Verordening 1995/3095 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale- zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de EG verplaatsen, van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, van Verordening (EEG) nr. 1247/92 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van Verordening (EEG) nr. 1945/93 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1247/92 - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EG) nr. 3095/95 van de Raad van 22 december 1995 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale- zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, van Verordening (EEG) nr. 1247/92 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van Verordening (EEG) nr. 1945/93 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1247/92
Publicatieblad Nr. L 335 van 30/12/1995 blz. 0001 - 0009
VERORDENING (EG) Nr. 3095/95 VAN DE RAAD
van 22 december 1995
tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, van Verordening (EEG) nr. 574/72 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, van Verordening (EEG) nr. 1247/92 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en van Verordening (EEG) nr. 1945/93 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1247/92
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 51 en 235,
Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
-
(1)Overwegende dat het noodzakelijk is een aantal wijzigingen aan te brengen in de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 (4) en (EEG) nr. 574/72 (5); dat sommige van deze wijzigingen verband houden met veranderingen die de Lid-Staten in hun wetgeving betreffende de sociale zekerheid hebben aangebracht, en dat andere wijzigingen van technische aard zijn en beogen genoemde verordeningen te vervolmaken;
-
(2)Overwegende dat het, teneinde tijdelijk verblijf en de toegang tot de verzorging met toestemming van het bevoegde orgaan op het grondgebied van de Unie te vergemakkelijken, noodzakelijk is de in artikel 22, lid 1, letters a) en c), bedoelde prestaties uit te breiden tot alle onderdanen van de Lid-Staten die ingevolge de wettelijke regeling van een Lid-Staat verzekerd zijn, en tot hun met hen samenwonende gezinsleden, ook indien zij niet de hoedanigheid van werknemer of zelfstandige hebben;
-
(3)Overwegende dat de volledig werkloze werknemer, bedoeld in artikel 71, lid 1, letter a), onder ii), of letter b), onder ii), recht heeft op de prestaties bij ziekte en moederschap, alsmede op de gezinsbijslagen die worden verstrekt door het bevoegde orgaan van de Lid-Staat waar hij woont, alsmede op het in aanmerking nemen van de tijdvakken waarin wegens volledige werkloosheid uitkeringen zijn verleend, voor de toekenning van uitkeringen bij invaliditeit en ouderdom door genoemd orgaan overeenkomstig de door dit orgaan toegepaste wetgeving (artikel 25, lid 2, artikel 39, lid 6, artikel 45, lid 6, en artikel 72 bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71); dat het logisch is dat deze Lid-Staat in voorkomend geval de bijdragen voor die prestaties kan inhouden en dat het bijgevolg passend is bepalingen op te nemen die die Lid-Staat in staat stellen deze inhoudingen toe te passen indien zijn eigen wetgeving daarin voorziet;
-
(4)Overwegende dat de gezinnen hun aanspraken op gezinsbijslagen niet mogen verliezen als gevolg van korte verjaringstermijnen en dat daartoe artikel 86 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 dient te worden gewijzigd;
-
(5)Overwegende dat het doeltreffender is alle overgangsbepalingen inzake bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties onder te brengen in een nieuw artikel 95 ter van Verordening (EEG) nr. 1408/71;
-
(6)Overwegende dat er bepaalde wijzigingen in de rubrieken G "IERLAND" en O "VERENIGD KONINKRIJK" van bijlage I, deel II, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 moeten worden aangebracht om rekening te houden met de interpretatie die door de Ierse en Britse autoriteiten aan het begrip "gezinslid" wordt gegeven;
-
