Uitvoeringsverordening 2011/540 - Uitvoering van Verordening 1107/2009 wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft

1.

Wettekst

11.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 153/1

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 540/2011 VAN DE COMMISSIE

van 25 mei 2011

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 78, lid 3,

Na raadpleging van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 moeten de in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2) opgenomen werkzame stoffen geacht worden krachtens die verordening te zijn goedgekeurd.

 

(2)

Voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is het daarom noodzakelijk een verordening vast te stellen met de lijst van werkzame stoffen die ten tijde van de vaststelling van deze verordening in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG waren opgenomen.

 

(3)

In dit verband moet erop worden gewezen dat, aangezien Richtlijn 91/414/EEG bij artikel 83 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is ingetrokken, de richtlijnen waarbij de werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn opgenomen overbodig zijn geworden voor zover zij die richtlijn wijzigen. De op zichzelf staande bepalingen van die richtlijnen blijven echter wel van toepassing,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De werkzame stoffen die in de bijlage bij deze verordening zijn vermeld, worden geacht krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 te zijn goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 14 juni 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 mei 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 

BIJLAGE

VOOR GEBRUIK IN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN GOEDGEKEURDE WERKZAME STOFFEN

Voor alle stoffen in deze bijlage geldende algemene bepalingen:

 

Voor de toepassing voor elke stof van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over de betrokken stof, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

 

De lidstaten houden alle evaluatieverslagen (met uitzondering van de vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 63 van Verordening (EG) nr. 1107/2009) voor raadpleging ter beschikking van alle belangstellende partijen die daarom verzoeken.

 

Nummer

Benaming, identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

1

Imazalil

CAS-nr.: 73790-28-0, 35554-44-0

CIPAC-nr.: 335

(+)-1-(β-allyloxy-2,4-dichloorfenylethyl)imidazool of (+)-allyl-1-(2,4-dichloorfenyl)-2-imidazool-1-ylethylether

975 g/kg

1 januari 1999

31 december 2011

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Voor de hierna vermelde doeleinden zijn de hierna vermelde bijzondere voorwaarden van toepassing:

 

behandeling van fruit, groenten en aardappelen na de oogst mag slechts worden toegestaan wanneer wordt gezorgd voor een passend decontaminatiesysteem of wanneer aan de hand van een risicobeoordeling aan de toelating verlenende lidstaat is aangetoond, dat het lozen van de behandelingsoplossing niet leidt tot een onaanvaardbaar risico voor het milieu en met name voor in het water levende organismen;

 

behandeling van aardappelen na de oogst mag slechts worden toegestaan wanneer aan de hand van een risicobeoordeling aan de toelating verlenende lidstaat is aangetoond, dat het lozen van het verwerkingsafval van behandelde aardappelen geen onaanvaardbaar risico oplevert voor in het water levende organismen;

 

bladbehandeling in de open lucht mag slechts worden toegestaan wanneer aan de hand van een risicobeoordeling aan de toelating verlenende lidstaat is aangetoond, dat het gebruik geen onaanvaardbare uitwerkingen heeft voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 11 juli 1997.

2

Azoxystrobin

CAS-nr.: 131860-33-8

CIPAC-nr.: 571

methyl-(E)-2-{2-[6-(2-cyaanfenoxy)pyrimidine-4-yloxy]fenyl}-3-methoxyacrylaat

930 g/kg (Z-isomeer max. 25 g/kg)

1 juli 1998

31 december 2011

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

In de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet speciale aandacht worden besteed aan de gevolgen voor de in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 22 april 1998.

3

Kresoxim-methyl

CAS-nr.: 143390-89-0

CIPAC-nr.: 568

methyl-(E)-2-methoxyimino-2-[2-(o-tolyloxymethyl)fenyl]acetaat

910 g/kg

1 februari 1999

31 december 2011

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

De lidstaten dienen bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen speciale aandacht te besteden aan de bescherming van het grondwater in kwetsbare omstandigheden.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 16 oktober 1998.

