Verordening 2010/642 - Uitvoeringsbepalingen van Verordening 1234/2007 ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen

1.

Wettekst

21.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/5

 

VERORDENING (EU) Nr. 642/2010 VAN DE COMMISSIE

van 20 juli 2010

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen

(codificatie)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name op artikel 143, in combinatie met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie van 28 juni 1996 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad ten aanzien van de invoerrechten in de sector granen (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.

 

(2)

In artikel 135 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat bij de invoer van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden geheven. Voor de in artikel 136, lid 1, van die verordening bedoelde producten is het invoerrecht echter gelijk aan de interventieprijs voor deze producten bij de invoer, verhoogd met 55 % en verminderd met de cif-invoerprijs van de betrokken zending.

 

(3)

Bij de in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde producten zal in bepaalde gevallen met verscheidene standaardkwaliteiten worden gewerkt ten behoeve van de indeling van de ingevoerde producten. Derhalve moeten de te hanteren standaardkwaliteiten worden bepaald aan de hand van objectieve indelingscriteria en moeten ook toleranties worden vastgesteld die het mogelijk maken de in te voeren producten bij de meest passende kwaliteit in te delen. Van de mogelijke objectieve criteria om zachte tarwe naar kwaliteit in te delen zijn het eiwitgehalte, het soortelijk gewicht en het aandeel aan uitschot (Schwarzbesatz) de criteria die het meest door de handel worden gebruikt en die het gemakkelijkst te controleren zijn. Voor durumtarwe zijn die criteria het soortelijk gewicht, het aandeel aan uitschot (Schwarzbesatz) en het aandeel aan glazige korrels. De ingevoerde producten moeten daarom worden onderworpen aan analyses die het mogelijk maken deze parameters voor elke ingevoerde partij te bepalen. Wanneer de Unie een procedure heeft vastgesteld om kwaliteitscertificaten die door een autoriteit van de staat van oorsprong van het product zijn bekrachtigd en afgegeven, officieel te erkennen, moeten deze analyses echter nog slechts bij wijze van controle op een voldoende representatief aantal ingevoerde partijen kunnen worden uitgevoerd.

 

(4)

In artikel 136, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat voor de berekening van het invoerrecht regelmatig representatieve cif-invoerprijzen worden vastgesteld voor de in lid 1 van genoemd artikel bedoelde producten zijn vastgesteld. Met het oog op de vaststelling van deze prijzen dienen prijsnoteringen voor de verschillende tarwekwaliteiten en prijsnoteringen voor de overige graansoorten te worden gespecificeerd. Het is derhalve wenselijk deze noteringen te omschrijven.

 

(5)

In het kader van het streven naar duidelijkheid en doorzichtigheid, vormt de notering voor de verschillende typen tarwe en de overige graansoorten in de grondstoffenbeurzen van de Verenigde Staten van Amerika een objectieve grondslag voor de bepaling van representatieve cif-invoerprijzen. Door optelling van de handelspremie die op de markt van de Verenigde Staten voor elke kwaliteit van de verschillende graansoorten wordt toegekend, kan de beursnotering voor elke graansoort worden omgerekend in een fob-prijs bij uitvoer uit de Verenigde Staten. Door optelling van het vrachttarief dat op de vervoersmarkt voor het vervoer over zee tussen de Golf van Mexico of de grote meren en een haven van de Unie geldt, kunnen deze fob-prijzen worden omgerekend in representatieve cif-invoerprijzen. Als gevolg van de omvang van vrachtvervoer en handel in de haven van Rotterdam, is deze haven de bestemming in de Unie waarvoor de vrachttarieven voor vervoer over zee het meest algemeen bekend, het meest doorzichtig en het gemakkelijkst te achterhalen zijn. Bijgevolg is de voor de Unie in aanmerking te nemen haven van bestemming die van Rotterdam.

