Verordening 1996/2505 - Opening en wijze van beheer van autonome gemeenschappelijke tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3059/95 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome gemeenschappelijke tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31996R2505

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31996R2505

Verordening (EG) nr. 2505/96 van de Raad van 20 december 1996 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3059/95 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten

Publicatieblad Nr. L 345 van 31/12/1996 blz. 0001 - 0009

VERORDENING (EG) Nr. 2505/96 VAN DE RAAD van 20 december 1996 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3059/95 betreffende de opening en wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de produktie in de Gemeenschap van bepaalde landbouw- en industrieprodukten ontoereikend is om in de behoeften van de verwerkende industrie van de Gemeenschap te voorzien; dat de Gemeenschap, voor de levering van deze produkten, voor een niet te verwaarlozen deel van de invoer uit derde landen afhankelijk is; dat in de levering van deze produkten aan de Gemeenschap moet worden voorzien en dat deze levering op de meest gunstige voorwaarden dient plaats te vinden; dat daarom tariefcontingenten dienen te worden geopend op grond waarvan voldoende hoeveelheden van deze produkten tegen lagere rechten of met vrijstelling van rechten kunnen worden ingevoerd; dat bij de vaststelling van deze contingenten rekening dient te worden gehouden met het feit dat het evenwicht van de markten voor deze produkten niet verstoord mag worden en dat ze het opstarten en de ontwikkeling van deze produkten in de Gemeenschap niet in de weg mogen staan;

Overwegende dat het dienstig is ervoor te zorgen dat alle importeurs in de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate toegang hebben tot de genoemde contingenten en dat de voor deze contingenten vastgestelde rechten zonder onderbreking worden toegepast op alle invoer van de betrokken produkten in alle Lid-Staten tot de contingenten geheel zijn uitgeput;

Overwegende dat de Gemeenschap autonoom over de opening van tariefcontingenten dient te beslissen; dat er evenwel geen beletsel is, teneinde een doeltreffend gemeenschappelijk beheer van deze contingenten te waarborgen, de Lid-Staten toe te staan uit deze contingenten de met hun werkelijke invoer overeenstemmende hoeveelheden op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie die te allen tijde het saldo van de contingenten dient te kennen en de Lid-Staten daarvan in kennis moet kunnen stellen;

Overwegende dat de produktie in de Gemeenschap van bepaalde industrieprodukten in 1996 onvoldoende zal blijven om in de behoeften van de verwerkende industrieën van de Gemeenschap te kunnen voorzien; dat daaruit volgt dat de voorziening van de Gemeenschap van de betrokken produkten voor een niet gering gedeelte afhankelijk zal zijn van de invoer uit derde landen; dat onverwijld dient te worden voorzien in de meest dringende behoeften van de Gemeenschap aan de betrokken produkten en dit tegen de meest gunstige voorwaarden;

Overwegende dat de Raad bij Verordening (EG) nr. 3059/95 (1) voor het jaar 1996 communautaire tariefcontingenten heeft geopend voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten; dat het dienstig is de volumes van de contingenten voor ferrochroom (volgnummer 09.2711), voor isopropylideenbis (volgnummer 09.2859) en voor oscillators (volgnummer 09.2939) te verhogen;

Overwegende dat de bestaande verordeningen waarbij autonome communautaire contingenten voor bepaalde landbouw- en industrieprodukten worden geopend voor een groot deel een voortzetting zijn van voorgaande maatregelen; dat het daarom, om de tenuitvoerlegging van de betrokken maatregelen te rationaliseren, wenselijk is de geldigheidsduur van bedoelde verordeningen niet te beperken; dat het toepassingsgebied van deze verordeningen, en met name de toevoeging of schrapping van bepaalde produkten, zo nodig, bij een verordening van de Raad kan worden gewijzigd, terwijl onbenutte hoeveelheden niet naar een volgende contingentperiode mogen worden overgedragen;

Overwegende dat wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-codes geen inhoudelijke wijzigingen met zich brengen; dat daarom, eenvoudigheidshalve, bepaald dient te worden dat de Commissie, na raadpleging van het comité douanewetboek, in de bijlage wijzigingen en technische aanpassingen kan aanbrengen, en dat zij eventueel een geconsolideerde versie kan publiceren;

