Richtlijn 1988/627 - Gegevens die moeten worden gepubliceerd bij verwerving en bij overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde vennootschap

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31988L0627

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31988L0627

Richtlijn 88/627/EEG van de Raad van 12 december 1988 betreffende de gegevens die moeten worden gepubliceerd bij verwerving en bij overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde vennootschap

Publicatieblad Nr. L 348 van 17/12/1988 blz. 0062 - 0065

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 2 blz. 0188

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 2 blz. 0188

*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 12 december 1988

betreffende de gegevens die moeten worden gepubliceerd bij verwerving en bij overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde vennootschap

(88/627/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 54,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

In samenwerking met het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat beleggers in effecten door een passende informatie beter beschermd kunnen worden en een groter vertrouwen in de effectenmarkt kunnen krijgen, waardoor de goede werking van deze markt wordt verzekerd;

Overwegende dat de cooerdinatie op communautair vlak van het desbetreffende beleid, waardoor deze bescherming meer gelijkwaardig wordt gemaakt, de vervlechting van de effectenmarkten van de Lid-Staten kan bevorderen en aldus bijdraagt tot de totstandkoming van een werkelijke Europese kapitaalmarkt;

Overwegende dat het hiertoe dienstig is de beleggers in kennis te stellen van belangrijke deelnemingen en van wijzigingen in deze deelnemingen in vennootschappen van de Gemeenschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan in de Gemeenschap gelegen of werkzame effectenbeurzen;

Overwegende dat een gecooerdineerde nadere omschrijving van de inhoud van deze informatie en van de wijze waarop deze dient te worden verstrekt, nodig is;

Overwegende dat de vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan een effectenbeurs van de Gemeenschap slechts in staat zijn het publiek in kennis te stellen van de wijzigingen die zijn opgetreden in belangrijke deelnemingen, indien zij door de houders van deze deelnemingen van deze wijzigingen in kennis werden gesteld;

Overwegende dat in de meeste Lid-Staten deze houders hiertoe niet verplicht zijn en dat, wanneer een dergelijke verplichting wel geldt, er aanmerkelijke verschillen bestaan in de wijze van toepassing; dat het derhalve wenselijk is een in communautair verband gecooerdineerde regeling ter zake vast te stellen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Lid-Staten passen deze richtlijn toe op natuurlijke personen en publiekrechtelijke of privaatrechtelijke juridische lichamen die rechtstreeks of via een tussenpersoon een deelneming overeenkomstig de criteria van artikel 4, lid 1, verwerven of overdragen, welke een wijziging met zich brengt in het bezit van de stemrechten van een onder het recht van die Lid-Staten vallende vennootschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de officiële notering aan een of meer effectenbeurzen die gelegen of werkzaam zijn in een of meer Lid-Staten.
  • 2. 
    Wanneer de verwerving of de overdracht van een belangrijke deelneming als bedoeld in lid 1 door middel van certificaten van aandelen plaatsvindt, is deze richtlijn van toepassing op de houders van deze certificaten en niet op degene die deze heeft uitgegeven.
  • 3. 
    Deze richtlijn is niet van toepassing op de verwerving en overdracht van een belangrijke deelneming in instellingen voor collectieve belegging.
  • 4. 
    In de bijlage van Richtlijn 79/279/EEG van de Raad van 5 maart 1979 tot cooerdinatie van de voorwaarden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (4), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 82/148/EEG (5), wordt punt 5, onder c), van schema C als volgt gelezen:

»c) De vennootschap moet het publiek, zodra zij daarvan kennis heeft, op de hoogte brengen van de wijzigingen die ten opzichte van de eerder gepubliceerde gegevens ter zake zijn opgetreden in de structuur (houderschap en verdeling) van de belangrijke deelnemingen in haar kapitaal.

Met name moeten vennootschappen die niet onderworpen zijn aan Richtlijn 88/627/EEG van de Raad van 12 december 1988 betreffende de gegevens die moeten worden gepubliceerd bij verwerving en bij overdracht van een belangrijke deelneming in een ter beurze genoteerde vennootschap (*) het publiek uiterlijk binnen negen kalenderdagen op de hoogte brengen telkens wanneer zij ervan kennis hebben gekregen dat een persoon of lichaam een zodanig aantal aandelen heeft verworven of overgedragen dat zijn deelneming een van de drempelwaarden van artikel 4 van genoemde richtlijn overschrijdt of onderschrijdt.

(*) PB nr. L 348 van 17. 12. 1988, blz. 62."

Artikel 2

Onder verwerving van een deelneming in de zin van deze richtlijn wordt niet alleen de aankoop van een deelneming verstaan, maar ook iedere andere verkrijging van een deelneming, onder welke titel en volgens welke procedure dan ook, met inbegrip van verkrijging overeenkomstig een van de in artikel 7 genoemde situaties.