 

(6)

In verband met een en ander en ter wille van de doorzichtigheid, moeten de in artikel 136, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde representatieve cif-invoerprijzen worden bepaald door uit te gaan van de notering op een grondstoffenbeurs voor de betrokken graansoort en door de voor deze soort toegekende handelspremie en het vrachttarief voor vervoer over zee tussen de Golf van Mexico of de grote meren en de haven van Rotterdam op te tel.len. Het is evenwel, om rekening te houden met de verschillen in vrachtkosten afhankelijk van de haven van bestemming, gerechtvaardigd te voorzien in forfaitaire aanpassingen van het invoerrecht voor de havens van de Unie die zijn gelegen aan de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, aan de Atlantische kust van het Iberisch schiereiland, in het Verenigd Koninkrijk en Ierland, in de Noordse landen, in de Baltische staten en in Polen. Het is voor de bewaking van de ontwikkeling van de aldus bepaalde representatieve cif-invoerprijzen dienstig te bepalen dat de elementen die een rol spelen in de berekening ervan, dagelijks moeten worden gevolgd. Aan de hand van de voor gerst berekende representatieve cif-invoerprijs kan de marktsituatie voor sorgho en voor rogge worden ingeschat en daarom dient te worden bepaald dat de representatieve cif-invoerprijs voor gerst ook voor die graansoorten geldt.

 

(7)

Met het oog op de vaststelling van het invoerrecht voor de in artikel 136 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde graansoorten, doet een periode van tien werkdagen waarin de representatieve cif-invoerprijzen voor elke graansoort worden geconstateerd, recht aan de markttendensen zonder dat elementen van onzekerheid worden geïntroduceerd. De invoerrechten voor deze producten dienen op deze grondslag, met inachtneming van het gemiddelde van de representatieve cif-invoerprijzen dat in de genoemde periode is geconstateerd, op de vijftiende dag en op de laatste werkdag van elke maand te worden vastgesteld. Het aldus berekende invoerrecht kan gedurende twee weken worden toegepast zonder de invoerprijs, inclusief recht, in belangrijke mate te beïnvloeden. Evenwel, wanneer gedurende de periode waarin de representatieve cif-invoerprijzen worden berekend, voor een bepaald product geen enkele beursnotering beschikbaar is of wanneer deze representatieve cif-invoerprijzen in de periode van berekening zeer aanzienlijke schommelingen ondergaan als gevolg van plotselinge veranderingen van de elementen die een rol spelen in de berekening van het invoerrecht, moeten maatregelen worden genomen om de representativiteit van de cif-invoerprijzen voor het betrokken product in stand te houden. In geval van sterke schommelingen van de beursnotering, van de aan de notering verbonden handelspremies, van de vrachtkosten voor het vervoer over zee of van de wisselkoers die wordt gebruikt om de representatieve cif-invoerprijs voor het betrokken product te berekenen, dient deze prijs weer representatief te worden gemaakt door middel van een aanpassing die, om rekening te houden met de veranderingen, overeenkomt met het verschil dat ten opzichte van de geldende vaststelling is geconstateerd. Zelfs in geval van een dergelijke aanpassing moet het tijdschema voor de volgende vaststelling onveranderd blijven.

 

(8)

Voor de invoer van glazige maïs geldt dat, hetzij doordat het product van bijzondere kwaliteit is, hetzij doordat in de prijs van het in te voeren product een kwaliteitstoeslag is begrepen in vergelijking met de gewone prijs van het betrokken product, in de voor de berekening van de representatieve cif-invoerprijs gebruikte beursnotering geen rekening wordt gehouden met het bestaan van een toeslag op de prijs voor dit product in vergelijking met de gewone marktvoorwaarden. Om met deze kwaliteitstoeslag op de prijs of de notering rekening te houden, is het derhalve wenselijk dat, wanneer de importeur aantoont dat hij het ingevoerde product heeft gebruikt voor de vervaardiging van producten van hoge kwaliteit die het bestaan van een dergelijke toeslag rechtvaardigen, een forfaitair gedeelte van het bij de invoer van het betrokken product betaalde invoerrecht aan de importeur wordt terugbetaald.

 

(9)

Om ervoor te zorgen dat deze verordening door de importeurs wordt nageleefd, dient een stelsel van aanvullende zekerheden naast die voor de certificaten te worden ingevoerd.

 

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bedragen van de in artikel 135 en artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief zijn die welke gelden op het tijdstip zoals bedoeld in artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (4).

Artikel 2

  • 1. 
    De in artikel 136, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde invoerrechten voor de producten van de GN-codes 1001 10 00, 1001 90 91, ex 1001 90 99 (zachte tarwe van hoge kwaliteit), 1002 00 00, 1005 10 90, 1005 90 00 en 1007 00 90, met uitzondering van hybriden voor zaaidoeleinden, worden dagelijks berekend, maar worden op de vijftiende dag en op de laatste werkdag van elke maand door de Commissie vastgesteld voor toepassing vanaf respectievelijk de zestiende dag van de maand en de eerste dag van de volgende maand. Wanneer de vijftiende voor de Commissie geen werkdag is, worden de rechten vastgesteld op de werkdag die aan de vijftiende van de betrokken maand voorafgaat.