4

Spiroxamine

CAS-nr.: 1181134-30-8

CIPAC-nr.: 572

(8-tert-butyl-1,4-dioxaspiro[4,5]decaan-2-ylmethyl)-ethyl-propylamine

940 g/kg (diastereomeren A en B gecombineerd)

1 september 1999

31 december 2011

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de uniforme beginselen moeten de lidstaten:

 

in het bijzonder aandacht besteden aan de veiligheid van degene die de stof toedient en ervoor zorgen dat de voorwaarden voor de toelating in de toepassing van adequate beschermingsmaatregelen voorzien;

 

speciale aandacht besteden aan de gevolgen voor in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 12 mei 1999.

5

Azimsulfuron

CAS-nr.: 120162-55-2

CIPAC-nr.: 584

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-[1-methyl-4-(2-methyl-2H-tetrazool-5-yl)-pyrazool-5-ylsulfonyl]ureum

980 g/kg

1 oktober 1999

31 december 2011

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Toepassing vanuit de lucht mag niet worden toegestaan.

De lidstaten moeten bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen speciale aandacht besteden aan de gevolgen voor in het water levende organismen en voor andere terrestrische planten dan die waarvoor de stof is bedoeld, en zij moeten ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden indien nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. in de rijstteelt, het bepalen van een wachttijd voor het lozen van het water).

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 2 juli 1999.

6

Fluroxypyr

CAS-nr.: 69377-81-7

CIPAC-nr.: 431

4-amino-3,5-dichloor-6-fluor-2-pyridyloxyazijnzuur

950 g/kg

1 december 2000

31 december 2011

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten:

 

rekening houden met de aanvullende gegevens die in punt 7 van het evaluatieverslag worden gevraagd,

 

speciale aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater en

 

speciale aandacht besteden aan de gevolgen voor in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

De lidstaten informeren de Commissie als de resultaten van het gevraagde aanvullende onderzoek en de aanvullende informatie, zoals bedoeld in punt 7 van het evaluatieverslag, op 1 december 2000 nog niet zijn ingediend.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 30 november 1999.

7

Metsulfuronmethyl

CAS-nr.: 74223-64-6

methyl-2-(4-methoxy-6-methyl-1,3,5,-triazine-2-ylcarbamoylsulfamoyl)benzoaat

960 g/kg

1 juli 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater;

 

bijzondere aandacht besteden aan de gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 16 juni 2000.

8

Prohexadion-calcium

CAS-nr.: 127277-53-6

CIPAC-nr.: 567

calcium-3,5-dioxo-4-propionylcyclohexaancarboxylaat

890 g/kg

1 oktober 2000

31 december 2011

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 16 juni 2000.

9

Triasulfuron

CAS-nr.: 82097-50-5

CIPAC-nr.: 480

1-[2-(2-chloorethoxy)fenylsulfonyl]-3-(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)ureum

940 g/kg

1 augustus 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater;

 

bijzondere aandacht besteden aan de gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 13 juli 2000.

10

Esfenvaleraat

CAS-nr.: 66230-04-4

CIPAC-nr.: 481

(S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(S)-2-(4-chloorfenyl)-3-methylbutyraat

830 g/kg

1 augustus 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke gevolgen voor in het water levende organismen en voor geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 13 juli 2000.

11

Bentazon

CAS-nr.: 25057-89-0

CIPAC-nr.: 366

3-isopropyl-(1H)-2,1,3-benzothiadiazine-4-(3H)-on-2,2-dioxide

960 g/kg

1 augustus 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 13 juli 2000.

12

Lambda-cyhalothrin

CAS-nr.: 91465-08-6

CIPAC-nr.: 463

Een 1:1-mengsel van:

 
 

(S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(Z)-(1R,3R)-3-(2-chloor-3,3,3-trifluorpropenyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

en

 
 

(R)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(Z)-(1S,3S)-3-(2-chloor-3,3,3-trifluorpropenyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

810 g/kg

1 januari 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van toedieners;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke gevolgen voor in het water levende organismen en voor geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, met inbegrip van bijen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de residuen in voeding en met name aan de acute effecten daarvan.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 19 oktober 2000.

13

Fenhexamide

CAS-nr.: 126833-17-8

CIPAC-nr.: 603

N-(2,3-dichloor-4-hydroxyfenyl)-1- methylcyclohexaancarboxamide

≥ 950 g/kg

1 juni 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 19 oktober 2000.

