Besluit 2008/839 - Migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

1.

Wettekst

8.11.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 299/43

 

BESLUIT 2008/839/JBZ VAN DE RAAD

van 24 oktober 2008

over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 30, lid 1, onder a) en b), artikel 31, lid 1, onder a) en b), en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Schengeninformatiesysteem (SIS), dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (2) („Schengenuitvoeringsovereenkomst” genoemd), en de verder uitgewerkte versie daarvan, SIS 1+, is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie.

 

(2)

De ontwikkeling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) is toevertrouwd aan de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad (3) en Besluit 2001/886/JBZ van de Raad (4). Die rechtsinstrumenten vervallen op 31 december 2008. Dit besluit moet dan ook een aanvulling vormen op de genoemde instrumenten tot een datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (5).

 

(3)

SIS II is opgezet bij Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (6) en Besluit 2007/533/JBZ. Dit besluit laat die instrumenten onverlet.

 

(4)

Bij Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad (7) en Besluit 2008/173/EG van de Raad (8) wordt in bepaalde SIS II-tests voorzien.

 

(5)

De ontwikkeling van SIS II dient te worden voortgezet en moet worden afgerond in het kader van de algemene planning voor SIS II waaraan de Raad op 6 juni 2008 zijn goedkeuring heeft gehecht.

 

(6)

De lidstaten en de Commissie dienen gezamenlijk een integrale test van SIS II uit te voeren, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. De validering van de test dient zo spoedig mogelijk na de voltooiing van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ plaats te vinden.

 

(7)

De lidstaten dienen de uitwisseling van aanvullende informatie te testen.

 

(8)

De Schengenuitvoeringsovereenkomst bepaalt dat SIS 1+ een technisch ondersteunende functie omvat (C.SIS). Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ bepalen dat het centrale SIS II bestaat uit een technisch ondersteunende functie en een uniforme nationale interface (NI-SIS). De technisch ondersteunende functie van het centrale SIS II wordt gevestigd in Straatsburg (Frankrijk), met een back-up in St. Johann im Pongau (Oostenrijk).

 

(9)

Om de eventuele problemen in verband met migratie van SIS 1+ naar SIS II beter op te vangen, dient een tijdelijke migratiearchitectuur voor het Schengeninformatiesysteem te worden opgezet en getest. De tijdelijke migratiearchitectuur mag de operationele beschikbaarheid van SIS 1+ niet beperken. De Commissie dient voor een converter te zorgen.

 

(10)

De signalerende lidstaat dient verantwoordelijk te zijn voor de juistheid en de actualiteit van de gegevens, alsmede voor de rechtmatige opneming van de gegevens in het Schengeninformatiesysteem.

 

(11)

De Commissie is verantwoordelijk voor het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur en dient dat ook te blijven. Tot die verantwoordelijkheid behoort het onderhoud en de verdere ontwikkeling van SIS II en de bijbehorende communicatie-infrastructuur; daarbij dienen fouten altijd te worden gecorrigeerd. De Commissie dient voor coördinatie en ondersteuning van de gezamenlijke activiteiten te zorgen. De Commissie dient met name de nodige technische en operationele ondersteuning aan de lidstaten te verstrekken op het niveau van het centrale SIS II, onder meer door een helpdesk beschikbaar te stellen.

 

(12)

De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van hun nationale systemen (N.SIS II) en dienen dat te blijven.

 

(13)

Frankrijk blijft verantwoordelijk voor de technisch ondersteunende functie van SIS 1+. Die verantwoordelijkheid is uitdrukkelijk vastgelegd in de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

 

(14)

De vertegenwoordigers van de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten dienen hun maatregelen in het kader van de Raad te coördineren. Voor die organisatorische activiteit dient een kader te worden uitgetekend.

 

(15)

De Commissie moet gemachtigd worden taken die haar bij dit besluit worden opgedragen en taken die verband houden met de uitvoering van de begroting uit te besteden aan derden, zoals nationale overheidsdiensten, overeenkomstig Verordening (EG, Euratom), nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (9).

