Richtlijn 2010/52 - Wijziging, met het oog op aanpassing van de technische bepalingen, van Richtlijn 76/763/EEG betreffende de zitplaatsen voor meerijders op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen en Richtlijn 2009/144/EG betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen - Hoofdinhoud
13.8.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 213/37 |
RICHTLIJN 2010/52/EU VAN DE COMMISSIE
van 11 augustus 2010
tot wijziging, met het oog op aanpassing van de technische bepalingen, van Richtlijn 76/763/EEG van de Raad betreffende de zitplaatsen voor meerijders op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen en Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gelet op Richtlijn 2003/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de typegoedkeuring van landbouw- of bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan en tot intrekking van Richtlijn 74/150/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 19, lid 1, onder b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 76/763/EEG van de Raad van 27 juli 1976 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de zitplaatsen voor meerijders op landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (2) en Richtlijn 2009/144/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen (3) zijn twee van de bijzondere richtlijnen in het kader van de EG-typegoedkeuringsprocedure voor landbouw- of bosbouwtrekkers krachtens Richtlijn 2003/37/EG. |
(2) |
Veiligheid is een van de voornaamste pijlers van Richtlijn 2003/37/EG. Om de bestuurders beter te beschermen, is het wenselijk de voorschriften van die richtlijn aan te vullen om alle in bijlage I bij Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) betreffende machines genoemde gevaren te dekken die nog niet gedekt worden door de bijzondere richtlijnen krachtens Richtlijn 2003/37/EG. |
(3) |
Na deze wijziging zal Richtlijn 2006/42/EG niet langer van toepassing zijn op trekkers waarvoor typegoedkeuring op basis van de typegoedkeuringswetgeving voor landbouw- en bosbouwtrekkers op wielen is verleend, aangezien Richtlijn 2003/37/EG na uitvoering van deze wijzigingsrichtlijn voortaan alle risico’s dekt die onder Richtlijn 2006/42/EG vallen. |
(4) |
Het Europees Comité voor normalisatie (CEN) heeft geharmoniseerde normen inzake kantelbeveiliging voor meerijders en bescherming tegen gevaarlijke stoffen opgesteld. Die normen zijn goedgekeurd en bekendgemaakt en moeten dus in deze richtlijn worden opgenomen. |
(5) |
Richtlijn 76/763/EEG geeft voorschriften voor de constructie en montage van zitplaatsen voor meerijders op landbouwtrekkers; het is wenselijk die richtlijn te wijzigen ter verbetering van deze bescherming door er aanvullende technische specificaties in op te nemen die bescherming bieden tegen de letselrisico’s voor meerijders, zoals beschreven in Richtlijn 2006/42/EG, met name met betrekking tot kantelen en de gordelverankeringspunten van de zitplaatsen voor meerijders. |
(6) |
Richtlijn 2009/144/EG geeft technische voorschriften betreffende bepaalde onderdelen en kenmerken van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen; het is wenselijk die richtlijn te wijzigen ter verbetering van deze bescherming door er aanvullende technische specificaties in op te nemen die bescherming bieden tegen vallende voorwerpen, het binnendringen van voorwerpen in de cabine en gevaarlijke stoffen; bovendien moeten minimumvoorschriften voor de gebruikershandleiding worden vastgesteld. |
(7) |
Om de typegoedkeuringsprocedure vlot te laten verlopen en met name om de arbeidsveiligheid te bevorderen, moet een minimuminhoud voor de gebruikershandleiding worden gedefinieerd. Op die manier beschikken de gebruikers over de nodige informatie om te beoordelen of de trekkers geschikt zijn voor de beoogde toepassing en om het passende onderhoud uit te voeren. |
(8) |
Bepalingen voor constructies ter bescherming tegen vallende voorwerpen, indien aanwezig, voor beschermende constructies voor de bestuurder, indien aanwezig, en voor de bescherming tegen gevaarlijke stoffen moeten worden vastgesteld in overeenstemming met de stand van de techniek. |
(9) |
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang — Landbouwtrekkers, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 76/763/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.
Artikel 2
Richtlijn 2009/144/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.
Artikel 3
-
1.Met ingang van de datum van inwerkingtreding geldt voor voertuigen die voldoen aan de Richtlijnen 76/763/EEG en 2009/144/EG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn, dat de lidstaten om redenen die verband houden met het onderwerp van die richtlijnen:
a) |
niet mogen weigeren EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring te verlenen, en |
b) |
de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van dergelijke voertuigen niet mogen verbieden. |
-
2.Vanaf één jaar na de datum van inwerkingtreding geldt voor nieuwe voertuigtypen die niet voldoen aan de Richtlijnen 76/763/EEG en 2009/144/EG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn, dat de lidstaten om redenen die verband houden met het onderwerp van die richtlijnen:
a) |
weigeren EG-typegoedkeuring te verlenen, en |
b) |
mogen weigeren nationale typegoedkeuring te verlenen. |
-
3.Vanaf 2 jaar na de datum van inwerkingtreding geldt voor nieuwe voertuigen die niet voldoen aan de Richtlijnen 76/763/EEG en 2009/144/EG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn, dat de lidstaten om redenen die verband houden met het onderwerp van die richtlijnen:
a) |
de certificaten van overeenstemming waarvan nieuwe voertuigen overeenkomstig Richtlijn 2003/37/EG vergezeld gaan, als niet langer geldig beschouwen voor de toepassing van artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2003/37/EG, en |
b) |
de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van deze voertuigen mogen weigeren. |
Artikel 4
-
1.De lidstaten dienen uiterlijk op 1 maart 2011 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.
