Besluit Nr. 1/96 van het comité douanesamenwerking EG- Turkije van 20 mei 1996 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit Nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Besluit Nr. 1/96 van het comité douanesamenwerking EG- Turkije van 20 mei 1996 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit Nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije
Publicatieblad Nr. L 200 van 09/08/1996 blz. 0014 - 0028
BESLUIT Nr. 1/96 VAN HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING EG-TURKIJE van 20 mei 1996 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije (96/488/EG)
HET COMITÉ DOUANESAMENWERKING,
Gelet op de Overeenkomst van 12 september 1963 waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije,
Gelet op Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de slotfase van de douane-unie (1), inzonderheid op artikel 3, lid 6, artikel 13, lid 3, en artikel 28, lid 3,
Overwegende dat maatregelen dienen te worden vastgesteld voor de werking van de douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en Turkije,
STELT DE VOLGENDE BEPALINGEN VAST:
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
In dit besluit worden bepalingen vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije, hierna "basisbesluit" te noemen.
Artikel 2
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
-
1."derde land": een land of gebied dat geen deel uitmaakt van het douanegebied van de douane-unie EG-Turkije;
-
2."deel van de douane-unie": enerzijds het douanegebied van de Gemeenschap en anderzijds het douanegebied van Turkije.
TITEL II
BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET GEMEENSCHAPPELIJK DOUANETARIEF EN HET PREFERENTIËLE TARIEFBELEID
Artikel 3
-
1.Onder de voorwaarden van artikel 3 van het basisbesluit mogen produkten als bedoeld in artikel 15 van het basisbesluit in Turkije in het vrije verkeer worden gebracht, mits deze produkten van oorsprong uit de Gemeenschap zijn. De oorsprong wordt vastgesteld volgens communautaire voorschriften inzake niet-preferentiële oorsprong van goederen.
-
2.Onder de voorwaarden van artikel 3 van het basisbesluit zal Turkije voor produkten als bedoeld in artikel 15 van het basisbesluit, wanneer zij niet van oorsprong uit de Gemeenschap zijn, het bedrag aan rechten dat op grond van artikel 15 op deze produkten is verschuldigd, verminderen met het reeds in de Gemeenschap betaalde bedrag aan rechten op de betrokken produkten.
TITEL III
DOUANEBEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE HANDEL IN GOEDEREN TUSSEN DE TWEE DELEN VAN DE DOUANE-UNIE
HOOFDSTUK 1
Algemene bepalingen
Artikel 4
Onverminderd de bepalingen van het basisbesluit inzake vrij verkeer, zijn het communautair douanewetboek en de uitvoeringsbepalingen daarvoor, welke van toepassing zijn in het douanegebied van de Gemeenschap, en het Turkse douanewetboek, dat van toepassing is in het douanegebied van Turkije, van toepassing op de handel in goederen tussen de twee delen van de douane-unie, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in dit besluit.
Artikel 5
-
1.Voor de toepassing van artikel 3, lid 4, van het basisbesluit worden de invoerformaliteiten geacht in het land van uitvoer te zijn vervuld door het voor echt waarmerken van het document waarbij het in het vrije verkeer brengen van de goederen mogelijk wordt gemaakt.
-
2.De in lid 1 bedoelde waarmerking doet een douaneschuld bij invoer ontstaan. Daarnaast heeft dit ten gevolge dat de handelspolitieke maatregelen vermeld in artikel 12 van het basisbesluit en die voor de betrokken produkten of goederen eventueel gelden, worden toegepast.
-
3.Het tijdstip waarop de douaneautoriteiten de aangifte ten uitvoer van de betrokken goederen aanvaarden, wordt geacht het tijdstip te zijn waarop de douaneschuld ontstaat.
-
4.De aangever is de schuldenaar. Bij indirecte vertegenwoordiging is de persoon namens wie de aangifte wordt verricht tevens schuldenaar.
-
5.Het bedrag van de douanerechten waaruit deze douaneschuld bestaat, wordt op dezelfde wijze vastgesteld als bij een douaneschuld die ontstaat door de aanvaarding, op dezelfde datum, van de aangifte van de betrokken goederen voor het vrije verkeer ter afsluiting van de regeling actieve veredeling.
HOOFDSTUK 2
Bepalingen inzake administratieve samenwerking met betrekking tot het goederenverkeer
Artikel 6
Als bewijs dat aan de noodzakelijke voorwaarden is voldaan voor de tenuitvoerlegging van
-
-de bepalingen inzake het vrije verkeer van industriële produkten tussen de Gemeenschap en Turkije,
-
-de preferentiële regelingen voor landbouwprodukten tussen de Gemeenschap en Turkije,
geldt het bewijsstuk dat op verzoek van de exporteur door de douaneautoriteiten van Turkije of van een Lid-Staat wordt afgegeven.
Artikel 7
-
1.Het in artikel 6 van dit besluit bedoelde bewijsstuk is het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. Het model van dit formulier is opgenomen in bijlage I. De formulieren opgenomen in Besluit nr. 5/72 van de Associatieraad EG-Turkije (2), die voor de inwerkingtreding van dit besluit in gebruik waren, mogen worden gebruikt zolang de voorraad strekt, doch uiterlijk tot en met 30 juni 1997.