Indien evenwel in de loop van de toepassingsperiode van het aldus vastgestelde recht het berekende gemiddelde van de invoerrechten 5 EUR per ton of meer verschilt van het vastgestelde recht, vindt een overeenkomstige aanpassing plaats.

  • 2. 
    De voor de berekening van het invoerrecht in aanmerking te nemen prijs is de overeenkomstig artikel 5 bepaalde dagelijkse representatieve cif-invoerprijs. Voor elke vaststelling is het in aanmerking genomen invoerrecht het gemiddelde van de gedurende de tien voorafgaande werkdagen berekende invoerrechten. Voor vaststellingen en aanpassingen houdt de Commissie geen rekening met de dagelijkse invoerrechten die zijn gebruikt voor de voorafgaande vaststelling.

De voor de berekening van de rechten in aanmerking te nemen interventieprijs is die van de maand waarin het invoerrecht wordt toegepast.

  • 3. 
    De overeenkomstig deze verordening vastgestelde invoerrechten zijn van toepassing totdat een nieuwe vaststelling in werking treedt.

Bij elke vaststelling of aanpassing maakt de Commissie de invoerrechten en de voor de berekening daarvan in aanmerking genomen elementen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie.

  • 4. 
    Indien de loshaven in de Unie:
 

a)

aan de Middellandse Zee (voorbij de Straat van Gibraltar) of de Zwarte Zee ligt en het product via de Atlantische Oceaan of het Suezkanaal wordt aangevoerd, verlaagt de Commissie het invoerrecht met 3 EUR per ton;

 

b)

aan de Atlantische kust van het Iberisch schiereiland, in het Verenigd Koninkrijk, in Ierland, in Denemarken, in Estland, in Letland, in Litouwen, in Polen, in Finland of in Zweden ligt en het product via de Atlantische Oceaan wordt aangevoerd, verlaagt de Commissie het invoerrecht met 2 EUR per ton.

De douaneautoriteit van de loshaven geeft een certificaat af waarin de hoeveelheid van elk gelost product wordt bevestigd, overeenkomstig het model in bijlage I. De in de eerste alinea bedoelde verlaging van het recht wordt slechts toegekend indien het product van dit certificaat vergezeld gaat totdat de douaneformaliteiten bij invoer worden vervuld.

Artikel 3

  • 1. 
    De invoerrechten worden verlaagd met 24 EUR per ton voor glazige maïs die voldoet aan de in bijlage II vastgestelde specificaties.
  • 2. 
    Voor de toekenning van de in lid 1 bedoelde verlaging moet glazige maïs binnen zes maanden vanaf de datum van invoer in het vrije verkeer een bewerking voor de vervaardiging van een product van GN-code 1904 10 10, 1103 13 of 1104 23 hebben ondergaan.
  • 3. 
    De bepalingen betreffende de bijzondere bestemming van artikel 82 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 en van de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (5) zijn van toepassing.
  • 4. 
    In afwijking van artikel 293, lid 1, onder e), van Verordening (EEG) nr. 2454/93 stelt de importeur bij de bevoegde autoriteit een aanvullende zekerheid van 24 EUR per ton voor glazige maïs, behalve wanneer het invoercertificaat vergezeld gaat van een overeenstemmingscertificaat dat is afgegeven door de in artikel 7, lid 2, onder a), van de onderhavige verordening genoemde Argentijnse Servicio Nacional de Sanidad y Calidad Agroalimentaria (Senasa). In dat geval worden in vak 24 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat de aard van het certificaat van overeenstemming en het nummer daarvan vermeld.

Als het recht dat geldt op de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer voor maïs echter lager is dan 24 EUR, is de zekerheid gelijk aan dat recht.

Artikel 4

De kwaliteitseisen waaraan bij invoer in de Unie moet worden voldaan, en de toe te passen toleranties zijn vastgesteld in bijlage II.