(7)Overwegende dat in rubriek B "DENEMARKEN" van bijlage II bis van Verordening (EEG) nr. 1408/71 voortaan melding moet worden gemaakt van de vaste revalidatie-uitkering, die beschouwd moet worden als een niet exporteerbare, bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie;
-
(8)Overwegende dat in rubriek I "LUXEMBURG" van bijlage II bis niet langer melding moet worden gemaakt van de uitkering ter compensatie van de gestegen kosten van levensonderhoud, aangezien die uit de Luxemburgse wetgeving is geschrapt;
-
(9)Overwegende dat als gevolg van een overeenkomst tussen de Griekse en Duitse autoriteiten een aanvulling van bijlage III, deel B, punt 30, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 noodzakelijk is;
-
(10)Overwegende dat het noodzakelijk is gebleken rubriek F "GRIEKENLAND" van bijlage VI van Verordening (EEG) nr. 1408/71 aan te passen als gevolg van de herstructurering van de sociale verzekering en als gevolg van verschillende wijzigingen in de Griekse wettelijke regelingen;
-
(11)Overwegende dat een wijziging van artikel 17, lid 2, en van artikel 30, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 574/72 noodzakelijk is om een reeds voor de Franse organen geldende bijzondere bepaling tot de Duitse, de Italiaanse en de Portugese organen uit te breiden in verband met de mogelijkheid van een frequenter verkeer van verzekerden tussen de verschillende bevoegde organen;
-
(12)Overwegende dat het noodzakelijk is artikel 95 van Verordening (EEG) nr. 574/72 te wijzigen om het verschil tussen het te vergoeden forfaitaire bedrag en de werkelijke uitgaven van de organen van de Lid-Staten enigszins te verkleinen; dat voorzien moet worden in een overgangsperiode voor de betrekkingen met de Franse Republiek, gezien de administratieve problemen die dat land zou kunnen ondervinden;
-
(13)Overwegende dat het noodzakelijk is de tekst van artikel 107, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 574/72 te wijzigen om rekening te houden met de wijzigingen die bij de Verordeningen (EEG) nr. 2195/91 (1), (EEG) nr. 1248/92 (2) en (EEG) nr. 1249/92 (3) zijn aangebracht;
-
(14)Overwegende dat het noodzakelijk is rubriek B "DENEMARKEN" van de bijlagen 2, 3, 4 en 10 van Verordening (EEG) nr. 574/72 aan te passen aan de veranderingen die hebben plaatsgevonden op het vlak van de overheidsdiensten in Denemarken;
-
(15)Overwegende dat de punten 13 "DENEMARKEN SPANJE" en 15 "DENEMARKEN GRIEKENLAND" van bijlage 5 van Verordening (EEG) nr. 574/72 dienen te worden aangepast aan de nieuwe overeenkomsten tussen deze Lid-Staten;
-
(16)Overwegende dat bijlage 5 eveneens moet worden gewijzigd als gevolg van overeenkomsten die tussen Griekenland en Nederland en tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn gesloten op grond van artikel 36, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71;
-
(17)Overwegende dat het noodzakelijk is rubriek A "BELGIË" van bijlage 10 van Verordening (EEG) nr. 574/72 aan te passen om daarin het bevoegde orgaan, zoals bedoeld in artikel 10 ter van die verordening, te vermelden;
-
(18)Overwegende dat, als gevolg van een administratieve reorganisatie van de ziekteverzekering te Luxemburg, de vermeldingen onder rubriek I "LUXEMBURG" in de bijlagen 2, 3, 4, 9 en 10 van Verordening (EEG) nr. 574/72 dienen te worden gewijzigd;
-
(19)Overwegende dat, als gevolg van een wijziging in de benaming van de Nederlandse Raden van Arbeid rubriek J "NEDERLAND" in de bijlagen 2, 3 en 4 van Verordening (EEG) nr. 574/72 dient te worden gewijzigd;
-
(20)Overwegende dat artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1247/92 en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1945/93 dienen te worden geschrapt, omdat de inhoud van deze artikelen opgenomen is in Verordening (EEG) nr. 1408/71 zelf; dat punt 10 van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1945/93, waarin verwezen wordt naar de geschrapte bepalingen, derhalve moet worden geschrapt,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EEG) nr. 1408/71 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.na artikel 22 wordt onderstaand artikel ingelast:
"Artikel 22 bis
Bepaalde categorieën personen - Bijzondere regels
