Verordening 1984/217 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 2617/80 tot instelling van een specifieke gemeenschappelijke actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31984R0217

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31984R0217

Verordening (EEG) nr. 217/84 van de Raad van 18 januari 1984 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2617/80 tot instelling van een specifieke communautaire actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones

Publicatieblad Nr. L 027 van 31/01/1984 blz. 0015 - 0018

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0073

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 14 Deel 1 blz. 0073

++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 217/84 VAN DE RAAD

van 18 januari 1984

houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 tot instelling van een specifieke communautaire actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 724/75 van de Raad van 18 maart 1975 houdende oprichting van een Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3325/80 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 13 , lid 3 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 3 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 4 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 5 ) ,

Overwegende dat in artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 724/75 , hierna " verordening betreffende het Fonds " genoemd , is bepaald dat het Fonds , onafhankelijk van de in artikel 2 , lid 3 , sub a ) , van die verordening vastgestelde verdeling van de middelen per Lid-Staat , kan deelnemen in de financiering van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling , die met name verband houden met het beleid van de Gemeenschap en met de door haar vastgestelde maatregelen , ten einde beter rekening te kunnen houden met hun regionale dimensie of de regionale gevolgen ervan te kunnen verlichten ;

Overwegende dat de Raad uit hoofde van genoemd artikel op 7 oktober 1980 een eerste reeks verordeningen heeft vastgesteld tot instelling van specifieke communautaire acties voor regionale ontwikkeling en met name Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 tot instelling van een specifieke communautaire actie voor regionale ontwikkeling om bij te dragen tot de uitschakeling van de hinderpalen voor de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten in sommige door de herstructurering van de scheepsbouw getroffen zones ( 6 ) , hierna " specifieke actie " genoemd ;

Overwegende dat uit hoofde van deze verordening , inzonderheid van artikel 3 daarvan , een speciaal programma voor bepaalde zones van het Verenigd Koninkrijk is goedgekeurd door de Commissie , die tegelijkertijd heeft besloten kredieten voor dit programma te bestemmen ;

Overwegende dat de betrokken Lid-Staten de gegevens betreffende de regionale problemen waarvoor een specifieke communautaire actie kan worden gevoerd , aan de Commissie hebben medegedeeld en dat als gevolg van de verergering van de problemen in de scheepsbouw de huidige specifieke actie dient te worden uitgebreid tot bepaalde zones van de Bondsrepubliek Duitsland en met de introductie van bepaalde nieuwe steunmaatregelen moet worden aangevuld , die gericht zijn op het versterken van de economische structuur van deze zones en aldus bijdragen tot het scheppen van vervangende arbeidsplaatsen ;

Overwegende dat de ontwikkeling van de kleine en middelgrote ondernemingen , hierna " KMO " genoemd , kan worden versneld door voor deze ondernemingen de mogelijkheid te scheppen hun produktiepotentieel beter aan te passen , in het bijzonder door middel van investeringssteun in de vorm van kapitaal , die wordt verleend op de grondslag van het bestaande nationale stelsel en dat erin dient te worden voorzien dat deze steun kan worden versterkt door een aanvullende steun die gedurende een overgangsperiode ten laste van de Gemeenschap komt ;

Overwegende dat daarnaast ondernemersinitiatieven in de betrokken zones meer dienen te worden gestimuleerd door een bijzonder actief beheer van de aangeboden overheidssteun en -dienstverlening , met name die welke in het kader van het speciaal programma zijn gepland , en dat daartoe voorlichtingsdiensten moeten worden opgezet of uitgebreid , welke de bestaande of potentiële ondernemers inlichten omtrent de mogelijkheden voor toegang tot deze steun en dienstverlening en hen helpen om er een beroep op te doen ;

Overwegende dat het gewenst is , ten einde de tenuitvoerlegging van het speciaal programma te versnellen , de bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 met betrekking tot vastleggingskredieten , het uitkeren van de steun door het Fonds en het toekennen van voorschotten uit het Fonds , aan te passen ;

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van de aldus uitgebreide en versterkte specifieke actie aanvullende financiële middelen vergt ;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat het Verenigd Koninkrijk de Commissie een aangepast speciaal programma voorlegt en dat de Bondsrepubliek Duitsland overeenkomstig het bepaalde in Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 aan de Commissie een speciaal programma voorlegt ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

AFDELING I

Artikel 1

Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 wordt gewijzigd overeenkomstig de onderstaande artikelen .

Artikel 2

Aan artikel 2 wordt de volgende alinea toegevoegd :

" Zij heeft eveneens betrekking op de " Arbeitsmarktregion Luebeck-Ostholstein " in de Bondsrepubliek Duitsland . " .

Artikel 3

In artikel 3 , lid 1 , worden de woorden " het Verenigd Koninkrijk " vervangen door " de betrokken Lid-Staten " .

Artikel 4

In artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd :

" 2 bis . Het speciaal programma wordt opgesteld en ten uitvoer gelegd in nauwe samenhang met de nationale en communautaire financiële beleidslijnen en instrumenten , inzonderheid met het Sociaal Fonds , de Europese Investeringsbank en het Nieuw Communautair Instrument . " .

