Richtlijn 1994/74 - Wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, Richtlijn 92/81/EEG betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën en Richtlijn 92/82/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994L0074

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994L0074

Richtlijn 94/74/EG van de Raad van 22 december 1994 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, Richtlijn 92/81/EEG betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën en Richtlijn 92/82/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën

Publicatieblad Nr. L 365 van 31/12/1994 blz. 0046 - 0051

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 3 blz. 0003

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 3 blz. 0003

RICHTLIJN 94/74/EG VAN DE RAAD van 22 december 1994 tot wijziging van Richtlijn 92/12/EEG betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, Richtlijn 92/81/EEG betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën en Richtlijn 92/82/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de douaneregeling inzake uitvoer uitgesloten moet worden van de schorsingsregeling "accijnzen" teneinde in het kader van de regeling voor het verkeer van accijnsprodukten de aan het verkeer van de plaats van verzending van de produkten tot het douanekantoor van uitgang uit de Gemeenschap verbonden risico's te kunnen waarborgen;

Overwegende dat voor het geval de verzending van accijnsprodukten leidt tot een aangifte tot plaatsing onder een regeling intern douanevervoer of onder de regeling van de TIR- of ATA-Overeenkomst, bepaald dient te worden dat deze aangifte geldt als geleidedocument op het gebied van accijnzen;

Overwegende dat voor het verkeer van in een Lid-Staat tot verbruik uitgeslagen accijnsprodukten met een bestemming in deze zelfde Lid-Staat via het grondgebied van een andere Lid-Staat het vereenvoudigde geleidedocument moet worden gebruikt dat omschreven is in Verordening (EEG) nr. 3649/92 van de Commissie (4);

Overwegende dat op het geleidedocument alle verliezen moeten worden aangetekend die tijdens het intracommunautaire verkeer zijn opgetreden teneinde een juiste aanzuivering van dit document mogelijk te maken, en dat de regels voor en de inhoud van deze aantekeningen bepaald moeten worden;

Overwegende dat in plaats van de thans geldende zekerheden een facultatieve zekerheid dient te worden bepaald, die gesteld moet worden door de vervoerder of de eigenaar van produkten teneinde de aan het intracommunautaire verkeer verbonden risico's te beperken;

Overwegende dat eventueel een ontheffing van de zekerheidsstelling inzake het intracommunautaire verkeer van minerale oliën over zee of via leidingen verleend moet worden;

Overwegende dat het mogelijk moet worden gemaakt om via een wijziging op het administratief geleidedocument een nieuwe geadresseerde of een nieuwe plaats van levering aan te geven;

Overwegende dat de voorwaarden moeten worden vastgesteld die de verzender van minerale oliën moet naleven teneinde het invullen van het vak van het geleidedocument betreffende de geadresseerde, wanneer deze laatste bij het vertrek onbekend is, achterwege te kunnen laten;

Overwegende dat het mogelijk gemaakt moet worden aanvullende maatregelen vast te stellen op het gebied van steekproefcontroles teneinde de administratieve samenwerking tussen de Lid-Staten te verbeteren;

Overwegende dat bepaald dient te worden dat de gegevens vervat in de exemplaren van het geleidedocument die bestemd zijn voor de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van vertrek en de Lid-Staat van bestemming, eventueel verzonden kunnen worden door middel van systemen voor geautomatiseerde gegevensverwerking;

Overwegende dat verzending per fax van het terug te zenden exemplaar mogelijk gemaakt dient te worden teneinde de transactie sneller te kunnen afwikkelen;

Overwegende dat voor accijnsprodukten die regelmatig tussen in twee Lid-Staten gevestigde belastingentrepots worden vervoerd, de procedure van aanzuivering van het geleidedocument vereenvoudigd dient te worden;

Overwegende dat moet worden bepaald dat het gebruik van fiscale merktekens of nationale herkenningstekens geen afbreuk mag doen aan de voorschriften van de Lid-Staten met het oog op een juiste toepassing van de vigerende belastingregels en de voorkoming van belastingfraude, -ontduiking en -misbruik;

Overwegende dat bepaald dient te worden op welke voorwaarden aan de strijdkrachten en andere organisaties een vrijstelling op het gebied van accijnzen verleend kan worden;

Overwegende dat het voor de goede werking van de interne markt van belang is te bepalen welke produkten tot de categorie minerale oliën behoren;