In de contracten die daarvoor worden afgesloten moeten de regels voor gegevensbescherming en gegevensbeveiliging en de rol van de betrokken gegevensbeschermingsautoriteiten in SIS-verband geëerbiedigd worden, met name de Schengenovereenkomst, alsmede de specifieke voorschriften inzake de migratieperiode van dit instrument.

 

(16)

Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (10) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie.

 

(17)

De Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, die is benoemd op grond van Besluit 2004/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 2003 houdende benoeming van de in artikel 286 van het EG-Verdrag voorziene onafhankelijke controleautoriteit (11), is bevoegd toe te zien op de activiteiten van de instellingen en organen van de Gemeenschap die verband houden met de verwerking van persoonsgegevens. De Schengenuitvoeringsovereenkomst bevat specifieke bepalingen over de bescherming en de beveiliging van persoonsgegevens.

 

(18)

Aangezien de doelstellingen, namelijk het opzetten van de tijdelijke migratiearchitectuur en de migratie van SIS 1+ naar SIS II, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en de gevolgen van de geplande maatregel beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, wordt de vaststelling van deze maatregel in overeenstemming geacht te zijn met het in artikel 5 van het EG-Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, waarnaar in artikel 2 van het EU-Verdrag wordt verwezen. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

 

(19)

Dit besluit is in overeenstemming met de grondrechten en beginselen die met name door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden erkend.

 

(20)

De Schengenuitvoeringsovereenkomst dient te worden gewijzigd om de integratie van SIS 1+ in de tijdelijke migratiearchitectuur mogelijk te maken.

 

(21)

Het Verenigd Koninkrijk neemt aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat aan het EU-Verdrag en het EG-Verdrag is gehecht, en artikel 8, lid 2, van Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (12).

 

(22)

Ierland neemt aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5 van het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, dat aan het EU-Verdrag en het EG-Verdrag is gehecht, en artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (13).

 

(23)

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de regelingen voor de gedeeltelijke deelneming van het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan het Schengenacquis, als bepaald in respectievelijk Besluit 2000/365/EG en Besluit 2002/192/EG van de Raad.

 

(24)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (14), die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (15) inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst.

 

(25)

Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (16), die vallen onder het gebied dat is bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3, van Besluit 2008/149/JBZ van de Raad (17) betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van die overeenkomst.

 

(26)

Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 3 van Besluit 2008/262/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol (18),

BESLUIT:

Artikel 1

Algemeen doel

  • 1. 
    Het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) dat is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst van 1990, wordt vervangen door een nieuw systeem, het Schengeninformatiesysteem II (SIS II) waarvan de instelling, de werking en het gebruik zijn geregeld bij Besluit 2007/533/JBZ.
  • 2. 
    SIS II wordt overeenkomstig de in deze verordening bepaalde procedures en taakverdeling door de Commissie en de lidstaten als één enkel geïntegreerd systeem ontwikkeld en operationeel gemaakt.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

 

a)

„centrale SIS II”: de technisch ondersteunende functie van SIS II, die een databank, de SIS II-databank, bevat, en een uniforme nationale interface (NI-SIS);

 

b)

„C.SIS”: de technisch ondersteunende functie van SIS 1+, die de referentiedatabank voor SIS 1+ bevat, en een uniforme nationale interface (N.COM);

 

c)

„N.SIS”: het nationale SIS 1+-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met C.SIS;

 

d)

„N.SIS II”: het nationale SIS II-systeem, bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SIS II;

 

e)

„converter”: een technisch instrument dat een consistente en betrouwbare verbinding tussen C.SIS en het centrale SIS II mogelijk maakt, en de in artikel 10, lid 3, bepaalde functies waarborgt;

 

f)

„integrale test”: de test bedoeld in artikel 71, lid 3, onder c), van Besluit 2007/533/JBZ;

 

g)

„test betreffende aanvullende informatie”: de functionele tests tussen de Sirene-bureaus.

