitsing van een overbrenging vast te stellen alsook de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de uitwisseling van berichten betreffende zulke annuleringen, bestemmingswijzigingen en splitsingen.

 

(5)

Het is noodzakelijk de structuur van de in de artikelen 26 en 27 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde papieren documenten die moeten worden gebruikt wanneer het geautomatiseerde systeem niet beschikbaar is, vast te stellen.

 

(6)

Aangezien de bij deze verordening vastgestelde voorschriften ertoe strekken de voorschriften van Verordening (EEG) nr. 2719/92 van de Commissie van 11 september 1992 betreffende het administratieve geleidedocument voor het verkeer onder schorsing van rechten van accijnsproducten (3) te vervangen, moet die verordening worden ingetrokken.

 

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Accijnscomité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden maatregelen vastgesteld betreffende:

 

a)

de structuur en de inhoud van de elektronische berichten die via het in artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geautomatiseerde systeem worden uitgewisseld met het oog op de toepassing van de artikelen 21 tot en met 25 van die richtlijn;

 

b)

de in acht te nemen voorschriften en procedures bij de uitwisseling van de onder a) bedoelde berichten;

 

c)

de structuur van de in de artikelen 26 en 27 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde papieren documenten.

Artikel 2

Verplichtingen met betrekking tot de via het geautomatiseerde systeem uitgewisselde berichten

De structuur en de inhoud van de berichten die met het oog op de toepassing van de artikelen 21 tot en met 25 van Richtlijn 2008/118/EG worden uitgewisseld, dienen te voldoen aan het bepaalde in bijlage I bij deze verordening. Wanneer in bepaalde gegevensvelden van de berichten een code moet worden ingevuld, moet gebruik worden gemaakt van de in bijlage II opgenomen codes.

Artikel 3

Formaliteiten vóór de aanvang van een overbrenging van accijnsgoederen

  • 1. 
    Het voorlopige elektronische administratieve document dat wordt ingediend overeenkomstig artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG en het elektronische administratieve document waaraan een administratieve referentiecode wordt toegekend overeenkomstig artikel 21, lid 3, derde alinea, van die richtlijn, dienen te voldoen aan het bepaalde in tabel 1 van bijlage I bij deze verordening.
  • 2. 
    Het voorlopige elektronische administratieve document mag ten vroegste zeven dagen voor de datum die op dat document als datum van verzending van de accijnsgoederen in kwestie is vermeld, worden ingediend.

Artikel 4

Annulering van het elektronische administratieve document

  • 1. 
    De afzender die het in artikel 21, lid 7, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde elektronische administratieve document wil annuleren, vult de velden van het voorlopige annuleringsbericht in en dient dit bericht bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in. Het voorlopige annuleringsbericht moet voldoen aan het bepaalde in tabel 2 van bijlage I bij deze verordening.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending verrichten een elektronische controle van de gegevens in het voorlopige annuleringsbericht.

Wanneer de gegevens in orde zijn bevonden, voegen deze autoriteiten de datum en het tijdstip waarop dat is gebeurd, aan het annuleringsbericht toe, stellen zij de afzender hiervan in kennis en sturen zij het annuleringsbericht door naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming. Wanneer de gegevens niet in orde zijn bevonden, wordt de afzender daarvan onverwijld in kennis gesteld.

  • 3. 
    Bij ontvangst van het annuleringsbericht sturen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming het annuleringsbericht door naar de geadresseerde wanneer deze een erkend entrepothouder of geregistreerd geadresseerde is.

Artikel 5

Berichten met betrekking tot een wijziging van de bestemming van een overbrenging van accijnsgoederen

  • 1. 
    De afzender die de bestemming wil wijzigen als bedoeld in artikel 21, lid 8, van Richtlijn 2008/118/EG of de bestemming later wil invullen als bedoeld in artikel 22, lid 2, van die richtlijn, vult de velden van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging in en dient dit bericht bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in. Het voorlopige bericht van bestemmingswijziging moet voldoen aan het bepaalde in tabel 3 van bijlage I bij deze verordening.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending verrichten een elektronische controle van de gegevens in het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Wanneer de gegevens in orde zijn bevonden, dienen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending:

 

a)

de datum en het tijdstip waarop dat is gebeurd, alsook een volgnummer aan het bericht van bestemmingswijziging toe te voegen en de afzender daarvan in kennis te stellen;

 

b)

het oorspronkelijke elektronische administratieve document bij te werken volgens de informatie in het bericht van bestemmingswijziging.

Wanneer de bijwerking een wijziging van de lidstaat van bestemming of een wijziging van de geadresseerde behelst, is artikel 21, leden 4 en 5, van Richtlijn 2008/118/EG van toepassing op het bijgewerkte elektronische administratieve document.

  • 3. 
    Wanneer de in lid 2, onder b), bedoelde bijwerking een wijziging van de lidstaat van bestemming behelst, sturen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending het bericht van bestemmingswijziging door naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming die in het oorspronkelijke elektronische administratieve document zijn vermeld.

Laatstgenoemde autoriteiten stellen de in het oorspronkelijke elektronische administratieve document vermelde geadresseerde in kennis van de wijziging van bestemming met behulp van de „kennisgeving van wijziging van bestemming” die moet voldoen aan het bepaalde in tabel 4 van bijlage I.

  • 4. 
    Wanneer de in lid 2, onder b), bedoelde bijwerking een wijziging van de plaats van levering als vermeld in gegevensgroep 7 van het elektronische administratieve document behelst, maar geen wijziging van de lidstaat van bestemming noch van de geadresseerde, sturen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending het bericht van bestemmingswijziging door naar de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming die in het oorspronkelijke elektronische administratieve document zijn vermeld.

Laatstgenoemde autoriteiten sturen het bericht van bestemmingswijziging door naar de geadresseerde.

  • 5. 
    Wanneer de gegevens in het voorlopige bericht van bestemmingswijziging niet in orde zijn bevonden, wordt de afzender daarvan onverwijld in kennis gesteld.
  • 6. 
    Wanneer de bijwerking van het elektronische administratieve document een nieuwe geadresseerde in dezelfde lidstaat van bestemming als in het oorspronkelijke elektronische administratieve document behelst, stellen de bevoegde autoriteiten van die lidstaat de in het oorspronkelijke elektronische administratieve document vermelde geadresseerde in kennis van de wijziging van de bestemming met behulp van de „kennisgeving van wijziging van bestemming” die moet voldoen aan het bepaalde in tabel 4 van bijlage I.

Artikel 6

Berichten met betrekking tot de splitsing van een overbrenging van accijnsgoederen

  • 1. 
    De afzender die een overbrenging van accijnsgoederen wil splitsen als bedoeld in artikel 23 van Richtlijn 2008/118/EG, vult de velden van het voorlopige bericht van splitsing in voor elke bestemming en dient dit bericht bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in. Het voorlopige bericht van splitsing moet voldoen aan het bepaalde in tabel 5 van bijlage I bij deze verordening.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending verrichten een elektronische controle van de gegevens in het voorlopige bericht van splitsing.