Overwegende dat dient te worden bepaald welke tot de categorie minerale oliën behorende produkten aan het algemene stelsel inzake controle van de accijnzen onderworpen moeten worden;

Overwegende dat de teruggaaf mogelijk moet worden gemaakt van accijnzen die zijn voldaan over minerale oliën die verontreinigd of bij toeval vermengd zijn en die weer in een belastingentrepot worden aangeboden ter verwerking;

Overwegende dat een verplichte vrijstelling op communautair niveau dient te gelden voor minerale oliën die met het oog op chemische reductie ingespoten worden in hoogovens, teneinde concurrentiedistorsies te voorkomen die voortvloeien uit verschillen in de stelsels van belastingheffing tussen de Lid-Staten;

Overwegende dat uitdrukkelijk bepaald dient te worden dat de tot verbruik in een Lid-Staat uitgeslagen minerale oliën die zich bevinden in de reservoirs van motorvoertuigen en die bestemd zijn om als motorbrandstof door deze motorvoertuigen gebruikt te worden, van de accijns in een andere Lid-Staat vrijgesteld zijn teneinde het vrije verkeer van personen en goederen niet te belemmeren en dubbele belastingheffing te voorkomen;

Overwegende dat die GN-codes betreffende gelode en ongelode benzine aangepast moeten worden in verband met de wijzigingen die zijn aangebracht in de jongste versie van het Geïntegreerd Tarief van de Europese Gemeenschappen (1);

Overwegende ten slotte dat de in de stelsels van toepassing van de accijnzen aan te brengen aanpassingen waarop deze richtlijn betrekking heeft, en die tot doel hebben de goede werking van de interne markt te verzekeren, niet op bevredigende wijze door de Lid-Staten afzonderlijk kunnen worden gerealiseerd en derhalve een op communautair niveau vastgestelde onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de accijnzen vereisen;

Overwegende dat derhalve de Richtlijnen 92/12/EEG (2), 92/81/EEG (3) en 92/82/EEG (4) gewijzigd dienen te worden,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 92/12/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 2 wordt het eerste streepje vervangen door:

"- van herkomst uit of met als bestemming derde landen of de in artikel 2, leden 1, 2 en 3, bedoelde gebieden of de Kanaaleilanden, wanneer zij onder een van de douaneschorsingsregelingen worden geplaatst die zijn genoemd in artikel 84, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2913/92(*), dan wel in een vrije zone of in een vrij entrepot worden ondergebracht;

(*) PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1.";

  • b) 
    het tweede streepje van lid 2 wordt vervangen door:

"- wanneer zij via EVA-landen worden verzonden tussen de Lid-Staten dan wel tussen een Lid-Staat en een EVA-land, overeenkomstig de regeling voor intern communautair douanevervoer, of via een of meer niet tot de EVA behorende derde landen onder dekking van een carnet TIR of een carnet ATA.";

  • c) 
    in lid 2, tweede alinea, wordt de eerste zinsnede vervangen door:

"In de gevallen waarin het enig document wordt gebruikt:";

  • d) 
    het volgende lid wordt toegevoegd:

"3. De eventuele aanvullende aantekeningen die moeten voorkomen in de vervoersdocumenten of de handelsbescheiden die dienst doen als documenten voor douanevervoer, alsmede de wijzigingen die nodig zijn om de zuiveringsprocedure aan te passen wanneer de accijnsprodukten zich in het verkeer bevinden onder dekking van een vereenvoudigde procedure voor intern communautair douanevervoer, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 24.";

  • 2. 
    aan artikel 7 worden de volgende leden toegevoegd:

"7. Elk verkeer van de accijnsprodukten die reeds in een Lid-Staat tot verbruik zijn uitgeslagen, langs een passend traject via het grondgebied van een andere Lid-Staat naar een plaats van bestemming in dezelfde Lid-Staat, vindt plaats onder dekking van het in lid 4 bedoelde geleidedocument.