Niettegenstaande artikel 2 van deze verordening is artikel 22, lid 1, letters a) en c), eveneens van toepassing op personen die onderdanen zijn van een van de Lid-Staten, ongeacht hun nationaliteit, die ingevolge de wettelijke regeling van een Lid-Staat verzekerd zijn en op hun met hen samenwonende gezinsleden.";
-
2.na artikel 25 wordt het volgende artikel toegevoegd:
"Artikel 25 bis
Bijdragen of premies ten laste van volledig werkloze werknemers
Het orgaan van een Lid-Staat dat verstrekkingen of uitkeringen verschuldigd is aan de in artikel 25, lid 2, bedoelde werklozen en dat een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de prestaties bij ziekte en moederschap te dekken, is gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.";
-
3.in artikel 39, lid 6, wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:
"Indien dit orgaan een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de prestaties bij invaliditeit te dekken, is het genoemde orgaan gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.";
-
4.in artikel 45, lid 6, wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:
"Indien dit orgaan een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de pensioenen bij ouderdom en overlijden te dekken, is het genoemde orgaan gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.";
-
5.artikel 72 bis wordt aangevuld met de volgende alinea:
"Indien dit orgaan een wettelijke regeling toepast waarin is bepaald dat voor rekening van een werkloze bijdragen of premies worden ingehouden om de kosten van de gezinsbijslagen te dekken, is het genoemde orgaan gemachtigd deze inhoudingen te verrichten in overeenstemming met de bepalingen van zijn wettelijke regeling.";
-
6.in artikel 86 wordt de bestaande tekst lid 1 en wordt het volgende lid toegevoegd:
"2. Indien een daartoe op grond van de wetgeving van een Lid-Staat gerechtigde een verzoek om gezinsbijslagen heeft ingediend in die Lid-Staat terwijl die niet de bij voorrang bevoegde Lid-Staat is, wordt het tijdstip van deze eerste aanvraag beschouwd als de datum van indiening bij de bevoegde autoriteit, het bevoegde orgaan of de bevoegde rechterlijke instantie, op voorwaarde dat in de bij voorrang bevoegde Staat een nieuwe aanvraag wordt ingediend door een daartoe op grond van de wetgeving van die Staat gerechtigde. Deze tweede aanvraag moet worden ingediend binnen een termijn van één jaar na kennisgeving van de afwijzing van de eerste aanvraag of van het staken van de uitkeringen in de eerste Lid-Staat.";
-
7.na artikel 95 bis wordt het volgende artikel toegevoegd:
"Artikel 95 ter
Overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1247/92
-
1.Verordening (EEG) nr. 1247/92 opent geen rechten ten aanzien van tijdvakken vóór 1 juni 1992.
-
2.De tijdvakken van wonen of van beroepswerkzaamheden als werknemer of zelfstandige die vóór 1 juni 1992 op het grondgebied van een Lid-Staat zijn vervuld, worden in aanmerking genomen voor de vaststelling van de aanspraken overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1247/92.
-
3.Behoudens het bepaalde in lid 1, ontstaan er krachtens Verordening (EEG) nr. 1247/92 ook dan rechten, wanneer zij in verband staan met een gebeurtenis welke vóór 1 juni 1992 heeft plaatsgevonden.
-
4.Alle bijzondere, niet op premies of bijdragen berustende prestaties die op grond van de nationaliteit van de belanghebbende geweigerd dan wel geschorst zijn, worden op diens verzoek met ingang van 1 juni 1992 toegekend of hervat, mits de vroegere rechten niet in de vorm van een afkoopsom zijn vereffend.
-
5.De rechten van personen wier pensioen vóór 1 juni 1992 is vastgesteld, kunnen op hun verzoek worden herzien om rekening te houden met Verordening (EEG) nr. 1247/92.
-
6.Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek wordt ingediend binnen twee jaar te rekenen vanaf 1 juni 1992, worden de uit Verordening (EEG) nr. 1247/92 voortvloeiende rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat met betrekking tot het verval of de verjaring van de rechten aan de betrokkene kunnen worden tegengeworpen.