Artikel 5

  • 1. 
    Voor de bepaling van de in artikel 136, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde representatieve cif-invoerprijzen worden voor de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe, maïs en andere voedergranen de volgende elementen in aanmerking genomen:
 

a)

de representatieve beursnotering op de markt van de Verenigde Staten;

 

b)

de bekende handelspremies en kortingen die op de noteringsdag op de markt van de Verenigde Staten bij deze notering horen en in het bijzonder, in het geval van durumtarwe, die bij de meelkwaliteit horen;

 

c)

het vrachttarief voor vervoer over zee en de daarmee samenhangende kosten tussen de Verenigde Staten (Golf van Mexico of Duluth) en de haven van Rotterdam met een schip van ten minste 25 000 t.

  • 2. 
    Op elke werkdag constateert de Commissie:
 

a)

het in lid 1, onder a), bedoelde element op basis van de in bijlage III vermelde beurzen en referentiekwaliteiten;

 

b)

de in lid 1, onder b) en c), bedoelde elementen op basis van de algemeen verkrijgbare gegevens.

  • 3. 
    Met het oog op de berekening van het in lid 1, onder b), bedoelde element of de betrokken fob-notering, gelden de volgende premies en kortingen:
 

a)

een premie van 14 EUR per ton voor zachte tarwe van hoge kwaliteit;

 

b)

een korting van 10 EUR per ton voor durumtarwe van gemiddelde kwaliteit;

 

c)

een korting van 30 EUR per ton voor durumtarwe van lage kwaliteit.

  • 4. 
    De representatieve cif-invoerprijs voor durumtarwe, zachte tarwe van hoge kwaliteit en maïs is telkens de som van de in lid 1, onder a), b) en c), bedoelde elementen. De representatieve cif-invoerprijzen voor rogge en sorgho worden berekend aan de hand van de noteringen voor gerst in de Verenigde Staten, overeenkomstig bijlage III.
  • 5. 
    De representatieve cif-invoerprijzen voor zachte tarwe voor zaaidoeleinden van GN-code 1001 90 91 en maïs voor zaaidoeleinden van GN-code 1005 10 90 zijn dezelfde als die zijn berekend voor respectievelijk zachte tarwe van hoge kwaliteit en maïs.

Artikel 6

  • 1. 
    Voor zachte tarwe van hoge kwaliteit kan een aanvraag om een invoercertificaat slechts in aanmerking worden genomen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de aanvrager heeft in vak 20 van het invoercertificaat de in te voeren kwaliteit vermeld;

 

b)

de aanvrager gaat schriftelijk de verbintenis aan op de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer een aanvullende specifieke zekerheid te stellen bovenop de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie (6) bedoelde zekerheden.

De in de eerste alinea, onder b), bedoelde aanvullende zekerheid bedraagt 95 EUR per ton. Als echter het invoercertificaat vergezeld zal gaan van door de Federal Grain Inspection Service (FGIS) of de Canadian Grain Commission (CGC) afgegeven certificaten van overeenstemming als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder b) of c), is geen aanvullende zekerheid vereist. In dat geval worden in vak 24 van de invoercertificaataanvraag en van het invoercertificaat de aard van het certificaat van overeenstemming en het nummer daarvan vermeld.

  • 2. 
    Voor durumtarwe kan een aanvraag om een invoercertificaat slechts in aanmerking worden genomen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de aanvrager heeft in vak 20 van het invoercertificaat de in te voeren kwaliteit vermeld;

 

b)

de aanvrager gaat schriftelijk de verbintenis aan op de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer een aanvullende specifieke zekerheid te stellen bovenop de in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2003 bedoelde zekerheden indien het invoerrecht voor de in vak 20 van het invoercertificaat vermelde kwaliteit niet het hoogste recht voor de categorie van het betrokken product is.

Het bedrag van de in de eerste alinea, onder b), bedoelde aanvullende zekerheid is gelijk aan het verschil, op de datum van aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer, tussen het hoogste recht en het recht dat voor de vermelde kwaliteit geldt, verhoogd met een toeslag van 5 EUR per ton. Wanneer het invoerrecht voor de verschillende kwaliteiten durumtarwe echter nul is, is de in de eerste alinea, onder b), bedoelde verbintenis niet vereist.

Als echter het invoercertificaat vergezeld zal gaan van door de Federal Grain Inspection Service (FGIS) of de Canadian Grain Commission (CGC) afgegeven certificaten van overeenstemming als bedoeld in artikel 7, lid 2, onder b) of c), is geen aanvullende zekerheid vereist. In dat geval wordt in vak 24 van het invoercertificaat de aard van het certificaat van overeenstemming vermeld.