Wanneer de gegevens in orde zijn bevonden, dienen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending:

 

a)

voor elke bestemming een nieuw elektronisch administratief document aan te maken ter vervanging van het oorspronkelijke elektronische administratieve document;

 

b)

voor het oorspronkelijke elektronische administratieve document een „kennisgeving van splitsing” aan te maken, die moet voldoen aan het bepaalde in tabel 4 van bijlage I bij deze verordening;

 

c)

de kennisgeving van splitsing te zenden naar de afzender en de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming die in het oorspronkelijke elektronische administratieve document zijn vermeld.

Artikel 21, lid 3, derde alinea, en artikel 21, leden 4, 5 en 6, van Richtlijn 2008/118/EG zijn van toepassing op ieder nieuw elektronisch administratief document als bedoeld onder a).

  • 3. 
    De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming die in het oorspronkelijke elektronische administratieve document zijn vermeld, sturen de kennisgeving van splitsing door naar de geadresseerde die in het oorspronkelijke elektronische administratieve document is vermeld, wanneer deze een erkend entrepothouder of geregistreerd geadresseerde is.
  • 4. 
    Wanneer de gegevens in het voorlopige bericht van splitsing niet in orde zijn bevonden, wordt de afzender daarvan onverwijld in kennis gesteld.

Artikel 7

Formaliteiten bij de beëindiging van een overbrenging van accijnsgoederen

Het overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2008/118/EG ingediende bericht van ontvangst en het overeenkomstig artikel 25 van die richtlijn ingediende bericht van uitvoer moeten voldoen aan het bepaalde in tabel 6 van bijlage I bij deze verordening.

Artikel 8

Noodprocedures

  • 1. 
    Het in artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde papieren document wordt het „Nooddocument ten geleide van overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns” genoemd. De vereiste gegevens worden weergegeven in de vorm van gegevenselementen, die op dezelfde wijze als in het elektronische administratieve document worden uitgedrukt. Alle gegevenselementen alsook de gegevensgroepen en -subgroepen waartoe zij behoren, worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters in de kolommen A en B van tabel 1 van bijlage I bij deze verordening.
  • 2. 
    De in artikel 26, lid 5, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde informatie die door de afzender aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending moet worden verstrekt, wordt weergegeven in de vorm van gegevenselementen, die op dezelfde wijze als in het bericht van bestemmingswijziging of het bericht van splitsing, naar gelang van het geval, worden uitgedrukt. Alle gegevenselementen alsook de gegevensgroepen en -subgroepen waartoe zij behoren, worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters in de kolommen A en B van tabel 3 of, in voorkomend geval, tabel 5 van bijlage I bij deze verordening.
  • 3. 
    De in artikel 27, leden 1 en 2, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde papieren documenten worden „Noodbericht van ontvangst/Noodbericht van uitvoer voor overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns” genoemd. De vereiste gegevens worden weergegeven in de vorm van gegevenselementen, die op dezelfde wijze als in het bericht van ontvangst of het bericht van uitvoer, naargelang van het geval, worden uitgedrukt. Alle gegevenselementen alsook de gegevensgroepen en -subgroepen waartoe zij behoren, worden gekenmerkt met behulp van de cijfers en letters in de kolommen A en B van tabel 6 van bijlage I bij deze verordening.

Artikel 9

Intrekking

Verordening (EEG) nr. 2719/92 wordt ingetrokken met ingang van 1 april 2010. Zij blijft evenwel van toepassing op de in artikel 46 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde overbrengingen.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2010, met uitzondering van artikel 6, dat van toepassing is met ingang van 1 januari 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 juli 2009.

Voor de Commissie

László KOVÁCS

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE I

ELEKTRONISCHE BERICHTEN GEBRUIKT VOOR DE OVERBRENGING VAN ACCIJNSGOEDEREN ONDER SCHORSING VAN ACCIJNS

TOELICHTINGEN

 

1.

De gegevenselementen van de elektronische berichten die ten behoeve van het in artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geautomatiseerde systeem worden gebruikt, zijn gestructureerd in gegevensgroepen en in voorkomend geval gegevenssubgroepen. Nadere bijzonderheden over de gegevens en het gebruik ervan zijn opgenomen in de tabellen 1 tot en met 6, waarbij:

 

a)

kolom A de numerieke code (cijfer) bevat die aan elke gegevensgroep en subgroep is toegekend; elke subgroep krijgt het volgnummer van de gegevens(sub)groep waartoe hij behoort (bijvoorbeeld: wanneer de gegevensgroep het nummer 1 heeft, krijgt een gegevenssubgroep van deze groep het nummer 1.1 en een gegevenssubgroep van deze subgroep het nummer 1.1.1);

 

b)

kolom B de alfabetische code (letter) bevat die aan elk gegevenselement in een gegevens(sub)groep is toegekend;

 

c)

kolom C de gegevens(sub)groep of het gegevenselement identificeert;

 

d)

kolom D aan elke gegevens(sub)groep of elk gegevenselement een van de volgende waarden toekent:

 

„R” (Required) betekent dat de gegevens verstrekt moeten worden. Wanneer een gegevens(sub)groep de waarde „O” (Optional) of „C” (Conditional) heeft, kunnen gegevenselementen van die groep nog altijd de waarde „R” (Required) hebben als de bevoegde autoriteiten van de lidstaat hebben besloten dat de gegevens in deze (sub)groep ingevuld moeten worden of wanneer de voorwaarde vervuld is,

 

„O” (Optional) betekent dat de persoon die het bericht indient (afzender of geadresseerde) de gegevens mag vermelden, tenzij een lidstaat heeft bepaald dat de gegevens verplicht zijn in overeenstemming met de optie die is opgenomen in kolom E voor een aantal van de optionele gegevens(sub)groepen of gegevenselementen,

 

„C” (Conditional) betekent dat het gebruik van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement afhankelijk is van andere gegevens(sub)groepen of gegevenselementen in hetzelfde bericht,

 

„D” (Dependent) betekent dat het gebruik van de gegevens(sub)groep of het gegevenselement afhankelijk is van een voorwaarde die niet kan worden gecontroleerd door het geautomatiseerde systeem, zoals opgenomen in de kolommen E en F;

 

e)

kolom E bevat de voorwaarde(n) voor de gegevens waarvan de vermelding de waarde „C” heeft, specificeert in voorkomend geval het gebruik van de gegevens met de waarde „O” en „D”, en geeft aan welke gegevens door de bevoegde autoriteiten moeten worden verstrekt;

 

f)

kolom F bevat, indien nodig, nadere uitleg voor het invullen van het bericht;

 

g)

kolom G bevat:

 

voor sommige gegevens(sub)groepen een cijfer gevolgd door het teken „x” waarmee wordt aangegeven hoe vaak de gegevens(sub)groep kan worden herhaald in het bericht (standaard = 1), en

 

voor ieder gegevenselement, behalve de gegevenselementen die het tijdstip en/of de datum weergeven, de identificatiekenmerken van het gegevenstype en de gegevenslengte. Voor het gegevenstype worden de volgende codes gebruikt:

 

a alfabetisch,

 

n numeriek,

 

an alfanumeriek.