14

Amitrool

CAS-nr.: 61-82-5

CIPAC-nr.: 90

H-[1,2,4]-triazool-3-ylamine

900 g/kg

1 januari 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over amitrool, en met name de aanhangsels I en II, dat op 12 december 2000 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van toedieners;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, met name bij niet voor gewassen bestemde toepassingen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van nuttige geleedpotigen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en in het wild levende zoogdieren. Amitrool mag tijdens het broedseizoen alleen worden gebruikt als uit een geschikte risicobeoordeling blijkt dat dit geen onaanvaardbare gevolgen heeft, en als de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

15

Diquat

CAS-nr.: 2764-72-9 (ion), 85-00-7 (dibromide)

CIPAC-nr.: 55

9,10-dihydro-8a,10a-diazoniafenantreen-ion (dibromide)

950 g/kg

1 januari 2002

31 december 2015

Mag op basis van de momenteel beschikbare informatie alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide en als droogmiddel. Toepassingen voor bestrijding van waterplanten mogen niet worden toegelaten.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diquat, en met name de aanhangsels I en II, dat op 12 december 2000 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van toedieners bij niet-professioneel gebruik, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

16

Pyridaat

CAS-nr.: 55512-33.9

CIPAC-nr.: 447

6-chloor-3-fenylpyridazine-4-yl-S-octylthiocarbonaat

900 g/kg

1 januari 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyridaat, en met name de aanhangsels I en II, dat op 12 december 2000 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

17

Thiabendazool

CAS-nr.: 148-79-8

CIPAC-nr.: 323

2-thiazool-4-yl-1H-benzimidazool

985 g/kg

1 januari 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide. Toepassingen als bladspuitmiddel mogen niet worden toegelaten.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over thiabendazool, en met name de aanhangsels I en II, dat op 12 december 2000 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water en in het sediment levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

Passende risicobeperkende maatregelen (bv. zuivering met kiezelaarde of geactiveerde koolstof) moeten worden toegepast om het oppervlaktewater te beschermen tegen onaanvaardbare vervuiling door afvalwater.

18

Paecilomyces fumosoroseus

Apopka stam 97, PFR 97 of CG 170, ATCC20874

niet van toepassing

aan de hand van HPLC moet elke gistingsbouillon worden gecontroleerd op de afwezigheid van secundaire metabolieten

1 juli 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Elke gistingsbouillon moet aan de hand van HPLC op de afwezigheid van secundaire metabolieten worden gecontroleerd.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 27 april 2001.

19

DPX KE 459 (flupyrsulforon methyl)

CAS-nr.: 144740-54-5

CIPAC-nr.: 577

2-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-ylcarbamoylsulfamoyl)-6-trifluormethylnicotinaat, mononatriumzout

903 g/kg

1 juli 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de uniforme beginselen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 27 april 2001.

20

Acibenzolar-S-methyl

CAS-nr.: 135158-54-2

CIPAC-nr.: 597

benzo[1,2,3]thiadiazool-7-carbothioaat,S-methylester

970 g/kg

1 november 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als plantenactivator.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 29 juni 2001

21

Cyclanilide

CAS-nr.: 113136-77-9

CIPAC-nr.: 586

niet beschikbaar

960 g/kg

1 november 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator.

Het maximale gehalte aan de onzuiverheid 2,4-dichlooraniline (2,4-DCA) in de werkzame stof na verwerking bedraagt 1 g/kg.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 29 juni 2001.

22

IJzer(III)fosfaat

CAS-nr.: 10045-86-0

CIPAC-nr.: 629

ijzer(III)fosfaat

990 g/kg

1 november 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als slakkendodend middel.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 29 juni 2001.

23

Pymetrozine

CAS-nr.: 123312-89-0

CIPAC-nr.: 593

(E)-6-methyl-4-[(pyridine-3-ylmethyleen)amino]-4,5-dihydro-2H-[1,2,4]-triazine-3-on

950 g/kg

1 november 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de uniforme beginselen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 29 juni 2001.