Artikel 5

In artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd :

" 6 bis . Tijdens de goedkeuring van het speciaal programma gaat de Commissie na of dit programma in overeenstemming is met artikel 20 van de verordening betreffende het Fonds . " .

Artikel 6

Artikel 3 , lid 8 , wordt als volgt gelezen :

" 8 . Het speciaal programma wordt na goedkeuring door de Commissie ter informatie gepubliceerd . " .

Artikel 7

Artikel 4 , punt 3 , wordt als volgt gelezen :

" 3 . Opzetten of uitbreiden van bedrijven of andere organismen voor het verstrekken van adviezen inzake bedrijfsvoering en organisatie ; opzetten of uitbreiden van diensten voor stimulering van ondernemersinitiatieven .

De adviserende bedrijven of organismen kunnen aan ondernemingen tijdelijk bijstand verlenen bij het uitvoeren van hun aanbevelingen .

De diensten voor stimulering van ondernemersinitiatieven hebben tot taak :

  • de mogelijkheden voor ondernemersinitiatieven , via rechtstreekse contacten ter plaatse , te verkennen door middel van voorlichtingsacties over de mogelijkheden voor toegang tot de aangeboden overheidssteun en -dienstverlening , met name die welke in het kader van het speciaal programma zijn gepland ,
  • de verwezenlijking van deze initiatieven te begeleiden door reeds werkzame of potentiële ondernemers te helpen een beroep te doen op deze steun en dienstverlening . " .

Artikel 8

Aan artikel 4 worden de volgende punten toegevoegd :

" 7 . uitvoering van sectoriële analyses voor het ter beschikking stellen van KMO van informatie over de mogelijkheden op de nationale , communautaire en externe markten en over de effecten die hiervan te verwachten zijn voor de produktie en de organisatie van deze ondernemingen ;

8 . steun voor investeringen in KMO met het doel nieuwe ondernemingen op te richten of de aanpassing van de produktie van de bestaande ondernemingen aan de marktmogelijkheden te vergemakkelijken , wanneer de analyses bedoeld sub 7 of andere afdoende bewijselementen dit rechtvaardigen . Deze investeringen kunnen ook betrekking hebben op gemeenschappelijke diensten voor verschillende ondernemingen . " .

Artikel 9

Artikel 5 , lid 1 , sub c ) en d ) , wordt als volgt gelezen :

" c ) voor adviesverlening als bedoeld in artikel 4 , punt 3 : steun die een gedeelte dekt van de uitgaven van de ondernemingen voor prestaties die zijn geleverd door adviserende bedrijven of organismen . Deze steun is degressief en heeft een looptijd van drie jaar . Zij dekt het eerste jaar 70 % van de uitgaven en beloopt ten hoogste 55 % van de totale uitgaven over de periode van drie jaar ( indirecte steun ) ; de Lid-Staat kan dit systeem vervangen door een gelijkwaardig systeem voor steun aan adviserende bedrijven of organismen ( directe steun ) ;

d ) voor activiteiten met betrekking tot de stimulering van ondernemersinitiatieven als bedoeld in artikel 4 , punt 3 : steun die een gedeelte dekt van de huishoudelijke uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de betrokken diensten . Deze steun is degressief en heeft een looptijd van vijf jaar . Zij dekt het eerste jaar 60 % van de huishoudelijke uitgaven en beloopt ten hoogste 50 % van de totale kosten per consulent over de periode van vijf jaar . Deze activiteiten , die nieuw moeten zijn en specifiek betrekking moeten hebben op de in artikel 2 bedoelde zones , kunnen door de betrokken Staat aan particuliere instellingen worden opgedragen . " .

Artikel 10

In artikel 5 , lid 1 , sub g ) , worden de woorden " met een maximum van 50 000 ERE per studie " vervangen door de woorden " met een maximum van 120 000 Ecu per studie " .

Artikel 11

Aan artikel 5 , lid 1 , worden de volgende alinea's toegevoegd :

" i ) voor activiteiten met betrekking tot sectoriële analyses bedoeld in artikel 4 , punt 7 : 70 % van de kosten ;

j ) voor activiteiten met betrekking tot investeringen bedoeld in artikel 4 , punt 8 : 50 % van de overheidsuitgaven die voortvloeien uit de toekenning van investeringssteun . Deze steun kan een aanvulling vormen op de gunstigste steun van de bestaande regionale regeling . De aanvullende steun die gedurende vier jaar ten laste van de Gemeenschap komt , kan maximaal 10 % van de investeringskosten bedragen . De overheidssteun kan worden toegekend in de vorm van een subsidie of een rentesubsidie . " .

Artikel 12

Artikel 5 , lid 2 , wordt als volgt gelezen :

" 2 . Voor de steunverlening bedoeld in lid 1 , sub a ) en j ) , wordt cumulatie van de steun uit de quotavrije en de quotagebonden middelen van het fonds uitgesloten . " .