  • 3. 
    In de gevallen waarin, op grond van artikel 187 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, de invoerrechten worden geschorst voor alle kwaliteitsklassen zachte tarwe, is de in lid 1 van dit artikel bedoelde aanvullende zekerheid van 95 EUR per ton niet vereist zolang de invoerrechten geschorst blijven.

Artikel 7

  • 1. 
    De douanedienst waar de goederen in het vrije verkeer zijn gebracht neemt representatieve monsters van elke zending zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe en glazige maïs, overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie (7). Er worden echter geen monsters genomen, wanneer het invoerrecht van de verschillende kwaliteiten hetzelfde is.

Wanneer de Commissie een door de staat van oorsprong van de granen afgegeven kwaliteitscertificaat voor zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe of glazige maïs officieel erkent, worden deze bemonsteringen evenwel slechts bij wijze van controle op de gecertificeerde kwaliteit verricht voor een aantal ingevoerde zendingen dat voldoende representatief is.

  • 2. 
    De volgende certificaten van overeenstemming worden officieel door de Commissie erkend op grond van de bij de artikelen 63 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 vastgestelde beginselen:
 

a)

door de Servicio Nacional de Sanidad y Calidad Agroalimentaria (Senasa) van Argentinië afgegeven certificaten voor glazige maïs;

 

b)

door de Federal Grains Inspection Service (FGIS) van de Verenigde Staten afgegeven certificaten voor zachte tarwe van hoge kwaliteit en durumtarwe van hoge kwaliteit;

 

c)

door Canadian Grain Commission (CGC) van Canada afgegeven certificaten voor zachte tarwe van hoge kwaliteit en durumtarwe van hoge kwaliteit.

In bijlage IV is een model opgenomen van de door Senasa afgeven overeenstemmingscertificaten. De afbeelding van de door de Argentijnse regering goedgekeurde stempels wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

In bijlage V zijn modellen opgenomen van door de FGIS afgegeven overeenstemmingscertificaten en stempels.

In bijlage VI zijn modellen opgenomen van door de CGC afgegeven overeenstemmingscertificaten, klassenindelingen voor uitvoer en stempels.

Als de analyseparameters op de door de in de eerste alinea genoemde instanties afgegeven certificaten van overeenstemming beantwoorden aan de minimumkwaliteitseisen voor zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe en glazige maïs in bijlage II, worden voor elke haven van binnenkomst en voor elk verkoopseizoen monsters genomen op ten minste 3 % van de ingevoerde ladingen.

Het product wordt ingedeeld bij de standaardkwaliteit waarvoor aan alle in bijlage II vermelde indelingscriteria is voldaan.

  • 3. 
    De referentiemethoden voor de in lid 1 bedoelde analyses zijn die welke zijn beschreven in Verordening (EU) nr. 1272/2009 van de Commissie (8).

Glazige maïs is maïs van de soort „Zea maïs indurata”, waarvan de korrels een overwegend glazig endosperm hebben (harde of hoornachtige textuur). De korrels zijn doorgaans oranje of rood van kleur. Het bovenste gedeelte (tegenover de kiem), de „kroon”, vertoont geen spleet.

Maïskorrels worden glazige-maïskorrels genoemd wanneer zij aan de volgende twee criteria voldoen:

 

a)

de „kroon” vertoont geen spleet, en

 

b)

bij een overlangse doorsnede vertoont het endosperm een melige kern met daar omheen een hoornachtige laag. Het hoornachtige gedeelte moet het grootste deel van de totale oppervlakte van de doorsnede uitmaken.

Het percentage glazige-maïskorrels wordt vastgesteld door op een representatief monster van 100 korrels het aantal korrels te tellen dat aan de in de derde alinea bedoelde criteria beantwoordt.

De referentiemethode voor het bepalen van de flotatie-index is vastgesteld in bijlage VII.

  • 4. 
    Indien de ingevoerde zachte tarwe van hoge kwaliteit, durumtarwe en glazige maïs op grond van het resultaat van de analyse bij een lagere standaardkwaliteit wordt ingedeeld dan op het invoercertificaat is vermeld, moet de importeur het verschil tussen het invoerrecht voor het op het certificaat vermelde product en het invoerrecht voor het werkelijk ingevoerde product betalen. In dat geval zal de in artikel 12, onder a), van Verordening (EG) nr. 1342/2003 bedoelde zekerheid voor het invoercertificaat en de aanvullende zekerheid als bedoeld in artikel 3, lid 4, en artikel 6, leden 1 en 2, van deze verordening worden vrijgegeven, met uitzondering van de in de tweede alinea van genoemd lid 2 bedoelde toeslag van 5 EUR.