24

Pyraflufen-ethyl

CAS-nr.: 129630-19-9

CIPAC-nr.: 605

ethyl-2-chloor-5-(4-chloor-5-difluormethoxy-1-methylpyrazool-3-yl)-4-fluorfenoxyacetaat

956 g/kg

1 november 2001

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Bij de besluitvorming overeenkomstig de uniforme beginselen moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van algen en waterplanten en waar nodig risicobeperkende maatregelen toepassen.

Datum waarop het Permanent Plantenziektekundig Comité het evaluatieverslag heeft voltooid: 29 juni 2001.

25

Glyfosaat

CAS-nr.: 1071-83-6

CIPAC-nr.: 284

N-(fosfonomethyl)glycine

950 g/kg

1 juli 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over glyfosaat, en met name de aanhangsels I en II, dat op 29 juni 2001 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, met name bij niet voor gewassen bestemde toepassingen.

26

Thifensulfuron-methyl

CAS-nr.: 79277-27-3

CIPAC-nr.: 452

methyl-3-(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-ylcarbamoyl-sulfamoyl)thiofeen-2-carboxylaat

960 g/kg

1 juli 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over thifensulfuron-methyl, en met name de aanhangsels I en II, dat op 29 juni 2001 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater;

 

bijzondere aandacht besteden aan de gevolgen voor waterplanten, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

27

2,4-D

CAS-nr.: 94-75-7

CIPAC-nr.: 1

(2,4-dichloorfenoxy)azijnzuur

960 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 2,4-D, en met name de aanhangsels I en II, dat op 2 oktober 2001 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de absorptie via de huid;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

28

Isoproturon

CAS-nr.: 34123-59-6

CIPAC-nr.: 336

3-(4-isopropylfenyl)-1,1-dimethylureum

970 g/kg

1 januari 2003

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over isoproturon, en met name de aanhangsels I en II, dat op 7 december 2001 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden, of wanneer de gebruikte doses de in het evaluatierapport beschreven doses overschrijden, en waar nodig risicobeperkende maatregelen toepassen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

29

Ethofumesaat

CAS-nr.: 26225-79-6

CIPAC-nr.: 233

(±)-2-ethoxy-2,3-dihydro-3,3-dimethylbenzofuran-5-ylmethaansulfonaat

960 g/kg

1 maart 2003

28 februari 2013

Alleen gebruik van de stof als herbicide mag worden toegestaan.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ethofumesaat, inzonderheid de aanhangsels I en II, waarvan de definitieve versie is aangenomen in het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid op 26 februari 2002. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater wanneer de werkzame stof wordt toegepast in, uit een oogpunt van bodemgesteldheid en/of weersomstandigheden, kwetsbare gebieden, en moeten zij, indien nodig, maatregelen toepassen om het risico zoveel mogelijk te beperken.

30

Iprovalicarb

CAS-nr.: 140923-17-7

CIPAC-nr.: 620

{2-methyl-1-[1-(4-methylfenyl)ethylcarbonyl]propyl}carbaminezuur, isopropylester

950 g/kg (voorlopige specificatie)

1 juli 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iprovalicarb, en met name de aanhangsels I en II, dat op 26 februari 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling:

 

moet de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, worden bevestigd en met passende analytische gegevens worden onderbouwd. Het in het toxiciteitsdossier gebruikte materiaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van toedieners.

31

Prosulfuron

CAS-nr.: 94125-34-5

CIPAC-nr.: 579

1-(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)-3-[2-(3,3,3-trifluorpropyl)-fenylsulfonyl]ureum

950 g/kg

1 juli 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over prosulfuron, en met name de aanhangsels I en II, dat op 26 februari 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

het risico voor waterplanten zorgvuldig onderzoeken als de werkzame stof in de nabijheid van oppervlaktewater wordt gebruikt. Waar nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden. Waar nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

32

Sulfosulfuron

CAS-nr.: 141776-32-1

CIPAC-nr.: 601

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-[(2-ethaansulfonyl-imidazo[1,2-a]pyridine) sulfonyl]ureum

980 g/kg

1 juli 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over sulfosulfuron, en met name de aanhangsels I en II, dat op 26 februari 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling:

 

moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten en algen. Waar nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast;

 

moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden.