-
2.Wanneer een A.TR.-certificaat wordt afgegeven voor produkten als bedoeld in artikel 3, lid 1, dan wordt in vak 8 één van de volgende vermeldingen aangebracht:
-
-ORIGEN COMUNITARIO
-
-OPRINDELSE I FÆLLESSKABET
-
-GEMEINSCHAFTLICHER URSPRUNG
-
-ÊÏÉÍÏÔÉÊÇ ÊÁÔÁÃÙÃÇ
-
-COMMUNITY ORIGIN
-
-ORIGINE COMMUNAUTAIRE
-
-ORIGINE COMUNITARIA
-
-GEMEENSCHAPSOORSPRONG
-
-ORIGEM COMUNITÁRIA
-
-YHTEISÖALKUPERÄÄ
-
-URSPRUNG I GEMENSKAPEN
-
-TOPLULUK MENSELIDIR.
Wanneer een A.TR.-certificaat wordt afgegeven voor produkten als bedoeld in artikel 3, lid 2, dan wordt in vak 8 één van de volgende vermeldingen aangebracht:
-
-ORIGEN NO COMUNITARIO
-
-IKKE OPRINDELSE I FÆLLESSKABET
-
-NICHT GEMEINSCHAFTLICHER URSPRUNG
-
-ÌÇ ÊÏÉÍÏÔÉÊÇ ÊÁÔÁÃÙÃÇ
-
-NON-COMMUNITY ORIGIN
-
-ORIGINE NON COMMUNAUTAIRE
-
-ORIGINE NON COMUNITARIA
-
-GEEN GEMEENSCHAPSOORSPRONG
-
-ORIGEM NÃO COMUNITÁRIA
-
-EI YHTEISÖALKUPERÄÄ
-
-INTE URSPRUNG I GEMENSKAPEN
-
-TOPLULUK MENSEILI DEGILDIR.
-
3.Het A.TR.-certificaat mag uitsluitend worden gebruikt wanneer de goederen rechtstreeks worden vervoerd van een Lid-Staat naar Turkije of van Turkije naar een Lid-Staat.
-
4.Voor de toepassing van het bepaalde in lid 3 worden als rechtstreeks vervoerd van een Lid-Staat naar Turkije of van Turkije naar een Lid-Staat aangemerkt:
-
a)goederen waarvan het vervoer plaatsvindt zonder gebruikmaking van een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Turkije;
-
b)goederen waarvan het vervoer plaatsvindt met gebruikmaking van of met overlading op een ander grondgebied dan dat van de Gemeenschap of van Turkije, voor zover dit vervoer of deze verlading geschiedt onder dekking van één enkel vervoerdocument opgemaakt in de Gemeenschap of in Turkije.
Artikel 8
-
1.Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. wordt door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer geviseerd bij de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft. Het wordt ter beschikking van de exporteur gehouden vanaf het tijdstip waarop de werkelijke uitvoer heeft plaatsgevonden of is verzekerd.
Bij wijze van uitzondering kan het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. ook na de uitvoer van de betrokken goederen worden geviseerd, indien de overlegging bij de uitvoer achterwege is gebleven ten gevolge van een vergissing of een onopzettelijk verzuim. In dat geval wordt het certificaat voorzien van een bijzondere vermelding waaruit blijkt onder welke omstandigheden het is geviseerd.
-
2.Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. mag slechts worden geviseerd indien het in aanmerking komt als bewijsstuk voor de toepassing van de bepalingen van het basisbesluit inzake vrij verkeer.
Artikel 9
Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. moet binnen een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag waarop het door de douane van het land van uitvoer is geviseerd, worden overgelegd op het douanekantoor van het land van invoer waar de goederen worden aangebracht.
Artikel 10
-
1.Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. wordt gesteld op formulieren waarvan het model aan dit besluit is gehecht, in een van de officiële talen van de Gemeenschap of in het Turks, in overeenstemming met het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de certificaten in de Turkse taal zijn gesteld, worden zij tevens in een van de officiële talen van de Gemeenschap gesteld. Zij worden ingevuld met de schrijfmachine of met de hand, in dit laatste geval met inkt en in blokletters.
-
2.De afmetingen van het certificaat zijn 210 × 297 mm. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar en houtvrij, met een gewicht van ten minste 64 g/m². Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
De Lid-Staten en Turkije kunnen zich het recht om de certificaten te drukken voorbehouden, dan wel de zorg daarvoor overlaten aan drukkerijen die zij daartoe een vergunning verlenen. In het laatste geval moet op ieder formulier naar bedoelde vergunning worden verwezen. Elk formulier moet worden voorzien van een vermelding waarin de naam en het adres van de drukker zijn aangeduid of van een teken dat diens identificatie mogelijk maakt. Hij draagt verder een serienummer ter individualisering.
-
3.Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. wordt ingevuld overeenkomstig de toelichting in bijlage II en alle bijkomende voorschriften die in het kader van de douane-unie worden vastgesteld.
Artikel 11
Certificaten inzake goederenverkeer worden aan de douaneautoriteiten van het land van invoer overgelegd volgens de procedures van dat land. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van een certificaat verlangen. Bovendien mogen zij verlangen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de goederen aan de voorwaarden voor het in het vrije verkeer brengen voldoen.
Bij diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat A.TR. kan de exporteur de overheidsinstantie die het heeft afgegeven verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in haar bezit zijn. In vak 12 van het aldus afgegeven duplicaat van het certificaat A.TR. wordt een van de volgende woorden aangebracht, alsmede de datum van afgifte en het volgnummer van het oorspronkelijke certificaat:
-
-DUPLICADO
-
-DUPLIKAT
-
-DUPLIKAT
-
-ÁÍÔÉÃÑÁÖÏ
-
-DUPLICATE
-
-DUPLICATA
-
-DUPLICATO
-
-DUPLICAAT
-
-SEGUNDA VIA
-
-KAKSOISKAPPALE
-
-DUPLIKAT
-
-IKINCI NÜSHADIR.