Zij passen die bepalingen toe vanaf 2 maart 2011.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 5
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 6
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 11 augustus 2010.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
BIJLAGE I
De bijlage bij Richtlijn 76/763/EEG komt als volgt te luiden:
„BIJLAGE
Zitplaatsen voor meerijders, indien aanwezig, voldoen aan norm EN 15694:2009.”.
BIJLAGE II
Richtlijn 2009/144/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In de lijst van bijlagen wordt de titel van bijlage II als volgt gewijzigd: „Regulateur en bescherming van de aandrijfelementen, uitstekende delen en wielen, aanvullende veiligheidsvoorschriften voor speciale toepassingen, gebruikershandleiding”. |
2) |
De titel van bijlage II wordt als volgt gewijzigd: „Regulateur en bescherming van de aandrijfelementen, uitstekende delen en wielen, aanvullende veiligheidsvoorschriften voor speciale toepassingen, gebruikershandleiding”. |
3) |
Aan bijlage II worden de volgende punten toegevoegd: „3. AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR SPECIALE TOEPASSINGEN 3.1. Constructies ter bescherming tegen vallende voorwerpen Constructies ter bescherming tegen vallende voorwerpen (FOPS), indien aanwezig, voldoen aan OESO-code 10 (1). 3.2. Beschermende constructies voor de bestuurder 3.2.1. Beschermende constructies voor de bestuurder, indien aanwezig, voldoen aan norm ISO 8084:2003 (2). 3.2.2. Behalve voor bosbouwtoepassingen en onverminderd punt 3.2.1, worden trekkers met ruiten overeenkomstig punt 1.1.3 van bijlage III A geacht uitgerust te zijn met beschermende constructies voor de bestuurder (OPS). 3.3. Bescherming tegen gevaarlijke stoffen De voorschriften van norm EN 15695-1:2009 gelden voor alle in artikel 2, onder j), van Richtlijn 2003/37/EG gedefinieerde trekkers, als deze gebruikt worden in omstandigheden die het risico op contact met gevaarlijke stoffen kunnen meebrengen; in dat geval moet de cabine voldoen aan de voorschriften van niveau 2, 3 of 4 van deze norm. De criteria voor de keuze tussen de verschillende niveaus moet worden beschreven en overeenstemmen met de criteria die in de gebruikershandleiding worden genoemd. Voor het sproeien van pesticiden is een cabine van niveau 4 vereist.
De gebruikershandleiding moet beantwoorden aan ISO 3600:1996 (3) met uitzondering van punt 4.3 (Identificatie van de machine). 4.1. De volgende elementen moeten in de gebruikershandleiding aan bod komen, eventueel bovenop de eisen van norm ISO 3600:1996:
4.2. Vastmaken en losmaken van en werken met aangebouwde machines, aanhangers en verwisselbare getrokken machines De volgende elementen moeten in de gebruikershandleiding aan bod komen:
4.3. Geluid De gebruikershandleiding vermeldt het geluidsniveau op oorhoogte van de bestuurder, gemeten overeenkomstig Richtlijn 2009/76/EG (4) van het Europees Parlement en de Raad, en het geluid van de rijdende trekker, gemeten overeenkomstig bijlage VI bij Richtlijn 2009/63/EG (5) van het Europees Parlement en de Raad. 4.4. Trillingen De gebruikershandleiding vermeldt het trillingsniveau, gemeten overeenkomstig Richtlijn 78/764/EEG (6) van de Raad. 4.5. Bij de volgende bedrijfsmodi van een trekker kan redelijkerwijs worden verwacht en vastgesteld dat ze bijzondere risico’s opleveren:
In de gebruikershandleiding moet bijzondere aandacht worden besteed aan het gebruik van de trekker in combinatie met bovenstaande uitrusting. 4.5.1. Voorlader
4.5.2. Bosbouwtoepassingen
4.5.3. Werken met landbouwsproeiers (risico van gevaarlijke stoffen) Het beschermingsniveau tegen gevaarlijke stoffen volgens norm EN 15695-1:2009 moet in de gebruikershandleiding worden beschreven.”. |
4) |
De titel van het aanhangsel van bijlage II wordt als volgt gewijzigd: |
5) |
Aan punt 1 van het aanhangsel van bijlage II worden na punt 1.2 de volgende regels toegevoegd:
|
6) |
Aan punt 15 van het aanhangsel van bijlage II (lijst van documenten) wordt het volgende toegevoegd: „… Gebruikershandleiding.”. |
-
OESO-standaardcode voor het officieel testen van constructies ter bescherming tegen vallende voorwerpen op land- en bosbouwtrekkers, code 10 — Besluit C(2008) 128 van de OESO-Raad van oktober 2008.
-
Dit document is beschikbaar op: http://www.iso.org/iso/en/CatalogueDetailPage.CatalogueDetail?CSNUMBER=9021&ICS1=65&ICS2=60&ICS3=1
-
Dit document is beschikbaar op: http://www.iso.org/iso/en/CatalogueDetailPage.CatalogueDetail?CSNUMBER=9021&ICS1=65&ICS2=60&ICS3=1
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.