33

Cinidon-ethyl

CAS-nr.: 142891-20-1

CIPAC-nr.: 598

(Z)-ethyl-2-chloor-3-[2-chloor-5-(cyclohex-1-een-1,2-dicarboximido)fenyl]acrylaat

940 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cinidon-ethyl, en met name de aanhangsels I en II, dat op 19 april 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid (bv. grond met neutrale of hoge pH-waarden) en/of klimaat kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

34

Cyhalofop-butyl

CAS-nr.: 122008-85-9

CIPAC-nr.: 596

butyl-(R)-2-[4(4-cyaan-2-fluorfenoxy) fenoxy]propionaat

950 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyhalofop-butyl, en met name de aanhangsels I en II, dat op 19 april 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling:

 

moeten de lidstaten de mogelijke gevolgen van toepassing vanuit het vliegtuig voor niet-doelorganismen, vooral voor in het water levende soorten, nauwkeurig onderzoeken. De toelatingsvoorwaarden moeten waar nodig ook risicoverlagende maatregelen omvatten.

 

moeten de lidstaten de mogelijke gevolgen van toepassing vanop de grond voor in het water levende organismen in natte rijstvelden nauwkeurig onderzoeken. De toelatingsvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

35

Famoxadone

CAS-nr.: 131807-57-3

CIPAC-nr.: 594

3-anilino-5-methyl-5-(4-fenoxyfenyl)-1,3-oxazolidine-2,4-dion

960 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over famoxadone, en met name de aanhangsels I en II, dat op 19 april 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke chronische risico's van de moederstof of van metabolieten voor regenwormen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van toedieners.

36

Florasulam

CAS-nr.: 145701-23-1

CIPAC-nr.: 616

2′, 6′, 8-trifluor-5-methoxy-[1,2,4]-triazool[1,5-c]pyrimidine-2-sulfonanilide

970 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over florasulam, en met name de aanhangsels I en II, dat op 19 april 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

37

Metalaxyl-M

CAS-nr.: 70630-17-0

CIPAC-nr.: 580

methyl-(R)-2-{[(2,6-dimethylfenyl) methoxyacetyl]amino}propionaat

910 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metalaxyl-M, en met name de aanhangsels I en II, dat op 19 april 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling:

 

moet bijzondere aandacht besteed worden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater door de werkzame stof of de afbraakproducten CGA 62826 en CGA 108906, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden. Waar nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

38

Picolinafen

CAS-nr.: 137641-05-5

CIPAC-nr.: 639

4′-fluor-6-[(α,α,α-trifluor-m-tolyl)oxy]picolinanilide

970 g/kg

1 oktober 2002

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over picolinafen, en met name de aanhangsels I en II, dat op 19 april 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

39

Flumioxazine

CAS-nr.: 103361-09-7

CIPAC-nr.: 578

N-(7-fluor-3,4-dihydro-3-oxo-4-prop-2-ynyl-2H-1,4-benzoxazine-6-yl)cyclohex-1-een-1,2-dicarboximide

960 g/kg

1 januari 2003

31 december 2015

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flumioxazine, en met name de aanhangsels I en II, dat op 28 juni 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

het risico voor waterplanten en algen zorgvuldig onderzoeken. De toelatingsvoorwaarden moeten waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

40

Deltamethrin

CAS-nr.: 52918-63-5

CIPAC-nr.: 333

(S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(1R,3R)-3-(2,2-dibroomvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

980 g/kg

1 november 2003

31 oktober 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over deltamethrin, met name de aanhangsels I en II, dat op 18 oktober 2002 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

in het bijzonder aandacht besteden aan de veiligheid van degene die de stof toepast en ervoor zorgen dat in de voorwaarden voor de toelating adequate beschermingsmaatregelen zijn opgenomen;

 

de situatie inzake de acute blootstelling van de consument via de voeding volgen met het oog op toekomstige herzieningen van de maximumresidugehalten;

 

in het bijzonder aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen, bijen en geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, en ervoor zorgen dat in de voorwaarden voor toelating, waar nodig, risicobeperkende maatregelen zijn opgenomen.

