2001/454/EG: Besluit nr. 4/2001 van de Associatieraad tussen de EG en Estland van 26 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van Estland aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 22001D0454

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

22001D0454

2001/454/EG: Besluit nr. 4/2001 van de Associatieraad tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds, van 26 april 2001 tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Estland aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life)

Publicatieblad Nr. L 157 van 14/06/2001 blz. 0014 - 0016

Besluit nr. 4/2001 van de Associatieraad tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds,

van 26 april 2001

tot vaststelling van de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Estland aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life)

(2001/454/EG)

DE ASSOCIATIERAAD,

Gelet op de Europaovereenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Estland, anderzijds(1), ondertekend te Luxemburg op 12 juni 1995, en met name op artikel 108,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Estland mag, overeenkomstig artikel 108 en bijlage X van de Europaovereenkomst, deelnemen aan communautaire kaderprogramma's, specifieke programma's, projecten en andere activiteiten, met name op het gebied van het milieu.
  • (2) 
    Overeenkomstig hetzelfde artikel wordt over de voorwaarden voor de deelname van Estland aan deze activiteiten besloten door de Associatieraad,

BESLUIT:

Artikel 1

Estland neemt met ingang van 1 januari 2001 deel aan het financieringsinstrument voor het milieu (hierna "Life" genoemd) overeenkomstig de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlagen I en II, die een integrerend deel vormen van dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing gedurende de hele looptijd van de derde fase van Life, welke ingaat op 1 januari 2001.

Artikel 3

Voorstellen die door Estland bij de Commissie worden ingediend vóór 31 oktober 2000 voor Life-Natuur en vóór 30 november 2000 voor Life-Milieu, komen voor beoordeling in aanmerking.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te Brussel, 26 april 2001.

Voor de Associatieraad

De voorzitter

  • T. 
    H. Ilves
  • (1) 
    PB L 68 van 9.3.1998, blz. 3.

BIJLAGE I

Voorwaarden voor de deelname van Estland aan het financieringsinstrument voor het milieu (Life)

  • 1. 
    Estland neemt deel aan alle activiteiten in het kader van Life, overeenkomstig de doelstellingen, criteria, procedures en termijnen die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 inzake de oprichting van het financieringsinstrument voor het milieu (Life)(1).
  • 2. 
    Met het oog op deelname aan het programma betaalt Estland jaarlijks een bijdrage aan de algemene begroting van de Europese Unie, overeenkomstig de in bijlage II opgenomen voorwaarden.

Teneinde rekening te houden met ontwikkelingen in Life en wijzigingen in het absorptievermogen van Estland, kan het Associatiecomité, indien het dit wenselijk acht, deze bijdrage aanpassen om een verstoring van het begrotingsevenwicht bij de uitvoering van het programma te vermijden.

  • 3. 
    Voor instellingen, organisaties en personen uit Estland gelden met betrekking tot de indiening, evaluatie en selectie van inschrijvingen dezelfde voorwaarden als voor instellingen, organisaties en personen uit de Gemeenschap.

Bij de benoeming van onafhankelijke deskundigen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen in het besluit tot vaststelling van het programma kan de Commissie ook deskundigen uit Estland aanwijzen om haar bij de evaluatie van projecten te helpen.

  • 4. 
    Teneinde de communautaire dimensie van Life te waarborgen, dient bij transnationale projecten en activiteiten waarvoor Estland voorstellen indient, waar van toepassing ten minste één partner uit een lidstaat van de Gemeenschap te worden betrokken.
  • 5. 
    In het kader van de bestaande voorschriften stellen de lidstaten van de Gemeenschap en Estland alles in het werk om het vrije verkeer tussen en verblijf in Estland en de lidstaten van de Gemeenschap te vergemakkelijken voor alle deskundigen en andere betrokken personen die zich tussen Estland en de lidstaten van de Gemeenschap verplaatsen met het oog op deelname aan de onder dit besluit vallende activiteiten.
  • 6. 
    De onder dit besluit vallende activiteiten zijn, wat betreft de goederen en diensten die ervoor bestemd zijn om in dat verband te worden gebruikt, vrijgesteld van Estlandse indirecte belastingen en douanerechten, alsook van in- en uitvoerverboden en -beperkingen.
  • 7. 
    Onverminderd de bevoegdheden van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen in verband met het toezicht op en de beoordeling van het programma overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1655/2000, wordt op de deelname van Estland aan het programma voortdurend toezicht uitgeoefend, zulks op basis van partnerschap tussen de Commissie en Estland. Estland neemt deel aan alle andere in dit verband door de Gemeenschap ondernomen specifieke activiteiten.
  • 8. 
    Conform het Financieel Reglement van de Gemeenschap dienen de contractuele regelingen die met Estlandse partijen worden getroffen, te voorzien in controles en audits welke door of op gezag van de Commissie en de Rekenkamer worden uitgevoerd. Met name kunnen financiële audits worden uitgevoerd teneinde de inkomsten en uitgaven van bedoelde partijen in het licht van hun contractuele verplichtingen ten overstaan van de Gemeenschap te controleren. Met het oog op de samenwerking en de wederzijdse belangen verstrekken de betrokken Estlandse autoriteiten alle redelijkerwijs mogelijke assistentie die in de gegeven omstandigheden nodig of nuttig kan zijn voor de uitvoering van die controles en audits.
  • 9. 
    Onverminderd de procedures van artikel 3, lid 7, en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1655/2000 nemen vertegenwoordigers van Estland, voor de punten die hen betreffen, als waarnemers deel aan de desbetreffende comitévergaderingen. De vertegenwoordigers van Estland zijn niet aanwezig wanneer er andere punten worden besproken of wanneer er in het comité wordt gestemd.
  • 10. 
    Voor alle contacten met de Commissie wordt bij het inschrijven, het opstellen van contracten en verslagen en andere administratieve aangelegenheden in verband met de programma's gebruik gemaakt van een van de officiële talen van de Gemeenschap.
  • 11. 
    De Gemeenschap en Estland kunnen de onder dit besluit vallende activiteiten te allen tijde door middel van een schriftelijke kennisgeving en met inachtneming van een opzegtermijn van twaalf maanden beëindigen. De op het moment van de stopzetting nog lopende projecten en activiteiten worden voltooid onder de in de desbetreffende overeenkomsten vastgelegde voorwaarden.
  • (1) 
    PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1.

