Besluit 1991/116 - Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31991D0116

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31991D0116

91/116/EEG: Besluit van de Raad van 25 februari 1991 tot oprichting van het Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied

Publicatieblad Nr. L 059 van 06/03/1991 blz. 0021 - 0022

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0066

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0066

BESLUIT VAN DE RAAD van 25 februari 1991 tot oprichting van het Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie op economisch en sociaal gebied ( 91/116/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gezien het ontwerp-besluit ingediend door de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ),

Overwegende dat de tenuitvoerlegging van, de controle op en de beoordeling van het communautaire beleid grotendeels van het bestaan van relevante statistische informatie op economisch en sociaal gebied afhankelijk zijn;

Overwegende dat de Commissie in april 1989 de Raad een mededeling heeft doen toekomen met betrekking tot de goedkeuring van een communautair beleid inzake statistische informatie;

Overwegende dat de Raad, op basis van deze mededeling en op voorstel van de Commissie, na advies van het Europese Parlement op 19 juni 1989 een resolutie heeft aangenomen betreffende de tenuitvoerlegging van een programma van prioritaire maatregelen op het gebied van de statistische informatie voor de periode 1989-1992 ( 4 );

Overwegende dat bij Besluit 89/382/EEG, Euratom ( 5 ) het Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen is opgericht, welk Comité samengesteld is uit vertegenwoordigers van de bureaus voor de statistiek van de Lid-Staten en voorgezeten wordt door een vertegenwoordiger van de Commissie, te weten de Directeur-generaal van het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen; dat dit Comité verantwoordelijk is voor de cooerdinatie van de communautaire en nationale statistische programma's wat de acties, middelen, tijdschema's en methoden betreft;

Overwegende dat het, ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Gemeenschappen en meer in het bijzonder met het oog op de totstandbrenging van de interne markt, als bedoeld in de Europese Akte, nodig is dat representatieve vooraanstaande personen uit wetenschappelijke, economische en sociale kringen geregeld worden geraadpleegd met het oog op de vaststelling van de doelstellingen, de prioritaire maatregelen en de noodzakelijke informatie ter ondersteuning van het communautaire beleid;

Overwegende dat in nagenoeg alle Lid-Staten overlegorganen bestaan voor gebruikers en producenten van statistische informatie, die zich voornamelijk met de problemen van de betrokken landen bezighouden;

Overwegende dat om deze redenen een Raadgevend Comité voor economische en sociale statistische informatie dient te worden opgericht, dat wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de producenten en gebruikers van deze informatie, en met als taak de Raad en de Commissie bij te staan op het punt van de cooerdinatie van de in het kader van het communautaire statistische informatiebeleid vastgestelde doelstellingen,

BESLUIT : Artikel 1

Er wordt een Europees Raadgevend Comité voor statistische informatie opgericht, hierna "Comité" te noemen . Het Comité heeft tot taak de Raad en de Commissie bij te staan op het punt van de cooerdinatie van de op het gebied van het communautaire statistische informatiebeleid vastgestelde doelstellingen, rekening houdende met de behoeften van de gebruikers en de door de informatieproducenten gedragen kosten. Artikel 2

Het Comité denkt mee en doet voorstellen over de te ondernemen acties en over de middelen die noodzakelijk zijn om de in het kader van het communautaire statistische informatiebeleid vastgelegde doelstellingen te bereiken .

Het Comité brengt advies uit over het communautaire statistische programma en de opzet en het vervolg van dat programma . Het spreekt zich met name uit over :

  • de relevantie van de statistische programma's in het licht van de met de Europese integratie samenhangende behoeften, zoals die door de communautaire instellingen, nationale en regionale overheden en de verschillende economische en sociale categorieën en wetenschappelijke kringen zijn geformuleerd;
  • de samenwerking, op het gebied van de organisatie en de planning, tussen de diverse instanties die gezamenlijk de statistische infrastructuur van de Gemeenschap vormen;
  • de kosten van de sectoriële statistische programma's zowel de door de communautaire, nationale en regionale overheden rechtstreeks gemaakte kosten als de kosten die door de informatieplichtigen worden gedragen voor het leveren van de basisinformatie;
  • de voor de uitvoering van de sectoriële statistische programma's noodzakelijke middelen en de overeenstemming ervan met de beoogde doelstellingen . Artikel 3