Het cijfer na de code geeft de toegestane gegevenslengte voor het desbetreffende gegevenselement aan. De facultatieve twee punten vóór de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar het maximale aantal karakters kunnen bevatten dat door de lengte-indicator wordt aangegeven. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het gegeven decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na de decimale punt.

 

voor gegevenselementen die het tijdstip en/of de datum aangeven, de vermelding „datum”, „tijd” of „datumtijd”, hetgeen betekent dat de datum, het tijdstip of de datum en het tijdstip moeten worden vermeld volgens ISO-norm 8601 voor de weergave van datum en tijd.

 

2.

In de tabellen 1 tot en met 6 worden de volgende afkortingen gebruikt:

 

e-AD: elektronisch administratief document,

 

ARC: administratieve referentiecode,

 

SEED: systeem voor de uitwisseling van accijnsgegevens (de in artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2073/2004 (1) bedoelde elektronische gegevensbank),

 

GN-code: code van de gecombineerde nomenclatuur.

Tabel 1

(als bedoeld in artikel 3, lid 1, en artikel 8, lid 1)

Voorlopig elektronisch administratief document en elektronisch administratief document

 

A

B

C

D

E

F

G

   

Soort bericht

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

 

1

=

Standaardindiening (wordt gebruikt in alle gevallen behalve bij uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure)

2

=

Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure (toepassing van artikel 283 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (2))

Het soort bericht mag niet verschijnen in het e-AD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 8, lid 1, van deze verordening bedoelde papieren document.

n1

1

Opschrift e-AD

R

     
 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Belastingentrepot (artikel 17, lid 1, onder a), i), van Richtlijn 2008/118/EG)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), van Richtlijn 2008/118/EG)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG)

5

=

Vrijgesteld geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), iv), van Richtlijn 2008/118/EG)

6

=

Uitvoer (artikel 17, lid 1, onder a), iii), van Richtlijn 2008/118/EG)

8

=

Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn 2008/118/EG)

n1

 

b

Reistijd

R

 

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bijv. H12 of D04). Het getal na „H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na „D” mag niet hoger zijn dan 92.

an3

 

c

Regeling vervoer

R

 

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

 

d

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

e

Datum en tijdstip geldigmaking e-AD

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

 

f

Volgnummer

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD en bij iedere wijziging van bestemming.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd op elk e-AD dat door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending wordt aangemaakt bij iedere wijziging van bestemming.

n..5

 

g

Datum en tijdstip bijwerking geldigmaking

C

Datum en tijdstip van geldigmaking van het bericht van bestemmingswijziging in tabel 3; wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending in geval van wijziging van bestemming.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

 

h

Indicatie uitgestelde indiening

D

„R” voor de indiening van een e-AD voor een overbrenging die is aangevangen onder dekking van het in artikel 8, lid 1, bedoelde papieren document.

Mogelijke waarden:

 

0

=

onwaar

1

=

waar

De waarde staat standaard op „onwaar”.

Dit gegevenselement mag niet verschijnen in het e-AD waaraan een ARC is toegekend noch op het in artikel 8, lid 1, bedoelde papieren document.

n1

2

HANDELAAR afzender

R

     
 

a

Accijnsnummer handelaar

R

 

Vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde afzender.

an13

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

3

HANDELAAR plaats van verzending

C

„R” indien de code soort herkomst in vak 9d„1” is.

   
 

a

Referentie belastingentrepot

R

 

Vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van verzending.

an13

 

b

Naam handelaar

O

   

an..182

 

c

Straat

O

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

O

 

an..10

 

f

Stad

O

 

an..50

 

g

NAD_LNG

O

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

4

KANTOOR van verzending — invoer

C

„R” indien de code soort herkomst in vak 9d„2” is.

   
 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het douanekantoor van invoer. Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

5

HANDELAAR geadresseerde

C

„R”, behalve voor soort bericht „2 — Indiening voor uitvoer volgens de domiciliëringsprocedure” of bij code soort bestemming 8

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

 

„O” voor code soort bestemming 6

 

Dit gegevenselement is niet van toepassing op code soort bestemming 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

 

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

6

AANVULLING HANDELAAR geadresseerde

C

„R” voor code soort bestemming 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Code lidstaat

R

 

Vermeld de lidstaat van bestemming met behulp van de code lidstaat uit bijlage II, codelijst 3.

a2

 

b

Volgnummer certificaat van vrijstelling

D

„R” indien een volgnummer is vermeld op het certificaat van vrijstelling van accijnzen zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 31/96 van de Commissie van 10 januari 1996 betreffende het certificaat van vrijstelling van accijnzen (3)

 

an..255

7

HANDELAAR plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

 

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

 
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

 

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

 

2, 3 en 5: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 5

 

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 7c, 7e en 7f:

 

„R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4 en 5

 

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

KANTOOR plaats van levering — douane

C

„R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

(zie vak 1a voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de aangifte ten uitvoer zal worden ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (4). Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

9

e-AD

R

     
 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

an..22

 

b

Factuurnummer

R

 

Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

an..35

 

c

Factuurdatum

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

De datum van het in vak 9b vermelde document.

datum

 

d

Code soort herkomst

R

 

De mogelijke waarden voor de herkomst van de overbrenging zijn:

 

1

=

Herkomst — belastingentrepot (in de in artikel 17, lid 1, onder a), van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde situaties)

2

=

Herkomst — invoer (in de in artikel 17, lid 1, onder b), van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde situatie)

n1

 

e

Datum van verzending

R

 

De datum waarop de overbrenging aanvangt in overeenstemming met artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2008/118/EG. Deze datum kan niet later zijn dan 7 dagen na de datum van indiening van het voorlopige e AD. De datum van verzending kan een datum in het verleden zijn in het in artikel 26 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geval.

datum

 

f

Tijdstip van verzending

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

Het tijdstip waarop de overbrenging aanvangt in overeenstemming met artikel 20, lid 1, van Richtlijn 2008/118/EG. Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

tijd

 

g

Voorafgaande ARC

D

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van nieuwe e AD's volgend op de geldigmaking van het bericht van splitsing (tabel 5).

De te vermelden ARC is de ARC van het vervangen e-AD.

an21

9.1

ED INVOER

C

„R” indien de code soort herkomst in vak 9d„2” (invoer) is.

 

9X

 

a

ED-nummer invoer

R

Het ED-nummer wordt verstrekt door de afzender bij indiening van het voorlopige e-AD dan wel door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige e-AD.

Vermeld het (de) nummer(s) van het (de) Enig(e) Document(en) voor het in het vrije verkeer brengen van de goederen in kwestie.

an..21

10

KANTOOR bevoegde autoriteit van verzending

R

     
 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van verzending die op de plaats van verzending met de accijnscontrole belast zijn. Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

11

ZEKERHEIDSTELLING OVERBRENGING

R

     
 

a

Code soort zekerheidsteller

R

 

Identificeer de persoon (personen) die verantwoordelijk is (zijn) voor de zekerheidstelling, met behulp van de code soort zekerheidsteller uit bijlage II, codelijst 6.

n..4

12

HANDELAAR zekerheidsteller

C

„R” indien een van de volgende codes soort zekerheidsteller van toepassing is: 2, 3, 12, 13, 23, 24, 34, 123, 124, 134, 234 of 1234.

