Verordening 2001/2560 - Grensoverschrijdende betalingen in euro

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001R2560

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001R2560

Verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro

Publicatieblad Nr. L 344 van 28/12/2001 blz. 0013 - 0016

Verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad

van 19 december 2001

betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, lid 1,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank(3),

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(4),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Richtlijn 97/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 1997 betreffende grensoverschrijdende overmakingen(5) beoogde de grensoverschrijdende overmakingsdiensten en met name de doelmatigheid ervan te verbeteren. Het doel was vooral de consumenten en de kleine en middelgrote ondernemingen in staat te stellen snel, betrouwbaar en goedkoop overmakingen te verrichten binnen de Gemeenschap. Dergelijke overmakingen en grensoverschrijdende betalingen zijn over het algemeen nog steeds zeer duur in vergelijking met binnenlandse betalingen. Uit de resultaten van een op 20 september 2001 verspreid onderzoek van de Commissie blijkt dat de consumenten onvoldoende of helemaal geen informatie ontvangen over de kosten van de overmakingen, en dat de gemiddelde kosten voor grensoverschrijdende overmakingen sinds 1993, toen een vergelijkbare studie werd uitgevoerd, nauwelijks veranderd zijn.
  • (2) 
    Zowel in de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 31 januari 2000 over retailbetalingen in de interne markt, als in de resoluties van het Europees Parlement van 26 oktober 2000 over de mededeling van de Commissie en van 4 juli 2001 betreffende de middelen ter begeleiding van de economische actoren bij de overschakeling op de euro, en in de verslagen van de Europese Centrale Bank van september 1999 en september 2000 betreffende de verbetering van grensoverschrijdende betalingsdiensten wordt gewezen op de dringende behoefte aan daadwerkelijke verbeteringen op dit gebied.
  • (3) 
    In de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Centrale Bank van 3 april 2001 over de voorbereidingen voor de invoering van de eurobankbiljetten en -muntstukken werd aangekondigd dat de Commissie gebruik zou maken van alle middelen waarover zij beschikt en alle noodzakelijke maatregelen zou treffen om ervoor te zorgen dat de kosten van grensoverschrijdende transacties op 1 januari 2002 aansluiten bij de kosten van binnenlandse transacties en dat de eurozone in dit opzicht voor de Europese burger een transparant en concreet gemeenschappelijk betalingsgebied zou worden.
  • (4) 
    In het licht van de bij de invoering van de girale euro opnieuw genoemde doelstelling voor de euro gelijke of tenminste vergelijkbare tarieven toe te passen, zijn wat betreft de verlaging van de kosten voor grensoverschrijdende betalingen t.o.v. die voor binnenlandse betalingen nog geen noemenswaardige resultaten geboekt.
  • (5) 
    Het aantal grensoverschrijdende betalingen neemt gestaag toe naarmate de interne markt wordt voltooid. In deze ruimte zonder grenzen maakt de invoering van de euro betalingen nog gemakkelijker.
  • (6) 
