Verordening 2000/2488 - Handhaving van de bevriezing van middelen in verband met S. Milosevic en de met hem verbonden personen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1294/1999 en (EG) nr. 607/2000 en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 926/98

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32000R2488

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32000R2488

Verordening (EG) nr. 2488/2000 van de Raad van 10 november 2000 tot handhaving van de bevriezing van middelen in verband met S. Milosevic en de met hem verbonden personen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1294/1999 en (EG) nr. 607/2000 en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 926/98

Publicatieblad Nr. L 287 van 14/11/2000 blz. 0019 - 0037

Verordening (EG) nr. 2488/2000 van de Raad

van 10 november 2000

tot handhaving van de bevriezing van middelen in verband met S. Milosevic en de met hem verbonden personen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1294/1999 en (EG) nr. 607/2000 en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 926/98

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 60 en 301,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2000/599/GBVB van 9 oktober 2000 betreffende steun aan een democratische Federale Republiek Joegoslavië en onmiddellijke opheffing van bepaalde beperkende maatregelen(1) en op Gemeenschappelijk Standpunt 2000/696/GBVB van 10 november 2000 betreffende de handhaving van specifieke beperkende maatregelen tegen S. Milosevic en de met hem verbonden personen(2),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Op 15 juni 1999 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 1294/1999 aangenomen inzake de bevriezing van middelen en een verbod op investeringen ten aanzien van de Federale Republiek Joegoslavië (FRJ)(3), vanwege de aanhoudende schending van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht door de regering van dat land.
  • (2) 
    Ingevolge de verkiezingen van 24 september 2000 is in de FRJ een nieuwe president democratisch verkozen en officieel beëdigd, namelijk V. Kostunica.
  • (3) 
    Op 9 oktober 2000 heeft de Raad een verklaring betreffende de FRJ goedgekeurd waarin werd besloten alle sinds 1998 tegen de FRJ getroffen sancties in te trekken, met uitzondering van de bepalingen die betrekking hebben op de voormalige president van de FRJ, S. Milosevic, en de met hem verbonden personen, aangezien zij een bedreiging voor de consolidering van de democratie in de FRJ blijven vormen.
  • (4) 
    De werkingssfeer van de bepalingen van het huidige wettelijk kader betreffende de bevriezing van zich in het buitenland bevindende middelen die eigendom zijn van de regeringen van de FRJ en de Republiek Servië moet derhalve worden beperkt tot S. Milosevic en de met hem verbonden personen.
  • (5) 
    Deze maatregelen vallen onder het Verdrag.
  • (6) 
    Derhalve, alsook ter voorkoming van concurrentieverstoring, is communautaire wetgeving noodzakelijk voor de uitvoering van genoemde maatregelen voor wat het grondgebied van de Gemeenschap betreft. Voor de toepassing van deze verordening wordt dit grondgebied geacht alle grondgebieden van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is te omvatten, zulks op de in dat Verdrag gestelde voorwaarden.
  • (7) 
    De bevoegde instanties van de lidstaten moeten, waar nodig, de bevoegdheid krijgen om toe te zien op de naleving van de bepalingen van deze verordening.
  • (8) 
    De Commissie en de lidstaten moeten elkaar in kennis stellen van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en andere in verband met deze verordening te hunner beschikking staande relevante informatie, onverminderd de bestaande verplichtingen ten aanzien van bepaalde punten.
  • (9) 
    Het is wenselijk dat er sancties op overtreding van deze verordening kunnen worden opgelegd vanaf de datum van inwerkingtreding ervan.
  • (10) 
    Om redenen van transparantie en eenvoud zijn de voornaamste bepalingen van Verordening (EG) nr. 1294/1999 in de onderhavige verordening opgenomen en kan genoemde verordening derhalve worden ingetrokken. Om dezelfde redenen kunnen Verordening (EG) nr. 607/2000(4) en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 926/98(5) eveneens worden ingetrokken.
  • (11) 
    Er dient een procedure te worden opgesteld voor de wijziging van de bijlagen van de onderhavige verordening en voor het maken van specifieke uitzonderingen voor zuiver humanitaire doeleinden.
  • (12) 
    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Alle zich buiten het grondgebied van de Federale Republiek Joegoslavië bevindende middelen die eigendom zijn van S. Milosevic en de met hem verbonden natuurlijke personen die in bijlage I worden genoemd, worden bevroren.
  • 2. 
    Aan of ten behoeve van de in lid 1 genoemde personen worden direct noch indirect middelen ter beschikking gesteld.
  • 3. 
    In deze verordening wordt verstaan onder:
  • "middelen": financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen, derivatencontracten; interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa; krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen; kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen en ieder ander exportfinancieringsbewijs;
  • "bevriezing van middelen": het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van of omgaan met middelen met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming, of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde middelen, met inbegrip van het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt, met dien verstande dat alle interesten of inkomsten die ontstaan, of al het kapitaal dat automatisch opeisbaar wordt op de vervaldag van fondsen, worden uitgekeerd en gehouden op een bevroren rekening.