Artikel 12
Vereenvoudigde procedure voor de afgifte van certificaten
-
1.In afwijking van artikel 8 van dit besluit kunnen de douaneautoriteiten aan een persoon, hierna "toegelaten exporteur" te noemen, die aan de voorwaarden van lid 2 van dit artikel voldoet, vergunning verlenen certificaten inzake goederenverkeer A.TR. af te geven zonder dat de douaneautoriteiten deze bij uitvoer behoeven af te tekenen.
-
2.De in lid 1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend aan personen die:
-
a)met grote regelmaat goederen verzenden;
-
b)een administratie voeren aan de hand waarvan de autoriteiten de goederenbeweging kunnen controleren;
-
c)geen ernstige of herhaalde inbreuken op de douane- of de belastingwetgeving hebben gepleegd;
-
d)ten genoegen van de douaneautoriteiten alle nodige garanties bieden wat de controle van de status van de goederen betreft.
-
3.De douaneautoriteiten kunnen de vergunning intrekken wanneer de toegelaten exporteur niet langer aan de voorwaarden van dit artikel of van de vergunning voldoet.
-
4.In de door de douaneautoriteiten af te geven vergunning wordt met name bepaald:
-
a)welk kantoor is belast met de waarmerking vooraf van de certificaten;
-
b)op welke wijze de toegelaten exporteur moet aantonen dat deze certificaten zijn gebruikt.
De douaneautoriteiten stellen vast binnen welke termijn en op welke wijze de toegelaten exporteur het bevoegde kantoor dient in te lichten zodat dit kantoor voor het vertrek van de goederen zonodig een controle kan verrichten.
-
5.In de vergunning wordt bepaald dat het vak voor waarmerking door de douane:
-
a)vooraf dient te worden voorzien van het stempel van het kantoor van waarmerking en door een beambte van dat kantoor dient te worden ondertekend; of
-
b)door de toegelaten exporteur dient te worden voorzien van de afdruk van een door de douaneautoriteiten goedgekeurd speciaal metalen stempel, overeenkomstig het model in bijlage III. Deze afdruk mag ook op de certificaten worden voorgedrukt wanneer het drukken door een daartoe gemachtigde drukkerij geschiedt.
-
6.Uiterlijk bij de uitvoer van de goederen vult de toegelaten exporteur het certificaat in, ondertekent het en brengt in vak 8 één van de volgende vermeldingen aan:
«Procedimiento simplificado»
»Forenklet fremgangsmåde«
"Vereinfachtes Verfahren"
«ÁðëïõóôåõìÝíç äéáäéêáóßá»
'Simplified procedure`
«Procédure simplifiée»
«Procedura semplificata»
"Vereenvoudigde regeling"
«Procedimento simplificado»
"Yksinkertaistettu menettely"
"Förenklat förfarande"
"Basitlestirilmis prosedür".
-
7.Het ingevulde certificaat, voorzien van één van de in lid 6 genoemde aantekeningen en door de toegelaten exporteur ondertekend, geldt als verklaring dat aan de voorwaarden van artikel 6 van dit besluit is voldaan.
Artikel 13
Splitsing van certificaten
-
1.De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten van de Gemeenschap of van Turkije staan toe dat een zending en het A.TR.-certificaat waarvan zij vergezeld gaat, worden gesplitst.
-
2.Het douanekantoor waar de splitsing plaatsvindt, geeft voor iedere deelzending een uittreksel van het A.TR.-certificaat af. Het maakt daartoe gebruik van het formulier van het A.TR.-certificaat.
In vak 12 van het uittreksel worden het registratienummer, de datum, het kantoor en het land van afgifte van het oorspronkelijke certificaat vermeld middels een van de volgende teksten:
-
-Extracto del certificado A.TR.
(número, fecha, oficina y país de expedición)
-
-Udskrift af A.TR.-varecertifikat
(nummer, dato, udstedelsessted og land)
-
-Auszug aus der A.TR. Warenverkehrsbescheinigung
(Nummer, Datum, ausstellende Stelle und Ausstellungsland)
-
-Áðüóðáóìá ôïõ ðéóôïðïéçôéêïý A.TR.
(áñéèìüò, çìåñïìçíßá, ãñáöåßï êáé ÷þñá åêäüóåùò)
-
-Extract of A.TR. certificate
(Number, date, office and country of issue)
-
-Extrait du certificat A.TR.
(numéro, date, bureau et pays de délivrance)
-
-Estratto del certificato A.TR.
(numero, data, ufficio e paese di emissione)
-
-Uittreksel uit A.TR. certificaat
(nummer, datum, kantoor en land van afgifte)
-
-Extracto do certificado A.TR.
(número, data, estância, país de emissão)
-
-A.TR.-todistuksen ote
(numero, päivämäärä, antanut toimisto ja maa)
-
-Utdrag ur certifikat A.TR.
(nummer, datum, kontor och utfärdandeland)
-
-Müfrez A.TR. dolasim belgesi
(Numarasi, tarih, düzenleyen gümrük idaresi ve ülkesi)
-
3.Het kantoor waar de splitsing plaatsvindt, vermeldt zulks op het origineel van het A.TR.-certificaat. Daartoe vermeldt het in vak 12 van het A.TR.-certificaat een van de volgende teksten:
. . . (número) extractos expedidos - copias adjuntas
. . . (antal) udstedte udskrifter - kopier vedføjet
. . . (Anzahl) Auszüge ausgestellt - Durchschriften liegen bei
. . . (áñéèìüò) åêäïèÝíôá áðïóðÜóìáôá - óõíçììÝíá áíôßãñáöá
. . . (number) extracts issued - copies attached
. . . (nombre) extraits délivrés - copies ci-jointes
. . . (numero) estratti rilasciati - copie allegate
. . . (aantal) uittreksels afgegeven - kopieën bijgevoegd
. . . (quantidade) extractos emitidos - cópias juntas
. . . (lukumäärä) otteita annettu - jäljennökset oheisina
. . . (antal) utdrag som utfärdats - kopior bifogas
. . . (adet) müfrez olarak düzenlenmi-tir suretleri eklidir.