    Het handhaven van hogere kosten voor grensoverschrijdende betalingen dan voor binnenlandse betalingen vormt een rem op het grensoverschrijdend handelsverkeer en dus een belemmering voor de goede werking van de interne markt, en schaadt tevens het vertrouwen in het gebruik van de euro. Om de werking van de interne markt te vergemakkelijken moeten dus de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro dezelfde zijn als de kosten van betalingen in euro binnen een lidstaat, hetgeen ook het vertrouwen in de euro zal versterken.
  • (7) 
    Voor grensoverschrijdende elektronische betalingstransacties in euro dient gelet op de aanpassingstermijnen en de werklast voor de instellingen in verband met de overgang naar de euro, vanaf 1 juli 2002, het beginsel van gelijke kosten te worden toegepast. Om de totstandbrenging van de vereiste infrastructuur en voorwaarden mogelijk te maken, dient tot 1 juli 2003 een overgangsperiode te gelden voor grensoverschrijdende overmakingen.
  • (8) 
    Het is niet raadzaam het beginsel van gelijke kosten in dit stadium ook te laten gelden voor papieren cheques, omdat deze niet even efficiënt kunnen worden verwerkt als andere betaalmiddelen, met name elektronische betalingen. Het beginsel van transparantie van de kosten moet daarentegen ook op cheques van toepassing zijn.
  • (9) 
    Om de klant in staat te stellen de kosten van een grensoverschrijdende betaling te beoordelen, dient hij te worden ingelicht over de kosten en alle wijzigingen daarvan. Hetzelfde geldt wanneer bij een grensoverschrijdende betaling in euro een andere valuta dan de euro wordt gebruikt.
  • (10) 
    Deze verordening laat onverlet dat instellingen een algemeen tarief voor verschillende betalingsdiensten kunnen aanrekenen, voor zover grensoverschrijdende betalingen hierbij niet anders worden behandeld dan binnenlandse betalingen.
  • (11) 
    Ook zijn verbeteringen nodig om de uitvoering van grensoverschrijdende betalingen door de betalingsinstellingen te vergemakkelijken. In dit verband dient normalisering te worden gestimuleerd, met name wat betreft het gebruik van het internationale bankrekeningnummer (IBAN)(6) en de bankidentificatiecode (BIC)(7) die noodzakelijk zijn voor de automatische verwerking van grensoverschrijdende overmakingen. Het algemene gebruik van deze codes is van wezenlijk belang. Bovendien moeten andere maatregelen die bijkomende kosten meebrengen, worden afgeschaft om de kosten van grensoverschrijdende betalingen voor de klanten te verlagen.
  • (12) 
    Om de lasten te verlichten van de instellingen die grensoverschrijdende betalingen verrichten, moeten de systematische nationale meldingsverplichtingen voor de opstelling van de betalingsbalansstatistiek geleidelijk worden afgeschat.
  • (13) 
    Om de naleving van deze verordening te waarborgen, dragen de lidstaten er zorg voor dat er adequate en doeltreffende klachten- en beroepsprocedures zijn voor de regeling van eventuele geschillen tussen een opdrachtgever en zijn instelling of tussen een begunstigde en zijn instelling, waarbij in voorkomend geval van bestaande procedures gebruik wordt gemaakt.
  • (14) 
    Het is wenselijk dat de Commissie uiterlijk op 1 juli 2004 een verslag over de toepassing van deze verordening indient.
  • (15) 
    Er moet in een procedure worden voorzien om deze verordening ook te kunnen toepassen op grensoverschrijdende betalingen in de valuta van een andere lidstaat wanneer die lidstaat in die zin besluit,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voorwerp en werkingssfeer