  • 8. 
    In de in lid 7 bedoelde gevallen:
  • a) 
    moet de verzender, voorafgaande aan de verzending van de goederen, aangifte doen bij de belastingautoriteiten van de plaats van vertrek die belast zijn met de controle op het gebied van de accijns;
  • b) 
    moet de geadresseerde de ontvangst van de goederen bevestigen volgens de voorschriften van de belastingautoriteiten van de plaats van bestemming die belast zijn met de controle op het gebied van de accijns;
  • c) 
    moeten de verzender en de geadresseerde elke controle toelaten waardoor hun eigen belastingautoriteiten zich kunnen vergewissen van de daadwerkelijke ontvangst van de goederen.
  • 9. 
    Worden accijnsprodukten veelvuldig en regelmatig onder de in lid 7 genoemde voorwaarden verzonden, dan kunnen de Lid-Staten via bilaterale overeenkomsten een van de leden 7 en 8 afwijkende vereenvoudigde procedure toestaan.";
  • 3. 
    in artikel 13 wordt punt a) vervangen door:

"a) zo nodig een zekerheid inzake produktie, verwerking en voorhanden hebben stellen, alsmede een zekerheid inzake verkeer, onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 15, lid 3, waarvan de voorwaarden worden vastgesteld door de belastingautoriteiten van de Lid-Staat waar het belastingentrepot is erkend;";

  • 4. 
    aan artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd:

"4. Van de tekorten als bedoeld in lid 3 en de verliezen die niet op grond van lid 1 zijn vrijgesteld, moet in ieder geval door de bevoegde autoriteiten aantekening worden gemaakt op het aan de verzender terug te zenden exemplaar van het in artikel 18, lid 1, bedoelde geleidedocument voor de schorsingsregeling.

Daarbij wordt als volgt gehandeld:

  • in het geval van tekorten of verliezen die zijn opgetreden tijdens intracommunautair vervoer van accijnsprodukten onder de schorsingsregeling maken de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat die deze tekorten of verliezen vaststellen, dienovereenkomstig aantekening op het terug te zenden exemplaar van het geleidedocument;
  • bij aankomst van de produkten in de Lid-Staat van bestemming geven de bevoegde autoriteiten aan of zij gedeeltelijke vrijstelling dan wel geen vrijstelling verlenen voor de vastgestelde tekorten of verliezen.

In deze gevallen vermelden zij de grondslag voor de berekening van de overeenkomstig het bepaalde in lid 3 te heffen accijnzen. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van bestemming moeten een afschrift van het terug te zenden exemplaar van het geleidedocument toezenden aan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat waar de verliezen zijn vastgesteld.";

  • 5. 
    artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    lid 1 wordt vervangen door:

"1. Onverminderd artikel 5, lid 2, artikel 16, artikel 19, lid 4, en artikel 23, lid 1 bis, moet het verkeer van accijnsprodukten dat onder de schorsingsregeling plaatsvindt, geschieden tussen belastingentrepots.

De eerste alinea is ook van toepassing op het intracommunautaire verkeer van niet tot verbruik uitgeslagen produkten waarvoor een accijnstarief nul geldt.";

  • b) 
    lid 3 wordt vervangen door:

"3. De aan het intracommunautaire verkeer verbonden risico's worden gedekt door de zekerheid die overeenkomstig artikel 13 is gesteld door de erkende entrepothouder van verzending of, in voorkomend geval, door een hoofdelijke zekerheid van verzender en vervoerder. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten kunnen de vervoerder of de eigenaar van de produkten toestaan een zekerheid te stellen in plaats van de door de erkende entrepothouder van verzending te stellen zekerheid. In voorkomend geval kunnen de Lid-Staten een zekerheid eisen van de geadresseerde.

Worden minerale oliën binnen de Gemeenschap vervoerd over zee of door pijpleidingen, dan kunnen de Lid-Staten de erkende entrepothouders van verzending ontheffen van de verplichting overeenkomstig de eerste alinea een zekerheid te stellen.

De nadere regels van deze zekerheid worden door de Lid-Staten vastgesteld. De zekerheid moet in de gehele Gemeenschap geldig zijn.";

  • c) 
    lid 5 wordt vervangen door:

"5. Een erkende entrepothouder van verzending of diens vertegenwoordiger kan de inhoud van de vakken 4, 7, 7 bis 13, 14 en/of 17 van het geleidedocument wijzigen om een andere geadresseerde, die een erkende entrepothouder of geregistreerd bedrijf moet zijn, of een andere plaats van levering aan te geven. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van de verzender moeten hiervan onmiddellijk in kennis gesteld worden en de nieuwe geadresseerde of nieuwe plaats van levering moet onmiddellijk worden vermeld op de achterzijde van het administratief geleidedocument.";

  • d) 
    het volgende lid wordt toegevoegd:

"6. Bij het intracommunautaire verkeer van minerale oliën over zee of over de binnenwateren is de erkende entrepothouder van verzending niet verplicht de vakken 4, 7, 7 bis, 13 en 17 van het geleidedocument betreffende de geadresseerde in te vullen indien deze laatste, bij de verzending van de produkten, niet definitief bekend is, mits:

  • de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van vertrek te voren de verzender toestaan deze vakken niet in te vullen;
  • deze autoriteiten van de naam en het adres van geadresseerde, zijn accijnsnummer en het land van bestemming in kennis worden gesteld zodra deze gegevens bekend zijn of uiterlijk wanneer de produkten op hun eindbestemming aankomen.";
  • 6. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 15 ter 1. Met betrekking tot de in artikel 19, lid 6, bedoelde steekproefcontroles kan de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat de bevoegde autoriteit van een andere Lid-Staat verzoeken om opgave van informatie ter aanvulling van de in artikel 15 bis genoemde gegevens. De bepalingen inzake gegevensbescherming van Richtlijn 77/799/EEG (*) zijn op deze uitwisseling van gegevens van toepassing.

  • 2. 
    Indien er overeenkomstig lid 1 gegevens worden uitgewisseld en de nationale wettelijke bepalingen in een Lid-Staat voorzien in het horen van de bij de gegevensuitwisseling betrokkenen, dan kunnen die wettelijke bepalingen verder toegepast worden.
  • 3. 
    De voor de uitvoering van de in lid 1 bedoelde steekproefcontroles vereiste uitwisseling van gegevens geschiedt door middel van een uniform controledocument. Vorm en inhoud van dat document worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 24.

(*) PB nr. L 336 van 27. 12. 1977, blz. 15.";

  • 7. 
    aan artikel 18 wordt een nieuw lid 6 toegevoegd:

"6. Het bepaalde in dit artikel is eveneens van toepassing op accijnsprodukten die onder de schorsingsregeling tussen twee in dezelfde Lid-Staat gelegen belastingentrepots worden vervoerd via het grondgebied van een andere Lid-Staat.";

  • 8. 
    artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 1 wordt na de tweede alinea de volgende alinea ingevoegd:

"De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten van vertrek en van bestemming kunnen bepalen dat de in het voor hen bestemde exemplaar vervatte gegevens verzonden worden door middel van systemen voor geautomatiseerde gegevensverwerking.";

  • b) 
    in lid 2 worden na de eerste alinea de volgende twee alinea's ingevoegd:

"Niettegenstaande voorgaande bepalingen kunnen de Lid-Staten van vertrek bepalen dat een afschrift van bovenbedoeld exemplaar onmiddellijk per fax aan de verzender wordt verzonden om een spoedige vrijgeving van de zekerheid mogelijk te maken. De verplichting tot terugzending van het origineel overeenkomstig lid 1 blijft daardoor onverlet.

Wanneer accijnsprodukten veelvuldig en regelmatig onder de schorsingsregeling in het verkeer zijn tussen twee Lid-Staten, kunnen de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten in onderlinge overeenstemming toestaan de procedure voor de zuivering van het geleidedocument te vereenvoudigen door middel van een beknopt certificaat of een geautomatiseerd attest.";

  • c) 
    lid 4 wordt vervangen door:

"4. De accijnsprodukten die door een erkend entrepothouder in een Lid-Staat worden verzonden voor uitvoer via een of meer andere Lid-Staten, mogen zich in het verkeer bevinden onder de schorsingsregeling als omschreven in artikel 4, onder c). Deze regeling wordt gezuiverd door de certificering door het douanekantoor van uitgang uit de Gemeenschap dat de produkten daadwerkelijk de Gemeenschap hebben verlaten. Dit douanekantoor moet aan de afzender het voor hem bestemde geleidedocument terugsturen.";

  • 9. 
    artikel 21, lid 2, tweede alinea, wordt vervangen door:

"Onverminderd de bepalingen die zij vaststellen met het oog op een correcte toepassing van de bepalingen van dit artikel en ter voorkoming van fraude, ontduiking en misbruik, zorgen de Lid-Staten ervoor dat de merktekens geen belemmeringen voor het vrije verkeer van accijnsprodukten doen ontstaan.";

  • 10. 
    in artikel 23 wordt het volgende lid ingevoegd:

"1 bis. De in lid 1 bedoelde strijdkrachten en organisaties zijn gemachtigd produkten onder schorsing van accijnzen te ontvangen uit andere Lid-Staten onder dekking van het in artikel 18 van deze richtlijn bedoelde geleidedocument, mits dit document vergezeld gaat van een certificaat van vrijstelling. Vorm en inhoud van het certificaat van vrijstelling worden volgens de procedure van artikel 24 vastgesteld.";

  • 11. 
    artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    lid 2 wordt vervangen door:

"2. De maatregelen die nodig zijn voor de toepassing van de artikelen 5, 7, 15 ter, 18, 19 en 23 worden volgens de procedure van de leden 3 en 4 vastgesteld.";

  • b) 
    lid 5 wordt vervangen door:

"5. Naast de in lid 2 genoemde maatregelen bestudeert het Comité de kwesties die door de voorzitter worden voorgelegd op dienst eigen initiatief of op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, en die betrekking hebben op de toepassing van de communautaire bepalingen inzake accijnzen.".

Artikel 2

Richtlijn 92/81/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    lid 1 wordt vervangen door:

"1. In deze richtlijn wordt onder "minerale oliën" verstaan:

  • a) 
    de produkten van GN-code 2706;
  • b) 
    de produkten van de GN-codes 2707 10, 2707 20, 2707 30, 2707 50, 2707 91 00, 2707 99 11 en 2707 99 19;
  • c) 
    de produkten van GN-code 2709;
  • d) 
    de produkten van GN-code 2710;
  • e) 
    de produkten van GN-code 2711, chemisch zuiver methaan en propaan daaronder begrepen, maar met uitzondering van aardgas;
  • f) 
    de produkten van de GN-codes 2712 10, 2712 20 00, 2712 90 31, 2712 90 33, 2712 90 39 en 2712 90 90;
  • g) 
    de produkten van GN-code 2715;
  • h) 
    de produkten van GN-code 2901;
  • i) 
    de produkten van de GN-codes 2902 11 00, 2902 19 90, 2902 20, 2902 30, 2902 41 00, 2902 42 00, 2902 43 00 en 2902 44;
  • j) 
    de produkten van de GN-codes 3403 11 00 en 3403 19;
  • k) 
    de produkten van GN-code 3811;
  • l) 
    de produkten van GN-code 3817.";
  • b) 
    lid 4 wordt vervangen door:

"4. De in deze richtlijn vervatte verwijzingen naar GN-codes zijn verwijzingen naar de versie van de gecombineerde nomenclatuur die van kracht is op 1 oktober 1994.";

  • 2. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 2 bis 1. Alleen de onderstaande minerale oliën zijn onderworpen aan controle en aan de voorschriften inzake verkeer van Richtlijn 92/12/EEG:

  • a) 
    de produkten van de GN-codes 2707 10, 2707 20, 2707 30 en 2707 50;
  • b) 
    de produkten van de GN-codes 2710 00 11 tot en met 2710 00 78; de produkten van de GN-codes 2710 00 21, 2710 00 25 en 2710 00 59 evenwel alleen indien zij in bulk vervoerd worden;
  • c) 
    de produkten van GN-code 2711 (met uitzondering van de produkten van de GN-codes 2711 11 00 en 2711 21 00);
  • d) 
    de produkten van GN-code 2901 10;
  • e) 
    de produkten van de GN-codes 2902 20, 2902 30, 2902 41 00, 2902 42 00, 2902 43 00 en 2902 44.
  • 2. 
    Wanneer een Lid-Staat constateert dat andere dan de in lid 1 genoemde minerale oliën als verwarmings- of motorbrandstof worden gebruikt of met het oog op een dergelijk gebruik voor verkoop worden aangeboden, aldus aanleiding gevend tot ontduiking of misbruik, stelt hij de Commissie daarvan onverwijld in kennis. De Commissie doet de mededeling binnen een maand na ontvangst aan de andere Lid-Staten toekomen. Het besluit of de desbetreffende produkten aan controle en de procedure inzake verkeer overeenkomstig Richtlijn 92/12/EEG moeten worden onderworpen, wordt genomen volgens de procedure van artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG.
  • 3. 
    De Lid-Staten kunnen alle of bepaalde bovenstaande produkten, voor zover zij niet onder artikel 2 van Richtlijn 92/82/EEG vallen, bij bilaterale overeenkomst geheel of gedeeltelijk van de controlemaatregelen van Richtlijn 92/12/EEG vrijstellen. Deze overeenkomsten hebben geen gevolgen voor de Lid-Staten die er geen partij bij zijn. Alle bilaterale overeenkomsten moeten worden meegedeeld aan de Commissie, die de overige Lid-Staten daarvan in kennis stelt.";
  • 3. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 7 bis Voor verontreinigde of bij toeval vermengde minerale oliën die ter verwerking in een belastingentrepot worden aangeboden, kunnen de Lid-Staten reeds voldane accijnzen teruggeven.";