(zie codes soort zekerheidsteller in bijlage II, codelijst 6)

Identificeer de vervoerder en/of de eigenaar van de goederen indien deze de zekerheid stelt.

2X

 

a

Accijnsnummer handelaar

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

Vermeld een geldig SEED-registratienummer of btw-identificatienummer van de vervoerder of de eigenaar van de accijnsgoederen

an13

 

b

Btw-nummer

O

an..35

 

c

Naam handelaar

C

Voor 12c, d, f en g: „O” indien het accijnsnummer van de handelaar is verstrekt, zo niet „R”.

 

an..182

 

d

Straat

C

 

an..65

 

e

Nummer

O

 

an..11

 

f

Postcode

C

 

an..10

 

g

Stad

C

 

an..50

 

h

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

13

VERVOER

R

     
 

a

Code vervoerswijze

R

 

Vermeld de wijze van vervoer bij de aanvang van de overbrenging met behulp van de codes uit bijlage II, codelijst 7.

n..2

14

HANDELAAR organisator van het vervoer

C

„R”om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, indien de waarde in vak 1c„3” of „4” is.

   
 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

 

an..35

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

15

HANDELAAR eerste vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

Identificatie van de persoon die het eerste vervoer verricht.

 
 

a

Btw-nummer

O

   

an..35

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

16

VERVOERSGEGEVENS

R

   

99X

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 13a opgegeven vervoerswijze. Zie bijlage II, codelijst 8.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

R

 

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden).

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bijv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels _LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bijv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17

Hoofdgedeelte e-AD

R

 

Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld een uniek volgnummer, te beginnen met 1.

n..3

 

b

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 11.

an4

 

c

GN-code

R

 

Vermeld de toepasselijke GN-code op de datum van verzending.

n8

 

d

Hoeveelheid

R

 

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, tabellen 11 en 12).

Bij een overbrenging naar een in artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geregistreerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

Bij een overbrenging naar een in artikel 12 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

n..15,3

 

e

Brutogewicht

R

 

Vermeld het brutogewicht van de zending (de accijnsgoederen met verpakking).

n..15,2

 

f

Nettogewicht

R

 

Vermeld het gewicht van de accijnsgoederen zonder verpakking (alcohol en alcoholhoudende dranken, energieproducten en alle tabaksproducten behalve sigaretten).

n..15,2

 

g

Alcoholgehalte

C

„R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie

Vermeld het alcoholgehalte (volumepercentage bij 20 °C) indien van toepassing in overeenstemming met bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

h

Graden Plato

D

„R” indien bier in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming wordt belast naar graden Plato.

Vermeld bij bier de graden Plato indien het op die basis wordt belast in de lidstaat van verzending en/of de lidstaat van bestemming. Zie bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

i

Fiscaal merkteken

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

an..350

 

j

Fiscaal merkteken_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

k

Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

D

„R” indien fiscale merktekens worden gebruikt

Vermeld „1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten dan wel „0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

n1

 

l

Oorsprongsbenaming

O

 

Dit vak kan worden gebruikt om een verklaring af te geven:

 

1.

ten aanzien van bepaalde wijnen, over de beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding in overeenstemming met de desbetreffende communautaire wetgeving;

 

2.

ten aanzien van bepaalde gedistilleerde dranken, over de plaats van productie in overeenstemming met de desbetreffende communautaire wetgeving;

 

3.

ten aanzien van bier gebrouwen door een kleine zelfstandige brouwerij zoals omschreven in Richtlijn 92/83/EEG van de Raad (5), waarvoor beoogd wordt in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief. De verklaring moet als volgt luiden: „Verklaring: het hierboven vermelde product is door een kleine zelfstandige brouwerij gebrouwen.”;

 

4.

ten aanzien van ethylalcohol gedistilleerd door een kleine distilleerderij zoals omschreven in Richtlijn 92/83/EEG van de Raad, waarvoor beoogd wordt in de lidstaat van bestemming aanspraak te maken op een verlaagd accijnstarief. De verklaring moet als volgt luiden: „Verklaring: het hierboven vermelde product is door een kleine distilleerderij geproduceerd.”.

an..350

 

m

Oorsprongsbenaming_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

n

Grootte van de producent

O

 

Vermeld voor bier of gedistilleerde dranken waarvoor in vak 17l (oorsprongsbenaming) een verklaring is afgegeven, de jaarproductie van het vorige jaar in hectoliters bier respectievelijk zuivere alcohol.

n..15

 

o

Densiteit

C

„R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met de tabel in bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

p

Handelsbenaming

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

„R” wanneer de wijnen bedoeld in de punten 1 tot en met 9, 15 en 16 van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad (6) onverpakt worden vervoerd, in welk geval de omschrijving van het product de in artikel 60 van die verordening bedoelde facultatieve aanduidingen omvat voor zover die aanduidingen voorkomen in de etikettering of het de bedoeling is ze daarin op te nemen.

Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

an..350

 

q

Handelsbenaming_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

r

Merknaam van het product

D

„R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben. De lidstaat van verzending kan bepalen dat de merknaam van de vervoerde goederen niet moet worden vermeld wanneer hij op de factuur of een ander handelsdocument als bedoeld in vak 9b is vermeld.

Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

an..350

 

s

Merknaam van het product_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.1

VERPAKKING

R

   

99x

 

a

Code soort colli

R

 

Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 9.

a2

 

b

Aantal colli

C

„R” indien als „telbaar” gemarkeerd.

Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 9.

n..15

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bijv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels _LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.2

WIJNPRODUCT

D

„R” voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 (7).

   
 

a

Categorie wijnproduct

R

 

Vermeld voor wijnproducten opgenomen in deel XII van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1234/2007 een van de volgende waarden:

 

1

=

Wijn zonder BOB/BGA

2

=

Cépagewijn zonder BOB/BGA

3

=

Wijn met BOB/BGA

4

=

Ingevoerde wijn

5

=

Andere

n1

 

b

Code wijnbouwzone

D

„R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

Vermeld de wijnbouwzone van oorsprong van het vervoerde product in overeenstemming met bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 479/2008.

n..2

 

c

Derde land van oorsprong

C

„R” indien categorie wijnproduct in vak 17.2a„4” is (ingevoerde wijn).

Vermeld een landencode uit bijlage II, codelijst 4.

a2

 

d

Andere informatie

O

   

an..350

 

e

Andere informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

17.2.1

Code WIJNBEHANDELING

D

„R” voor wijnproducten die onverpakt worden vervoerd (nominaal volume > 60 liter).

 

99x

 

a

Code wijnbehandeling

R

 

Vermeld een of meer code(s) wijnbehandeling in overeenstemming met de lijst in bijlage VI, B, punt 1.4, onder b), bij Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie (8).

n..2

18

DOCUMENT certificaat

O

   

9x

 

a

Korte beschrijving document

C

„R” tenzij gegevensveld 18c wordt gebruikt.

Geef een beschrijving van eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen, bijv. certificaten met betrekking tot de in vak 17l bedoelde oorsprongsbenaming.

an..350

 

b

Korte beschrijving document_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

c

Referentie document

C

„R” tenzij gegevensveld 18a wordt gebruikt.

