Verordening 2008/242 - Sluiting van de visserijovereenkomst met Ivoorkust

1.

Wettekst

18.3.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 75/51

 

VERORDENING (EG) Nr. 242/2008 VAN DE RAAD

van 17 maart 2008

betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en Ivoorkust

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, juncto artikel 300, lid 2 en lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Gemeenschap heeft met Ivoorkust onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan communautaire vaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover Ivoorkust de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit.

 

(2)

Na afloop van die onderhandelingen is op 5 april 2007 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.

 

(3)

Het is in het belang van de Gemeenschap die overeenkomst goed te keuren.

 

(4)

Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en Ivoorkust (2) wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

Artikel 2

De in het protocol bij de overeenkomst vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

 

25 vaartuigen voor de visserij met de ringzegen:

 

Frankrijk

:

10 vaartuigen

Spanje

:

15 vaartuigen

 

15 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

 

Spanje

:

10 vaartuigen

Portugal

:

5 vaartuigen.

Indien met de door deze lidstaten ingediende vergunningsaanvragen niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningsaanvragen van andere lidstaten in aanmerking nemen.

Artikel 3

De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van de in artikel 1 genoemde overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Ivoorkust gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee (3).

Artikel 4

De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

  • I. 
    JARC
 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 11 maart 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.