Het Comité kan door de Raad en de Commissie worden geraadpleegd over iedere aangelegenheid met betrekking tot het statistische informatiebeleid . Telkens wanneer het Comité het voor de tenuitvoerlegging van zijn taak noodzakelijk acht, kan het adviezen uitbrengen, het Europese Parlement, de Raad en de Commissie verslagen voorleggen . Het Comité werkt nauw samen met het Comité statistisch programma en het bij Besluit 91/115/EEG ( 6 ) opgerichte Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, waaraan het zijn adviezen en verslagen ter informatie voorlegt, hoofdzakelijk wanneer het verzoeken om nieuwe statistische werkzaamheden betreft .

Het Comité stelt een jaarverslag op over de op het gebied van de economische en sociale Europese statistische informatie geboekte vooruitgang, dat aan het Europese Parlement, de Raad, de Commissie en het Economisch en Sociaal Comité wordt toegezonden . Artikel 4

Het Comité bestaat uit :

  • vier vertegenwoordigers van de Commissie, waaronder het lid van de Commissie dat voor het statistische informatiebeleid verantwoordelijk is;
  • de voorzitter van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek;
  • de twaalf voorzitters of directeuren-generaal van de nationale bureaus voor de statistiek van de Lid-Staten;
  • vierentwintig leden ( twee per Lid-Staat ), door de Raad na raadpleging van de Commissie, van het Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité aangewezen uit representatieve vooraanstaande personen uit de verschillende economische en sociale categorieën en uit wetenschappelijke kringen . Met het oog op hun benoeming stuurt iedere Lid-Staat de Raad een lijst toe met vier kandidaten . De Raad dient voor een passende vertegenwoordiging uit de verschillende economische en sociale categorieën en de wetenschappelijke kringen zorg te dragen . Artikel 5

De door de Raad aangewezen leden worden voor vier jaar benoemd en hun mandaat is hernieuwbaar . De leden worden benoemd in hun persoonlijke hoedanigheid en de door hen uitgeoefende functie is onbezoldigd . De lijst van de leden wordt in de reeks C van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt. Artikel 6

Het Comité wordt voorgezeten door het voor het statistische informatiebeleid bevoegde lid van de Commissie .

Het Comité kiest uit zijn leden een vice-voorzitter voor een periode van twee jaar . Dit mandaat is eenmaal hernieuwbaar .

Het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen neemt het secretariaat waar . Artikel 7

De voorzitter roept het Comité bijeen telkens wanneer dit noodzakelijk is en ten minste eenmaal per jaar, op eigen initiatief of op verzoek van minstens een derde van de leden . Artikel 8

De voorzitter kan de bij de besproken agendapunten betrokken directeuren-generaal van de Commissie of iedere andere persoon die aan de debatten kan bijdragen, uitnodigen om als waarnemer aan de werkzaamheden deel te nemen . Artikel 9

Het Comité kan rechtsgeldig besluiten indien ten minste de helft van de leden aanwezig is . Een lid kan zich alleen door een ander lid van het Comité laten vertegenwoordigen; een lid mag slechts twee leden vertegenwoordigen . Artikel 10

Het Comité stelt zijn reglement van orde vast . Gedaan te Brussel, 25 februari 1991 . Voor de Raad

De Voorzitter

J.-C. JUNCKER ( 1 ) PB nr . C 208 van 21 . 8 . 1990, blz . 9 . ( 2 ) PB nr . C 19 van 28 . 1 . 1991 . ( 3 ) PB nr . C 31 van 6 . 2 . 1991, blz . 25 . ( 4 ) PB nr . C 161 van 28 . 6 . 1989, blz . 1 . ( 5 ) PB nr . L 181 van 28 . 6 . 1989, blz . 47 . ( 6 ) Zie bladzijde 19 van dit Publikatieblad .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.