-
4.Het kantoor waar de splitsing heeft plaatsgevonden, bewaart het origineel van het A.TR.-certificaat en een afschrift van elk gebruikt uittreksel.
-
5.De geldigheidsduur van gesplitste certificaten is dezelfde als die van het originele A.TR.-certificaat inzake goederenverkeer.
Artikel 14
Geldigheidsduur van het certificaat bij opslag van de goederen in een vrije zone, een vrij entrepot of een douane-entrepot
-
1.Wanneer goederen die door een certificaat inzake goederenverkeer A.TR. zijn gedekt in een vrije zone, een vrij entrepot of een douane-entrepot verblijven, wordt de geldigheid van het certificaat gedurende het verblijf aldaar geschorst.
-
2.In verband hiermee vermelden de douaneautoriteiten op het certificaat de datum waarop de goederen de vrije zone, het vrije entrepot of het douane-entrepot binnenkomen dan wel verlaten.
-
3.Dezelfde voorwaarden gelden voor certificaten inzake goederenverkeer A.TR. die vóór de inwerkingtreding van dit besluit zijn afgegeven en aan de douaneautoriteiten overgelegd.
Artikel 15
Ter verzekering van een juiste toepassing van de bepalingen van dit besluit verlenen de Lid-Staten en Turkije elkaar, door tussenkomst van hun onderscheiden douaneadministraties en in het kader van de wederzijdse bijstand waarin wordt voorzien in artikel 29 van en bijlage 7 bij het basisbesluit, bijstand bij de controle van de echtheid en de juistheid van de certificaten.
Artikel 16
Het model van het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. is een wezenlijk onderdeel van dit besluit.
HOOFDSTUK 3
Bepalingen inzake door reizigers vervoerde goederen
Artikel 17
Goederen die door reizigers vanuit het ene deel van de douane-unie naar het andere deel van de douane-unie worden vervoerd, kunnen, mits zij niet voor handelsdoeleinden zijn bestemd, in het vrije verkeer worden gebracht zonder dat het in hoofdstuk 2 bedoelde certificaat behoeft te worden gebruikt, mits zij worden aangegeven als goederen die voldoen aan de voorwaarden voor vrij verkeer en aan de juistheid van de aangifte geen twijfel bestaat.
HOOFDSTUK 4
Postzendingen
Artikel 18
Postzendingen (met inbegrip van postpakketten) mogen in het vrije verkeer worden gebracht zonder dat het in hoofdstuk 2 bedoelde certificaat behoeft te worden gebruikt, mits op de verpakking of de begeleidende documenten geen aanduiding is aangebracht dat de zich daarin bevindende goederen niet voldoen aan de voorwaarden van het basisbesluit. Deze aanduiding bestaat uit een geel etiket, waarvan het model in bijlage IV is opgenomen, en dat in alle gevallen van deze aard door de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer wordt aangebracht.
TITEL IV
DOUANEBEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE HANDEL IN GOEDEREN MET DERDE LANDEN
HOOFDSTUK 1
Bepalingen inzake de douanewaarde van goederen
Artikel 19
De kosten van vervoer en verzekering, laden, overladen en lossen, verbonden met het vervoer van goederen uit derde landen nadat deze goederen het douanegebied van de douane-unie zijn binnengekomen, worden buiten beschouwing gelaten bij het vaststellen van de douanewaarde, mits deze kosten afzonderlijk van de daadwerkelijk voor de goederen betaalde of te betalen prijs zijn aangegeven.
HOOFDSTUK 2
Passieve veredeling
Artikel 20
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "driehoeksverkeer" verstaan: het stelsel waarbij de veredelingsprodukten na passieve veredeling met gedeeltelijke of volledige ontheffing van invoerrechten tot het vrije verkeer worden toegelaten in het andere gedeelte van de douane-unie dan waaruit de goederen tijdelijk zijn uitgevoerd.
Artikel 21
Het gebruik van het driehoeksverkeer voor passieve veredeling wordt op verzoek van de vergunninghouder toegestaan, behalve wanneer het systeem uitwisselingsverkeer met voorafgaande invoer wordt gebruikt.
Artikel 22
-
1.In het driehoeksverkeer wordt gebruik gemaakt van het inlichtingenblad INF 2.
-
2.Het inlichtingenblad INF 2, dat overeenstemt met het model en de bepalingen die in de communautaire en de Turkse douanebepalingen voorkomen, bestaat uit één origineel en één kopie die samen worden overgelegd bij het kantoor van plaatsing. Het inlichtingenblad INF 2 wordt opgemaakt ten belope van de hoeveelheid onder de regeling geplaatste goederen. Indien te verwachten is dat de wederinvoer van de veredelingsprodukten of vervangende produkten in deelzendingen via verschillende douanekantoren zal plaatsvinden, geeft het kantoor van plaatsing, op verzoek van de vergunninghouder, verscheidene inlichtingenbladen INF 2 af die zijn opgemaakt ten belope van de hoeveelheid van de onder de regeling geplaatste goederen.