-
7.Indien het in lid 4 of lid 5 bedoelde verzoek na afloop van twee jaar te rekenen vanaf 1 juni 1992 wordt ingediend, worden de rechten die niet vervallen of verjaard zijn, verkregen met ingang van de datum waarop het verzoek is ingediend, tenzij er gunstiger bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat van toepassing zijn.
-
8.De toepassing van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1247/92 mag niet leiden tot de intrekking van prestaties die vóór 1 juni 1992 door de bevoegde organen van de Lid-Staten werden toegekend uit hoofde van titel III van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en waarop artikel 10 van laatstgenoemde verordening van toepassing is.
-
9.De toepassing van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1247/92 mag niet leiden tot afwijzing van de aanvraag voor een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie ter aanvulling van een pensioen, die is ingediend door een belanghebbende die vóór 1 juni 1992 voldeed aan de voorwaarden voor verlening van deze prestatie, ook al heeft de betrokkene zijn woonplaats op het grondgebied van een andere dan de bevoegde Lid-Staat, op voorwaarde dat de aanvraag voor die prestatie wordt ingediend binnen vijf jaar te rekenen vanaf 1 juni 1992.
-
10.Onverminderd het bepaalde in lid 1 wordt een bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie ter aanvulling van een pensioen, die is geweigerd dan wel is geschorst op grond van de omstandigheid dat de belanghebbende zijn woonplaats heeft op het grondgebied van een andere dan de bevoegde Lid-Staat, op verzoek van de belanghebbende vanaf 1 juni 1992 toegekend of hervat, in het eerste geval vanaf de datum waarop de prestatie diende te worden toegekend, en in het tweede geval vanaf de datum van de schorsing van de prestatie.
-
11.Indien de bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 voor een zelfde tijdvak en voor dezelfde persoon kunnen worden toegekend uit hoofde van artikel 10 bis van die verordening door het bevoegde orgaan van de Lid-Staat waar de betrokkene woont, en uit hoofde van de leden 1 tot en met 10 van dit artikel door het bevoegde orgaan van een andere Lid-Staat, mag het bedrag dat wordt verkregen door cumulatie van deze prestaties niet hoger zijn dan het bedrag van de hoogste bijzondere prestatie waarop de betrokkene recht zou hebben uit hoofde van één van deze wettelijke regelingen.
-
12.De toepassingsbepalingen van lid 11, inzonderheid wat betreft de bepalingen inzake vermindering, schorsing of intrekking die zijn opgenomen in de wetgeving van een of meer Lid-Staten en de toekenning van aanvullingen ten belope van het verschilbedrag, worden vastgesteld bij besluit van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers en, in voorkomend geval, in onderling overleg tussen de betrokken Lid-Staten of hun bevoegde autoriteiten.";
-
8.in bijlage I, deel II, wordt rubriek G "IERLAND" vervangen door de volgende tekst:
"G. IERLAND
Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen bij ziekte en moederschap op grond van de verordening, wordt onder "gezinslid" verstaan een ieder die voor de toepassing van de wetten op de volksgezondheid (Health Acts van 1947 tot en met 1970) wordt aangemerkt als persoon ten laste van de werknemer of de zelfstandige.";
-
9.in bijlage I, deel II, wordt rubriek O "VERENIGD KONINKRIJK" vervangen door de volgende tekst:
"O. VERENIGD KONINKRIJK
Voor de vaststelling van het recht op verstrekkingen wordt onder "gezinslid" verstaan:
-
1.in de zin van de wettelijke regelingen van Groot-Brittannië en van Noord-Ierland:
-
1.de echtgeno(o)t(e), op voorwaarde dat
-
a)deze, ongeacht of het een werknemer of zelfstandige dan wel een andere rechthebbende in de zin van deze verordening betreft,
-
i)met zijn/haar echtgeno(o)t(e) samenwoont of
-
ii)bijdraagt in het levensonderhoud van laatstgenoemde,
en
-
b)de echtgeno(o)t(e)
-
i)geen inkomen heeft als werknemer, zelfstandige of rechthebbende in de zin van deze verordening, noch
-
ii)prestaties van de sociale zekerheid of een pensioen uit hoofde van zijn/haar eigen verzekering geniet;
-
2.een persoon die een kind verzorgt, op voorwaarde dat
-
a)de werknemer, de zelfstandige of een andere rechthebbende in de zin van deze verordening
-
i)met die persoon als man of vrouw samenleeft, of
-
ii)bijdraagt in het onderhoud van die persoon,
en
-
b)de betrokken persoon
-
i)geen inkomen heeft als werknemer, zelfstandige of rechthebbende in de zin van de verordening, noch
-
ii)prestaties van de sociale zekerheid of een pensioen uit hoofde van zijn/haar verzekering geniet;
-
3.een kind waarvoor de persoon, de werknemer, de zelfstandige of andere rechthebbende in de zin van deze verordening kinderbijslag ontvangt of zou kunnen ontvangen;
-
2.in de zin van de wettelijke regeling van Gibraltar:
iedere persoon die ingevolge de Group Practice Scheme Ordinance van 1973 als gezinslid wordt beschouwd.";
-
10.bijlage II bis wordt als volgt gewijzigd:
-
a)rubriek B "DENEMARKEN" wordt vervangen door de volgende tekst:
"B. DENEMARKEN
De vaste revalidatie-uitkering uit hoofde van de wet op de sociale bijstand voor het levensonderhoud van revaliderenden.";
-
b)in rubriek I "LUXEMBURG" wordt letter a) geschrapt en worden de letters b) en c) respectievelijk a) en b);
-
11.in bijlage III, deel A, wordt rubriek 30 "DUITSLAND - GRIEKENLAND" aangevuld door de volgende tekst:
"c) Protocol van 7 oktober 1991 juncto de Overeenkomst van 6 juli 1984 tussen de Regering van de Duitse Democratische Republiek en de Helleense Republiek over de regeling van bepaalde pensioenkwesties.";
-
12.in bijlage III, deel B, wordt rubriek 30 "DUITSLAND - GRIEKENLAND" aangevuld door de volgende tekst:
"30. DUITSLAND - GRIEKENLAND
Protocol van 7 oktober 1991 juncto de Overeenkomst van 6 juli 1984 tussen de Regering van de Duitse Democratische Republiek en de Helleense Republiek over de regeling van bepaalde pensioenkwesties.";
-
13.bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in rubriek C "DUITSLAND" wordt punt 2, letter c), vervangen door de volgende tekst:
"c) Voor de berekening van de Duitse tijdvakken die meetellen voor het mijnwerkerspensioen, is alleen de Duitse wetgeving van toepassing.";
-
b)in rubriek F "GRIEKENLAND" wordt punt 1 geschrapt en worden de volgende twee punten toegevoegd:
"5. Wanneer de regels van de Griekse aanvullende pensioenfondsen ("aaðéêïõñéêUE ôáìaassá") de mogelijkheid bieden om de bij de Griekse hoofdverzekeringsorganen ("êýñéáò áóoeUEëéóçò") vervulde tijdvakken van verplichte ouderdomsverzekering te erkennen, worden deze regels ook toegepast ten aanzien van de tijdvakken van verplichte ouderdomsverzekering die vervuld zijn uit hoofde van de wettelijke regeling die in een andere Lid-Staat van toepassing is en die valt onder de materiële werkingssfeer van de verordening.
-
6.Werknemers die tot 31 december 1992 onderworpen waren aan een verplichte verzekering van een andere Lid-Staat en die voor de eerste maal na 1 januari 1993 onder de Griekse verplichte verzekering (hoofdverzekering) vielen, worden als "oude verzekerden" beschouwd in de zin van de bepalingen van wet nr. 2084/92.".
