Besluit 2006/126 - Wijziging van Beschikkingen 98/161/EG, 2004/228/EG en 2004/295/EG wat betreft de verlenging van maatregelen ter voorkoming van BTW-ontduiking in de afvalsector

1.

Wettekst

22.2.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/17

 

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 14 februari 2006

tot wijziging van Beschikkingen 98/161/EG, 2004/228/EG en 2004/295/EG wat betreft de verlenging van maatregelen ter voorkoming van BTW-ontduiking in de afvalsector

(Alleen de teksten in de Nederlandse, Spaanse en Italiaanse taal zijn authentiek)

(2006/126/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), en met name op artikel 27,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen.

 

(2)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 25 oktober 2005, heeft het Koninkrijk der Nederlanden verzocht om verlenging van Beschikking 98/161/EG van de Raad van 16 februari 1998 waarbij Nederland gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van artikel 2 en artikel 28 bis, lid 1, van Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (2).

 

(3)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 3 augustus 2005, heeft Spanje verzocht om verlenging van Beschikking 2004/228/EG van de Raad van 26 februari 2004 waarbij Spanje wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 21 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (3).

 

(4)

Bij brief, ingekomen bij het secretariaat-generaal van de Commissie op 26 september 2005, heeft Italië verzocht om verlenging van Beschikking 2004/295/EG van de Raad van 22 maart 2004 waarbij Italië wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 21 van Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (4).

 

(5)

Overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG heeft de Commissie de overige lidstaten van vorengenoemde verzoeken in kennis gesteld. Bij brief van 27 oktober 2005, 7 september 2005 en 25 oktober 2005 heeft de Commissie respectievelijk Nederland, Spanje en Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van hun respectieve verzoeken.

 

(6)

Bij Beschikking 98/161/EG werd Nederland gemachtigd tot 31 december 1999 bepaalde maatregelen toe te passen ter voorkoming van fraude ter zake van de levering en intracommunautaire verwerving van oude materialen en afvalstoffen. Bij Beschikking 2000/435/EG van de Raad (5) werd Beschikking 98/161/EG verlengd tot en met 31 december 2003. Hierop volgde Beschikking 2004/514/EG van de Raad (6) waarbij de uit hoofde van Beschikking 98/161/EG verleende machtiging opnieuw werd verlengd tot de datum van inwerkingtreding van een bijzondere btw-regeling voor de afvalrecyclingbranche, doch uiterlijk tot en met 31 december 2005.

 

(7)

Bij Beschikking 2004/228/EG werd Spanje gemachtigd een maatregel toe te passen ter voorkoming van btw-fraude in de afvalrecyclingbranche. Die beschikking verstrijkt op de datum van inwerkingtreding van een bijzondere btw-regeling voor de afvalrecyclingbranche, doch uiterlijk op 31 december 2005.

 

(8)

Bij Beschikking 2004/295/EG werd Italië gemachtigd een maatregel toe te passen ter voorkoming van btw-fraude in de afvalrecyclingbranche. Die beschikking verstrijkt op de datum van inwerkingtreding van een bijzondere btw-regeling voor de afvalrecyclingbranche, doch uiterlijk op 31 december 2005.

 

(9)

De maatregelen staan in verhouding tot de nagestreefde doelen, omdat zij zijn gericht op specifieke leveringen ten aanzien waarvan het risico van belastingfraude groot is.

 

(10)

De juridische en feitelijke omstandigheden die deze bijzondere maatregelen rechtvaardigden, zijn ongewijzigd en nog altijd relevant. Op 16 maart 2005 heeft de Commissie evenwel een voorstel ingediend voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft bepaalde maatregelen ter vereenvoudiging van de btw-heffing en ter bestrijding van belastingfraude en -ontwijking, en tot intrekking van bepaalde derogatiebeschikkingen. De voorgestelde richtlijn zou, indien zij wordt aangenomen, de lidstaten de bevoegdheid verlenen om de ontvanger van bepaalde goederen en diensten in de afvalsector aan te wijzen als de persoon die tot voldoening van de belasting is gehouden.

 

(11)

Het is derhalve noodzakelijk de geldigheid van Beschikkingen 98/161/EG, 2004/228/EG en 2004/295/EG te verlengen tot de datum van inwerkingtreding van een bijzondere btw-regeling, houdende wijziging van Richtlijn 77/388/EEG, voor de afvalrecyclingbranche, doch uiterlijk tot 31 december 2009.

 

(12)

De verlenging van de derogatie heeft geen negatieve gevolgen voor de eigen middelen uit de btw van de Europese Gemeenschappen en is evenmin van invloed op het btw-bedrag dat in rekening wordt gebracht in het stadium van het eindverbruik.

 

(13)

Met het oog op de juridische continuïteit dient deze beschikking van toepassing te zijn met ingang van 1 januari 2006,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Beschikking 98/161/EG wordt de datum „31 december 2005” vervangen door „31 december 2009”.

Artikel 2

In artikel 3 van Beschikking 2004/228/EG wordt de datum „31 december 2005” vervangen door „31 december 2009”.

Artikel 3

In artikel 3 van Beschikking 2004/295/EG wordt de datum „31 december 2005” vervangen door „31 december 2009”.

Artikel 4

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Spanje, de Italiaanse Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden.

Gedaan te Brussel, 14 februari 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

K.-H. GRASSER

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.