Artikel 3

De Lid-Staten mogen de in artikel 1, lid 1, beoogde natuurlijke personen, juridische lichamen en vennootschappen onderwerpen aan strengere verplichtingen dan die welke in deze richtlijn zijn aangegeven, of aan aanvullende verplichtingen, voor zover deze van algemene toepassing zijn op alle verwervers en overdragers en alle vennootschappen of op alle verwervers en overdragers en op alle vennootschappen van een bepaalde categorie.

Artikel 4

  • 1. 
    Wanneer een natuurlijk persoon of een juridisch lichaam als genoemd in artikel 1, lid 1, een deelneming in een vennootschap als genoemd in artikel 1, lid 1, verwerft of overdraagt, en ten gevolge van deze verwerving of deze overdracht het door deze natuurlijke persoon of dit juridische lichaam gehouden percentage van de stemrechten de drempelwaarden 10 %, 20 %, 1 / 3, 50 % en 2 / 3 bereikt of overschrijdt dan wel onderschrijdt, moet deze persoon of dit lichaam de vennootschap en terzelfder tijd de bevoegde autoriteit of autoriteiten als genoemd in artikel 13, binnen zeven kalenderdagen in kennis stellen van het percentage van de stemrechten dat deze persoon of dit lichaam na de verwerving of overdracht bezit. De Lid-Staten behoeven:
  • de drempelwaarden 20 % en 1 / 3 niet toe te passen wanneer zij één enkele drempelwaarde van 25 % toepassen,
  • de drempelwaarde 2 / 3 niet toe te passen wanneer zij een drempelwaarde van 75 % toepassen.

De termijn van zeven kalenderdagen gaat in op het moment dat de houder van de belangrijke deelneming kennis heeft genomen van de verwerving of overdracht, of op het moment dat hij, gezien de omstandigheden, daarvan kennis had moeten nemen.

De Lid-Staten kunnen bovendien bepalen dat de kennisgeving aan de vennootschap eveneens moet plaatsvinden met betrekking tot het door een natuurlijk persoon of een juridisch lichaam gehouden percentage van het kapitaal.

  • 2. 
    Voor zover nodig, bepalen de Lid-Staten in hun wetgeving en in het licht daarvan, hoe de in artikel 1, lid 1, genoemde natuurlijke personen of juridische lichamen in kennis worden gesteld van de stemrechten die in aanmerking moeten worden genomen voor de toepassing van lid 1 van dit artikel.

Artikel 5

De Lid-Staten bepalen dat de in artikel 1, lid 1, bedoelde natuurlijke personen of juridische lichamen op de eerste algemene vergadering van een in artikel 1, lid 1, bedoelde vennootschap die meer dan drie maanden na de omzetting van de onderhavige richtlijn in het nationale recht wordt gehouden, de vennootschap en tegelijkertijd de bevoegde autoriteit of autoriteiten op de hoogte moeten brengen wanneer zij 10 % of meer van haar stemrechten bezitten en daarbij het percentage van de stemrechten moeten aangeven dat zij werkelijk bezitten, zulks tenzij bedoelde natuurlijke personen of juridische lichamen reeds een kennisgeving overeenkomstig artikel 4 hebben gedaan.

In de maand volgende op deze algemene vergadering wordt het publiek op de hoogte gesteld van al deze deelnemingen van 10 % of meer, zulks overeenkomstig het bepaalde in artikel 10.

Artikel 6

Indien de verwerver of de overdrager van een belangrijke deelneming als omschreven in artikel 4 deel uitmaakt van een groep ondernemingen die krachtens Richtlijn 83/349/EEG (1) een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, is de verwerver of de overdrager vrijgesteld van de verplichting om de in artikel 4, lid 1, en in artikel 5 bedoelde kennisgeving te verrichten, indien deze kennisgeving wordt verricht door de moederonderneming of, wanneer de moederonderneming zelf een dochteronderneming is, door haar eigen moederonderneming.

Artikel 7

Om te beoordelen of een natuurlijke persoon of een juridisch lichaam, als bedoeld in artikel 1, lid 1, de in artikel 4, lid 1, en in artikel 5 bedoelde kennisgeving moet doen, dienen met de stemrechten die deze persoon of dit lichaam houdt, te worden gelijkgesteld:

  • de stemrechten die door andere personen of lichamen in hun eigen naam worden gehouden voor rekening van deze persoon of dit lichaam;
  • de stemrechten die de ondernemingen die door deze persoon of dit lichaam worden gecontroleerd, houden;
  • de stemrechten die een derde houdt, met wie deze persoon of dit lichaam een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten die hen verplicht om, door een onderling afgestemde uitoefening van hun stemrechten, een duurzaam gemeenschappelijk beleid inzake het beheer van de betrokken vennootschap te voeren;
  • de stemrechten die een derde houdt uit hoofde van een schriftelijke overeenkomst die is gesloten met deze persoon of dit lichaam of met een van de ondernemingen die door deze persoon of dit lichaam worden gecontroleerd en waarin een tijdelijke en betaalde overdracht van deze stemrechten is geregeld;
  • de stemrechten die verbonden zijn aan door deze persoon of dit lichaam gehouden aandelen die als waarborg in bewaring zijn gegeven, tenzij de bewaarnemer de stemrechten houdt en zijn voornemen kenbaar maakt om deze uit te oefenen; in dat geval worden ze gelijkgesteld met de stemrechten die de bewaarnemer bezit;
  • de stemrechten verbonden aan aandelen waarvan deze persoon of dit lichaam het vruchtgebruik heeft;
  • de stemrechten die deze persoon of dit lichaam dan wel een van de in de zes bovenstaande streepjes genoemde personen of lichamen op eigen initiatief, uit hoofde van een formele overeenkomst mag verwerven; in dat geval worden de in artikel 4, lid 1, genoemde gegevens op de datum van de overeenkomst verstrekt;
  • de stemrechten die verbonden zijn aan bij deze persoon of dit lichaam in bewaring gegeven aandelen en die deze natuurlijke persoon of dit juridisch lichaam naar eigen goeddunken kan uitoefenen bij gebreke van specifieke instructies van de houders.

Wanneer een persoon of een lichaam in een onderneming stemrechten als bedoeld in het laatste streepje van de eerste alinea houdt en het geheel van deze stemrechten in combinatie met de andere stemrechten die deze persoon of dit lichaam houdt in deze onderneming een van de in artikel 4, lid 1, bedoelde drempelwaarden bereikt of overschrijdt, mogen de Lid-Staten in afwijking van artikel 4, lid 1, bepalen dat deze persoon of dit lichaam slechts gehouden is de betrokken onderneming binnen 21 kalenderdagen vóór de algemene vergadering van deze onderneming in te lichten.

Artikel 8

  • 1. 
    Onder »gecontroleerde onderneming" in de zin van deze richtlijn dient te worden verstaan iedere onderneming waarin een natuurlijke persoon of een juridisch lichaam:
  • a) 
    de meerderheid bezit van de stemrechten van de aandeelhouders; of
  • b) 
    het recht heeft de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan te benoemen of te ontslaan en tevens aandeelhouder van de betrokken onderneming is; of
  • c) 
    aandeelhouder is en op grond van een overeenkomst met andere aandeelhouders van de onderneming, alleen de meerderheid beheerst van de stemrechten van de aandeelhouders van de onderneming.
  • 2. 
    Voor de toepassing van lid 1, moeten het stem-, benoemings- of ontslagrecht van een andere gecontroleerde onderneming en de rechten van een in eigen naam maar voor rekening van de moederonderneming of van een andere gecontroleerde onderneming handelende persoon of lichaam, worden geteld bij de rechten van de moederonderneming.

Artikel 9

  • 1. 
    De bevoegde autoriteiten mogen vrijstelling verlenen van de in artikel 4, lid 1, bedoelde kennisgeving voor de verwerving of de overdracht van belangrijke deelnemingen, als omschreven in artikel 4, door een professionele effectenhandelaar, voor zover hij bij de verwerving of de overdracht handelt in zijn hoedanigheid van professionele effectenhandelaar en deze verwerving niet aanwendt om inspraak te krijgen in het beheer van de betrokken ondernemingen.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten eisen dat de in lid 1 bedoelde professionele effectenhandelaren lid zijn van een in een Lid-Staat gelegen of werkzame effectenbeurs, dan wel erkend zijn door of onder toezicht staan van een in artikel 12 bedoelde bevoegde autoriteit.

Artikel 10

  • 1. 
    De vennootschap die een kennisgeving als bedoeld in artikel 4, lid 1, eerste alinea, heeft ontvangen, moet op haar beurt het publiek van ieder van de Lid-Staten waar haar aandelen tot de officiële notering aan een effectenbeurs zijn toegelaten, zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk negen kalenderdagen na ontvangst van de kennisgeving, daarvan mededeling doen.

Een Lid-Staat mag bepalen dat de in de eerste alinea bedoelde mededeling aan het publiek niet door de vennootschap, maar door de bevoegde autoriteit, eventueel in samenwerking met de vennootschap, wordt verricht.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde gegevens moeten worden bekendgemaakt in een of meer in de betrokken Lid-Staat of Lid-Staten landelijk of in grote oplage verspreide dagbladen of ter beschikking van het publiek worden gesteld, hetzij in schriftelijke vorm op plaatsen die aangeduid worden in advertenties, geplaatst in een of meer in die Lid-Staat of Lid-Staten landelijk of in grote oplage verspreide dagbladen, hetzij op een andere gelijkwaardige wijze die door de bevoegde autoriteiten is goedgekeurd.