Artikel 3

Onderwerp en toepassingsgebied

Dit besluit omschrijft de taken en verantwoordelijkheden van de Commissie, Frankrijk en de andere lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ met betrekking tot de volgende taken:

 

a)

het onderhoud en de verdere ontwikkeling van SIS II;

 

b)

een integrale test van SIS II;

 

c)

een test betreffende aanvullende informatie;

 

d)

de verdere ontwikkeling en het testen van een converter;

 

e)

het opzetten en testen van een tijdelijke migratiearchitectuur;

 

f)

de migratie van SIS 1+ naar SIS II.

Artikel 4

Technische componenten van de migratiearchitectuur

Voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II zijn de volgende componenten nodig:

 

a)

het C.SIS en de verbinding met de converter;

 

b)

de communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ waardoor het C.SIS kan communiceren met het N.SIS;

 

c)

het N.SIS;

 

d)

het centrale SIS II, de NI-SIS en de communicatie-infrastructuur voor SIS II waardoor het centrale SIS II kan communiceren met de N.SIS II en de converter;

 

e)

het N.SIS II;

 

f)

de converter.

Artikel 5

Voornaamste verantwoordelijkheden in de ontwikkeling van SIS II

  • 1. 
    De Commissie blijft het centrale SIS II, de communicatie-infrastructuur en de converter ontwikkelen.
  • 2. 
    Frankrijk stelt het C.SIS beschikbaar en laat het functioneren, overeenkomstig de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
  • 3. 
    De lidstaten blijven het N.SIS II ontwikkelen.
  • 4. 
    De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten onderhouden het N.SIS overeenkomstig de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.
  • 5. 
    De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten stellen de communicatie-infrastructuur voor SIS 1+ beschikbaar en laten deze functioneren.
  • 6. 
    De Commissie coördineert de activiteiten en verstrekt de nodige ondersteuning voor de uitvoering van de in de leden 1 tot en met 3 genoemde taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 6

Verdere ontwikkeling

De maatregelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van SIS II als bedoeld in artikel 5, lid 1, met name de nodige maatregelen voor het corrigeren van fouten, worden vastgesteld volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde procedure.

De maatregelen die nodig zijn voor de verdere ontwikkeling van SIS II als bedoeld in artikel 5, lid 3, voor wat betreft de uniforme nationale interface die de compatibiliteit van N.SIS II met het centrale SIS II moet garanderen, worden vastgesteld volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde procedure.

Artikel 7

Voornaamste activiteiten

  • 1. 
    De Commissie voert samen met de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten een integrale test uit.
  • 2. 
    Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur opgezet, die door de Commissie samen met Frankrijk en met de andere aan SIS 1+ deelnemende lidstaten word getest.
  • 3. 
    De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten verrichten de migratie van SIS 1+ naar SIS II.
  • 4. 
    De aan SIS 1+ deelnemende lidstaten testen de uitwisseling van aanvullende informatie.
  • 5. 
    De Commissie verstrekt op het niveau van het centrale SIS II de nodige ondersteuning voor de in de leden 1 tot en met 4 genoemde activiteiten.
  • 6. 
    De in de leden 1 tot en met 3 genoemde activiteiten worden gecoördineerd door de Commissie en door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten in het kader van de Raad.

Artikel 8

Integrale test

  • 1. 
    Er kan pas met de integrale test worden begonnen wanneer de Commissie heeft verklaard dat de tests, bedoeld in artikel 1 van Besluit 2008/173/EG, volgens haar goed genoeg zijn verlopen om het startsein voor die test te geven.
  • 2. 
    Er wordt een integrale test uitgevoerd, die ten doel heeft met name te bevestigen dat de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten in technisch opzicht alles in gereedheid hebben gebracht voor de verwerking van SIS II-gegevens, en dat het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+.
  • 3. 
    De integrale test wordt uitgevoerd door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten voor het N.SIS II en door de Commissie voor het centrale SIS II.
  • 4. 
    De integrale test verloopt volgens een gedetailleerde planning die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie is opgesteld.
  • 5. 
    De integrale test is gebaseerd op de technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, in samenwerking met de Commissie zijn opgesteld.
  • 6. 
    De Commissie en de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, stellen criteria vast om te bepalen of de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten in technisch opzicht alles in gereedheid hebben gebracht voor de verwerking van SIS II-gegevens, alsook of het prestatieniveau van SIS II ten minste gelijk is aan dat van SIS 1+.
  • 7. 
    De testresultaten worden door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, en de Commissie aan de hand van de in lid 6 bedoelde criteria geanalyseerd. De resultaten van de test worden gevalideerd overeenkomstig artikel 71, lid 3, onder c), van Besluit 2007/533/JBZ.
  • 8. 
    De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de integrale test. Hun resultaten hebben geen invloed op de algehele validering van de test.