Artikel 2
Verordening (EEG) nr. 574/72 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.artikel 17, lid 2, tweede zin, en artikel 30, lid 1, laatste zin, worden vervangen door de volgende tekst:
"Wanneer genoemde verklaring evenwel door een Duits, Frans, Italiaans of Portugees orgaan wordt afgegeven, is zij slechts geldig gedurende één jaar na de datum van afgifte en moet zij jaarlijks worden vernieuwd.";
2.artikel 95 wordt vervangen door de volgende tekst:
"Artikel 95
Vergoeding van de verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering, die zijn verleend aan pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden die hun woonplaats niet hebben in een Lid-Staat krachtens de wettelijke regeling waarvan zij een pensioen of rente genieten en recht op prestaties hebben
-
1.Het bedrag van de krachtens de artikelen 28, lid 1, en 28 bis van de verordening verleende verstrekkingen wordt door de gevoegde organen vergoed aan de organen die genoemde verstrekkingen hebben verleend, op basis van een vast bedrag dat het bedrag van de werkelijke uitgaven zo dicht mogelijk benadert.
-
2.Het vaste bedrag wordt verkregen door de gemiddelde jaarlijkse kosten per persoon te vermenigvuldigen met het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden waarmede rekening moet worden gehouden en de uitkomst daarvan met 20 % te verminderen.
-
3.De benodigde factoren voor de berekening van het vaste bedrag worden volgens de volgende regels vastgesteld:
-
a)de gemiddelde jaarlijkse kosten per persoon worden voor elke Lid-Staat vastgesteld door de jaarlijkse uitgaven voor het totaal van de verstrekkingen die door de organen van die Lid-Staat zijn verleend aan de gezamenlijke rechthebbenden op pensioen of rente - verschuldigd krachtens de wetgeving van die Lid-Staat in de in aanmerking te nemen stelsels van sociale zekerheid - alsmede aan hun gezinsleden, te delen door het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden; de hiertoe in aanmerking te nemen stelsels van sociale zekerheid zijn in bijlage 9 vermeld;
-
b)Het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden waarmede rekening moet worden gehouden, is in de betrekkingen tussen de organen van twee Lid-Staten gelijk aan het gemiddelde jaarlijkse aantal pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden bedoeld in artikel 28, lid 2, van de verordening, die op het grondgebied van een der twee Lid-Staten wonen en recht hebben op verstrekkingen ten laste van een orgaan van de andere Lid-Staat.
-
4.Het aantal pensioen- of rentetrekkers en hun gezinsleden waarmede ingevolge lid 3, letter b), rekening moet worden gehouden, wordt vastgesteld aan de hand van een inventaris welke te dien einde wordt bijgehouden door het orgaan van de woonplaats, zulks op basis van bewijsstukken inzake de rechten van de belanghebbenden, welke door het bevoegde orgaan worden verstrekt. In geval van geschillen worden de opmerkingen van de betrokken organen voorgelegd aan de Rekencommissie bedoeld in artikel 101, lid 3, van de toepassingsverordening.
-
5.De Administratieve Commissie bepaalt volgens welke methoden en op welke wijze de in de leden 3 en 4 bedoelde factoren voor de berekening worden vastgesteld.
-
6.Twee of meer Lid-Staten of de bevoegde autoriteiten van deze Lid-Staten kunnen, na advies van de Administratieve Commissie, overeenkomen de te vergoeden bedragen op een andere wijze te begroten.";
-
3.in artikel 107 wordt lid 1 vervangen door de volgende tekst:
"1. Voor de toepassing van de volgende bepalingen:
-
a)verordening: artikel 12, leden 2, 3 en 4, artikel 14 quinquies, lid 1, artikel 19, lid 1, letter b), laatste zin, artikel 22, lid 1, onder ii), laatste zin, artikel 25, lid 1, letter b), voorlaatste zin, artikel 41, lid 1, letters c) en d), artikel 46, lid 4, artikel 46 bis, lid 3, artikel 50, artikel 52, letter b), laatste zin, artikel 55, lid 1, onder ii), laatste zin, artikel 70, lid 1, eerste alinea, artikel 71, lid 1, letter a), onder ii), en letter b), onder ii), voorlaatste zin,
-
b)toepassingsverordening: artikel 34, leden 1, 4 en 5,
is de koers voor de omrekening in een nationale munteenheid van bedragen die in een andere nationale munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die voor de toepassing van het Europees Monetair Stelsel ter kennis van de Commissie zijn gebracht.";
-
4.bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in rubriek B "DENEMARKEN" wordt de tekst in de rechterkolom van de punten 2, letter a), en 3, letter a), vervangen door de volgende tekst:
"Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat sociale zekerheid en bijstand), Koebenhavn.";
-
b)rubriek I "LUXEMBURG" wordt als volgt gewijzigd:
-
i)punt 1 wordt vervangen door de volgende tekst:
"1. Ziekte en moederschap
-
a)Verstrekkingen:
Bevoegd ziekenfonds en/of verbond van ziekenfondsen.