Vermeld een referentie naar eventuele certificaten die betrekking hebben op de vervoerde goederen.

an..350

 

d

Referentie document_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

Tabel 2

(als bedoeld in artikel 4, lid 1)

Annulering

 

A

B

C

D

E

F

G

1

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN e-AD

R

     
 

a

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD waarvan annulering wordt gevraagd.

an21

2

ANNULERING

R

     
 

a

Reden annulering

R

 

Geef de reden voor de annulering van het e-AD met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 10.

n1

3

KENMERK

R

     
 

a

Datum en tijdstip geldigmaking annulering

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige annuleringsbericht

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

Tabel 3

(als bedoeld in artikel 5, lid 1, en artikel 8, lid 2)

Wijziging van bestemming

 

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

     
 

a

Datum en tijdstip geldigmaking bestemmingswijziging

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

Bijwerking e-AD

R

     
 

a

Volgnummer

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending bij geldigmaking van het voorlopige bericht van bestemmingswijziging.

Staat op 1 bij de eerste geldigmaking van het e-AD en wordt vervolgens telkens met 1 verhoogd bij iedere wijziging van bestemming.

n..5

 

b

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD waarvan de bestemming wordt gewijzigd.

an21

 

c

Reistijd

D

„R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bijv. H12 of D04). Het getal na „H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na „D” mag niet hoger zijn dan 92.

an3

 

d

Gewijzigde regeling vervoer

D

„R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

N1

 

e

Factuurnummer

D

„R” wanneer de factuur wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld het nummer van de factuur die betrekking heeft op de goederen. Als er nog geen factuur is opgesteld, moet het nummer van de leveringsbon of van een ander vervoersdocument worden vermeld.

an..35

 

f

Factuurdatum

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is wanneer het factuurnummer wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

De datum van het in vak 2e vermelde document.

datum

 

g

Code vervoerswijze

D

„R” wanneer de vervoerswijze wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Vermeld de vervoerswijze met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 7.

n..2

3

GEWIJZIGDE bestemming

R

     
 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de nieuwe bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Belastingentrepot (artikel 17, lid 1, onder a), i), van Richtlijn 2008/118/EG)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), van Richtlijn 2008/118/EG)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG)

6

=

Uitvoer (artikel 17, lid 1, onder a), iii), van Richtlijn 2008/118/EG)

n1

4

HANDELAAR nieuwe geadresseerde

D

„R” wanneer de geadresseerde wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

   
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

 

„O” voor code soort bestemming 6

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkend entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

 

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

5

HANDELAAR plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

 

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

 
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

 

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

 

2 en 3: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2 en 3

 

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 5c, 5e en 5f:

 

„R” voor codes soort bestemming 2, 3 en 4

 

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

6

KANTOOR plaats van levering — douane

C

„R” bij uitvoer (code soort bestemming 6)

(zie vak 3a voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de aangifte ten uitvoer zal worden ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2913/92. Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

7

HANDELAAR nieuwe organisator van het vervoer

C

„R”om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 2d„3” of „4” is.

   
 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

 

an..35

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

HANDELAAR nieuwe vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de bestemmingswijziging.

Identificatie van de nieuwe persoon die het vervoer verricht.

 
 

a

Btw-nummer

O

   

an..35

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

9

VERVOERSGEGEVENS

D

„R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de bestemmingswijziging.

 

99x

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid met betrekking tot de in vak 2g opgegeven vervoerswijze; zie bijlage II, codelijst 8.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

R

 

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden).

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bijv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels _LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode; zie bijlage II, codelijst 1.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bijv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

Tabel 4

(als bedoeld in artikel 5, lid 3, tweede alinea, artikel 5, lid 6, en artikel 6, lid 2, onder b))

Kennisgeving van wijziging van bestemming/kennisgeving van splitsing

 

A

B

C

D

E

F

G

1

 

KENNISGEVING ACCIJNS

R

     
 

a

Soort kennisgeving

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of door de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Vermeld de reden van de kennisgeving met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Wijziging van bestemming

2

=

Splitsing

n1

 

b

Datum en tijdstip kennisgeving

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of door de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

 

c

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming (bij kennisgeving van wijziging van bestemming) of door de lidstaat van verzending (bij kennisgeving van splitsing).

Vermeld de ARC van het e-AD waarvoor de kennisgeving wordt gedaan.

an21

2

 

VOLGENDE ARC

C

„R” indien het soort kennisgeving in vak 1a„2” is.

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.

 

9x

 

a

ARC

R

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van verzending.

 

an21

Tabel 5

(als bedoeld in artikel 6, lid 1, en artikel 8, lid 2)

Splitsing

 

A

B

C

D

E

F

G

1

Splitsing e-AD

R

     
 

a

Voorafgaande ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD dat wordt gesplitst.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

2

GEWIJZIGDE bestemming

R

     
 

a

Code soort bestemming

R

 

Vermeld de bestemming van de overbrenging met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Belastingentrepot (artikel 17, lid 1, onder a), i), van Richtlijn 2008/118/EG)

2

=

Geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), van Richtlijn 2008/118/EG)

3

=

Tijdelijk geregistreerd geadresseerde (artikel 17, lid 1, onder a), ii), en artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG)

4

=

Rechtstreekse aflevering (artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG)

6

=

Uitvoer (artikel 17, lid 1, onder a), iii), van Richtlijn 2008/118/EG)

8

=

Bestemming onbekend (geadresseerde onbekend; artikel 22 van Richtlijn 2008/118/EG)

n1

3

Gegevens splitsing e-AD

R

   

9x

 

a

Lokaal referentienummer

R

 

Een uniek volgnummer dat de afzender aan het e-AD toekent en waarmee hij de zending in zijn administratie identificeert.

an..22

 

b

Reistijd

D

„R” wanneer de reistijd wijzigt ingevolge de splitsing.

Vermeld, rekening houdende met het vervoermiddel en de afstand, de normale duur van de reis in uren (H) of dagen (D) gevolgd door twee cijfers (bijv. H12 of D04). Het getal na „H” mag niet hoger zijn dan 24. Het getal na „D” mag niet hoger zijn dan 92.

an3

 

c

Gewijzigde regeling vervoer

D

„R” wanneer de voor de organisatie van het vervoer verantwoordelijke persoon wijzigt ingevolge de splitsing.

Identificeer de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van het eerste vervoer, met behulp van een van de volgende waarden:

 

1

=

Afzender

2

=

Geadresseerde

3

=

Eigenaar van de goederen

4

=

Overige

n1

4

HANDELAAR nieuwe geadresseerde

D

„R” wanneer de geadresseerde wijzigt ingevolge de splitsing.

   
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

 

„O” voor code soort bestemming 6

(zie vak 2a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

 

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

5

HANDELAAR plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

 

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 2a voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

 

„O” voor codes soort bestemming 2 en 3

(zie vak 2a voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

 

2 en 3: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2 en 3

 

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 2a voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 5c, 5e en 5f:

 

„R” voor codes soort bestemming 2, 3 en 4

 

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 2a voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

6

KANTOOR plaats van levering — douane

C

„R” bij uitvoer (code soort gewijzigde bestemming 6).

(zie vak 2a voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van uitvoer waar de aangifte ten uitvoer zal worden ingediend overeenkomstig artikel 161, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2913/92.

Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

7

HANDELAAR nieuwe organisator van het vervoer

C

„R” om de persoon te identificeren die verantwoordelijk is voor de organisatie van het vervoer, indien de waarde in vak 3c„3” of „4” is.

   
 

a

Btw-nummer

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is.

 

an..35

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

8

HANDELAAR nieuwe vervoerder

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven „R” is wanneer de vervoerder wijzigt ingevolge de splitsing.

Identificatie van de persoon die het nieuwe vervoer verricht.

 
 

a

Btw-nummer

O

   

an..35

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

9

VERVOERSGEGEVENS

D

„R” wanneer de vervoersgegevens wijzigen ingevolge de splitsing.

 

99X

 

a

Code vervoerseenheid

R

 

Vermeld de code(s) vervoerseenheid. Zie bijlage II, codelijst 8.

n..2

 

b

Identiteit vervoerseenheden

R

 

Vermeld het registratienummer van de vervoerseenheid (vervoerseenheden).

an..35

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de vervoerseenheid te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bijv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels _LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

f

Aanvullende informatie

O

 

Vermeld aanvullende informatie over het vervoer, bijv. de identiteit van eventuele volgende vervoerders, informatie over volgende vervoerseenheden.

an..350

 

g

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

10

Hoofdgedeelte e-AD

R

 

Voor elk product in de zending moet een aparte gegevensgroep worden gebruikt.

999x

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld een uniek volgnummer, te beginnen met 1.

n..3

 

b

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 11.

an..4

 

c

GN-code

R

 

Vermeld de GN-code die van toepassing is op de datum van indiening van de splitsing.

n8

 

d

Hoeveelheid

R

 

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, tabellen 11 en 12).

Bij een overbrenging naar een in artikel 19, lid 3, van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde geregistreerde geadresseerde mag de hoeveelheid de aan deze persoon toegestane hoeveelheid niet overschrijden.

Bij een overbrenging naar een in artikel 12 van Richtlijn 2008/118/EG bedoelde vrijgestelde organisatie mag de hoeveelheid de in het certificaat van vrijstelling van accijnzen geregistreerde hoeveelheid niet overschrijden.

n..15,3

 

e

Brutogewicht

R

 

Vermeld het brutogewicht van de zending (de accijnsgoederen met verpakking).

n..15,2

 

f

Nettogewicht

R

 

Vermeld het gewicht van de accijnsgoederen zonder verpakking.

n..15,2

 

i

Fiscaal merkteken

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de door de lidstaat van bestemming vereiste fiscale merktekens.

an..350

 

j

Fiscaal merkteken_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

k

Indicatie fiscaal merkteken gebruikt

D

„R” indien fiscale merktekens worden gebruikt

Vermeld „1” wanneer de goederen een fiscaal merkteken dragen of bevatten dan wel „0” wanneer zij geen fiscaal merkteken dragen of bevatten.

n1

 

o

Densiteit

C

„R” indien van toepassing op het accijnsgoed in kwestie.

Vermeld de densiteit bij 15 °C, indien van toepassing in overeenstemming met de tabel in bijlage II, codelijst 11.

n..5,2

 

p

Handelsbenaming

O

De lidstaat van verzending kan bepalen dat dit gegeven verstrekt moet worden.

Vermeld de handelsbenaming van de goederen ten behoeve van de identificatie van de vervoerde goederen.

an..350

 

q

Handelsbenaming_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

r

Merknaam van het product

D

„R” indien de accijnsgoederen een merknaam hebben.

Vermeld in voorkomend geval de merknaam van de goederen.

an..350

 

s

Merknaam van het product_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

11

VERPAKKING

     

99x

 

a

Code soort colli

R

 

Vermeld het soort colli met behulp van de codes in bijlage II, codelijst 9.

a2

 

b

Aantal colli

C

„R” indien als „telbaar” gemarkeerd.

Vermeld het aantal colli indien de colli telbaar zijn in overeenstemming met bijlage II, codelijst 9.

n..15

 

c

Identiteit handelszegel

D

„R” indien handelszegels worden gebruikt.

Vermeld de identificatie van de handelszegels, indien deze worden gebruikt om de colli te verzegelen.

an..35

 

d

Informatie zegels

O

 

Vermeld aanvullende informatie over deze handelszegels (bijv. het soort zegels dat wordt gebruikt).

an..350

 

e

Informatie zegels _LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

Tabel 6

(als bedoeld in artikel 7 en artikel 8, lid 3)

Bericht van ontvangst/bericht van uitvoer

 

A

B

C

D

E

F

G

1

KENMERK

R

     
 

a

Datum en tijdstip geldigmaking bericht van ontvangst/uitvoer

C

Wordt verstrekt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming/uitvoer bij geldigmaking van het bericht van ontvangst/bericht van uitvoer.

Het opgegeven tijdstip is de plaatselijke tijd.

datumtijd

2

OVERBRENGING ACCIJNSGOEDEREN e-AD

R

     
 

a

ARC

R

 

Vermeld de ARC van het e-AD.

Zie bijlage II, codelijst 2.

an21

 

b

Volgnummer

R

 

Vermeld het volgnummer van het e-AD.

n..5

3

HANDELAAR geadresseerde

R

     
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 4

 

„O” voor code soort bestemming 6

 

geldt niet voor code soort bestemming 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1, 2, 3 en 4: vermeld een geldig SEED-registratienummer van de erkende entrepothouder of de geregistreerde geadresseerde;

 

6: vermeld het btw-identificatienummer van de persoon die de afzender bij het kantoor van uitvoer vertegenwoordigt.

an..16

 

b

Naam handelaar

R

   

an..182

 

c

Straat

R

   

an..65

 

d

Nummer

O

   

an..11

 

e

Postcode

R

   

an..10

 

f

Stad

R

   

an..50

 

g

NAD_LNG

R

 

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

4

HANDELAAR plaats van levering

C

„R” voor codes soort bestemming 1 en 4

 

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Vermeld de werkelijke plaats van levering van de accijnsgoederen.

 
 

a

Identificatie handelaar

C

„R” voor code soort bestemming 1

 

„O” voor codes soort bestemming 2, 3 en 5

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

Voor code soort bestemming:

 

1: vermeld een geldig SEED-registratienummer van het belastingentrepot van bestemming;

 

2, 3 en 5: vermeld het btw-identificatienummer of een ander kenmerk.

an..16

 

b

Naam handelaar

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3 en 5

 

„O” voor code soort bestemming 4

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

an..182

 

c

Straat

C

Voor de vakken 4c, 4e en 4f:

 

„R” voor codes soort bestemming 2, 3, 4 en 5

 

„O” voor code soort bestemming 1

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

 

an..65

 

d

Nummer

O

 

an..11

 

e

Postcode

C

 

an..10

 

f

Stad

C

 

an..50

 

g

NAD_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

5

KANTOOR van bestemming

C

„R” voor codes soort bestemming 1, 2, 3, 4, 5 en 8.