Artikel 9

Test betreffende aanvullende informatie

  • 1. 
    De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ verrichten functionele Sirene-tests.
  • 2. 
    De Commissie stelt het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur daarvan beschikbaar tijdens de uitvoering van de test betreffende aanvullende informatie.
  • 3. 
    De test betreffende aanvullende informatie verloopt volgens een gedetailleerde planning die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, is opgesteld.
  • 4. 
    De test betreffende aanvullende informatie is gebaseerd op de technische specificaties die door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, zijn opgesteld.
  • 5. 
    De testresultaten worden door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, geanalyseerd.
  • 6. 
    De lidstaten die niet deelnemen aan SIS 1+ mogen wel deelnemen aan de test betreffende de aanvullende informatie. Hun resultaten hebben geen invloed op de algehele validering van de test.

Artikel 10

Tijdelijke migratiearchitectuur

  • 1. 
    Er wordt een tijdelijke SIS-migratiearchitectuur opgezet. Gedurende een overgangsperiode verbindt de converter C.SIS en het centrale SIS II. De N.SIS zijn verbonden met het C.SIS, de N.SIS II met het centrale SIS II.
  • 2. 
    De Commissie zorgt voor een converter, het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur daarvan, als onderdeel van de tijdelijke SIS-migratiearchitectuur.
  • 3. 
    De converter converteert gegevens in twee richtingen tussen C.SIS en het centrale SIS II en houdt C.SIS en het centrale SIS II synchroon.
  • 4. 
    De Commissie test de communicatie tussen het centrale SIS II en de converter.
  • 5. 
    Frankrijk test de communicatie tussen C.SIS en de converter.
  • 6. 
    De Commissie en Frankrijk testen de communicatie tussen het centrale SIS II en C.SIS via de converter.
  • 7. 
    Samen met de Commissie verbindt Frankrijk C.SIS via de converter met het centrale SIS II.
  • 8. 
    Samen met Frankrijk en de andere aan SIS 1+ deelnemende lidstaten test de Commissie de tijdelijke SIS-migratiearchitectuur in haar geheel, overeenkomstig een door de Commissie verstrekt testschema.
  • 9. 
    Indien nodig stelt Frankrijk gegevens voor testdoeleinden beschikbaar.

Artikel 11

Migratie van SIS 1+ naar SIS II

  • 1. 
    Voor de migratie van C.SIS naar het centrale SIS II stelt Frankrijk de databank van SIS 1+ beschikbaar; de Commissie voert de databank van SIS 1+ in het centrale SIS II in.
  • 2. 
    De lidstaten die deelnemen aan SIS 1+ migreren uiterlijk 30 september 2009 van N.SIS naar N.SIS II, met behulp van de tijdelijke migratiearchitectuur en met ondersteuning van Frankrijk en van de Commissie. Indien nodig kan deze datum worden gewijzigd volgens de in artikel 17, lid 2, bedoelde procedure.
  • 3. 
    De migratie van het nationale systeem van SIS 1+ naar SIS II behelst het laden van de gegevens van N.SIS II, waarbij dat N.SIS II een gegevensbestand moet bevatten („nationale kopie”) dat een volledige of gedeeltelijke kopie bevat van de SIS II-databank, waarna voor iedere lidstaat de overschakeling van N.SIS naar N.SIS II plaatsvindt. De migratie van de nationale systemen verloopt volgens een gedetailleerde planning die door de Commissie en door de aan SIS 1+ deelnemende lidstaten, in het kader van de Raad, is opgesteld.
  • 4. 
    De Commissie biedt bijstand ter coördinatie en ondersteuning van de gemeenschappelijke activiteiten tijdens de migratie.
  • 5. 
    De in het migratieproces voorziene overschakeling vindt plaats nadat de in artikel 8, lid 7, bedoelde validering heeft plaatsgevonden.

