Verordening 1979/214 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 724/75 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 214/79 van de Raad van 6 februari 1979 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 724/75 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
Publicatieblad Nr. L 035 van 09/02/1979 blz. 0001 - 0007
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0023
++++
VERORDENING ( EEG ) Nr . 214/79 VAN DE RAAD
van 6 februari 1979
tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,
Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 724/75 van de Raad van 18 maart 1975 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling ( 4 ) , een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling werd opgericht , hetwelk bedoeld is om de belangrijkste in de Gemeenschap op regionaal gebied bestaande onevenwichtige situaties te corrigeren ;
Overwegende dat artikel 18 van genoemde verordening bepaalt dat de Raad deze verordening voor 1 januari 1978 op voorstel van de Commissie aan een nieuw onderzoek onderwerpt ;
Overwegende dat de financiële toewijzing voor het Fonds jaarlijks in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen dient te worden vastgesteld ;
Overwegende dat het , gezien de evolutie die zich in de economische en sociale situatie in de regio's en zones van de Gemeenschap heeft voltrokken , noodzakelijk blijkt de steunverlening uit het Fonds te diversifiëren om te bewerkstelligen dat het Fonds enerzijds kan bijdragen tot communautaire maatregelen ter ondersteuning van door de Lid-Staten op het gebied van het regionaal beleid vastgestelde maatregelen en anderzijds tot specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling ;
Overwegende dat het geografische gebied dat voor steunverlening door het Fonds in aanmerking kan komen , voor de specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling moet kunnen worden uitgebreid tot andere regio's of zones dan die welke door de Lid-Staten op grond van hun steunregelingen met regionale strekking zijn vastgesteld ;
Overwegende dat het algemene kader moet worden afgebakend , waarbinnen deze specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling vervolgens zullen worden vastgesteld en ten uitvoer worden gelegd ;
Overwegende dat de verscheidenheid van de regionale situaties in de Gemeenschap met zich meebrengt dat de omschrijving van de investeringen in infrastructuur die in aanmerking kunnen komen voor bijstand van het Fonds dient te worden aangepast ;
Overwegende dat in het bijzonder moet worden voorzien in een verhoogd percentage voor de deelneming van het Fonds aan de financiering van sommige van deze investeringen in infrastructuur ;
Overwegende dat , gezien de tijdens de eerste drie toepassingsjaren van het Fonds opgedane ervaring , een vereenvoudiging van de procedures tot toekenning van bijstand uit het Fonds kan worden overwogen ;
Overwegende dat de bepalingen inzake de regionale ontwikkelingsprogramma's , de jaarlijkse informatieverstrekking en de statistische overzichten aan de plaatsgehad hebbende evolutie moeten worden aangepast ;
Overwegende dat door een bespoediging van de procedure voor de uitkeringen uit het Fonds de totstandkoming kan worden vergemakkelijkt van de investeringen waarin het Fonds bijdraagt ; dat door de invoering onder bepaalde voorwaarden van een systeem van versnelde betalingen aan dit doel kan worden beantwoord ;
Overwegende dat het gewenst is voorzieningen te treffen waardoor het aanvullend karakter van de bijdragen van het Fonds tot uitdrukking kan komen en dat de Commissie daartoe moet beschikken over beoordelingsgegevens aan de hand waarvan zij kan constateren of deze bijdragen aanvullend zijn ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
Artikel 1
In artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt de zinsnede " Er wordt een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling , hierna genoemd Fonds , opgericht , hetwelk bedoeld is om " vervangen door " Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling , hierna genoemd het " Fonds " , is bedoeld om " .
Artikel 2
Artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . lid 1 wordt als volgt gelezen :
" 1 . Met ingang van het begrotingsjaar 1978 wordt de financiële toewijzing voor het Fonds jaarlijks vastgesteld in de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen . " ;
2 . lid 2 wordt geschrapt en lid 3 wordt lid 2 ;
3 . het volgende lid wordt toegevoegd :
" 3 . Ten einde bij te dragen tot de verwezenlijking van de in artikel 1 genoemde doelstellingen kunnen door het Fonds worden gefinancierd :
a ) communautaire acties ter ondersteuning van de door de Lid-Staten vastgestelde maatregelen ter zake van het regionaal beleid , als bedoeld in titel II van deze verordening .