-
3.In geval van diefstal, verlies of vernietiging van het inlichtingenblad INF 2 kan de houder van de vergunning tot passieve veredeling een duplicaat aanvragen bij het douanekantoor dat het inlichtingenblad heeft afgegeven. Dit kantoor geeft aan dit verzoek gevolg indien wordt aangetoond dat de tijdelijk uitgevoerde goederen waarvoor het duplicaat wordt aangevraagd niet opnieuw zijn ingevoerd.
Op dit duplicaat wordt een van de volgende vermeldingen aangebracht:
-
-DUPLICADO
-
-DUPLIKAT
-
-DUPLIKAT
-
-ÁÍÔÉÃÑÁÖÏ
-
-DUPLICATE
-
-DUPLICATA
-
-DUPLICATO
-
-DUPLICAAT
-
-SEGUNDA VIA
-
-KAKSOISKAPPALE
-
-DUPLIKAT
-
-IKINCI NÜSHADIR.
-
4.De aanvraag om de afgifte van het inlichtingenblad INF 2 houdt in dat de vergunninghouder ermee instemt, dat de volledige of gedeeltelijke vrijstelling van invoerrechten aan een andere persoon wordt overgedragen.
Artikel 23
-
1.Het kantoor van plaatsing tekent het origineel en de kopie van het inlichtingenblad INF 2 af, behoudt de kopie en geeft het origineel aan de aangever terug.
-
2.Wanneer het kantoor van plaatsing van oordeel is dat het douanekantoor waar de aangifte voor het vrije verkeer zal worden ingediend op de hoogte dient te zijn van bepaalde gegevens van de vergunning die niet op het inlichtingenblad voorkomen, dan vult het kantoor van plaatsing het inlichtingenblad met deze gegevens aan.
-
3.Het origineel van het inlichtingenblad INF 2 wordt overgelegd bij het douanekantoor waarlangs de goederen het douanegebied van de Gemeenschap verlaten. Dit kantoor verklaart op het origineel dat de goederen het douanegebied van de Gemeenschap hebben verlaten en geeft het vervolgens terug aan degene die het heeft overgelegd.
Artikel 24
-
1.Het kantoor van plaatsing dat het inlichtingenblad INF 2 dient af te tekenen, vermeldt in vak 16 op welke wijze de tijdelijk uitgevoerde goederen geïdentificeerd kunnen worden.
-
2.Wanneer monsters worden genomen of gebruik wordt gemaakt van tekeningen of technische beschrijvingen, waarmerkt het in lid 1 bedoelde kantoor deze monsters, tekeningen of technische beschrijvingen door het aanbrengen van de douaneverzegeling van het kantoor, hetzij op deze voorwerpen zelf indien hun aard dit toelaat, hetzij op de verpakking, op zodanige wijze dat deze niet kan worden verbroken zonder sporen achter te laten.
Een etiket met het stempel van het kantoor en een verwijzing naar de aangifte ten uitvoer worden op zodanige wijze op de monsters, tekeningen of technische beschrijvingen aangebracht dat zij niet verwisseld kunnen worden.
-
3.De overeenkomstig lid 2 gewaarmerkte en verzegelde monsters, tekeningen of technische beschrijvingen worden aan de exporteur overhandigd opdat hij deze bij de wederinvoer van de veredelingsprodukten of de vervangende produkten met ongeschonden verzegeling kan overleggen.
-
4.Indien een analyse wordt verricht waarvan de resultaten eerst bekend zullen zijn nadat het douanekantoor het inlichtingenblad INF 2 zal hebben afgetekend, wordt het document met de resultaten van deze analyse aan de exporteur overhandigd in een envelop die niet kan worden geopend zonder sporen achter te laten.
Artikel 25
-
1.De importeur van de veredelingsprodukten of de vervangende produkten legt bij het indienen van de aangifte voor het vrije verkeer het origineel van het inlichtingenblad INF 2 alsmede, in voorkomend geval, de in artikel 24, leden 3 en 4, bedoelde identificatiemiddelen over aan het douanekantoor waar de aanzuivering plaatsvindt.
-
2.Indien het in het vrije verkeer brengen van de veredelingsprodukten of de vervangende produkten in één enkele zending geschiedt of indien wordt verwacht dat dit in verscheidene zendingen maar telkens bij hetzelfde douanekantoor zal geschieden, boekt dit douanekantoor op het origineel van het inlichtingenblad INF 2 de hoeveelheid tijdelijk uitgevoerde goederen af die met de hoeveelheid in het vrije verkeer gebrachte veredelingsprodukten of vervangende produkten overeenstemt. Wanneer het inlichtingenblad INF 2 volledig is aangezuiverd, wordt het aan de overeenkomstige aangifte gehecht. Wordt het niet volledig aangezuiverd, dan wordt het aan de aangever teruggezonden en wordt in vak 12 van het A.TR.-certificaat een dienovereenkomstige vermelding aangebracht.
-
3.Indien de veredelingsprodukten of de vervangende produkten in verscheidene zendingen bij verscheidene douanekantoren in het vrije verkeer worden gebracht, terwijl artikel 23, lid 2, niet is toegepast, geeft het douanekantoor waar de eerste aangifte voor het vrije verkeer wordt ingediend, op verzoek van de aangever, ter vervanging van het oorspronkelijke inlichtingenblad INF 2, inlichtingenbladen INF 2 af ten belope van de hoeveelheid tijdelijk uitgevoerde goederen die nog niet in het vrije verkeer zijn gebracht. Dit kantoor vermeldt op dat vervangende inlichtingenbladen of die vervangende inlichtingenbladen het nummer van het oorspronkelijke inlichtingenblad en het douanekantoor dat het heeft afgegeven. De op de vervangende inlichtingenbladen vermelde hoeveelheid wordt afgeboekt op de hoeveelheid vermeld op het oorspronkelijke inlichtingenblad INF 2 dat, wanneer uit deze aantekeningen blijkt dat het volledig is aangezuiverd, aan de eerste aangifte voor het vrije verkeer wordt gehecht. Elk vervangend inlichtingenblad wordt, wanneer dit volledig is aangezuiverd, gehecht aan de aangifte voor het vrije verkeer waarop het betrekking heeft.