  • 4. 
    artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

"d) minerale oliën die in hoogovens met het oog op chemische reductie worden ingespoten als toevoeging aan de steenkool, die wordt gebruikt als voornaamste brandstof.";

  • b) 
    in lid 2 wordt de eerste zin vervangen door:

"2. Onverminderd andere communautaire bepalingen mogen de Lid-Staten geheel of gedeeltelijk vrijstelling of verlaging verlenen van de accijns op minerale oliën of op andere produkten die onder belastingcontrole worden gebruikt.";

  • 5. 
    het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 8 bis 1. De in een Lid-Staat tot verbruik uitgeslagen minerale oliën die zich bevinden in de normale reservoirs van bedrijfsmotorvoertuigen en bestemd zijn als brandstof voor deze voertuigen alsmede die in containers voor speciale doeleinden, welke bestemd zijn voor de werking tijdens het vervoer van specifieke systemen die tot de uitrusting van deze containers behoren, worden niet in een andere Lid-Staat met accijns belast.

  • 2. 
    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

"normale reservoirs":

  • de door de fabrikant blijvend in of aan alle voertuigen van hetzelfde type als het betrokken voertuig aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt, zowel voor de voortbeweging van het voertuig als, in voorkomend geval, de werking van koelsystemen en andere systemen tijdens het vervoer.

Als normale reservoirs gelden ook gasreservoirs die zijn aangepast voor gebruik in voertuigen en die het rechtstreeks verbruik van gas als brandstof mogelijk maken, alsmede de reservoirs die zijn aangesloten op andere systemen waarmee die voertuigen eventueel zijn uitgerust;

  • de door de fabrikant blijvend in of aan alle containers van hetzelfde type als de betrokken container aangebrachte reservoirs, waarvan de blijvende inrichting het rechtstreeks verbruik van brandstof mogelijk maakt voor de werking, tijdens het vervoer, van koelsystemen en andere systemen waarmee containers voor speciale doeleinden zijn uitgerust;

"containers voor speciale doeleinden": alle containers die zijn uitgerust met aangepaste koelsystemen, systemen voor zuurstoftoevoer, thermische isolatiesystemen of andere systemen.".

Artikel 3

Artikel 2 van Richtlijn 92/82/EEG wordt vervangen door:

"Artikel 2 1. De minerale oliën die onder deze richtlijn vallen, zijn:

  • gelode benzine van de GN-codes 2710 00 26, 2710 00 34 en 2710 00 36;
  • ongelode benzine van de GN-codes 2710 00 27, 2710 00 29 en 2710 00 32;
  • gasolie van GN-code 2710 00 69;
  • zware stookolie van de GN-codes 2710 00 74 tot en met 2710 00 78;
  • vloeibaar petroleumgas van de GN-codes 2711 12 11 tot en met 2711 19 00;
  • methaan van GN-code 2711 29 00;
  • kerosine van de GN-codes 2710 00 51 en 2710 00 55.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde codes van de gecombineerde nomenclatuur zijn die codes van de gecombineerde nomenclatuur die van kracht zijn op 1 oktober 1994.".

Artikel 4

  • 1. 
    De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1995 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

  • 2. 
    De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 22 december 1994.

Voor de Raad De Voorzitter H. SEEHOFER

  • (1) 
    PB nr. C 215 van 5. 8. 1994, blz. 19.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 16 december 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (3) 
    Advies uitgebracht op 20 oktober 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).
  • (4) 
    PB nr. L 369 van 18. 12. 1992, blz. 17.
  • (1) 
    PB nr. C 143 A van 24. 5. 1993, blz. 560.
  • (2) 
    PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/108/EEG (PB nr. L 390 van 31. 12. 1992, blz. 124).
  • (3) 
    PB nr. L 316 van 31. 10. 1992, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/108/EEG (PB nr. L 390 van 31. 12. 1992, blz. 124).
  • (4) 
    PB nr. L 316 van 31. 10. 1992, blz. 19.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.