Artikel 12

Materieelrechtelijk kader

Tijdens de migratie blijven de bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst van toepassing op het Schengeninformatiesysteem.

Artikel 13

Samenwerking

  • 1. 
    De Commissie en de lidstaten werken samen ten behoeve van de uitvoering van alle door dit besluit bestreken activiteiten, overeenkomstig hun respectieve verantwoordelijkheden.
  • 2. 
    De Commissie verstrekt met name de nodige ondersteuning op het niveau van het centrale SIS II voor het testen en de migratie van N.SIS II.
  • 3. 
    De lidstaten verstrekken met name de nodige ondersteuning op het niveau van N.SIS II voor het testen van de tijdelijke migratiearchitectuur.

Artikel 14

Registratie van verrichtingen in het centrale SIS II

  • 1. 
    Onverminderd de desbetreffende bepalingen van titel IV van de Schengenuitvoeringsovereenkomst zorgt de Commissie ervoor dat elke toegang tot en uitwisseling van persoonsgegevens in het centrale SIS II wordt geregistreerd, zodat kan worden nagegaan of de opzoeking rechtmatig is en de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, de goede werking van het centrale SIS II en de nationale systemen, en de integriteit en de beveiliging van de gegevens kunnen worden bewaakt.
  • 2. 
    De registers bevatten met name de datum en het tijdstip van de gegevenstransmissie, de voor bevraging gebruikte gegevens, de verwijzing naar de toegezonden gegevens, alsmede de naam van de bevoegde autoriteit die met de verwerking van de gegevens is belast.
  • 3. 
    De registers mogen alleen voor de in lid 1 genoemde doeleinden worden gebruikt en worden ten vroegste één jaar en uiterlijk drie jaar na de aanleg ervan verwijderd.
  • 4. 
    Registers kunnen langer worden bewaard indien zij nodig zijn in het kader van lopende controleprocedures.
  • 5. 
    De nationale autoriteiten die belast zijn met het nagaan of de bevraging rechtmatig is, het bewaken van de rechtmatigheid van de gegevensverwerking, de interne controle en de zorg voor de goede werking van het centrale SIS II en de integriteit en de beveiliging van de gegevens, hebben binnen de grenzen van hun bevoegdheid en op verzoek toegang tot deze registers om ervoor te zorgen dat zij hun taken kunnen vervullen.

Artikel 15

Kosten

  • 1. 
    De kosten die voortvloeien uit de migratie, de integrale test, de test betreffende de aanvullende informatie, onderhouds- en ontwikkelingsmaatregelen op het niveau van het centrale SIS II en de communicatie-infrastructuur komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie.
  • 2. 
    De kosten die voortvloeien uit de migratie, het testen, het onderhoud en de ontwikkeling van de nationale systemen komen ten laste van de betrokken lidstaat.
  • 3. 
    De kosten van de activiteiten op SIS 1+-niveau, zoals extra activiteiten van Frankrijk namens de lidstaten die deelnemen aan SIS 1+, worden gedragen overeenkomstig artikel 119 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst.

Artikel 16

Wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst

De bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst worden als volgt gewijzigd:

 

1.