In deze verordening zijn regels neergelegd betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro om ervoor te zorgen dat de kosten van deze betalingen dezelfde zijn als die van betalingen in euro binnen een lidstaat.

Deze verordening is van toepassing op grensoverschrijdende betalingen in euro binnen de Gemeenschap tot een bedrag van 50000 EUR.

Deze verordening is niet van toepassing op voor eigen rekening verrichte grensoverschrijdende betalingen tussen instellingen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    "grensoverschrijdende betaling"
  • i) 
    "grensoverschrijdende overmaking", een transactie op initiatief van een opdrachtgever via een instelling of een bijkantoor van die instelling in een lidstaat, teneinde in een instelling of een bijkantoor van die instelling in een andere lidstaat een geldbedrag aan een begunstigde ter beschikking te stellen; de opdrachtgever en de begunstigde kunnen een en dezelfde persoon zijn,
  • ii) 
    "grensoverschrijdende elektronische betalingstransactie"
  • een grensoverschrijdende overmaking van geldmiddelen door middel van een elektronisch betaalinstrument, anders dan die welke door instellingen worden opgedragen en uitgevoerd,
  • een grensoverschrijdende opneming van contanten met behulp van een elektronisch betaalinstrument en het op- en ontladen van een elektronisch-geldinstrument bij een geldautomaat of een automatisch loket in de bedrijfsgebouwen van de uitgevende instelling of van een instelling die contractueel gehouden is het betaalinstrument te aanvaarden,
  • iii) 
    "grensoverschrijdende cheque", een papieren cheque zoals gedefinieerd in het Verdrag van Genève van 19 maart 1931 houdende eenvormige wetten inzake cheques, uitgeschreven op een instelling binnen de Gemeenschap, welke wordt gebruikt voor grensoverschrijdende betalingen binnen de Gemeenschap;
  • b) 
    "elektronisch betaalinstrument", een betaalinstrument met toegang op afstand en een elektronisch-geldinstrument waarmee de houder één of meer elektronische betalingsverrichtingen kan uitvoeren;
  • c) 
    "betalingsinstrument met toegang op afstand", een instrument waarmee een houder van een rekening bij een instelling toegang kan krijgen tot geldmiddelen die zich op die rekening bevinden, om ten gunste van een derde een betaling te verrichten. Daarvoor is gewoonlijk een persoonlijk identificatienummer en/of een soortgelijk bewijs van identiteit nodig. Hieronder vallen met name betaalkaarten (krediet-, debet-, uitgestelde debiterings- of bankkaarten) en kaarten met een toepassing voor telefonisch en thuisbankieren. Grensoverschrijdende overmakingen vallen niet onder deze definitie;
  • d) 
    "elektronisch-geldinstrument", een oplaadbaar betaalinstrument, zijnde een kaart waarop waarde is opgeslagen of een computergeheugen, waarop waarde-eenheden elektronisch worden opgeslagen;
  • e) 
    "instelling", elke natuurlijke of rechtspersoon die als beroepsactiviteit grensoverschrijdende betalingen verricht;
  • f) 
    "kosten", alle kosten die een instelling aanrekent en die rechtstreeks verband houden met de grensoverschrijdende betalingsverrichting in euro.

Artikel 3

Kosten van grensoverschrijdende elektronische betalingstransacties en van grensoverschrijdende overmakingen

  • 1. 
    Met ingang van 1 juli 2002 zijn de kosten die een instelling voor grensoverschrijdende elektronische betalingstransacties in euro tot een bedrag van 12500 EUR aanrekent dezelfde als de kosten welke dezelfde instelling aanrekent voor dergelijke betalingen in euro binnen de lidstaat waar het kantoor van die instelling dat de grensoverschrijdende elektronische betaling uitvoert gevestigd is.
  • 2. 
    Uiterlijk met ingang van 1 juli 2003 zijn de kosten die een instelling voor grensoverschrijdende overmakingen in euro tot een bedrag van 12500 EUR aanrekent dezelfde als de kosten die deze instelling aanrekent voor overmakingen in euro voor hetzelfde bedrag binnen de lidstaat waar zij gevestigd is.
  • 3. 
    Met ingang van 1 januari 2006 wordt het bedrag van 12500 EUR verhoogd tot 50000 EUR.

Artikel 4

Doorzichtigheid van de kosten

  • 1. 
    Een instelling verstrekt haar klanten vooraf, in bevattelijke vorm, schriftelijk, eventueel ook langs elektronische weg, volgens de nationale regels, inlichtingen over de kosten van grensoverschrijdende betalingen en betalingen binnen de lidstaat waar haar kantoor gevestigd is.

De lidstaten mogen eisen dat op de chequeboekjes een vermelding wordt aangebracht waarbij de consumenten gewaarschuwd worden voor de kosten voor het grensoverschrijdend gebruik van cheques.

  • 2. 
    Alle wijzigingen van deze kosten worden op dezelfde wijze als vermeld in lid 1 vóór de datum van toepassing medegedeeld.
  • 3. 
    Wanneer een instelling kosten aanrekent voor wisselverrichtingen tussen de euro en andere valuta's, verstrekt zij haar klanten:
  • a) 
    vooraf inlichtingen over de wisselkosten die zij voornemens is aan te rekenen, en
  • b) 
    precieze inlichtingen over de wisselkosten die zijn aangerekend.

