Verordening 1993/2186 - Gemeenschappelijke coördinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31993R2186

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31993R2186

Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de communautaire coördinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden

Publicatieblad Nr. L 196 van 05/08/1993 blz. 0001 - 0005

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 24 blz. 0150

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 24 blz. 0150

VERORDENING (EEG) Nr. 2186/93 VAN DE RAAD van 22 juli 1993 betreffende de communautaire cooerdinatie van de inrichting van ondernemingsregisters voor statistische doeleinden

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 213,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het voor de interne markt van belang is de statistieken ten behoeve van de Gemeenschap beter vergelijkbaar te maken en dat daartoe gemeenschappelijke definities en beschrijvingen van de ondernemingen en andere statistische eenheden over wier economische activiteiten statistieken worden opgesteld, moeten worden gehanteerd;

Overwegende dat registers van deze eenheden moeten worden ingericht en bijgehouden, zodat hierover informatie kan worden verzameld;

Overwegende dat de behoefte aan informatie over de structuur van de ondernemingen toeneemt en dat hieraan bij de huidige stand van de communautaire statistiek niet kan worden voldaan;

Overwegende dat ondernemingsregisters die voor statistische doeleinden kunnen worden gebruikt, onontbeerlijk zijn voor het volgen van structurele veranderingen in de economie ten gevolge van allianties, partnerschappen, overnames of fusies en dergelijke;

Overwegende dat de bijzondere plaats die de openbare bedrijven in de nationale economie van de Lid-Staten innemen vooral tot haar recht komt in Richtlijn 80/273/EEG van de Commissie (1), alwaar zij in artikel 2 worden gedefinieerd, en dat het bijgevolg van belang is dat zij als zodanig in een ondernemingsregister worden opgenomen;

Overwegende dat bepaalde statistische informatie thans niet beschikbaar is, met name in sectoren met vele kleine en middelgrote ondernemingen als de dienstensector, daar voor statistische doeleinden bruikbare registers niet bestaan;

Overwegende dat onder andere dankzij de registers kan worden voldaan aan de met name bij Aanbeveling nr. 90/246/EEG (2) ten aanzien van het midden- en kleinbedrijf gestelde, tegenstrijdige eisen als de toeneming van informatie over de ondernemingen en de verlichting van hun administratieve belasting, in het bijzonder door in administratieve en juridische registers aanwezige informatie te verzamelen en te benutten;

Overwegende dat een voor statistische doeleinden bruikbaar register een basiselement van de informatiesystemen over de ondernemingen vormt en de mogelijkheid biedt statistische enquêtes uit te voeren en te cooerdineren omdat het naast een steekproefbasis ook extrapolatiemogelijkheden biedt, alsmede instrumenten voor het volgen van de informatie die gevraagd wordt aan de ondernemingen, en met name de ondernemingen die zijn bedoeld in de Richtlijnen 78/660/EEG (3) en 83/349/EEG (4);

Overwegende dat het voor de invoering van een nieuw systeem voor het verzamelen van statistieken over het goederen- en dienstenverkeer tussen Lid-Staten nodig is de informatieplichtigen in een register op te nemen en dat het aanbeveling verdient dit register van informatieplichtigen te ontlenen aan een centraal ondernemingsregister voor statistische doeleinden;

Overwegende dat de mate van ontwikkeling van registers voor statistische doeleinden van Lid-Staat tot Lid-Staat verschilt; dat de inrichting van deze registers, die veel tijd in beslag neemt en kostbaar is, in twee fases moet gebeuren en dat de eerste fase de harmonisatie van de basiseenheden voor deze registers binnen vastgestelde termijnen moet betreffen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Doelstellingen De Lid-Staten richten voor statistische doeleinden een of meer geharmoniseerde registers in, met de definities en het waarnemingsgebied als bepaald in de volgende artikelen.

Artikel 2

Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder

  • a) 
    juridische eenheid: de juridische eenheid in de zin van deel II, onder A, punt 3, van de bijlage van Verordening (EEG) nr. 696/93 (5);
  • b) 
    onderneming: de onderneming in de zin van deel III, onder A, van de bijlage van Verordening (EEG) nr. 696/93.