Artikel 26
Het kantoor van aanzuivering kan het douanekantoor dat het inlichtingenblad INF 2 heeft afgetekend, om de controle achteraf van de echtheid van het inlichtingenblad en de juistheid van de daarin vervatte gegevens, en eventueel om aanvullende gegevens verzoeken.
Dit kantoor geeft aan dit verzoek zo spoedig mogelijk gevolg.
HOOFDSTUK 3
Terugkerende goederen
Artikel 27
-
1.Goederen uit het ene deel van de douane-unie die, na uit dit douanegebied te zijn uitgevoerd, terugkeren in het douanegebied van het andere deel van de douane-unie en binnen een termijn van drie jaar in het vrije verkeer worden gebracht, worden op verzoek van de belanghebbende van rechten bij invoer vrijgesteld.
De termijn van drie jaar kan worden overschreden in verband met bijzondere omstandigheden.
-
2.Indien de terugkerende goederen vóór hun uitvoer uit het douanegebied van het ene deel van de douane-unie in het vrije verkeer waren gebracht met toepassing van een verlaagd recht bij invoer of van een nulrecht uit hoofde van hun bijzondere bestemming, mag de in lid 1 bedoelde vrijstelling slechts worden verleend indien de goederen opnieuw voor dezelfde doeleinden worden ingevoerd.
Indien de in te voeren goederen niet meer voor dezelfde doeleinden worden gebruikt, wordt het bedrag aan rechten bij invoer waaraan zij zijn onderworpen, verminderd met het bedrag dat eventueel is geheven op het tijdstip waarop zij voor het eerst in het vrije verkeer werden gebracht. Is dit laatste bedrag hoger dan het bedrag dat bij in het vrije verkeer brengen van de terugkerende goederen werd geïnd, dan wordt geen terugbetaling verleend.
3 De in lid 1 bedoelde vrijstelling van rechten bij invoer wordt niet verleend voor goederen die in het kader van de regeling passieve veredeling uit het douanegebied van het ene deel van de douane-unie zijn uitgevoerd, tenzij deze goederen zich nog bevinden in de staat waarin zij werden uitgevoerd.
Artikel 28
De in artikel 27 van dit besluit bedoelde vrijstelling van rechten bij invoer wordt slechts verleend wanneer de goederen worden wederingevoerd in de staat waarin zij werden uitgevoerd.
Artikel 29
De artikelen 27 en 28 van dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op veredelingsprodukten die oorspronkelijk werden uitgevoerd of wederuitgevoerd na onder de regeling actieve veredeling te zijn geplaatst.
Het bedrag aan wettelijk verschuldigde rechten bij invoer wordt vastgesteld volgens de bepalingen die in het kader van de regeling actieve veredeling gelden. De datum van wederuitvoer van de veredelingsprodukten wordt beschouwd als de datum van het in het vrije verkeer brengen.
Artikel 30
Terugkerende goederen komen ook voor vrijstelling van rechten bij invoer in aanmerking wanneer zij slechts een gedeelte vormen van de eerder uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie uitgevoerde goederen.
Dit is eveneens het geval wanneer de terugkerende goederen bestaan uit delen of toebehoren van machines, instrumenten, toestellen of andere produkten welke eerder uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie zijn uitgevoerd.
Artikel 31
-
1.In afwijking van artikel 28 van dit besluit komen terugkerende goederen voor vrijstelling van rechten bij invoer in aanmerking wanneer zij zich in een van de volgende situaties bevinden:
-
a)goederen die na uitvoer uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie slechts behandelingen hebben ondergaan die noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren of die uitsluitend hun presentatie wijzigen;
-
b)goederen waarvan na uitvoer uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie is gebleken dat zij gebreken vertonen of ongeschikt zijn voor het beoogde gebruik, ook al hebben zij andere behandelingen ondergaan dan die welke nodig waren om ze in goede staat te bewaren of die hun presentatie wijzigen, mits is voldaan aan een van de volgende voorwaarden:
-
-de goederen hebben de genoemde behandelingen uitsluitend met het oog op herstelling of revisie ondergaan,
-
-de ongeschiktheid voor het beoogde gebruik is pas gebleken nadat met genoemde behandelingen een aanvang was gemaakt.
-
2.Indien de behandelingen die de terugkerende goederen overeenkomstig lid 1, onder b), mogelijkerwijze hebben ondergaan, bij de plaatsing van de goederen onder de regeling passieve veredeling aanleiding zouden hebben gegeven tot de heffing van rechten bij invoer dan gelden de regels betreffende de heffing van rechten welke in het kader van genoemde regeling van toepassing zijn.
Indien evenwel ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat de behandeling die goederen hebben ondergaan bestaat uit een herstelling of een revisie die noodzakelijk was ten gevolge van een onvoorziene gebeurtenis buiten het douanegebied van beide delen van de douane-unie, dan wordt, mits de waarde van de terugkerende goederen door deze behandeling niet hoger is geworden dan de waarde op het ogenblik van hun uitvoer uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie, vrijstelling van rechten bij invoer toegekend.