De middelen van het Fonds ter financiering van deze acties worden als volgt verdeeld :
België : 1,39 %
Denemarken : 1,20 %
Duitsland : 6,00 %
Frankrijk : 16,86 %
Ierland : 6,46 %
Italië : 39,39 %
Luxemburg : 0,09 %
Nederland : 1,58 %
Verenigd Koninkrijk : 27,03 %
b ) specifieke communautaire acties op het gebied van de regionale ontwikkeling als bedoeld in titel III van deze verordening . Voor deze acties wordt 5 % van de middelen van het Fonds aangewend . De middelen die niet tijdig voor deze acties kunnen worden gebruikt , worden bestemd voor de sub a ) bedoelde steunacties ,
Bij de aanwending van alle middelen van het Fonds ter financiering van deze acties wordt rekening gehouden met de ernst van de op regionaal gebied in de Gemeenschap bestaande onevenwichtige situaties . " .
Artikel 3
In artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 worden de eerste en tweede alinea lid 1 en wordt het volgende lid toegevoegd :
" 2 . Het Fonds kan ook in het kader van de in artikel 2 , lid 3 , sub b ) , bedoelde specifieke communautaire acties op het gebied van de regionale ontwikkeling , in voorkomend geval , steun verlenen in regio's of zones die verschillen van die als bedoeld in lid 1 , voor zover de betrokken Lid-Staat steun heeft verleend of tegelijkertijd steun verleent voor de oplossing van de vraagstukken waarop de communautaire actie betrekking heeft . " .
Artikel 4
1 . Artikel 4 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . de inleidende zin wordt als volgt gelezen :
" Uit hoofde van de communautaire acties ter ondersteuning van de door de Lid-Staten vastgestelde maatregelen ter zake van het regionaal beleid , kan het Fonds deelnemen aan de financiering van investeringen die voor elk afzonderlijk geval een bedrag van 50 000 Europese rekeneenheden overschrijden en in een van de volgende categorieën vallen : " ;
2 . onder a ) , eerste alinea , eerste zin , wordt de zinsnede " mits ten minste 10 arbeidsplaatsen worden gecreëerd of arbeidsplaatsen in stand worden gehouden " vervangen door " mits ten minste 10 arbeidsplaatsen worden gecreëerd of in stand worden gehouden " ;
3 . onder a ) wordt de volgende alinea toegevoegd :
" Als één investering in de ambachtelijke sector of in de sector toerisme in de zin van dit artikel , kan worden beschouwd een geheel van investeringen die geografisch en financieel verband houden met elkaar en te zamen voldoen aan de in dit artikel bedoelde criteria . " ;
4 . punt b ) leze men als volgt :
" b ) investeringen die geheel of gedeeltelijk worden bekostigd door de overheid of door enige andere instantie die op soortgelijke wijze als een overheidsorgaan verantwoordelijk is voor de totstandkoming van infrastructuurvoorzieningen , en die , voor zover de noodzaak uit de regionale ontwikkelingsprogramma's blijkt , betrekking hebben op infrastructuurvoorzieningen die bijdragen tot de ontwikkeling van de regio of de zone waarin zij gelegen zijn zonder dat het aandeel van alle acties van het Fonds ter financiering van de in dit punt b ) bedoelde investeringen in totaal 70 % van de bijstand van het Fonds mag overschrijden .
Aan dit percentage moet over een tijdvak van drie jaar de hand worden gehouden ; het mag echter bij besluit van de Raad op voorstel van de Commissie worden overschreden .
Bij het beheer van het Fonds houdt de Commissie , aan de hand van bovenbedoelde programma's , rekening met de bijzondere situatie van bepaalde regio's . De Lid-Staten stellen alles in het werk om de toepassing van het bepaalde sub b ) te vergemakkelijken . " .
2 . Artikel 4 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . onder a ) , eerste alinea , wordt het woord " rekeneenheden " telkenmale voorafgegaan door " Europese " ;
2 . onder a ) wordt de tweede alinea vervangen door de volgende alinea's :
" Wat de dienstverlenende en de ambachtelijke sector betreft , mag de bijstand van het Fonds in afwijking van de eerste alinea 20 % van de investeringskosten overschrijden , zonder nochtans in dit geval meer te mogen bedragen dan 10 000 Europese rekeneenheden per gecreëerde of in stand gehouden arbeidsplaats of 50 % van de nationale steun .
Als overheidssteun komen subsidies en rentesubsidies in aanmerking , of het equivalent daarvan indien het leningen tegen gereduceerde rente betreft , ongeacht of deze steun betrekking heeft op de investering of op de gecreëerde werkgelegenheid .