-
b)Uitkeringen:
Bevoegd ziekenfonds.";
-
ii)punt 6 wordt vervangen door de volgende tekst:
"6. Uitkeringen bij overlijden
Voor de toepassing van artikel 66 van de verordening:
Union des caisses de maladie (verbond van ziekenfondsen), Luxembourg.";
-
c)in rubriek J "NEDERLAND" worden de woorden "Raad van Arbeid" in punt 5, letters a) en b), vervangen door "Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank";
-
5.bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in rubriek B "DENEMARKEN" wordt de tekst in de rechterkolom van punt 1, letter b) en letter c), onder i), vervangen door de volgende tekst:
"Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), Koebenhavn.";
-
b)in rubriek I "LUXEMBURG" wordt de tekst in de rechterkolom van punt 1 vervangen door de volgende tekst:
"Caisse de maladie des ouvriers et/ou union des caisses de maladie (ziekenfonds voor arbeiders en/of verbond van ziekenfondsen).
Het volgens de Luxemburgse wetgeving voor het Luxemburgse gedeelte van het pensioen bevoegde ziekenfonds en/of verbond van ziekenfondsen.";
-
c)rubriek J "NEDERLAND" wordt als volgt gewijzigd:
-
i)de tekst in de rechterkolom van punt 3, letter c), wordt vervangen door de volgende tekst:
"Bureau voor Duitse Zaken, Nijmegen.";
-
ii)de woorden "Raad van Arbeid" in de rechterkolom van punt 5 worden vervangen door de woorden "Districtskantoor van de Sociale Verzekeringsbank.";
-
6.bijlage 4 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in rubriek B "DENEMARKEN" wordt de tekst in de rechterkolom van de punten 1, 2, 3 en 5 vervangen door de volgende tekst:
"Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat sociale zekerheid en bijstand), Koebenhavn.";
-
b)rubriek I "LUXEMBURG" wordt als volgt gewijzigd:
-
i)punt 1 wordt vervangen door de volgende tekst:
"1. Ziekte en moederschap:
Union des caisses de maladie (verbond van ziekenfondsen), Luxembourg.";
-
ii)punt 6 wordt vervangen door de volgende tekst:
"6. Uitkeringen bij overlijden:
-
a)voor de toepassing van artikel 66 van de verordening:
Union des caisses de maladie (verbond van ziekenfondsen, Luxembourg,
-
b)in andere gevallen:
Naar gelang van de verzekeringstak waarin de uitkering verschuldigd is, de in punt 1, respectievelijk 3, bedoelde organen.";
-
c)in rubriek J "NEDERLAND" wordt de tekst in de rechterkolom van punt 2, letter c), vervangen door de volgende tekst:
"Bureau voor Duitse Zaken, Nijmegen.";
-
7.bijlage 5 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)rubriek 16 "DENEMARKEN - SPANJE" wordt vervangen door de volgende tekst:
"16. DENEMARKEN - SPANJE
Overeenkomst van 1 juli 1990 betreffende het gedeeltelijk afzien van de vergoeding van kosten zoals bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding van kosten zoals bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en het afzien van vergoeding van kosten voor administratieve en medische controles).";
-
b)rubriek 18 "DENEMARKEN - GRIEKENLAND" wordt vervangen door de volgende tekst:
"18. DENEMARKEN - GRIEKENLAND
Overeenkomst van 8 mei 1986 betreffende het gedeeltelijk afzien van de vergoeding van kosten zoals bedoeld in de artikelen 36, lid 3, en 63, lid 3, van de verordening en het wederzijds afzien van vergoeding van kosten zoals bedoeld in artikel 105, lid 2, van de toepassingsverordening (gedeeltelijk afzien van vergoeding van de kosten voor verstrekkingen bij ziekte, moederschap, arbeidsongevallen en beroepsziekten en het afzien van vergoeding van kosten voor administartieve en medische controles).";