Artikel 5

Maatregelen ter vergemakkelijking van grensoverschrijdende overmakingen

  • 1. 
    Waar zulks van toepassing is, deelt een instelling iedere klant op diens verzoek diens internationale bankrekeningnummer (IBAN) en het bankidentificatiecode (BIC) van de instelling mede.
  • 2. 
    De klant verstrekt de instelling die de overmaking uitvoert op haar verzoek het IBAN van de begunstigde en de BIC van de instelling van de begunstigde. Indien de klant deze gegevens niet verstrekt, kan de inrichting hem extra kosten aanrekenen. In dat geval moet de instelling, overeenkomstig artikel 4, informatie over de extra kosten aan de klanten ter beschikking stellen.
  • 3. 
    Met ingang van 1 juli 2003 vermelden de instellingen op de rekeningoverzichten van elke klant, of op de bijlage daarvan, diens IBAN en de BIC van de instelling.
  • 4. 
    Een leverancier die betaling door overmaking accepteert, deelt bij elke grensoverschrijdende facturering van goederen en diensten binnen de Gemeenschap aan zijn klanten zijn IBAN en de BIC van zijn instelling mede.

Artikel 6

Verplichtingen van de lidstaten

  • 1. 
    De lidstaten schaffen uiterlijk op 1 juli 2002 alle nationale meldingsverplichtingen inzake grensoverschrijdende betalingen tot een bedrag van 12500 EUR ten behoeve van de opstelling van de betalingsbalansstatistiek af.
  • 2. 
    De lidstaten schaffen uiterlijk op 1 juli 2002 alle nationale verplichtingen inzake de minimuminformatie betreffende de gegevens van de begunstigde die aan de automatisering van de uitvoering van de betaling in de weg staan.

Artikel 7

Naleving van deze verordening

De naleving van deze verordening wordt verzekerd door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties.

Artikel 8

Herzieningsclausule

De Commissie legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 1 juli 2004 een verslag voor over de toepassing van deze verordening, met name over:

  • de evolutie van de infrastructuur voor grensoverschrijdende betaalsystemen,
  • de wenselijkheid om de dienstverlening aan de consument te verbeteren door een versterking van de concurrentievoorwaarden bij het verlenen van grensoverschrijdende betalingsdiensten,
  • de gevolgen die de toepassing van de verordening heeft voor de kosten voor betalingen binnen een lidstaat,
  • de wenselijkheid om het bedrag van artikel 6, lid 1, te verhogen tot 30000 EUR vanaf 1 januari 2006, rekening houdend met de mogelijke gevolgen voor de ondernemingen.

Het rapport gaat in voorkomend geval vergezeld van wijzigingsvoorstellen.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is ook van toepassing op grensoverschrijdende betalingen in de valuta van een andere lidstaat wanneer die de Commissie in kennis stelt van zijn besluit om de toepassing van de verordening tot zijn valuta uit te breiden. De kennisgeving wordt door de Commissie in het Publicatieblad bekendgemaakt. De uitbreiding wordt veertien dagen na de bekendmaking van kracht.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2001.

Voor het Europees Parlement

De voorzitster

  • N. 
    Fontaine

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    Neyts-Uyttebroeck
  • (1) 
    PB C 270 E van 25.9.2001, blz. 270.
  • (2) 
    Advies verleend op 10 december 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (3) 
    PB C 308 van 1.11.2001, blz. 17.
  • (4) 
    Advies van het Europees Parlement van 15 november 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 7 december 2001 (PB C 363 van 19.12.2001, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 13 december 2001.
  • (5) 
    PB L 43 van 14.2.1997, blz. 25.
  • (6) 
    ISO-norm nr. 13613.
  • (7) 
    ISO-norm nr. 9362.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.