De relatie tussen de onderneming en de juridische eenheid wordt als volgt gekenschetst:

  • de onderneming is met een of meer juridische eenheden verbonden,

en

  • de juridische eenheid (eenheden) is (zijn) verantwoordelijk voor de onderneming;
  • c) 
    lokale eenheid: de lokale eenheid in de zin van deel III, onder F, van de bijlage van Verordening (EEG) nr. 696/93.

De relatie tussen de lokale eenheid en de onderneming wordt als volgt gekenschetst:

  • de lokale eenheid is afhankelijk van een onderneming.
  • 2. 
    Deze verordening heeft alleen betrekking op eenheden die zich uitsluitend of gedeeltelijk met produktieactiviteiten bezighouden.

Artikel 3

Waarnemingsgebied 1. In het register worden, overeenkomstig de definities in artikel 2 en behoudens de in het onderhavige artikel genoemde restricties, opgenomen:

  • alle ondernemingen die een economische activiteit uitoefenen die een bijdrage vormt voor het bruto binnenlands produkt tegen marktprijzen (BBP),
  • de juridische eenheden die voor hen verantwoordelijk zijn,
  • de lokale eenheden die van hen afhankelijk zijn.

Uitgesloten zijn evenwel de gezinshuishoudingen:

  • voor zover hun produktie voor eigen verbruik bestemd is,
  • voor zover zij diensten van verhuur van eigen of geleased onroerend goed produceren, als genoemd in groep 70.2 van de bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 (6) ingevoerde statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (NACE (Rev. 1)).

Facultatief is het opnemen van:

  • ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit tot de secties A, B of L van NACE (Rev. 1) behoort,
  • juridische eenheden die voor hen verantwoordelijk zijn,
  • lokale eenheden die van hen afhankelijk zijn.

Volgens de procedure van artikel 9 wordt beslist in hoeverre kleine ondernemingen die voor de statistische doeleinden van de Lid-Staten niet van belang zijn, in het register worden opgenomen.

  • 2. 
    De in lid 1 genoemde ondernemingen, juridische en lokale eenheden worden in het register opgenomen volgens het tijdschema in bijlage I.
  • 3. 
    De aparte registratie van juridische eenheden is facultatief, mits alle informatie over deze eenheden wordt opgenomen in de registers voor ondernemingen.

De wijze van toepassing van deze registratie wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 9.

Artikel 4

In het register op te nemen kenmerken De in het register opgenomen eenheden krijgen een identificator en worden beschreven overeenkomstig de bepalingen van bijlage II.

Artikel 5

Bijwerking 1. Ten minste eenmaal per jaar wordt het register bijgewerkt voor wat betreft:

  • a) 
    de op te nemen en af te voeren eenheden;
  • b) 
    de variabelen onder b) en f) van punt 1 van bijlage II;
  • c) 
    voor eenheden waar jaarlijks een enquête wordt gehouden, de variabelen onder b), c), d), e) en h) van punt 3 van bijlage II voor zover deze in de enquête opgenomen zijn.

In het algemeen wordt de aan de hand van administratieve bestanden of jaarlijkse enquêtes verzamelde informatie jaarlijks bijgewerkt en andere informatie eens in de vier jaar.

  • 2. 
    Aan het eind van het eerste kwartaal van ieder kalenderjaar maken de Lid-Staten een kopie van het register in de staat waarin dit zich bevindt; zij bewaren deze tien jaar voor analysedoeleinden.

Artikel 6

Toegang tot de informatie Wanneer de Commissie, na advies van het Comité van artikel 9, hierom verzoekt, maken de Lid-Staten statistische analyses van het register en geven ze de resultaten ervan aan de Commissie door, met inbegrip van de gegevens die door de Lid-Staten op grond van de nationale wetgeving en praktijk inzake geheimhouding van statistische informatie als vertrouwelijk zijn bestempeld, overeenkomstig het bepaalde in Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (7).

Artikel 7

Toegang tot de administratieve of juridische registers Ieder nationaal bureau voor de statistiek is gemachtigd om voor statistische doeleinden de in deze verordening bedoelde informatie in de op het nationale grondgebied samengestelde administratieve of juridische bestanden te verzamelen volgens de in de nationale wetgeving vastgelegde voorwaarden.

