Besluit 2007/751 - Toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, opgesteld op basis van artikel K.3, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de EU ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de EG of van de lidstaten van de EU betrokken zijn

1.

Wettekst

22.11.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/34

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 8 november 2007

betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Overeenkomst, opgesteld op basis van artikel K.3, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn

(2007/751/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gelet op het Toetredingsverdrag van 2005,

Gelet op de Toetredingsakte van 2005 (hierna de „Toetredingsakte” genoemd), en met name op artikel 3, lid 4,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst, opgesteld op basis van artikel K.3, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn (2) (hierna de „Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren zijn betrokken” genoemd), is op 26 mei 1997 ondertekend en is op 28 september 2005 in werking getreden.

 

(2)

Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije hebben na hun toetreding tot de Europese Unie hun akten van toetreding tot de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren zijn betrokken, neergelegd.

 

(3)

In artikel 3, lid 3, van de Toetredingsakte is bepaald dat Bulgarije en Roemenië moeten toetreden tot de in bijlage I bij die Toetredingsakte opgesomde verdragen, overeenkomsten en protocollen tussen de lidstaten, waaronder de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren betrokken zijn. Zij moeten ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking treden op de door de Raad bepaalde data.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de Toetredingsakte moet de Raad de als gevolg van de toetreding vereiste aanpassingen in deze verdragen, overeenkomsten en protocollen aanbrengen,

BESLUIT:

Artikel 1

De Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren zijn betrokken, treedt ten aanzien van Bulgarije en Roemenië in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum van aanneming van dit besluit.

Artikel 2

De Bulgaarse en de Roemeense versie (3) van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren zijn betrokken, zijn op gelijke wijze authentiek als de overige teksten van die overeenkomst.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 8 november 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

  • R. 
    PEREIRA
 

  • (1) 
    Advies van 10 juli 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    De Bulgaarse en de Roemeense versie van de Overeenkomst wordt later in de speciale editie van het Publicatieblad bekendgemaakt.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.