Als het in de eerste alinea bedoelde verschil niet binnen een maand is betaald, wordt de in artikel 3, lid 4, en artikel 6, leden 1 en 2, bedoelde aanvullende zekerheid verbeurd.

  • 5. 
    De door de bevoegde autoriteit van de lidstaat genomen representatieve monsters van het ingevoerde graan moeten gedurende zes maanden worden bewaard.

Artikel 8

Verordening (EG) nr. 1249/96 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IX.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juli 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (3) 
    Zie bijlage VIII.
 

BIJLAGE I

 

BIJLAGE II

Criteria voor de indeling van de ingevoerde producten

(op basis van een vochtgehalte van 12 gewichtspercenten of een daarmee overeenkomende waarde)

 

Product

Zachte tarwe en spelt (1), met uitzondering van mengkoren

Durumtarwe

Glazige maïs

Andere dan glazige maïs

Andere granen

GN-code

1001 90

1001 10 00

1005 90 00

1005 10 90 en 1005 90 00

1002, 1003 en 1007 00 90

Kwaliteit (2)

Hoog

Gemiddeld

Laag

Hoog

Gemiddeld

Laag

     

1.

Minimaal procentueel eiwitgehalte

14,0

11,5

2.

Minimaal soortelijk gewicht in kg/hl

77,0

74,0

76,0

76,0

76,0

3.

Maximaal procentueel aandeel aan uitschot (Schwarzbesatz)

1,5

1,5

1,5

1,5

4.

Minimaal procentueel aandeel aan glazige korrels

75,0

62,0

95,0

5.

Maximumwaarde van de flotatie-index

25,0

Toleranties

 

Tolerantie voor

Durumtarwe en zachte tarwe

Glazige maïs

het eiwitgehalte

–0,7

het minimaal soortelijk gewicht

–0,5

–0,5

het maximaal aandeel aan uitschot

+0,5

het aandeel aan glazige korrels

–2,0

–3,0

de flotatie-index

+1,0

 

  • (1) 
    Deze criteria gelden voor gedopte spelt.
  • (2) 
    De in bijlage I, deel IV, bij Verordening (EU) nr. 1272/2009 bedoelde analysemethoden zijn van toepassing.
 

BIJLAGE III

Noteringsbeurzen en referentierassen

 

Product

Zachte tarwe

Durumtarwe

Maïs

Andere voedergranen

Standaardkwaliteit

Hoog

Gemiddeld

Laag

     

Voor de beursnotering in aanmerking te nemen referentieras (type/klasse)

Hard Red Spring Nr. 2

Hard Red Winter Nr. 2

Soft Red Winter Nr. 2

Hard Amber Durum Nr. 2

Yellow Corn Nr. 3

Verenigde Staten Barley Nr. 2

Beursnotering

Minneapolis Grain Exchange

Kansas City Board of Trade

Chicago Board of Trade

Minneapolis Grain Exchange (1)

Chicago Board of Trade

Minneapolis Grain Exchange (2)

 

  • (1) 
    Wanneer geen enkele notering beschikbaar is die het mogelijk maakt een representatieve cif-invoerprijs te berekenen, worden de in de Verenigde Staten algemeen verkrijgbare fob-noteringen in aanmerking genomen.
  • (2) 
    Wanneer geen enkele notering beschikbaar is die het mogelijk maakt een representatieve cif-invoerprijs te berekenen, worden de in de Verenigde Staten algemeen verkrijgbare meest representatieve fob-noteringen in aanmerking genomen.
 