De bedoelde gegevens moeten worden gesteld in de officiële taal of talen of in een van de officiële talen dan wel in een andere taal, mits in de betrokken Lid-Staat de officiële taal of talen dan wel die andere taal in financiële zaken plegen te worden gebruikt en door de bevoegde autoriteiten worden aanvaard.

Artikel 11

De bevoegde autoriteiten kunnen, bij wijze van uitzondering, de in artikel 1, lid 1, genoemde vennootschappen vrijstelling verlenen van de verplichting tot kennisgeving aan het publiek, bedoeld in artikel 10, wanneer deze autoriteiten van mening zijn dat de openbaarmaking van deze gegevens strijdig is met het openbaar belang of aan de onderneming ernstig nadeel zou berokkenen, voor zover in dit laatste geval het achterwege laten van bekendmaking het publiek niet kan misleiden met betrekking tot feiten en omstandigheden die van essentieel belang zijn voor de beoordeling van de betrokken effecten.

Artikel 12

  • 1. 
    De Lid-Staten wijzen de voor de toepassing van deze richtlijn bevoegde autoriteit of autoriteiten aan en stellen de Commissie daarvan in kennis, zo nodig met vermelding van de taakverdeling tussen deze autoriteiten.
  • 2. 
    De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheden hebben die noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taak.
  • 3. 
    De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten verlenen elkaar alle medewerking die nodig is voor de vervulling van hun taak en verstrekken elkaar daartoe alle nuttige inlichtingen.

Artikel 13

Voor de toepassing van deze richtlijn zijn de bevoegde autoriteiten de autoriteiten van de Lid-Staat onder de wetgeving waarvan de in artikel 1, lid 1, bedoelde vennootschappen vallen. Artikel 14

  • 1. 
    De Lid-Staten bepalen dat alle personen die werkzaam zijn of werkzaam zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten, aan het beroepsgeheim gebonden zijn. Dit houdt in dat de vertrouwelijke inlichtingen die zij beroepshalve ontvangen, aan geen enkele persoon of autoriteit bekend mogen worden gemaakt, tenzij dit krachtens wettelijke voorschriften geschiedt.
  • 2. 
    Lid 1 belet evenwel niet dat de bevoegde autoriteiten van verschillende Lid-Staten de in deze richtlijn bedoelde inlichtingen uitwisselen. Op de aldus uitgewisselde inlichtingen is het beroepsgeheim van toepassing dat in acht moet worden genomen door de personen die werkzaam zijn of werkzaam zijn geweest bij de bevoegde autoriteiten die deze inlichtingen ontvangen.
  • 3. 
    De bevoegde autoriteit die krachtens lid 2 vertrouwelijke informatie ontvangt, mag deze uitsluitend voor de vervulling van haar taak gebruiken.

Artikel 15

De Lid-Staten stellen passende sancties vast voor het geval natuurlijke personen, juridische lichamen of vennootschappen als bedoeld in artikel 1, lid 1, de bepalingen van deze richtlijn niet in acht nemen.

Artikel 16

  • 1. 
    Het bij artikel 20 van Richtlijn 79/279/EEG ingestelde Contactcomité heeft eveneens tot taak:
  • a) 
    regelmatig overleg mogelijk te maken over de concrete problemen die zich bij de toepassing van deze richtlijn voordoen en ter zake waarvan uitwisseling van gedachten dienstig wordt geacht;
  • b) 
    overleg tussen de Lid-Staten te vergemakkelijken met betrekking tot de strengere of aanvullende verplichtingen die zij krachtens artikel 3 mogen vaststellen ten einde, overeenkomstig artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag, de in alle Lid-Staten opgelegde verplichtingen uiteindelijk op elkaar af te stemmen;
  • c) 
    de Commissie zo nodig van advies te dienen over aanvullingen of wijzigingen van deze richtlijn.

Artikel 17

  • 1. 
    De Lid-Staten treffen de maatregelen die nodig zijn om vóór 1 januari 1991 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
  • 2. 
    De Lid-Staten delen de Commissie alle bepalingen van intern recht mede, die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 18

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 12 december 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • P. 
    ROUMELIOTIS
  • (1) 
    PB nr. C 351 van 31. 12. 1985, blz. 35, en

PB nr. C 255 van 25. 9. 1987, blz. 6.

  • (2) 
    PB nr. C 125 van 11. 5. 1987, blz. 144, en

PB nr. C 309 van 5. 12. 1988.

  • (3) 
    PB nr. C 263 van 20. 10. 1986, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 66 van 16. 3. 1979, blz. 21.
  • (5) 
    PB nr. L 62 van 5. 3. 1982, blz. 22.
  • (1) 
    PB nr. L 193 van 18. 7. 1983, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.