Overwegende dat deze procedure eveneens toegepast dient te worden indien tijdens het lopende kalenderjaar blijkt dat een contingent verhoogd dient te worden of dat de contingentperiode dient te worden verlengd en dat dergelijke tijdelijke maatregelen geldig dienen te blijven tot het einde van het betrokken kalenderjaar,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De rechten bij invoer van de in de bijlage I vermelde produkten worden gedurende de aangegeven periodes geschorst tot de aangeduide niveaus en binnen de grenzen van de naast elk produkt vermelde hoeveelheden.
  • 2. 
    In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 3059/95 wordt de tabel met volgnummer 09.2711, volgnummer 09.2859 en volgnummer 09.2939 vervangen door de tabel in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden beheerd door de Commissie die alle voor een doeltreffend beheer ervan noodzakelijke administratieve maatregelen kan nemen.

Artikel 3

Indien een importeur in een Lid-Staat een aangifte voor het vrije verkeer indient die een verzoek om preferentiële behandeling bevat voor een produkt waarop deze verordening van toepassing is en deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, dan neemt de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, uit het desbetreffende contingent een met zijn behoeften overeenstemmende hoeveelheid op.

De verzoeken om opneming uit het contingent, waarin de datum van aanvaarding van de betrokken aangiften is vermeld, worden onverwijld aan de Commissie toegezonden.

De opnemingen worden door de Commissie toegestaan in chronologische volgorde van de data waarop de aangiften voor het vrije verkeer door de douaneautoriteiten van de betrokken Lid-Staten werden aanvaard, voor zover het beschikbare saldo dit toelaat.

Indien een Lid-Staat een opgenomen hoeveelheid niet gebruikt, stort hij deze ten spoedigste in het betrokken contingent terug.

Indien de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, geschiedt de toedeling naar rata van de verzoeken. De Lid-Staten worden door de Commissie in kennis gesteld van de verrichte opnemingen.

Artikel 4

Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van de betrokken produkten gelijke en ononderbroken toegang tot de contingenten zolang het saldo van de contingenten zulks toelaat.

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om de naleving van deze verordening te waarborgen.

Artikel 6

Volgens de in artikel 7 omschreven procedure kan de Commissie besluiten de wijzigingen en technische aanpassingen aan te brengen die nodig zijn ten gevolge van wijzigingen in de gecombineerde nomenclatuur of in de Taric-codes en een geconsolideerde versie te publiceren.

Wanneer in de loop van een kalenderjaar blijkt dat:

  • het volume van een contingent niet volstaat om te voldoen aan de behoeften van de communautaire industrie, rekening houdende met de produktiecapaciteit binnen de Gemeenschap, of
  • een verlenging van een tariefcontingent met een beperkte geldigheidsduur noodzakelijk is om te voldoen aan de behoeften van de communautaire industrie, rekening houdende met de produktiecapaciteit binnen de Gemeenschap,

kan het contingent volgens de in artikel 7 bepaalde procedure, met ten hoogste 50 % worden verhoogd of worden verlengd met ten hoogste zes maanden tot uiterlijk het einde van het kalenderjaar.

Artikel 7

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het Comité douanewetboek ingesteld bij artikel 247 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2).
  • 2. 
    De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. De Commissie stelt in dat geval de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten drie maanden uit te rekenen vanaf de datum van deze kennisgeving.

De Raad kan met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in voorgaande alinea genoemde termijn een andersluidend besluit nemen.

  • 3. 
    Het comité kan elke kwestie betreffende de toepassing van deze verordening onderzoeken die door de voorzitter wordt voorgelegd, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van een Lid-Staat.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1997 wat bijlage I betreft en met ingang van 1 januari 1996 wat bijlage II betreft.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 20 december 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • S. 
    BARRETT
  • (1) 
    PB nr. L 326 van 30. 12. 1995, blz. 19. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1535/96 (PB nr. L 191 van 1. 8. 1996, blz. 16).
  • (2) 
    PB nr. L 302 van 19. 10. 1992, blz. 1. Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1994.

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.