Artikel 2

  • 1. 
    Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan verwante activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat, direct of indirect, de in artikel 1 bedoelde transacties of activiteiten worden bevorderd of bepalingen van deze verordening worden ontdoken.
  • 2. 
    Iedere informatie die erop wijst dat deze verordening wordt of is ontdoken, wordt ter kennis gebracht van de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten en/of de Commissie.

Artikel 3

  • 1. 
    Onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim en onverminderd het bepaalde in artikel 284 van het Verdrag wordt door banken, andere financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen en andere organisaties en personen:
  • a) 
    alle informatie die de naleving van deze verordening zou vergemakkelijken, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 1 zijn bevroren onverwijld verstrekt
  • aan de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en
  • rechtstreeks dan wel via die bevoegde autoriteiten aan de Commissie;
  • b) 
    medewerking verleend aan de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten wanneer deze de verstrekte informatie willen verifiëren.
  • 2. 
    De overeenkomstig dit artikel verstrekte of ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor doeleinden waarvoor zij verstrekt of ontvangen is.
  • 3. 
    De Commissie stelt de informatie die zij rechtstreeks ontvangt, ter beschikking aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten.

Artikel 4

  • 1. 
    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen betreffende de hierna genoemde onderwerpen (met uitzondering van die onder c)) worden vastgesteld overeenkomstig de beheersprocedure van artikel 5, lid 2.
  • 2. 
    De Commissie wordt gemachtigd:
  • a) 
    bijlage I te wijzigen, rekening houdend met besluiten ter uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2000/696/GBVB,
  • b) 
    bij wijze van uitzondering afwijkingen van artikel 1 toe te staan om zuiver humanitaire redenen,
  • c) 
    gegevens over de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.
  • 3. 
    Alle verzoeken van personen om een uitzondering als bedoeld in lid 2, onder b), of om een wijziging van bijlage I, worden ingediend door de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

De bevoegde autoriteiten zullen de door verzoekers verstrekte informatie zoveel mogelijk verifiëren.

Artikel 5

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij Verordening (EG) nr. 2271/96 van de Raad ingestelde comité.
  • 2. 
    Bij verwijzing naar dit lid zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op 10 werkdagen.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 6

  • 1. 
    Het in artikel 5 bedoelde comité behandelt alle vraagstukken betreffende de toepassing van deze verordening die ter sprake worden gebracht hetzij door de voorzitter, hetzij door een vertegenwoordiger van een lidstaat.
  • 2. 
    Het comité toetst de verordening geregeld op haar doeltreffendheid; op basis van die toetsing brengt de Commissie geregeld verslag uit aan de Raad.

Artikel 7

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en van andere ter zake dienende gegevens waarover zij beschikken in verband met deze verordening, zoals informatie die overeenkomstig artikel 3 is ontvangen alsmede informatie over schendingen en toepassingsproblemen of door nationale rechters gedane uitspraken.

Artikel 8

Elke lidstaat bepaalt welke sancties van toepassing zijn indien de bepalingen van deze verordening worden overtreden. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. In afwachting van de eventueel vereiste goedkeuring van hiertoe strekkende wetgeving zijn, indien de bepalingen van deze verordening worden overtreden, de sancties van toepassing die overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1294/1999 door de lidstaten zijn vastgesteld.

Artikel 9

Verordeningen (EG) nr. 1294/1999 en (EG) nr. 607/2000 en artikel 2 van Verordening (EG) nr. 926/98 worden ingetrokken.

Artikel 10

Deze verordening is van toepassing op:

  • het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim,
  • de vlieg- en vaartuigen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen,
  • alle zich elders bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn,
  • alle volgens het recht van een lidstaat geregistreerde of opgerichte rechtspersonen.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 november 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    Josselin
  • (1) 
    PB L 261 van 14.10.2000, blz. 1.
  • (2) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
  • (3) 
    PB L 153 van 19.6.1999, blz. 63. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1440/2000 van de Commissie (PB L 161 van 1.7.2000, blz. 68).
  • (4) 
    PB L 73 van 22.3.2000, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2227/2000 (PB L 261 van 14.10.2000, blz. 3).
  • (5) 
    PB L 130 van 1.5.1998, blz. 1.
  • (6) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

BIJLAGE I

Lijst van personen wier middelen moeten worden bevroren en aan wie geen middelen ter beschikking mogen worden gesteld

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

Lijst van bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 2, lid 2, 3 en 4

BELGIË

Ministère des finances "Trésorerie" Avenue des Arts 30 B - 1040 Bruxelles Fax (32 2) 233 75 18

DENEMARKEN

Erhvervsfremmestyrelsen Langelinie Allé 17 DK - 2100 København Ø Tlf. (45) 35 46 60 00 Fax (45) 35 46 62 03

DUITSLAND

Landeszentralbank in Baden-Württemberg Postfach 10 60 21 D - 70049 Stuttgart Tel. (07 11) 944-11 20/21/23 Fax (07 11) 944-19 06

Landeszentralbank im Freistaat Bayern D - 80291 München Tel. (0 89) 28 89-32 64 Fax (0 89) 28 89-38 78

Landeszentralbank in Berlin und Brandenburg Postfach 11 01 60 D - 10831 Berlin Tel. (0 30) 34 75/11 10/15/20 Fax (0 30) 34 75/11 90