41

Imazamox

CAS-nr.: 114311-32-9

CIPAC-nr.: 619

(±)-2-(4-isopropyl-4-methyl-5-oxo-2-imidazoline-2-yl)- 5-(methoxymethyl)nicotinezuur

950 g/kg

1 juli 2003

30 juni 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over imazamox, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden. Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

42

Oxasulfuron

CAS-nr.: 144651-06-9

CIPAC-nr.: 626

oxetaan-3-yl-2-[(4,6-dimethylpyrimidine-2-yl)carbamoylsulfamoyl]benzoaat

930 g/kg

1 juli 2003

30 juni 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over oxasulfuron, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

  • – 
    – De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

43

Ethoxysulfuron

CAS-nr.: 126801-58-9

CIPAC-nr.: 59119

3-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-1-(2-ethoxyfenoxy-sulfonyl)ureum

950 g/kg

1 juli 2003

30 juni 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ethoxysulfuron, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende waterplanten en algen in afwateringskanalen. Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

44

Foramsulfuron

CAS-nr.: 173159-57-4

CIPAC-nr.: 659

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-(2-dimethylcarbamoyl-5-formamidofenylsulfonyl)ureum

940 g/kg

1 juli 2003

30 juni 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over foramsulfuron, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten. Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

45

Oxadiargyl

CAS-nr.: 39807-15-3

CIPAC-nr.: 604

5-tert-butyl-3-(2,4-dichloor-5-propargyloxyfenyl)-1,3,4-oxadiazool-2-(3H)-on

980 g/kg

1 juli 2003

30 juni 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over oxadiargyl, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van algen en waterplanten. Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

46

Cyazofamide

CAS-nr.: 120116-88-3

CIPAC-nr.: 653

4-chloor-2-cyaan-N,N-dimethyl-5-p-tolylimidazool-1-sulfonamide

935 g/kg

1 juli 2003

30 juni 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyazofamide, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling:

 

moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen;

 

moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de afbraakkinetiek van de metaboliet CTCA in de bodem, vooral in Noord-Europa.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen of gebruiksrestricties worden toegepast.

47

2,4-DB

CAS-nr.: 94-82-6

CIPAC-nr.: 83

4-(2,4-dichloorfenoxy)boterzuur

940 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 2,4-DB, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden. Indien nodig, moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

48

Beta-cyfluthrin

CAS-nr.: 68359-37-5 (onbepaalde stereochemie)

CIPAC-nr.: 482

(1RS,3RS;1RS,3SR)-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarbonzuur, (SR)-α-cyaan-(4-fluor-3-fenoxyfenyl)methylester

965 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als insecticide.

Voor ander gebruik dan bij siergewassen in kassen en bij zaadbehandeling bestaat momenteel geen adequate basis en voor dat andere gebruik is niet aangetoond dat de criteria van bijlage VI worden nageleefd. Ter ondersteuning van de toelating van deze vormen van gebruik moeten gegevens en inlichtingen worden verzameld en aan de lidstaten worden voorgelegd als bewijs dat deze gebruiksvormen aanvaardbaar zijn voor menselijke consumptie en uit milieuoogpunt. Dit geldt met name voor gegevens voor de beoordeling van de risico's die verbonden zijn aan het gebruik van beta-cyfluthrin op bladeren in open lucht en aan de opname via de voeding in het geval van behandeling van de bladeren van eetbare gewassen.

Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over beta-cyfluthrin, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten adequate risicobeperkende maatregelen omvatten.

49

Cyfluthrin

CAS-nr.: 68359-37-5 (onbepaalde stereochemie)

CIPAC-nr.: 385

(RS)-α-cyaan-4-fluor-3-fenoxybenzyl-(1RS,3RS;1RS,3SR)-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

920 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als insecticide.