Artikel 13

Artikel 5 , lid 5 , wordt als volgt gelezen :

" 5 . De in de begroting opgenomen vastleggingskredieten voor de financiering van het speciaal programma worden in jaarlijkse tranches vastgesteld . De eerste tranche wordt vastgelegd bij de goedkeuring van het programma door de Commissie . De volgende jaarlijkse tranches worden vastgelegd rekening houdend met beschikbare begrotingsmiddelen en met de vordering van het programma . " .

Artikel 14

In artikel 6 , lid 1 , wordt de inleidende zin als volgt gelezen :

" 1 . De steun van het Fonds voor de in het speciaal programma opgenomen maatregelen wordt uitgekeerd aan de betrokken Lid-Staat of rechtstreeks en volgens de aanwijzingen van deze laatste aan de met de tenuitvoerlegging ervan belaste instellingen , overeenkomstig de volgende regels : " .

Artikel 15

Artikel 6 , lid 1 , sub c ) , wordt als volgt gelezen :

" c ) op aanvraag van de Lid-Staat kunnen voorschotten voor iedere jaarlijkse tranche worden verstrekt , rekening houdend met de stand van de werkzaamheden en met de beschikbare begrotingsmiddelen .

Vanaf de aanvang van de uitvoering van de werkzaamheden kan door de Commissie een voorschot van 60 % van de bijdrage van het Fonds voor de eerste jaarlijkse tranche worden uitgekeerd . Wanneer de Lid-Staat aantoont dat de helft van dit voorschot is uitgegeven kan de Commissie een tweede voorschot van 25 % uitkeren .

Zodra een aanvang is gemaakt met de uitvoering van de volgende jaarlijkse tranche , kunnen , onder de in de vorige alinea's vastgestelde voorwaarden , voorschotten worden uitgekeerd .

Het saldo van iedere jaarlijkse tranche wordt op verzoek van de Lid-Staat uitgekeerd wanneer hij aantoont dat de activiteiten in verband met de betrokken tranche als beëindigd kunnen worden beschouwd ; voorts dient de Lid-Staat het bedrag van de gedane overheidsuitgaven mee te delen . " .

Artikel 16

Artikel 6 , lid 5 , wordt als volgt gelezen :

" 5 . Bij de beëindiging van de uitvoering van het speciaal programma legt de Commissie aan het Comité voor regionaal beleid en aan het Europese Parlement een verslag voor ; dit verslag bevat gegevens over het aantal en de aard van de geschapen en behouden gebleven arbeidsplaatsen . " .

Artikel 17

Punt 3 , sub b ) , van de bijlage wordt met de volgende alinea's aangevuld :

" Aanduiding van de aard van de sectoriële analyses betreffende de productiestructuren , de marktmogelijkheden en de activiteiten die ondernomen moeten worden om de produktie en de afzet aan te passen en uit te breiden .

Beschrijving van de uitvoeringsbepalingen betreffende de in het kader van het programma ingestelde investeringssteun .

Beschrijving van de in het kader van het programma overwogen activiteiten op het gebied van de stimulering van ondernemersinitiatieven ; " .

AFDELING 2

Artikel 18

1 . Het Verenigd Koninkrijk past het in artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 bedoelde en door de Commissie goedgekeurde speciaal programma aan in overeenstemming met de in afdeling 1 van de onderhavige verordening vastgestelde wijzigingen .

2 . Het aangepaste speciaal programma wordt door de Commissie goedgekeurd overeenkomstig artikel 3 , lid 6 , van Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 .

3 . Onverminderd artikel 5 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 2617/80 , mag de steun van het Fonds voor het aangepaste speciaal programma niet hoger zijn dan het bedrag dat door de Commissie bij de goedkeuring van het programma is aanvaard .

4 . De duur van het aangepaste speciaal programma wordt verlengd tot het einde van het vijfde jaar , te rekenen vanaf de zestigste dag na de dag van inwerkingtreding van deze verordening .

5 . In aanmerking komen de uitgaven die voortvloeien uit het aldus aangepaste speciaal programma en die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden verricht .

Artikel 19

De looptijd van het door de Bondsrepubliek Duitsland voor te leggen speciaal programma bedraagt vijf jaar te rekenen vanaf de zestigste dag na de dag van inwerkingtreding van deze verordening .

In aanmerking voor steun komen de uitgaven die voortvloeien uit dit speciaal programma en die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden verricht .

Artikel 20

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 18 januari 1984 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . ROCARD

( 1 ) PB nr . L 73 van 21 . 3 . 1975 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 349 van 23 . 12 . 1980 , blz . 10 .

( 3 ) PB nr . C 15 van 19 . 1 . 1980 , blz . 10 .

( 4 ) PB nr . C 184 van 10 . 6 . 1983 , blz . 163 .

( 5 ) PB nr . C 124 van 9 . 5 . 1983 , blz . 2 .

( 6 ) PB nr . L 271 van 15 . 10 . 1980 , blz . 16 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.