-
c)rubriek 62 "GRIEKENLAND - NEDERLAND" wordt vervangen door de volgende tekst:
"62. GRIEKENLAND - NEDERLAND
Briefwisseling van 8 september 1992 en 30 juni 1993 betreffende de wijze van vergoeding tussen organen.";
-
d)in rubriek 93 "NEDERLAND - VERENIGD KONINKRIJK" wordt de tekst van letter d) vervangen door de volgende tekst:
"d) Briefwisseling van 25 april en van 26 mei 1986 betreffende artikel 36, lid 3, van de verordening (de vergoeding of het afzien van de vergoeding van de uitgaven voor verstrekkingen), zoals gewijzigd.";
-
8.in bijlage 9 wordt rubriek I "LUXEMBURG" vervangen door de volgende tekst:
"I. LUXEMBURG
Voor de berekening van de gemiddelde jaarlijkse kosten van de verstrekkingen worden alle ziekenfondsen en het verbond van ziekenfondsen in aanmerking genomen.";
-
9.bijlage 10 wordt als volgt gewijzigd:
-
a)in rubriek A "BELGIË" wordt vóór punt 1 het volgende punt ingevoegd:
"O. Voor de toepassing van artikel 10 ter van de toepassingsverordening:
werknemers:
de verzekeringsinstelling waarbij de verzekerde aangesloten of ingeschreven is,
zelfstandigen:
Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Brussel.";
-
b)in rubriek B "DENEMARKEN":
-
i)wordt de tekst in de rechterkolom van de punten 1, 2 en 3 vervangen door de volgende tekst:
"Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), Koebenhavn.";
-
ii)wordt punt 7, letter b), vervangen door de volgende tekst:
"b) verstrekkingen uit hoofde van titel III, hoofdstuk 1, van de verordening en prestaties uit hoofde van titel III, hoofdstukken 2, 3, 7 en 8, van de verordening: Direktoratet for Social Sikring og Bistand (Directoraat voor sociale zekerheid en bijstand), Koebenhavn.";
-
c)in rubriek I "LUXEMBURG" wordt de tekst in de rechterkolom van de punten 8, letter a), en 9, letter a), vervangen door de volgende tekst:
"Union des caisses de maladie (verbond van ziekenfondsen), Luxembourg.".
Artikel 3
In Verordening (EEG) nr. 1247/92 wordt artikel 2 geschrapt.
Artikel 4
Verordening (EEG) nr. 1945/93 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.artikel 3 wordt geschrapt;
-
2.in artikel 4 wordt punt 10 geschrapt.
Artikel 5
-
1.Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
-
2.Artikel 2, punt 2, is van toepassing met ingang van 1 januari 1998.
In de betrekkingen met de Franse Republiek is artikel 2, punt 2, evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2002.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 22 december 1995.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
L.ATIENZA SERNA
-
(1)PB nr. C 143 van 26. 5. 1994, blz. 7.
-
(2)PB nr. C 166 van 3. 7. 1995, blz. 24.
-
(3)PB nr. C 393 van 31. 12. 1994, blz. 75.
-
(4)PB nr. L 149 van 5. 7. 1971, blz. 2. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
-
(5)PB nr. L 74 van 27. 3. 1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.
-
(1)PB nr. L 206 van 29. 7. 1991, blz. 2.
-
(2)PB nr. L 136 van 19. 5. 1992, blz. 7.
-
(3)PB nr. L 136 van 19. 5. 1992, blz. 28.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.