Voor ander gebruik dan bij sierplanten in kassen en bij zaadbehandeling bestaat momenteel geen adequate basis en voor dit gebruik is niet aangetoond dat de criteria van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen worden nageleefd. Ter ondersteuning van de toelating van deze vormen van gebruik moeten gegevens en inlichtingen worden verzameld en aan de lidstaten worden voorgelegd als bewijs dat deze gebruiksvormen aanvaardbaar zijn voor menselijke consumptie en uit milieuoogpunt. Dit geldt met name voor gegevens voor de nauwkeurige beoordeling van de risico's die verbonden zijn aan het gebruik van cyfluthrin op bladeren in de open lucht en aan de opname via de voeding in het geval van behandeling van de bladeren van eetbare gewassen.

Voor de toepassing van de uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyfluthrin, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten adequate risicobeperkende maatregelen omvatten.

50

Iprodion

CAS-nr.: 36734-19-7

CIPAC-nr.: 278

3-(3,5-dichloorfenyl)-N-isopropyl-2,4-dioxo-imidazolidine-1-carboximide

960 g/kg

van 1 januari 2004

van 31 december 2013

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide en nematicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iprodion, met name de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof in hoge doses (vooral op grasvelden) wordt toegepast op zure bodems (pH lager dan 6) in qua klimaat kwetsbare gebieden;

 

nauwkeurig het risico voor ongewervelde waterorganismen nagaan, indien de werkzame stof in de onmiddellijke nabijheid van oppervlaktewater wordt toegepast. Indien nodig, moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

51

Linuron

CAS-nr.: 330-55-2

CIPAC-nr.: 76

3-(3,4-dichloorfenyl)-1-methoxy-1-methylureum

900 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over linuron, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het wild levende zoogdieren, geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren en waterorganismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

speciale aandacht besteden aan de bescherming van degene die de stof toepast.

52

Maleïnehydrazide

CAS-nr.: 123-33-1

CIPAC-nr.: 310

6-hydroxy-2H-pyridazine-3-on

940 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als groeiregulator.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over maleïnehydrazide, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

in het bijzonder aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, en ervoor zorgen dat in de voorwaarden voor toelating risicobeperkende maatregelen zijn opgenomen, waar deze nodig zijn;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden. Indien nodig, moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

53

Pendimethalin

CAS-nr.: 40487-42-1

CIPAC-nr.: 357

N-(1-ethylpropyl)-2,6-dinitro-3,4-xylideen

900 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pendimethalin, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2002 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen en van landplanten die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijkheid dat de stof over korte afstanden kan migreren door de lucht.

54

Propineb

CAS-nr. 12071-83-9 (monomeer), 9016-72-2 (homopolymeer)

CIPAC-nr. 177

zink-1,2-propyleenbis(dithiocarbamaat), polymeer

de technisch werkzame stof zou voldoen aan de specificatie van de FAO

1 april 2004

31 maart 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over propineb, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 26 februari 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van kleine zoogdieren, waterorganismen en geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

 

letten op de situatie van de consument met betrekking tot de acute blootstelling via het voedsel, met het oog op latere herzieningen van de MRL's

55

Propyzamide

CAS-nr.: 23950-58-5

CIPAC-nr.: 315

3,5-dichloor-N-(1,1-dimethylprop-2-ynyl)benzamide

920 g/kg

1 april 2004

31 maart 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over propyzamide, met name de aanhangsels I en II, dat op 26 februari 2003 door het Permanent Plantenziektekundig Comité is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van toepassers en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en in het wild levende zoogdieren, met name wanneer de stof gedurende het voortplantingsseizoen wordt toegepast. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

56

Mecoprop

CAS-nr.: 7085-19-0

CIPAC-nr.: 51

(RS)-2-(4-chloor-o-tolyloxy)propionzuur

930 g/kg

1 juni 2004

31 mei 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mecoprop, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. Waar nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

57

Mecoprop-P

CAS-nr.: 16484-77-8

CIPAC-nr.: 475

(R)-2-(4-chloor-o-tolyloxy)propionzuur

860 g/kg

1 juni 2004

31 mei 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mecoprop-P, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

58

Propiconazool

CAS-nr.: 60207-90-1

CIPAC-nr.: 408

(±)-1-[2-(2,4-dichloorfenyl)-4-propyl-1,3-dioxolaan-2-ylmethyl]-1H-1,2,4-triazool

920 g/kg

1 juni 2004

31 mei 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over propiconazool, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren en waterorganismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in de bodem levende organismen voor toepassingsdoses van meer dan 625 g werkzame stof/ha (bv. gebruik in grasvelden). De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen (bv. door plaatsgewijze bespuiting) omvatten.

