Verordening 2001/2248 - Procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kroatië en de interimovereenkomst met Kroatië

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001R2248

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001R2248

Verordening (EG) nr. 2248/2001 van de Raad van 19 november 2001 betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, en de interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds

Publicatieblad Nr. L 304 van 21/11/2001 blz. 0001 - 0002

Verordening (EG) nr. 2248/2001 van de Raad

van 19 november 2001

betreffende bepaalde procedures voor de toepassing van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, en de interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De Raad werkt thans aan de sluiting van een stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds, die te Luxemburg op 29 oktober 2001 is ondertekend ("stabilisatie- en associatieovereenkomst").
  • (2) 
    De Raad heeft tegelijkertijd gewerkt aan een interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië(1) ("interimovereenkomst"), die voorziet in vervroegde inwerkingtreding van de handelsbepalingen en handelsgerelateerde bepalingen van de stabilisatie- en associatieovereenkomst.
  • (3) 
    Er moeten procedures worden vastgesteld voor de toepassing van enkele bepalingen van deze overeenkomsten.
  • (4) 
    Op grond van de overeenkomsten kunnen bepaalde producten uit Kroatië binnen tariefcontingenten tegen verlaagd recht of nulrecht in de Gemeenschap worden ingevoerd. Er moeten daarom bepalingen worden vastgesteld inzake de berekening van deze verlaagde douanerechten.
  • (5) 
    In de overeenkomsten is reeds bepaald welke producten voor deze tariefmaatregelen in aanmerking komen, en zijn de omvang daarvan en de verhoging van de omvang, de toepasselijke rechten, de toepassingsperioden en de ontvankelijkheidscriteria vastgesteld.
  • (6) 
    Besluiten van de Raad of van de Commissie tot wijziging van de gecombineerde nomenclatuur en van de Taric-codes houden geen substantiële wijzigingen in.
  • (7) 
    Met het oog op vereenvoudiging en tijdige publicatie van de voorschriften inzake de tenuitvoerlegging van de tariefcontingenten van de Gemeenschap dient te worden bepaald dat de Commissie, bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 248 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(2), verordeningen kan vaststellen inzake de opening en het beheer van de tariefcontingenten voor visserijproducten. De voorschriften voor de opening en het beheer van de tariefcontingenten voor producten van de categorie "baby beef" worden vastgesteld door de Commissie, bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(3).
  • (8) 
    Wanneer de preferentiële behandeling leidt tot een recht ad valorem van 1 % of minder of tot een specifiek recht van 1 euro of minder, dient volledige vrijstelling van rechten plaats te vinden.
  • (9) 
    Deze verordening moet worden toegepast vanaf de datum van inwerkingtreding of voorlopige toepassing van de interimovereenkomst en blijft bij de inwerkingtreding van de stabilisatie- en associatieovereenkomst van toepassing.
  • (10) 
    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(4),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

In deze verordening worden procedures opgesteld voor de vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor bepaalde bepalingen van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds ("stabilisatie- en associatieovereenkomst"), en de interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Kroatië, anderzijds ("interimovereenkomst").

Artikel 2

Concessies inzake baby beef

De bepalingen inzake de toepassing van artikel 14, lid 2, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 27, lid 2, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst betreffende de tariefcontingenten voor producten van de categorie "baby beef" worden vastgesteld door de Commissie volgens de procedure van artikel 3, lid 2.

Artikel 3

Comité

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 42 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.
  • 2. 
    Indien naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt één maand.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 4

Concessies inzake visserijproducten

De bepalingen inzake de toepassing van artikel 15, lid 1, van de interimovereenkomst en in een later stadium artikel 28, lid 1, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst betreffende de tariefcontingenten voor vis en visserijproducten vermeld in bijlage V a) bij beide overeenkomsten, worden vastgesteld door de Commissie volgens de procedure van artikel 5, lid 2.

Artikel 5

Comité Douanewetboek

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het Comité Douanewetboek, dat is ingesteld bij artikel 248 bis van Verordening (EEG) nr. 2913/92.
  • 2. 
    Indien naar dit lid wordt verwezen zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

  • 3. 
    Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 6

Rechtenverlagingen

  • 1. 
    De preferentiële rechten worden, met inachtneming van het bepaalde in lid 2, naar beneden afgerond op één decimaal.
  • 2. 
    Volledige vrijstelling wordt als het preferentiële recht toegepast, indien de berekening van het preferentiële recht een van de volgende resultaten geeft:
  • a) 
    1 % of minder in het geval van rechten ad valorem, of
  • b) 
    1 EUR of minder per afzonderlijke hoeveelheid in het geval van specifieke rechten.

Artikel 7

Technische aanpassingen

Wijzigingen en technische aanpassingen van uitvoeringsbepalingen die krachtens deze verordening zijn vastgesteld, worden, wanneer zulks noodzakelijk is in verband met wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur of de Taric-codes, of in verband met nieuwe preferentiële overeenkomsten, protocollen, briefwisselingen en andere rechtsinstrumenten die door de Gemeenschap en de Republiek Kroatië worden gesloten, vastgesteld overeenkomstig de procedures van de artikelen 3, lid 2, en 5, lid 2, van deze verordening.

Artikel 8

Toepassing en inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is van toepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding of de datum van voorlopige toepassing van de interimovereenkomst. Deze datum wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 november 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

  • L. 
    Michel
  • (1) 
    De interim-overeenkomst zal worden gepubliceerd in een Publicatieblad van 14 december 2001.
  • (2) 
    PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2700/2000 (PB L 311 van 12.12.2000, blz. 17).
  • (3) 
    PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.
  • (4) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.