Deze steun kan ook steun zijn die wordt verleend voor een investering in verband met overgang van uitrusting en werknemers . De berekening van het equivalent van de steun wordt vastgesteld door een toepassingsverordening uit hoofde van artikel 16 . Als steun kan tevens in aanmerking komen verlaging of vrijstelling van de huur van gebouwen , met inbegrip van uitrusting , voor zover dezelfde berekeningswijze mogelijk is . " ;
3 . punt b ) wordt als volgt gelezen :
" b ) voor de in lid 1 , sub b ) en c ) , bedoelde investeringen 30 % van de door de overheid gedane uitgaven , wanneer de investering minder dan 10 miljoen Europese rekeneenheden beloopt , en 10 tot maximaal 30 % voor een investering van 10 miljoen Europese rekeneenheden of meer . Deze percentages mogen evenwel uitlopen tot 40 % in geval van projecten die van bijzonder belang zijn voor de ontwikkeling van de regio waarin zij gelegen zijn .
De bijstand uit het Fonds kan geheel of gedeeltelijk de vorm aannemen van een rentesubsidie van 3 punten op de krachtens artikel 130 , sub a ) en b ) , van het Verdrag door de Europese Investeringsbank toegekende leningen ten behoeve van de in artikel 3 van deze verordening bedoelde regio's en zones . In dat geval geschiedt de betaling van de bijdrage uit het Fonds ineens , aan de Bank , waarbij de rentesubsidie wordt geactualiseerd en uitgedrukt in een percentage van de investering . " .
Artikel 5
Artikel 5 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . in lid 1 , eerste zin , worden de woorden " volgens de in artikel 12 omschreven procedure , en wel " geschrapt ;
2 . lid 2 wordt als volgt gelezen :
" 2 . a ) Voor investeringen van 10 miljoen of meer Europese rekeneenheden besluit de Commissie tot verlening van bijstand uit het Fonds overeenkomstig de in artikel 16 omschreven procedure .
Voor investeringen in infrastructuur ter waarde van 10 miljoen Europese rekeneenheden of meer raadpleegt de Commissie het Comité voor regionaal beleid alvorens zij het advies inwint van het in artikel 15 bedoelde Comité van het Fonds .
b ) Voor investeringen van minder dan 10 miljoen Europese rekeneenheden stelt de Commissie de Lid-Staten vooraf in kennis door middel van een vereenvoudigde lijst van de investeringen waarvoor een verzoek om bijstand is ingediend . De procedure van artikel 16 is van toepassing :
-
-voor ontwerpen van een negatief besluit , wanneer de betrokken Lid-Staat hierom verzoekt ;
-
-voor alle andere ontwerp-besluiten waarvoor de Commissie of een Lid-Staat het advies van het Comité van het Fonds wil inwinnen . " .
Artikel 6
Artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gelezen :
" Artikel 6
1 . Voor een bijdrage uit het Fonds komen slechts in aanmerking investeringen die passen in het kader van een programma voor regionale ontwikkeling , waarvan de verwezenlijking zodanig is dat deze bijdraagt tot het corrigeren van de belangrijkste regionale onevenwichtigheden in de Gemeenschap die de goede werking van de gemeenschappelijke markt en de convergerende ontwikkeling van de economieën der Lid-Staten kunnen schaden , zulks met name met het oog op de totstandkoming van de economische en monetaire unie .
2 . De programma's voor regionale ontwikkeling worden opgesteld volgens het door het Comité voor regionaal beleid uitgewerkte gemeenschappelijke schema .
3 . De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de programma's voor regionale ontwikkeling , alsmede van wijzigingen in de reeds ter kennis gebrachte programma's .
4 . De programma's hebben een indicatief karakter en geven de doelstellingen en de middelen tot ontwikkeling van de regio aan . Het Comité voor regionaal beleid wordt erover geraadpleegd . De Commissie bestudeert deze programma's met inachtneming van de criteria als bedoeld in artikel 5 , lid 1 , sub b ) , om de prioriteiten van het Fonds te kunnen bepalen .
5 . Voor 31 maart van elk jaar vullen de Lid-Staten de programma's voor regionale ontwikkeling aan door de Commissie alle voor het lopende jaar dienstige gegevens te verstrekken voor zover deze niet in de programma's zijn opgenomen , aangaande :
a ) de financiële middelen die worden bestemd voor de regionale ontwikkeling in het kader van hun programma's ;
b ) de prioritaire acties ter zake van de regionale ontwikkeling die zij van plan zijn te voeren ;
c ) het gebruik dat zij denken te maken van de communautaire middelen om deze prioritaire acties te verwezenlijken , met name van de uit het Fonds afkomstige middelen .