-
3.Voor de toepassing van lid 2, tweede alinea,
-
a)wordt onder "herstelling of revisie die noodzakelijk was" verstaan elke handeling die ten doel heeft een gebrekkige werking te verhelpen of materiële schade te herstellen welke gedurende het verblijf van de goederen buiten het douanegebied van beide delen van de douane-unie is ontstaan en zonder welke deze goederen onder normale omstandigheden niet meer kunnen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij bestemd zijn;
-
b)wordt aangenomen dat de waarde van de terugkerende goederen, als gevolg van de behandeling die zij hebben ondergaan, niet groter is dan die welke zij op het tijdstip van uitvoer uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie hadden, wanneer deze behandeling beperkt is gebleven tot hetgeen strikt noodzakelijk was teneinde de goederen onder dezelfde omstandigheden te kunnen gebruiken als op het tijdstip van uitvoer.
Wanneer de herstelling of revisie van de goederen het gebruik van vervangingsonderdelen noodzakelijk maakt, dient dit te worden beperkt tot de onderdelen welke strikt noodzakelijk zijn om de goederen opnieuw geschikt te maken voor het gebruik waarvoor zij op het tijdstip van uitvoer bestemd waren.
Artikel 32
Op verzoek van de belanghebbende geven de douaneautoriteiten bij de vervulling van de douaneformaliteiten bij uitvoer een document af dat de gegevens bevat aan de hand waarvan de identiteit van de goederen kan worden vastgesteld wanneer deze weer in het douanegebied van een van de delen van de douane-unie worden binnengebracht.
Artikel 33
-
1.Als "terugkerende goederen" kunnen worden toegelaten:
-
-goederen waarvoor bij de aangifte voor het vrije verkeer wordt overlegd:
-
a)hetzij het exemplaar van de aangifte ten uitvoer dat de exporteur door de douane-autoriteiten is overhandigd of een door genoemde autoriteiten voor eensluidend afgetekende kopie van dit document,
-
b)hetzij het in artikel 34 van dit besluit bedoelde inlichtingenblad.
De onder a) en b) bedoelde documenten zijn niet vereist indien de douaneautoriteiten van het douanekantoor van wederinvoer op grond van bewijsstukken waarover zij beschikken of die zij van de belanghebbende kunnen verlangen in staat zijn vast te stellen dat de voor het vrije verkeer aangegeven goederen eerder uit het douanegebied van het andere deel van de douane-unie werden uitgevoerd en dat zij op het tijdstip van uitvoer voldeden aan de voorwaarden om als terugkerende goederen te worden aangemerkt;
-
-goederen die zijn gedekt door een in het andere deel van de douane-unie afgegeven carnet ATA.
Deze goederen kunnen als terugkerende goederen worden aangemerkt onder de in artikel 27 van dit besluit genoemde voorwaarden, ook indien de geldigheidsduur van het carnet ATA is verstreken.
In ieder geval vervult het douanekantoor van wederinvoer de volgende formaliteiten:
-
-het verifieert de gegevens die in de vakken A tot en met G van het deel "wederinvoer" voorkomen;
-
-het vult de strook en vak H van het deel "wederinvoer" in;
-
-het houdt het deel "wederinvoer" achter.
-
2.Lid 1, eerste streepje, is niet van toepassing op het internationale verkeer van verpakkingsmiddelen, vervoermiddelen of bepaalde goederen welke zijn toegelaten tot een bijzondere douaneregeling, indien volgens autonome of conventionele bepalingen in die omstandigheden geen douanedocumenten vereist zijn.
Het is evenmin van toepassing in gevallen waarin goederen mondeling of door enige andere handeling kunnen worden aangegeven voor het vrije verkeer.
-
3.Wanneer zij dit noodzakelijk achten, kunnen de douaneautoriteiten van het douanekantoor van wederinvoer, met name met het oog op de identificatie van de goederen, van belanghebbende aanvullende bewijsstukken eisen.
Artikel 34
Het inlichtingenblad INF 3 wordt in één origineel en twee kopieën gesteld op formulieren die overeenstemmen met de modellen die voorkomen in de communautaire en Turkse douanebepalingen.
Artikel 35
-
1.Het inlichtingenblad INF 3 wordt op verzoek van de exporteur door de douaneautoriteiten van het douanekantoor van uitvoer afgegeven bij het vervullen van de uitvoerformaliteiten voor de goederen waarop het betrekking heeft, wanneer deze exporteur verklaart dat de betrokken goederen vermoedelijk via een douanekantoor van het andere deel van de douane-unie zullen terugkeren.
-
2.Het inlichtingenblad INF 3 kan eveneens, op verzoek van de exporteur, door de douaneautoriteiten van het douanekantoor van uitvoer worden afgegeven nadat de uitvoerformaliteiten voor de goederen waarop het betrekking heeft, zijn vervuld, mits deze autoriteiten, aan de hand van de inlichtingen waarover zij beschikken, kunnen vaststellen dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur met de uitgevoerde goederen overeenstemmen.
Artikel 36
-
1.In het inlichtingenblad INF 3 worden alle gegevens opgenomen welke de douaneautoriteiten nodig achten om de identiteit van de uitgevoerde goederen vast te stellen.
-
2.Wanneer te verwachten is dat de uitgevoerde goederen naar het douanegebied van het andere deel van de douane-unie of naar het douanegebied van beide delen van de douane-unie zullen terugkeren via verschillende andere douanekantoren dan het douanekantoor van uitvoer, kan de exporteur de afgifte van meer dan één inlichtingsblad INF 3 vragen voor de totale hoeveelheid van de uitgevoerde goederen.
De exporteur kan de douaneautoriteiten die het inlichtingenblad INF 3 hebben afgegeven eveneens vragen dit te vervangen door meer inlichtingsbladen INF 3 voor de totale hoeveelheid van de goederen die zijn vermeld op het aanvankelijk afgegeven inlichtingenblad INF 3.