Artikel 8

Uitvoeringsbepalingen De uitvoeringsbepalingen van de artikelen 3, 4, 5 en 6 en de bijlage I en II en de maatregelen die nodig zijn voor aanpassing van deze uitvoeringsbepalingen alsmede de eventuele afwijkingen van de artikelen 3, 4 en 5 en van de bijlagen, worden volgens de procedure van artikel 9 vastgesteld.

Artikel 9

Procedure 1. De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het bij Besluit 89/382/EEG/Euratom (8) opgerichte Comité statistisch programma een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie, advies uit over dit ontwerp. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemmingen in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

  • 2. 
    a) De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn.
  • b) 
    Indien deze maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies dat het Comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. De Commissie stelt in dat geval de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten, uit tot drie maanden na deze kennisgeving.

De Raad kan met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in de eerste alinea genoemde termijn een andersluidend besluit nemen.

Artikel 10

Verslag van de Commissie Binnen vier jaar na aanneming van deze verordening dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de toepassing van de verordening, eventueel vergezeld van passende voorstellen waarin rekening wordt gehouden met de opgedane ervaring.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 juli 1993.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • M. 
    OFFECIERS-VAN DE WIELE
  • (1) 
    Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen Lid-Staten en openbare bedrijven (PB nr. L 195 van 29. 7. 1980, blz. 35). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 85/413/EEG (PB nr. L 229 van 28. 8. 1985, blz. 20).
  • (2) 
    Aanbeveling 90/246/EEG van de Raad van 28 mei 1990 betreffende de tenuitvoerlegging van een beleid van administratieve vereenvoudiging voor het midden- en kleinbedrijf in de Lid-Staten (PB nr. L 141 van 2. 6. 1990, blz. 55).
  • (3) 
    Vierde Richtlijn (78/660/EEG) van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen (PB nr. L 222 van 14. 8. 1978, blz. 11). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/605/EEG (PB nr. L 317 van 16. 11. 1990, blz. 60).
  • (4) 
    Zevende Richtlijn (83/349/EEG) van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PB nr. L 193 van 18. 7. 1983, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/605/EEG (PB nr. L 317 van 16. 11. 1990, blz. 60).
  • (5) 
    Verordening (EEG) nr. 696/93 van de Raad van 15 maart 1993 inzake de statistische eenheden voor waarneming en analyse van het produktiestelsel in de Gemeenschap (PB nr. L 76 van 30. 3. 1993, blz. 1).
  • (6) 
    PB nr. L 293 van 24. 10. 1990, blz. 1.
  • (7) 
    PB nr. L 151 van 15. 6. 1990, blz. 1.
  • (8) 
    PB nr. L 181 van 28. 6. 1989, blz. 47.

BIJLAGE I

TERMIJNEN VOOR OPNEMING IN HET REGISTER De in artikel 2 gedefinieerde en overeenkomstig artikel 3 in het register op te nemen ondernemingen worden vóór 1 januari 1996 in het register opgenomen. Voor de juridische en lokale eenheden geldt een extra termijn van een jaar.

  • (1) 
    PB nr. L 195 van 29. 7. 1980, blz. 35.
  • (2) 
    PB nr. L 316 van 16. 11. 1991, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3046/92 (PB nr. L 307 van 23. 10. 1992, blz. 27).

BIJLAGE II

IDENTIFICATOR EN BESCHRIJVING 1. Voor juridische eenheden worden de volgende gegevens geregistreerd:

  • a) 
    identificatienummer;
  • b) 
    naam of handelsnaam en adres (met inbegrip van de postcode), en facultatief: telefoonnummer, nummer van de elektronische brievenbus, telefaxnummer en telexadres;
  • c) 
    verplichting voor de juridische eenheid om haar jaarrekening te publiceren (Ja/Neen);
  • d) 
    datum van de juridische oprichting voor rechtspersonen of van de administratieve erkenning als economisch subject voor natuurlijke personen;
  • e) 
    datum waarop de juridische eenheid ophield de juridische ondersteuning van een onderneming te zijn;
  • f) 
    rechtsvorm van de eenheid;
  • g) 
    handelsnaam en adres van een eventuele niet-ingezeten juridische eenheid, indien dit geen natuurlijke persoon is, die de juridische eenheid controleert (facultatief);
  • h) 
    identificatienummer in het register van de juridische eenheid die de juridische eenheid controleert (facultatief);
  • i) 
    karakter van "openbaar bedrijf" van de juridische eenheid in de zin van Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie (1) (Ja/Neen) (alleen voor rechtspersonen);
  • j) 
    verwijzing naar verwante bestanden, waaronder douaneregisters, met voor statistische doeleinden bruikbare informatie, waarin deze juridische eenheid is opgenomen;
  • k) 
    verwijzing naar het volgens Verordening (EEG) nr. 3330/91 van de Raad van 7 november 1991 betreffende de statistieken van het goederenverkeer tussen de Lid-Staten opgestelde register van de deelnemers aan het intracommunautaire goederenverkeer (2).
  • 2. 
    De registraties met betrekking tot de lokale eenheden bevatten de volgende informatie:
  • a) 
    identificatienummer;
  • b) 
    naam, adres en andere informatie ten behoeve van de identificatie, als genoemd in punt I, onder b), van deze bijlage;
  • c) 
    viercijfercode (klasse van NACE (Rev. 1)) voor de economische activiteit;
  • d) 
    eventuele nevenactiviteiten volgens de viercijfercode van NACE (Rev. 1) (facultatief);
  • e) 
    aantal werknemers, berekend overeenkomstig punt 3, onder e), van deze bijlage;
  • f) 
    datum waarop werd begonnen met de onder c) bedoelde activiteiten;
  • g) 
    datum waarop de activiteiten definitief zijn beëindigd;
  • h) 
    code voor de geografische ligging (territoriale eenheden);
  • i) 
    verwijzing naar verwante bestanden met voor statistische doeleinden bruikbare informatie, waarin deze lokale eenheid is opgenomen;
  • j) 
    identificatienummer in het register van de onderneming waarvan de lokale eenheid afhankelijk is;
  • k) 
    de in de lokale eenheid uitgeoefende activiteit is een hulpactiviteit van de onderneming waarvan zij afhankelijk is (Ja/Neen).
  • 3. 
    De registraties met betrekking tot een onderneming bevatten de volgende informatie:
  • a) 
    identificatienummer;
  • b) 
    identificatienummer(s) van de juridische eenheid (eenheden) die als juridische ondersteuning van de onderneming dient (dienen);
  • c) 
    viercijfercode (klasse) van NACE (Rev. 1) voor de economische activiteit van de onderneming; de indeling van een onderneming wordt bepaald door de klasse van NACE (Rev. 1) waartoe de hoofdactiviteit, of alle activiteiten, van deze onderneming behoort (behoren);
  • d) 
    eventuele nevenactiviteiten volgens de viercijfercode van NACE (Rev. 1) wanneer ze ten minste 10 % van alle activiteiten van de eenheid, uitgedrukt in bruto toegevoegde waarde tegen factorkosten, of 5 % of meer van de economische activiteit van deze aard in het land uitmaken; dit punt betreft alleen ondernemingen die bij een enquête zijn betrokken;
  • e) 
    omvang: berekend op basis van het aantal werkzame personen of, als dit niet kan, door indeling in een van de volgende grootteklassen op basis van het aantal werkzame personen: 0; 1; 2; 3-4; 5-9; 10-19; 20-49; 50-99; 100-149; 150-199; 200-249; 250-499; 500-999; 1 000; boven 1 000 het aantal duizendtallen;
  • f) 
    aanvangsdatum van de activiteiten van de onderneming;
  • g) 
    datum waarop de activiteiten van de onderneming definitief zijn beëindigd;
  • h) 
    nettobedrag van de omzet die het resultaat is van de verkoop van goederen en diensten (met uitzondering van de financiële instellingen) of, als dit niet kan, indeling in een van de volgende grootteklassen (in miljoen ecu): ]0,1]; ]1,2]; ]2,4]; ]4,5]; ]5,10]; ]10,20]; ]20,40]; ]40,50]; ]50,100]; ]100,200]; ]200,500]; ]500,1 000]; ]1 000,5 000]; 5 000 + (facultatief bij een omzet van niet meer dan 2 miljoen ecu);
  • i) 
    netto-activa (activa na afschrijvingen minus passiva - uitsluitend voor financiële instellingen) (facultatief).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.