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 92 bis

  • 1. 
    Vanaf de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad (19) en van Besluit 2008/839/JBZ van de Raad (20), en op basis van de definities in artikel 2 van die verordening, kan de technische architectuur van het Schengeninformatiesysteem worden aangevuld met:
 

a)

een aanvullend centraal systeem, bestaande uit:

 

een technisch ondersteunende functie (centrale SIS II), gelegen in Frankrijk met een back-up centrale SIS II gelegen in Oostenrijk, die de SIS II-databank en een uniforme nationale interface (NI-SIS) bevat;

 

een technische verbinding tussen C.SIS en het centrale SIS II via de converter voor de conversie en synchronisatie van gegevens tussen C.SIS en het centrale SIS II;

 

b)

een nationaal systeem (N.SIS II), bestaande uit de nationale datasystemen die in verbinding staan met het centrale SIS II;

 

c)

een infrastructuur voor de verbinding tussen het centrale SIS II en het met de NI-SIS verbonden N.SIS II.

  • 2. 
    N.SIS II kan in de plaats komen van het in artikel 92 bedoelde nationale deel; in dat geval hoeven de lidstaten geen nationaal gegevensbestand aan te houden.
  • 3. 
    De centrale SIS II-databank is beschikbaar om op het grondgebied van elke lidstaat geautomatiseerde bevraging mogelijk te maken.
  • 4. 
    Voor lidstaten die hun nationale deel vervangen door een N.SIS II gaan de verplichte functies van de technisch ondersteunende functie van die nationale delen zoals bedoeld in artikel 92, leden 2 en 3, over in verplichte functies van het centrale SIS II, onverminderd de verplichtingen bedoeld in Besluit 2008/839/JBZ en in artikel 5, lid 1, en artikel 10, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1104/2008.
  • 5. 
    Het centrale SIS II levert de diensten die nodig zijn voor het invoeren en verwerken van SIS-gegevens, de onlinebijwerking van de nationale kopieën van N.SIS II, de synchronisatie en de samenhang tussen de nationale kopieën van N.SIS II en de centrale SIS II-databank, en voor het proces voor de initialisering en het herstel van de nationale kopieën van N.SIS II.
  • 6. 
    Frankrijk, dat verantwoordelijk is voor de technisch ondersteunende functie, de andere lidstaten en de Commissie werken samen om ervoor te zorgen dat een opzoeking in de gegevensbestanden van N.SIS II of in de SIS II-databank, een resultaat oplevert dat gelijkwaardig is aan het resultaat van een opzoeking in het in artikel 92, lid 2 bedoelde gegevensbestand van de nationale delen.
 

2.

Artikel 119, lid 1, eerste zin, wordt vervangen door:

„De kosten verbonden aan de inrichting en werking van de technisch ondersteunende functie als bedoeld in artikel 92, lid 3, met inbegrip van de kosten voor de communicatie tussen de nationale delen van het Schengeninformatiesysteem en de technisch ondersteunende functie en de kosten voor activiteiten die verband houden met taken die Frankrijk verricht uit hoofde van Besluit 2008/839/JBZ en Verordening (EG) nr. 1104/2008, worden door de lidstaten gemeenschappelijk gedragen.”.

 

3.

In artikel 119 wordt de tweede alinea vervangen door:

„Elke lidstaat draagt de kosten verbonden aan de inrichting en werking van zijn nationale deel van het Schengeninformatiesysteem en aan de taken die aan de nationale systemen zijn opgedragen krachtens Besluit 2008/839/JBZ en Verordening (EG) nr. 1104/2008.”.

Artikel 17

Comité

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 67, lid 1, van Besluit 2007/533/JBZ ingestelde comité.
  • 2. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de procedure van artikel 67 van Besluit 2007/533/EG van toepassing.

Artikel 18

Verslaglegging

De Commissie brengt om de zes maanden, te beginnen na het eerste semester van 2009, een voortgangsverslag uit bij het Europees Parlement en de Raad over de ontwikkeling van SIS II en de migratie van SIS 1+ naar SIS II.

Artikel 19

Inwerkingtreding en toepassing

Dit besluit treedt in werking op de derde dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het besluit vervalt op de datum die door de Raad wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 71, lid 2, van Besluit 2007/533/JBZ, doch uiterlijk op 30 juni 2010.

Gedaan te Luxemburg, 24 oktober 2008.

Voor de Raad

De voorzitster

  • M. 
    ALLIOT-MARIE
 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 24 september 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.