(zie vak 1a van tabel 1 voor de codes soort bestemming)

   
 

a

Identificatienummer kantoor

R

 

Vermeld de code van het kantoor van de bevoegde autoriteiten in de lidstaat van bestemming die op de plaats van bestemming met de accijnscontrole belast zijn. Zie bijlage II, codelijst 5.

an8

6

BERICHT van ontvangst/uitvoer

R

     
 

a

Datum van aankomst van de accijnsgoederen

R

 

De datum waarop de overbrenging eindigt in overeenstemming met artikel 20, lid 2, van Richtlijn 2008/118/EG.

datum

 

b

Algemene conclusie bij ontvangst

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

 

1

=

Ontvangst aanvaard en conform

2

=

Ontvangst aanvaard maar niet-conform

3

=

Ontvangst geweigerd

4

=

Ontvangst gedeeltelijk geweigerd

21

=

Uitgang aanvaard en conform

22

=

Uitgang aanvaard maar niet-conform

23

=

Uitgang geweigerd

n..2

 

c

Uitgang geweigerd

O

 

Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

an..350

 

d

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

7

HOOFDGEDEELTE BERICHT van ontvangst/uitvoer

C

„R” wanneer de waarde van de algemene conclusie bij ontvangst niet „1” of „21” is (zie vak 6b).

 

999X

 

a

Unieke referentie record

R

 

Vermeld de unieke referentie van de record van het overeenkomstige e-AD (vak 17a van tabel 1) voor het accijnsgoed waarop een andere code dan „1” of „21” van toepassing is.

n..3

 

b

Indicator meer- of minderbevinding

D

„R” wanneer er voor de desbetreffende record sprake is van een tekort of een teveel.

De volgende waarden zijn mogelijk:

 

S

=

Tekort

E

=

Teveel

a1

 

c

Tekort of teveel

C

„R” indien de indicator in vak 7b is vermeld.

Vermeld de hoeveelheid (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, tabellen 11 en 12).

n..15,3

 

d

Code accijnsgoed

R

 

Vermeld de toepasselijke code accijnsgoed uit bijlage II, codelijst 11.

an4

 

e

Geweigerde hoeveelheid

C

„R” wanneer de algemene conclusie bij ontvangst code 4 heeft (zie vak 6b).

Vermeld de hoeveelheid voor iedere record waarvoor accijnsgoederen worden geweigerd (in de maateenheid voor de desbetreffende goederencode — zie bijlage II, tabellen 11 en 12).

n..15,3

7.1

REDEN VAN NIET-OVEREENSTEMMING

D

„R” voor iedere record waarvoor de algemene conclusie bij ontvangst code 2, 3, 4, 22 of 23 heeft (zie vak 6b).

 

9X

 

a

Reden van niet-overeenstemming

R

 

De volgende waarden zijn mogelijk:

 

0

=

Overige

1

=

Teveel

2

=

Tekort

3

=

Goederen beschadigd

4

=

Verzegeling verbroken

5

=

Gemeld door het ECS (exportcontrolesysteem)

6

=

Eén of meer records met onjuiste waarden

n1

 

b

Aanvullende informatie

C

„R” wanneer de reden van niet-overeenstemming code 0 heeft

 

„O” wanneer de reden van niet-overeenstemming code 3, 4 of 5 heeft

(zie vak 7.1a)

Vermeld aanvullende informatie over de ontvangst van de accijnsgoederen.

an..350

 

c

Aanvullende informatie_LNG

C

„R” indien het overeenkomstige tekstveld wordt gebruikt.

Vermeld de taalcode uit bijlage II, codelijst 1, om de in deze gegevensgroep gebruikte taal te definiëren.

a2

 

 

BIJLAGE II

(als bedoeld in artikel 2)

Codelijsten

  • 1. 
    TAALCODES

Deze codes zijn ontleend aan ISO-norm 639-1 alpha-2; daarnaast zijn er twee codes toegevoegd die niet in de norm zijn opgenomen, om talen die geen Latijns alfabet gebruiken, in het Latijnse alfabet weer te geven, namelijk:

 

bt — Bulgaars (Latijns alfabet)

 

gr — Grieks (Latijns alfabet)

 

Code

Omschrijving

bg

Bulgaars

bt

Bulgaars (Latijns alfabet)

cs

Tsjechisch

da

Deens

nl

Nederlands

en

Engels

et

Ests

fi

Fins

fr

Frans

ga

Gaelic

gr

Grieks (Latijns alfabet)

de

Duits

el

Grieks

hu

Hongaars

it

Italiaans

lv

Lets

lt

Litouws

mt

Maltees

pl

Pools

pt

Portugees

ro

Roemeens

sk

Slowaaks

sl

Sloveens

es

Spaans

sv

Zweeds

  • 2. 
    ADMINISTRATIEVE REFERENTIECODE
 

Veld

Inhoud

Veldtype

Voorbeelden

1

Jaar

Numeriek 2

05

2

Identificerend kenmerk van de lidstaat waar het e-AD oorspronkelijk is ingediend

Alfabetisch 2

ES

3

Nationaal toegekende unieke code

Alfanumeriek 16

7R19YTE17UIC8J45

4

Controlecijfer

Numeriek 1

9

Veld 1 geeft de laatste twee cijfers van het jaar van formele aanvaarding van de overbrenging weer.

Veld 3 moet worden ingevuld met een unieke code voor iedere EMCS-overbrenging. De wijze waarop dit veld wordt gebruikt, valt onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten, maar iedere EMCS-overbrenging dient een uniek nummer te krijgen.

Veld 4 bevat het controlecijfer voor de volledige ARC, dat fouten bij het invoeren van de ARC moet helpen opsporen.

  • 3. 
    LIDSTATEN

Gebruik de codes van ISO-norm 3166 alpha-2 (1), behalve voor:

 

Griekenland, waar EL moet worden gebruikt in plaats van GR;

 

het Verenigd Koninkrijk, waar GB moet worden gebruikt in plaats van UK.

  • 4. 
    LANDCODES

Gebruik de codes van ISO-norm 3166 alpha-2.

  • 5. 
    IDENTIFICATIENUMMER DOUANEKANTOOR (COR)

Het COR bestaat uit een identificatiecode voor de lidstaat (zie codelijst 3) gevolgd door een zescijferig alfanumeriek nationaal nummer, bijvoorbeeld IT0830AB.