De exporteur kan eveneens de afgifte van een inlichtingenblad INF 3 vragen voor een gedeelte van de uitgevoerde goederen.
Artikel 37
Het origineel en een kopie van het inlichtingenblad INF 3 worden de exporteur ter hand gesteld, zodat hij deze op het douanekantoor van wederinvoer kan overleggen. De tweede kopie wordt door de douaneautoriteiten van afgifte in hun archieven opgeborgen.
Artikel 38
Het douanekantoor van wederinvoer tekent op het origineel en de kopie van het inlichtingenblad INF 3 de hoeveelheid teruggekeerde goederen aan die vrijgesteld zijn van rechten bij invoer, behoudt het origineel en stuurt de douaneautoriteiten van afgifte de kopie van dat inlichtingenblad met daarop het nummer en de datum van de aangifte voor het vrije verkeer van deze goederen.
Voornoemde douaneautoriteiten vergelijken deze kopie met die welke in hun bezit is en bewaren deze in hun archieven.
Artikel 39
Bij diefstal, verlies of vernietiging van het origineel van het inlichtingenblad INF 3 kan belanghebbende een duplicaat vragen aan de douaneautoriteiten die het origineel hebben afgegeven. Genoemde autoriteiten willigen dit verzoek in indien de omstandigheden dit rechtvaardigen. Op het aldus afgegeven document moet een van de volgende vermeldingen worden aangebracht:
-
-DUPLICADO
-
-DUPLIKAT
-
-DUPLIKAT
-
-ÁÍÔÉÃÑÁÖÏ
-
-DUPLICATE
-
-DUPLICATA
-
-DUPLICATO
-
-DUPLICAAT
-
-SEGUNDA VIA
-
-KAKSOISKAPPALE
-
-DUPLIKAT
-
-IKINCI NÜSHADIR.
De afgifte van het duplicaat wordt door de douaneautoriteiten aangetekend op de kopie van het inlichtingenblad INF 3 die in hun bezit is.
Artikel 40
-
1.De douaneautoriteiten van het douanekantoor van uitvoer doen de autoriteiten van het douanekantoor van wederinvoer op hun verzoek alle beschikbare gegevens toekomen aan de hand waarvan deze kunnen nagaan of de goederen aan de voorwaarden voldoen om voor toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk in aanmerking te komen.
-
2.Het inlichtingenblad INF 3 kan worden gebruikt voor het aanvragen en de toezending van de in lid 1 bedoelde gegevens.
TITEL V
SLOTBEPALINGEN
Artikel 41
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1996.
Gedaan te Marmaris, 20 mei 1996.
Voor het Comité Douanesamenwerking
De Voorzitter
-
A.OYARZABAL
-
(1)PB nr. L 35 van 13. 2. 1996, blz. 1.
-
(2)PB nr. L 59 van 5. 3. 1973, blz. 74. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit nr. 4/95 (PB nr. L 35 van 13. 2. 1996, blz. 48).
BIJLAGE I
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
BIJLAGE II
Toelichting bij het certificaat inzake goederenverkeer
-
I.Regels in acht te nemen bij het opmaken van het certificaat inzake goederenverkeer A.TR.
-
1.Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. wordt gesteld in een van de talen waarin de Overeenkomst is opgesteld en in overeenstemming met het nationale recht van de uitvoerende Staat. Wanneer het certificaat in de Turkse taal wordt gesteld, wordt het eveneens in één van de officiële talen van de Gemeenschap gesteld.
-
2.Het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. wordt ingevuld met de schrijfmachine of, in blokletters, met de pen. Er mogen geen raderingen of overschrijvingen in voorkomen. Wijzigingen dienen te worden aangebracht door doorhaling van de onjuiste vermelding en, in voorkomend geval, door toevoeging van de juiste vermelding. Elke aldus aangebrachte wijziging dient te worden goedgekeurd door degene die het certificaat heeft opgesteld en te worden geviseerd door de douaneautoriteiten.
II. Aanwijzingen bij het invullen van de verschillende vakken
-
1.Vermelding van de naam en voornaam of van de firmanaam en van het volledige adres van de betrokkene.
-
2.In voorkomend geval, vermelding van het nummer van het vervoerdocument.
-
3.In voorkomend geval, vermelding van de naam en voornaam of de firmanaam en het volledige adres van de persoon of personen bij wie de goederen worden afgeleverd.
-
5.Vermelding van de naam van het land van waaruit de goederen werden uitgevoerd.
-
6.Vermelding van de naam van het betrokken land.
-
8.Indien de oorsprong van de goederen is vereist, moet in dit vak de naam van het land van oorsprong door de exporteur worden ingevuld.
-
9.Vermelding van het volgnummer van het betrokken artikel ten opzichte van het totale aantal artikelen dat is vermeld op het certificaat.
-
10.Vermelding van merken, nummers, aantal en soort van de colli, alsook de gebruikelijke handelsbenaming van de goederen.
-
11.Vermelding van de in kilogram uitgedrukte brutomassa van de goederen die in het overeenstemmende vak 10 zijn omschreven.
-
12.Aan te vullen door de bevoegde autoriteiten. In voorkomend geval, vermelding van de inlichtingen betreffende het uitvoerdocument (model en nummer van het document, naam van het douanekantoor en van het land van afgifte).
-
13.Vermelding van plaats en datum, alsook de handtekening en de naam van de exporteur.
BIJLAGE III
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
BIJLAGE IV
>REFERENTIE NAAR EEN FILM>
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.