BIJLAGE II

Financiële bijdrage van Estland aan Life

  • 1. 
    De financiële bijdrage van Estland aan de algemene begroting van de Europese Unie voor deelname aan Life bedraagt 600000 EUR voor elk van de eerste twee begrotingsjaren. In genoemd bedrag zijn de extra administratiekosten begrepen.

De bijdrage van Estland voor de volgende periode wordt door de Associatieraad vastgesteld in de loop van 2002.

  • 2. 
    Estland betaalt de bovengenoemde bijdrage deels uit zijn nationale begroting en deels uit zijn nationale Phare-programma. De vereiste Phare-middelen, waarvoor een aparte Phare-programmeringsprocedure geldt, worden Estland ter beschikking gesteld door middel van een apart financieringsmemorandum. Samen met de middelen uit de Estlandse nationale begroting vormen zij de eigen bijdrage van Estland, waaruit het land zal putten om te voldoen aan het jaarlijkse verzoek tot storting van de Commissie.
  • 3. 
    Onderstaand schema geeft de benodigde Phare-middelen weer:

285000 EUR voor de bijdrage aan Life voor het eerste jaar (2001);

285000 EUR voor het tweede jaar.

Het resterende gedeelte van de bijdrage van Estland wordt met middelen uit de Estlandse nationale begroting gedekt.

  • 4. 
    Het Financieel Reglement van 21 december 1977, van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen(1), geldt ook voor het beheer van de bijdrage van Estland.

Reis- en verblijfkosten van Estlandse vertegenwoordigers en deskundigen in verband met hun deelname, als waarnemers, aan de werkzaamheden van het in bijlage I, punt 9, genoemde comité en aan andere vergaderingen in samenhang met de uitvoering van Life worden door de Commissie vergoed op dezelfde grondslag en volgens de procedures die gelden voor niet-gouvernementele deskundigen van de lidstaten van de Europese Unie.

  • 5. 
    Bij de inwerkingtreding van dit besluit en het begin van ieder nieuw jaar doet de Commissie Estland een verzoek tot storting toekomen ter hoogte van de bijdrage van dat land aan Life overeenkomstig dit besluit.

Deze bijdrage wordt uitgedrukt in euro en dient te worden overgemaakt op een in euro gestelde bankrekening van de Commissie.

De bijdrage van Estland stemt overeen met het verzoek tot storting en dient te worden voldaan:

  • niet later dan 1 april voor het gedeelte gefinancierd uit de Estlandse nationale begroting, op voorwaarde dat het verzoek tot storting van de Commissie vóór 1 maart is verzonden, of, indien dit na deze datum is gebeurd, uiterlijk één maand na de verzending van het verzoek tot storting;
  • niet later dan 1 april voor het gedeelte gefinancierd uit Phare-middelen, op voorwaarde dat de desbetreffende bedragen vóór die datum aan Estland zijn overgemaakt, of uiterlijk binnen 30 dagen nadat deze middelen aan Estland zijn overgemaakt.

Bij vertraging in de betaling van de bijdrage betaalt Estland rente over het op de vervaldag nog openstaande bedrag. De rentevoet is die welke door de Europese Centrale Bank op de datum waarop de betalingstermijn verstrijkt, voor haar transacties in euro wordt toegepast, vermeerderd met anderhalf procentpunt.

  • (1) 
    PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Reglement laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 762/2001 (PB L 111 van 20.4.2001, blz. 1).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.