De andere dienstige gegevens worden aan de Commissie meegedeeld zodra zij beschikbaar zijn .
6 . Voor 1 oktober van elk jaar verstrekken de Lid-Staten de Commissie een statistisch overzicht waarin voor elke regio en onder verwijzing naar het voorgaande jaar worden aangegeven :
a ) de in de regio behaalde resultaten ter zake van investeringen en tewerkstelling ;
b ) de aangewende financiële middelen ;
c ) het daadwerkelijke gebruik van de middelen uit het Fonds . " .
Artikel 7
Artikel 7 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . in lid 1 worden de woorden " aan de in artikel 5 vastgestelde criteria " vervangen door " aan het bepaalde in de artikelen 5 en 6 " ;
2 . in lid 2 , eerste zin , in lid 3 , eerste zin , en in lid 5 , wordt het woord " rekeneenheden " voorafgegaan door " Europese " ;
3 . in lid 2 , sub b ) , en in lid 3 , sub b ) , wordt de zinsnede " direct verband met het op gang brengen van de in lid 1 , sub a ) , van artikel 4 bedoelde activiteiten " vervangen door " bijdrage aan de ontwikkeling van de regio " .
Artikel 8
Artikel 8 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . in lid 1 worden de punten a ) en b ) als volgt gelezen :
" a ) voor tussentijdse betalingsaanvragen :
-
-de naam van de betrokken onderneming , of , voor infrastructuurvoorzieningen , de naam van de verantwoordelijke instantie ,
-
-de plaats van uitvoering van het investeringsobject ,
-
-het totale bedrag van de overheidsuitgaven , verricht na de in artikel 11 genoemde datum en het gedeelte van het bedrag , waarvoor betaling wordt gevraagd ,
-
-het bedrag van de aan het Fonds gevraagde betaling ,
-
-een raming van de toekomstige aanvragen om betaling ;
b ) voor uiteindelijke betalingsaanvragen : alle sub a ) bedoelde gegevens met uitzondering van het laatste streepje alsmede :
-
-het werkelijk geïnvesteerde bedrag en de overeenstemming van de gerealiseerde investering met het oorspronkelijke project ,
-
-de datum van voltooiing van de investering ,
-
-het aantal door de investeringen gecreëerde of in stand gehouden arbeidsplaatsen als bedoeld in artikel 4 , lid 1 , sub a ) ,
-
-de bedragen van de overheidsuitgaven . " ;
2 . lid 2 wordt geschrapt en lid 3 wordt lid 2 ;
3 . het volgende lid wordt ingevoegd :
" 3 . De Commissie kan een Lid-Staat op door verzoek versnelde uitkeringen doen naar aanleiding van een besluit tot bijstand van het Fonds . Deze mogen niet hoger zijn dan 75 % van het totaalbedrag van de bijstand uit het Fonds . Deze versnelde uitkeringen mogen uitsluitend geschieden indien ten minste 30 % van de betalingen die de grondslag van de bijstand uit het Fonds uitmaken , hebben plaatsgevonden .
De betalingen die reeds uit hoofde van lid 1 , sub a ) , in het kader van het bijstandsbesluit zijn verricht , worden van het bedrag van de versnelde uitkeringen afgetrokken .
De rest van de bijstand uit het Fonds wordt uitgekeerd in overeenstemming met de bepalingen van lid 1 voor de betalingen van de Lid-Staat die niet gedekt zijn door de versnelde uitkering .
Verzoeken om versnelde uitkering worden , gebundeld per kwartaal , door de betrokken Lid-Staat aan de Commissie voorgelegd . " .