Landeszentralbank in der Freien Hansestadt Hamburg, in Mecklenburg-Vorpommern und Schleswig-Holstein Postfach 57 03 48 D - 22772 Hamburg Tel. (0 40) 37 07-66 00 Fax (0 40) 37 07-66 15

Landeszentralbank in Hessen Postfach 11 12 32 D - 60047 Frankfurt am Main Tel. (0 69) 23 88-19 20 Fax (0 69) 23 88-19 19

Landeszentralbank in der Freien Hansestadt Bremen, in Niedersachsen und Sachsen-Anhalt Postfach 2 45 D - 30002 Hannover Tel. (05 11) 30 33-27 23 Fax (05 11) 30 33-27 30

Landeszentralbank in Rheinland-Pfalz und im Saarland Postfach 10 11 48 Tel. (02 11) 8 74-23 73/31 59 Fax (02 11) 8 74-23 78

Landeszentralbank in den Freistaaten Sachsen und Thüringen Postfach 90 11 21 D - 04103 Leipzig Tel. (03 41) 8 60-22 00 Fax (03 41) 8 60-23 89

Bundesausfuhramt Referat 214 Postfach 51 60 D - 65726 Eschborn Tel. (0 61 96) 9 08-0 Fax (0 61 96) 9 08-412

GRIEKENLAND

Υπουργείο Εθνικής Οικονομίας Γενική Γραμματεία Διεθνών Οικονομικών Σχέσεων

Γενική Διεύθυνση Εξωτερικών Οικονομικών και Εμπορικών Σχέσεων

Διευθυντής Β. Βουτσινάς Ερμού και Κορνάρου 1 Ελλάς - 105 63 Αθήνα Τηλ: (301) 32 86 431-32 Φαξ: (301) 32 86 434

( Ministry of National Economy Secretariat-General for International Economic Relations

Directorate-General for External Economic and Trade Relations)

Director V. Voutsinas Ermou and Cornarou 1 GR - 105 63 Athens Tel. (301) 32 86 431-32 Fax (301) 32 86 434

SPANJE

Ministerio de Economía Dirección General de Comercio e Inversiones Paseo de la Castellana, 162 E - 28046 Madrid Tel.: (34 91) 349 39 83 Fax: (34 91) 349 35 62

Dirección General del Tesoro y Política Financiera Paseo del Prado, 6 E - 28014 Madrid Tel.: (34 91) 209 95 11 Fax: (34 91) 209 96 56

FRANKRIJK

Ministère de l'économie, des finances et de l'industrie Direction du Trésor

Bureau E1

139, rue du Bercy F - 75572 Paris - cedex 12 SP

IERLAND

Artikelen 2, lid 2, en 3

Central Bank of Ireland Financial Markets Department Dame Street Dublin 2 Ireland Tel. (353 1) 671 66 66

Artikel 4, lid 2

Department of Foreign Affairs Bilateral Economic Relations Section 76-78 Hartcourt Street Dublin 2 Ireland Tel. (353 1) 408 24 92

ITALIË

Ministero del Commercio estero - ROMA Gabinetto Tel. (39 06) 59 93 23 10 Fax (39 06) 59 64 74 94

LUXEMBURG

Ministère des affaires étrangères Direction des relations économiques internationales et de la coopération BP 1602 L - 1016 Luxembourg

NEDERLAND

Ministerie van Financiën Directie Wetgeving, Juridische en Bestuurlijke Zaken Postbus 20201 2500 EE Den Haag Nederland Tel. (31-70) 342 82 27 Fax (31-70) 342 79 05

OOSTENRIJK

Bundesministerium für wirtschaftliche Angelegenheiten Abteilung II/A/2 Landstrasser Hauptstraße 55-57 A - 1030 Wien

Österreichische Nationalbank Otto Wagnerplatz 3 A - 1090 Wien Tel. (43 1) 40 420

PORTUGAL

Ministério das Finanças Direcção-Geral dos Assuntos Europeus e Relações Internacionais Avenida Infante D. Henrique, n.o 1C, 2.o P - 1100-273 Lisboa

FINLAND/SUOMI

Ulkoasiainministeriö PL 176 FIN - 00161 Helsinki

Utrikesministeriet PB 176 FIN - 00161 Helsingfors

ZWEDEN

Artikelen 2, lid 2

Riksåklagaren Box 16370 S - 103 27 Stockholm Tfn (46-8) 453 66 00 Fax (46-8) 453 66 99

Artikelen 3 en 4, lid 2

Regeringskansliet Utrikesdepartementet

Rättssekretariatet för EU-frågor

Fredsgatan 6 S - 103 39 Stockholm Tfn (46-8) 405 10 00 Fax (46-8) 723 11 76

VERENIGD KONINKRIJK

Bank of England Sanctions Emergency Unit London EC2R 8AH Tel. (44 207) 601 46 07 Fax (44 207) 601 43 09

HM Treasury International Financial Services Parliament Street London SW1P 3AG Tel. (44 207) 207 55 50 Fax (44 207) 207 43 65

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.