Besluit 1984/133 - Gemeenschappelijk systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
84/133/EEG: Beschikking van de Raad van 2 maart 1984 tot invoering van een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen
Publicatieblad Nr. L 070 van 13/03/1984 blz. 0016 - 0017
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 5 blz. 0018
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 5 blz. 0018
*****
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 2 maart 1984
tot invoering van een communautair systeem voor snelle uitwisseling van gegevens over gevaren bij het gebruik van verbruiks- en gebruiksartikelen
(84/133/EEG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat volgens het eerste programma van de Europese Economische Gemeenschap voor een beleid inzake bescherming en voorlichting van de consument (4) produkten die de consument worden aangeboden, zodanig moeten zijn, dat zij bij gebruik in normale of te verwachten omstandigheden geen gevaar opleveren voor de gezondheid en de veiligheid van de consument; dat er, indien zij een dergelijk gevaar opleveren, passende maatregelen moeten worden getroffen om de consument voor te lichten over de gevaren, om de omstandigheden waaronder de produkten worden gebruikt te verbeteren, of om deze door middel van snelle en eenvoudige procedures uit de markt te nemen;
Overwegende dat, wanneer wordt geconstateerd dat verbruiks- of gebruiksartikelen die in de Europese Economische Gemeenschap in de handel zijn gebracht, een dusdanig gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid en de veiligheid van personen dat de onverwijlde tenuitvoerlegging van passende maatregelen noodzakelijk is, het dienstig is dat een snelle uitwisseling van gegevens over dergelijke produkten op communautair niveau kan plaatsvinden en dat te dien einde een georganiseerd systeem bestaat;
Overwegende dat een dergelijk informatiesysteem noodzakelijk is om een van de doelstellingen van de Gemeenschap op het gebied van de consumentenbescherming en -voorlichting te verwezenlijken; dat het Verdrag niet voorziet in de specifieke bevoegdheden ter zake;
Overwegende dat verbruiks- en gebruiksartikelen die uitsluitend voor beroepsdoeleinden zijn bestemd moeten worden uitgesloten; dat tevens produkten waarvoor uit hoofde van andere communautaire instrumenten soortgelijke informatieregelingen bestaan, dienen te worden uitgesloten;
Overwegende dat, ter beoordeling van de wijze waarop een dergelijk informatiesysteem functioneert, gedurende een beperkte eerste toepassingsperiode een proefproject moet worden uitgevoerd;
Overwegende dat er bovendien bij de Commissie een Raadgevend Comité dient te worden ingesteld dat kan worden geraadpleegd over problemen in verband met het beheer van het systeem,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING
VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.Iedere Lid-Staat die besluit spoedmaatregelen te treffen om het in de handel brengen of gebruik of het eventuele in de handel brengen of gebruik van een artikel of een partij van een artikel op zijn grondgebied te voorkomen, te beperken of aan bijzondere voorwaarden te onderwerpen vanwege het ernstige en
onmiddellijke gevaar dat dit artikel of die partij oplevert voor de gezondheid of de veiligheid van de verbruikers bij gebruik in normale en te verwachten omstandigheden, stelt de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis. Voor zover mogelijk wordt eerst de producent, de distributeur of de importeur van het artikel of de partij geraadpleegd.
-
2.Deze kennisgeving omvat:
-
-gegevens aan de hand waarvan het artikel of de partij kan worden geïdentificeerd, met name de aard en de kenmerken ervan;
-
-gegevens omtrent de aard en de omvang der betrokken gevaren;
-
-gegevens omtrent de maatregelen die de Lid-Staat heeft besloten te treffen.
-
3.Onmiddellijk na ontvangst van deze kennisgeving controleert de Commissie of deze voldoet aan de bepalingen van deze beschikking en zendt zij de gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten.
Artikel 2
Deze beschikking is van toepassing op alle artikelen die voor verbruikers zijn bestemd, met uitzondering van:
-
a)artikelen die uitsluitend voor beroepsdoeleinden zijn bestemd;
-
b)artikelen waarvoor uit hoofde van andere communautaire instrumenten soortgelijke kennisgevingsprocedures bestaan.
Artikel 3
De bevoegde autoriteiten van een Lid-Staat stellen de Commissie zo spoedig mogelijk in kennis van de maatregelen die zij hebben getroffen na ontvangst van de in artikel 1, lid 3, bedoelde gegevens. Onmiddellijk na ontvangst van deze kennisgeving zendt de Commissie de gegevens op haar beurt aan de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten.
Artikel 4
De nadere procedures voor het verstrekken van de in artikel 1 bedoelde gegevens worden door de Commissie in overleg met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten vastgesteld.
Artikel 5
Elke Lid-Staat doet de Commissie opgave van een of meer bevoegde nationale autoriteiten die zijn aangewezen om de in de artikelen 1 en 3 bedoelde gegevens te verstrekken of te ontvangen. Onmiddellijk na ontvangst zendt de Commissie de gegevens aan de bevoegde autoriteiten van de andere Lid-Staten.
Artikel 6
Indien daarvoor gegronde redenen aanwezig zijn en indien de bevoegde autoriteit van de Lid-Staat die gegevens verstrekt uit hoofde van deze beschikking daarom verzoekt, worden de gegevens als vertrouwelijk behandeld.
Artikel 7
-
1.Bij de Commissie wordt een Raadgevend Comité ingesteld, hierna »Comité" te noemen; het is samengesteld uit twee vertegenwoordigers per Lid-Staat en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De vertegenwoordigers van de Lid-Staten kunnen zich doen vergezellen door twee deskundigen.
-
2.Het Comité kan zich bezighouden met elke aangelegenheid in verband met de tenuitvoerlegging en het beheer van het informatiesysteem, die door de voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde wordt gesteld.
-
3.Het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door de Commissie.
Artikel 8
-
1.De Lid-Staten treffen de maatregelen die nodig zijn om binnen twaalf maanden na kennisgeving van deze beschikking aan deze beschikking te voldoen (1).
-
2.Deze beschikking is van toepassing gedurende een periode van vier jaar na de datum van kennisgeving. Vóór het verstrijken van die periode dient de Commissie in het licht van de opgedane ervaring een verslag in met voorstellen aan de hand waarvan de Raad kan besluiten tot voortzetting of herziening van het systeem.
Artikel 9
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 2 maart 1984.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
C.LALUMIÈRE
-
(1)PB nr. C 321 van 22. 12. 1979, blz. 7.
-
(2)PB nr. C 182 van 19. 7. 1982, blz. 118.
-
(3)PB nr. C 182 van 21. 7. 1980, blz. 13.
-
(4)PB nr. C 92 van 25. 4. 1975, blz. 1.
-
(1)Van deze beschikking is op 7 maart 1984 aan de Lid-Staten kennis gegeven.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.