Artikel 9
Artikel 9 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt gewijzigd :
1 . lid 1 wordt aangevuld met de volgende alinea :
" De Lid-Staten betalen de Commissie het bedrag terug van de bijstand die uit het Fonds is verleend in alle gevallen waarin nationale steun die ten grondslag heeft gelegen aan de berekening van de bijstand van het Fonds , door de investeerder aan de Lid-Staat is terugbetaald . " ;
2 . lid 2 wordt aangevuld met de volgende zin :
" Zij geven de Commissie kennis van de in lid 1 , eerste alinea , bedoelde gevallen . " ;
3 . lid 6 wordt als volgt gelezen :
" 6 . In afwijking van artikel 6 , lid 2 , van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen ( 1 ) wordt , indien een project waarvoor bijstand uit het Fonds wordt verleend niet wordt uitgevoerd of zodanig wordt uitgevoerd dat nog slechts een gedeelte van de voor dit project toegezegde bijstand uit het Fonds gerechtvaardigd is , het niet aangewende gedeelte van de bijstand uit het Fonds op de in deze verordening vastgestelde voorwaarden aan een andere investering in een van de in aanmerking komende regio's van dezelfde Lid-Staat toegekend . " ;
4 . de volgende voetnoot wordt aan de tekst toegevoegd :
" ( 1 ) PB nr . L 356 van 31 . 12 . 1977 , blz . 1 . " .
Artikel 10
Artikel 10 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt geschrapt ; artikel 14 wordt artikel 10 .
Artikel 11
Artikel 11 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt artikel 15 ; het volgende artikel 11 wordt ingevoegd :
" Artikel 11
De Commissie neemt voor de verlening van bijstand uit het Fonds de betalingen in aanmerking die door de Lid-Staten zijn verricht vanaf de twaalfde maand voorafgaande aan de datum van de ontvangst door de Commissie van de aanvraag om bijstand en die investeringen betreffen die op deze laatste datum nog niet zijn voltooid . Deze termijn wordt op 24 maanden gebracht voor de betalingen met betrekking tot investeringen in Groenland . " .
Artikel 12
Artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt artikel 16 ; het volgende artikel 12 wordt ingevoegd :
" Artikel 12
1 . Het Fonds kan deelnemen aan de financiering van studies die nauw verband houden met de activiteiten van het Fonds en die op verzoek van een Lid-Staat plaatsvinden .
2 . De bijstand mag niet meer bedragen dan 50 % van de kosten van de studie . " .
Artikel 13
Artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt artikel 17 ; het volgende artikel 13 wordt ingevoegd :
" Artikel 13
1 . Het Fonds kan deelnemen aan de financiering van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling die geheel of gedeeltelijk verschillen van de in Titel II bedoelde acties . Deze acties :
-
-houden verband met het beleid van de Gemeenschap en met de door haar vastgestelde maatregelen ten einde beter rekening te kunnen houden met hun regionale dimensie of de regionale gevolgen ervan te kunnen verlichten ;
-
-of dienen in buitengewone gevallen ertoe om het hoofd te bieden aan de structurele gevolgen van bijzonder ernstige gebeurtenissen in bepaalde gebieden of zones ter vervanging van verloren gegane werkgelegenheid en om de hiertoe noodzakelijke infrastructuur op te bouwen .
Deze acties mogen geen betrekking hebben op verrichtingen betreffende de interne herstructurering van sectoren met een afnemende bedrijvigheid , maar mogen wel door vestiging van nieuwe economische bedrijvigheid het scheppen van alternatieve arbeidsplaatsen bevorderen in de regio's of zones die zich in een moeilijke situatie bevinder .
Deze acties worden in onderlinge overeenstemming gefinancierd door de Gemeenschap en de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten .
2 . De Lid-Staten verstrekken de Commissie gegevens over de regionale problemen waarvoor een specifieke actie in de zin van lid 1 kan worden uitgevoerd .
3 . Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie ter zake van steunmaatregelen van de Staten krachtens de artikelen 92 , 93 en 94 van het Verdrag stelt de Raad met eenparigheid van stemmen op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europese Parlement voor elk van die krachtens dit artikel uit te voeren acties het volgende in de vorm van een speciaal programma vast :
a ) de aard van de activiteiten waarin het Fonds kan deelnemen ;
b ) de zones en regio's waaraan het Fonds bijstand kan verlenen ;
c ) de maatregelen van de nationale overheid die in aanmerking worden genomen voor het toekennen van bijstand uit het Fonds ;
d ) de deelname van het Fonds ;
e ) de categorieën van door bijstand uit het Fonds begunstigden ;
f ) de wijze van financiering .
4 . De aanvragen om bijstand uit het Fonds voor die speciale programma's worden door de Lid-Staten bij de Commissie ingediend . Artikel 4 , lid 2 , sub a ) , vijfde alinea , en artikel 10 zijn van toepassing . " .
Artikel 14
Het volgende artikel wordt ingevoegd in Verordening ( EEG ) nr . 724/75 :
" Artikel 14
1 . Het Fonds kan voor het geheel of voor een gedeelte deelnemen aan de financiering van studies die nauw verband houden met de in artikel 2 , lid 3 , bedoelde acties die op verzoek van een of meer Lid-Staten plaatsvinden .