BIJLAGE IV

MODEL VAN HET KWALITEITSCERTIFICAAT VAN „SENASA” DOOR DE ARGENTIJNSE REGERING ERKEND ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7, LID 2

Image

 

BIJLAGE V

MODEL VAN HET CERTIFICAAT VAN OVEREENSTEMMING VOOR ZACHTE TARWE — REGERING VAN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

Image

MODEL VAN HET CERTIFICAAT VAN OVEREENSTEMMING VOOR DURUMTARWE — REGERING VAN DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

Image

 

BIJLAGE VI

MODEL VAN HET DOOR DE REGERING VAN CANADA GOEDGEKEURDE CERTIFICAAT VAN OVEREENSTEMMING INZAKE DE KLASSENINDELING VOOR DE UITVOER VAN ZACHTE TARWE EN DURUMTARWE

Image

Klassenindeling voor uitvoer van zachte tarwe en durumtarwe uit Canada

ZACHTE TARWE

 

Canada Western Red Spring

(CWRS)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CWRS

(Min.) 79,0 kg/hl

(Max.) 0,4 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CWRS

(Min.) 77,5 kg/hl

(Max.) 0,75 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 3 CWRS

(Min.) 76,5 kg/hl

(Max.) 1,25 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

 

Canada Western Extra Strong Red Spring

(CWES)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CWES

(Min.) 78,0 kg/hl

(Max.) 0,75 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CWES

(Min.) 76,0 kg/hl

(Max.) 1,5 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

 

Canada Prairie Spring Red

(CPSR)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CPSR

(Min.) 77,0 kg/hl

(Max.) 0,75 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CPSR

(Min.) 75,0 kg/hl

(Max.) 1,5 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

 

Canada Prairie Spring Red

(CPSW)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CPSW

(Min.) 77,0 kg/hl

(Max.) 0,75 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CPSW

(Min.) 75,0 kg/hl

(Max.) 1,5 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

 

Canada Western Red Winter

(CWRW)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CWRW

(Min.) 78,0 kg/hl

(Max.) 1,0 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CWRW

(Min.) 74,0 kg/hl

(Max.) 2,0 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

 

Canada Western Soft White Spring

(CWSWS)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CWSWS

(Min.) 78,0 kg/hl

(Max.) 0,75 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CWSWS

(Min.) 75,5 kg/hl

(Max.) 1,0 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 3 CWSWS

(Min.) 75,0 kg/hl

(Max.) 1,5 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

DURUMTARWE

 

Canada Western Amber Durum

(CWAD)

Testgewicht

Totaal onzuiverheden met inbegrip van andere graankorrels

Nr. 1 CWAD

(Min.) 80,0 kg/hl

(Max.) 0,5 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 2 CWAD

(Min.) 79,5 kg/hl

(Max.) 0,8 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 3 CWAD

(Min.) 78,0 kg/hl

(Max.) 1,0 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

Nr. 4 CWAD

(Min.) 75,0 kg/hl

(Max.) 3,0 % met inbegrip van 0,2 % andere korrels

NB:

 

Andere graankorrels

:

in deze klassen gaat het alleen om haver, gerst, rogge en triticale.

Zachte tarwe

:

voor de uitvoer van zachte tarwe verstrekt de Canadian Grain Commission samen met het certificaat gegevens over het eiwitgehalte van de betrokken zending.

Durumtarwe

:

voor de uitvoer van durumtarwe verstrekt de Canadian Grain Commission samen met het certificaat gegevens over het percentage glazige korrels en het soortgelijk gewicht (kilogram/hectoliter) van de betrokken zending.

 

BIJLAGE VII

REFERENTIEMETHODE VOOR DE BEPALING VAN DE FLOTATIE-INDEX ALS BEDOELD IN ARTIKEL 7, LID 3

Bereid een oplossing van natriumnitraat in water met een soortelijk gewicht van 1,25 en bewaar deze oplossing bij een temperatuur van 35 °C.

Doe daarin 100 maïskorrels uit een representatief monster waarvan het vochtgehalte niet hoger ligt dan 14,5 %.

Schud gedurende vijf minuten de oplossing om de 30 seconden, zodat de luchtbelletjes worden verwijderd.

Scheid de drijvende korrels van de korrels die ondergedompeld blijven, en tel ze.

De flotatie-index wordt als volgt berekend:

Flotatie-index van de proef = (aantal drijvende korrels/aantal ondergedompelde korrels) × 100

Herhaal de proef vijfmaal.

De index is het rekenkundig gemiddelde van de flotatie-indexen van de vijf proeven, waarbij de twee uitersten buiten beschouwing worden gelaten.