  • 6. 
    CODE SOORT ZEKERHEIDSTELLER
 

Code

Omschrijving

1

Verzender

2

Vervoerder

3

Eigenaar van de accijnsgoederen

4

Geadresseerde

12

Gezamenlijke zekerheid van de verzender en de vervoerder

13

Gezamenlijke zekerheid van de verzender en de eigenaar van de accijnsgoederen

14

Gezamenlijke zekerheid van de verzender en de geadresseerde

23

Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder en de eigenaar van de accijnsgoederen

24

Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder en de geadresseerde

34

Gezamenlijke zekerheid van de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

123

Gezamenlijke zekerheid van de verzender, de vervoerder en de eigenaar van de accijnsgoederen

124

Gezamenlijke zekerheid van de verzender, de vervoerder en de geadresseerde

134

Gezamenlijke zekerheid van de verzender, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

234

Gezamenlijke zekerheid van de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

1234

Gezamenlijke zekerheid van de verzender, de vervoerder, de eigenaar van de accijnsgoederen en de geadresseerde

  • 7. 
    CODE VERVOERSWIJZE
 

Code

Omschrijving

0

Overige

1

Vervoer over zee

2

Vervoer per spoor

3

Wegvervoer

4

Luchtvervoer

5

Postzendingen

7

Vaste transportinrichtingen

8

Vervoer over binnenwateren

  • 8. 
    CODE VERVOERSEENHEID
 

Code

Omschrijving

1

Container

2

Voertuig

3

Aanhangwagen

4

Trekker

  • 9. 
    VERPAKKINGSCODES

Gebruik de codes van bijlage 38, vak 31, van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

  • 10. 
    CODE REDEN ANNULERING
 

Code

Omschrijving

0

Overige

1

Tikfout

2

Handelstransactie onderbroken

3

Duplicaat e-AD

4

De overbrenging is niet aangevangen op de datum van verzending

  • 11. 
    ACCIJNSGOED
 

EPC

CAT

EENHEID

Omschrijving

A

P

D

T200

T

4

Sigaretten als omschreven in artikel 4, lid 1, en artikel 7, lid 2, van Richtlijn 95/59/EG van de Raad (2)

N

N

N

T300

T

4

Sigaren en cigarillo's als omschreven in artikel 3 en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 95/59/EG

N

N

N

T400

T

1

Tabak van fijne snede voor het rollen van sigaretten als omschreven in artikel 6 van Richtlijn 95/59/EG

N

N

N

T500

T

1

Andere soorten rooktabak als omschreven in artikel 5 en artikel 7, lid 2, van Richtlijn 95/59/EG

N

N

N

B000

B

3

Bier als omschreven in artikel 2 van Richtlijn 92/83/EEG

J

J

N

W200

W

3

Niet-mousserende wijn en niet-mousserende gegiste dranken, andere dan wijn en bier, als omschreven in artikel 8, lid 1, en artikel 12, lid 1, van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

W300

W

3

Mousserende wijn en mousserende gegiste dranken, andere dan wijn en bier, als omschreven in artikel 8, lid 2, en artikel 12, lid 2, van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

I000

I

3

Tussenproducten als omschreven in artikel 17 van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

S200

S

3

Gedistilleerde dranken als omschreven in artikel 20, eerste, tweede en derde streepje, van Richtlijn 92/83/EEG

J

N

N

S300

S

3

Ethylalcohol als omschreven in artikel 20, eerste streepje, van Richtlijn 92/83/EEG, vallende onder GN-codes 2207 en 2208, andere dan gedistilleerde dranken (S200)

J

N

N

S400

S

3

Gedeeltelijk gedenatureerde alcohol, vallende onder artikel 20 van Richtlijn 92/83/EEG, zijnde alcohol die gedenatureerd is maar nog niet voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van artikel 27, lid 1, onder a) of b), van die richtlijn, andere dan gedistilleerde dranken (S200)

J

N

N

S500

S

3

Producten bevattende ethylalcohol als omschreven in artikel 20, eerste streepje, van Richtlijn 92/83/EEG, vallende onder andere GN-codes dan 2207 en 2208

J

N

N

E200

E

2

Plantaardige en dierlijke oliën — producten van de GN-codes 1507 tot en met 1518, indien deze zijn bestemd om als verwarmings- of motorbrandstof te worden gebruikt (artikel 20, lid 1, onder a), van Richtlijn 2003/96/EG van de Raad (3))

N

N

J

E300

E

2

Minerale oliën (energieproducten) — producten van de GN-codes 2707 10, 2707 20, 2707 30 en 2707 50 (artikel 20, lid 1, onder b), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E410

E

2

Gelode benzine van de GN-codes 2710 11 31, 2710 11 51 en 2710 11 59 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E420

E

2

Loodvrije benzine van de GN-codes 2710 11 31, 2710 11 41, 2710 11 45 en 2710 11 49 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E430

E

2

Gasolie, ongemerkt, van de GN-codes 2710 19 41 tot en met 2710 19 49 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E440

E

2

Gasolie, gemerkt, van de GN-codes 2710 19 41 tot en met 2710 19 49 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E450

E

2

Kerosine, ongemerkt, van de GN-codes 2710 19 21 tot en met 2710 19 25 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E460

E

2

Kerosine, gemerkt, van de GN-codes 2710 19 21 tot en met 2710 19 25 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E470

E

1

Zware stookolie van de GN-codes 2710 19 61 tot en met 2710 19 69 (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

N

E480

E

2

Producten van de GN-codes 2710 11 21, 2710 11 25, 2710 19 29 in commercieel bulkverkeer (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E490

E

2

Producten van de GN-codes 2710 11 tot en met 2710 19 69, hierboven niet genoemd, behalve producten van de GN-codes 2710 11 21, 2710 11 25, 2710 19 29, andere dan in commercieel bulkverkeer (artikel 20, lid 1, onder c), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E500

E

1

Vloeibaar gemaakte petroleumgassen en andere gasvormige koolwaterstoffen (lpg) van de GN-codes 2711 12 11 tot en met 2711 19 00 (artikel 20, lid 1, onder d), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

N

E600

E

1

Acyclische verzadigde koolwaterstoffen van GN-code 2901 10 (artikel 20, lid 1, onder e), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

N

E700

E

2

Cyclische koolwaterstoffen van de GN-codes 2902 20, 2902 30, 2902 41, 2902 42, 2902 43 en 2902 44 (artikel 20, lid 1, onder f), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E800

E

2

Producten van de GN-code 2905 11 00 (methanol (methylalcohol)) die niet van synthetische oorsprong zijn, indien deze zijn bestemd voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof (artikel 20, lid 1, onder g), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E910

E

2

Monoalkylesters van vetzuren met een estergehalte van 96,5 volumepercenten of meer, vallende onder GN-code 3824 90 99 (artikel 20, lid 1, onder h), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

E920

E

2

Producten van de GN-code 3824 90 99, indien deze zijn bestemd voor gebruik als verwarmings- of motorbrandstof — andere dan monoalkylesters van vetzuren met een estergehalte van 96,5 volumepercenten of meer (artikel 20, lid 1, onder h), van Richtlijn 2003/96/EG)

N

N

J

 

Noot:

De in de tabel vermelde GN-codes voor energieproducten zijn afkomstig uit Verordening (EG) nr. 2031/2001 van de Commissie (PB L 279 van 23.10.2001).

Legende van de kolommen:

EPC Code accijnsgoed

CAT Categorie accijnsgoed

EENHEID Maateenheid (uit lijst 12)

A: Het alcoholgehalte moet worden vermeld (Ja/Neen).

P: De graden Plato mogen worden vermeld (Ja/Neen).

D: De densiteit bij 15 °C moet worden vermeld (Ja/Neen).

  • 12. 
    MAATEENHEID
 

Code maateenheid

Omschrijving

1

Kg

2

Liter (bij een temperatuur van 15 °C)

3

Liter (bij een temperatuur van 20 °C)

4

1 000 stuks

 

  • (1) 
    UN/ECE Trade Facilitation Recommendation no 3, derde uitgave, aangenomen door de Working Party on Facilitation of International Trade Procedures, Genève, januari 1996, ECE/TRADE/201.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.