2 . Tot bijstand van het Fonds wordt door de Commissie na raadpleging van het Comité voor regionaal beleid besloten volgens de procedure van artikel 16 . " .
Artikel 15
Artikel 17 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 in ongewijzigde vorm wordt artikel 18 ; in dit artikel worden de woorden " in artikel 12 " vervangen door " in artikel 16 " .
Artikel 16
Het volgende artikel wordt ingevoegd in Verordening ( EEG ) nr . 724/75 :
" Artikel 19
1 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om , overeenkomstig de vormvereisten van de nationale begrotingssystemen de uit het Fonds ontvangen bedragen afzonderlijk op te voeren .
2 . De Lid-Staten lichten de Commissie op haar verzoek in over de bestemming van de uit het Fonds ontvangen bedragen . " .
Artikel 17
Artikel 15 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 in ongewijzigde versie wordt artikel 20 en wordt als volgt gelezen :
" Artikel 20
De bijstand uit het Fonds mag de mededingingsvoorwaarden niet wijzigen op een manier die onverenigbaar is met de in de betreffende Verdragsbepalingen vervatte beginselen , zoals deze met name zijn toegelicht in de beginselen voor de coordinatie van de algemene steunregelingen met regionale strekking . In het bijzonder doen de bepalingen van deze verordening , met name ten aanzien van de vaststelling en wijziging van de in artikel 3 bedoelde zones waarvoor steun met regionale strekking wordt verleend en ten aanzien van het bedrag van de deelneming van het Fonds , niet af aan de toepasselijkheid van de artikelen 92 , 93 en 94 van het Verdrag . " .
Artikel 18
Artikel 16 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 in ongewijzigde versie wordt artikel 21 en wordt als volgt gelezen :
" Artikel 21
1 . Voor 1 oktober van elk jaar dient de Commissie bij de Raad , het Europese Parlement en bij het Economisch en Sociaal Comité een verslag in over de toepassing van deze verordening gedurende het voorgaande jaar .
2 . Dit verslag moet tevens betrekking hebben op het financieel beheer van het Fonds en op de conclusies die de Commissie uit de controle op de activiteiten van het Fonds trekt . " .
Artikel 19
Artikel 18 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 in ongewijzigde versie wordt artikel 22 en de daarin voorkomende datum 1 januari 1978 wordt vervangen door 1 januari 1981 .
Artikel 20
De eerste alinea van artikel 19 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 in ongewijzigde versie wordt artikel 23 .
De tweede alinea van genoemd artikel 19 wordt geschrapt .
Artikel 21
Verordening ( EEG ) nr . 724/75 wordt als volgt onderverdeeld :
1 . Voor artikel 1 :
" Titel I : Inleidende bepalingen " ;
2 . Na artikel 3 :
" Titel II : Communautaire maatregelen ter ondersteuning van de door de Lid-Staten getroffen maatregelen op het gebied van het regionaal beleid .
Hoofdstuk 1 : Toepassingsgebied " ;
3 . Na artikel 4 :
" Hoofdstuk 2 : Procedurevoorschriften " ;
4 . Na artikel 12 :
" Titel III : Specifieke communautaire maatregelen voor regionale ontwikkeling " ;
5 . Na artikel 14 :
" Titel IV : Algemene en slotbepalingen " .
Artikel 22
De bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 in ongewijzigde versie blijven van kracht voor de aanvragen om bijstand van het Fonds , die voor de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening zijn ingediend , en waarover op die datum nog geen besluit tot verlening van bijstand is genomen .
De bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 , als gewijzigd bij de onderhavige verordening , kunnen echter op verzoek van de betrokken Lid-Staat door de Commissie op deze aanvragen om bijstand worden toegepast .
Artikel 23
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .
Gedaan te Brussel , 6 februari 1979 .
Voor de Raad
De Voorzitter
J . FRANCOIS-PONCET
( 1 ) PB nr . C 161 van 9 . 7 . 1977 , blz . 11 .
( 2 ) PB nr . C 266 van 7 . 11 . 1977 , blz . 35 .
( 3 ) PB nr . C 292 van 3 . 12 . 1977 , blz . 13 en PB nr . C 84 van 8 . 4 . 1978 , blz . 2 .
( 4 ) PB nr . L 73 van 21 . 3 . 1975 , blz . 1 .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.