 

BIJLAGE VIII

Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

 

Verordening (EG) nr. 1249/96 van de Commissie

(PB L 161 van 29.6.1996, blz. 125)

 

Verordening (EG) nr. 641/97 van de Commissie

(PB L 98 van 15.4.1997, blz. 2)

 

Verordening (EG) nr. 2092/97 van de Commissie

(PB L 292 van 25.10.1997, blz. 10)

 

Verordening (EG) nr. 2519/98 van de Commissie

(PB L 315 van 25.11.1998, blz. 7)

 

Verordening (EG) nr. 2235/2000 van de Commissie (1)

(PB L 256 van 10.10.2000, blz. 13)

uitsluitend artikel 2

Verordening (EG) nr. 2104/2001 van de Commissie

(PB L 283 van 27.10.2001, blz. 8)

 

Verordening (EG) nr. 597/2002 van de Commissie

(PB L 91 van 6.4.2002, blz. 9)

 

Verordening (EG) nr. 1900/2002 van de Commissie

(PB L 287 van 25.10.2002, blz. 15)

 

Verordening (EG) nr. 1110/2003 van de Commissie

(PB L 158 van 27.6.2003, blz. 12)

 

Verordening (EG) nr. 777/2004 van de Commissie

(PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50)

uitsluitend artikel 5

Verordening (EG) nr. 1074/2008 van de Commissie

(PB L 294 van 1.11.2008, blz. 3)

 

Verordening (EG) nr. 459/2009 van de Commissie

(PB L 139 van 5.6.2009, blz. 3)

 

Verordening (EU) nr. 170/2010 van de Commissie

(PB L 51 van 2.3.2010, blz. 8)

 
 

 

BIJLAGE IX

CONCORDANTIETABEL

 

Verordening (EG) nr. 1249/96

De onderhavige verordening

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 2, lid 1, eerste en tweede zin

Artikel 2, lid 1, eerste alinea

Artikel 2, lid 1, derde zin

Artikel 2, lid 1, tweede alinea

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 2

Artikel 2, lid 3

Artikel 2, lid 3

Artikel 2, lid 4, eerste alinea, eerste streepje

Artikel 2, lid 4, eerste alinea, onder a)

Artikel 2, lid 4, eerste alinea, tweede en derde streepje

Artikel 2, lid 4, eerste alinea, onder b)

Artikel 2, lid 4, tweede alinea

Artikel 2, lid 4, tweede alinea

Artikel 2, lid 5, eerste alinea, eerste zin

Artikel 3, lid 1

Artikel 2, lid 5, eerste alinea, tweede zin

Artikel 3, lid 2

Artikel 2, lid 5, eerste alinea, derde zin

Artikel 3, lid 3

Artikel 2, lid 5, tweede alinea

Artikel 3, lid 4, eerste alinea

Artikel 2, lid 5, derde alinea

Artikel 3, lid 4, tweede alinea

Artikel 2 bis

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4, lid 1

Artikel 5, lid 1

Artikel 4, lid 2

Artikel 5, lid 2

Artikel 4, lid 3, eerste, tweede en derde streepje

Artikel 5, lid 3, onder a), b) en c)

Artikel 4, lid 4

Artikel 5, lid 4

Artikel 4, lid 5

Artikel 5, lid 5

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6, lid 1

Artikel 7, lid 1

Artikel 6, lid 1 bis, eerste alinea, eerste, tweede en derde streepje

Artikel 7, lid 2, eerste alinea, onder a), b) en c)

Artikel 6, lid 1 bis, tweede tot en met zesde alinea

Artikel 7, lid 2, tweede tot en met zesde alinea

Artikel 6, lid 2, eerste alinea

Artikel 7, lid 3, eerste alinea

Artikel 6, lid 2, tweede alinea

Artikel 7, lid 3, tweede alinea

Artikel 6, lid 2, derde alinea, eerste en tweede streepje

Artikel 7, lid 3, derde alinea, onder a) en b)

Artikel 6, lid 2, vierde alinea

Artikel 7, lid 3, vierde alinea

Artikel 6, lid 2, vijfde alinea

Artikel 7, lid 3, vijfde alinea

Artikel 6, lid 3

Artikel 7, lid 4

Artikel 6, lid 4

Artikel 7, lid 5

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 8

Artikel 9

Bijlage I

Bijlage II

Bijlage II

Bijlage III

Bijlage III

Bijlage IV

Bijlage IV

Bijlage IVa

Bijlage V

Bijlage IVb

Bijlage VI

Bijlage V

Bijlage VII

Bijlage VI

Bijlage I

Bijlage VIII

Bijlage IX

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.