59

Trifloxystrobin

CAS-nr.: 141517-21-7

CIPAC-nr.: 617

methyl-(E)-methoxyimino-{(E)-α-[1-(α,α,α-trifluor-m-tolyl)ethylideenaminooxy]-o-tolyl}acetaat

960 g/kg

1 oktober 2003

30 september 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over trifloxystrobin, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden.

Risicoverlagende maatregelen moeten worden toegepast en/of bewakingsprogramma's kunnen indien nodig worden gestart.

60

Carfentrazone-ethyl

CAS-nr.: 128639-02.1

CIPAC-nr.: 587

ethyl-(RS)-2-chloor-3-[2-chloor-5-(4-difluormethyl-4,5-dihydro-3-methyl-5-oxo-1H-1,2,4-triazool-1-yl)-4-fluorfenyl]propionaat

900 g/kg

1 oktober 2003

30 september 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carfentrazone-ethyl, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

61

Mesotrione

CAS-nr.: 104206-8

CIPAC-nr.: 625

2-(4-mesyl-2-nitrobenzoyl) cyclohexaan-1,3-dion

920 g/kg

De fabricage-onzuiverheid 1-cyaan-6-(methylsulfonyl)-7-nitro-9H-xantheen-9-on wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en moet in het technische product onder 0,0002 gewichtsprocent blijven.

1 oktober 2003

30 september 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mesotrione, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

62

Fenamidone

CAS-nr.: 161326-34-7

CIPAC-nr.: 650

(S)-5-fenyl-3-fenylamino-5-methyl-2-methylthio-3,5-dihydroimidazool-4-on

975 g/kg

1 oktober 2003

30 september 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenamidone, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden,

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren,

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

63

Isoxaflutool

CAS-nr.: 141112-29-0

CIPAC-nr.: 575

5-cyclopropyl-4-(2-methylsulfonyl-4-trifluormethylbenzoyl)isoxazool

950 g/kg

1 oktober 2003

30 september 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over isoxaflutool, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden. Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen of bewakingsprogramma's worden toegepast.

64

Flurtamone

CAS-nr.: 96525-23-4

(RS)-5-methylamino-2-fenyl-4-(α,α,α-trifluor-m-tolyl)furan-3 (2H)-on

960 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in bijlage VI opgenomen uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flurtamone, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van algen en andere waterplanten.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

65

Flufenacet

CAS-nr.: 142459-58-3

CIPAC-nr.: 588

4′-fluor-N-isopropyl-2-[5-(trifluormethyl)-1,3,4-thiadiazool-2-yloxy]aceetanilide

950 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flufenacet, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van algen en waterplanten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van toepassers.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

66

Iodosulfuron

CAS-nr.185119-76-0 (moederstof)

144550-36-7 (iodosulfuron-methyl-natrium)

CIPAC-nr.: 634 (moederstof)

634.501 (iodosulfuron-methyl-natrium)

4-jood-2-[3-(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)-ureïdosulfonyl]benzoaat

910 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over iodosulfuron, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan het potentieel van iodosulfuron en zijn metabolieten voor grondwaterbesmetting, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

67

Dimethenamid-p

CAS-nr.: 163515-14-8

CIPAC-nr.: 638

S-2-chloor-N-(2,4-dimethyl-3-thiënyl)-N-(2-methoxy-1-methylethyl)aceetamide

890 g/kg (voorlopige waarde op basis van een proefinstallatie)

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dimethenamid-p, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan het potentieel van de metabolieten van dimethenamid-p voor grondwaterbesmetting, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van aquatische ecosystemen, met name van waterplanten.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De lidstaten moeten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in kennis stellen van de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd.

68

Picoxystrobin

CAS-nr.: 117428-22-5

CIPAC-nr.: 628

methyl-(E)-3-methoxy-2-{2-[6-(trifluormethyl)-2- pyridyloxymethyl]-fenyl}acrylaat

950 g/kg (voorlopige waarde op basis van een proefinstallatie)

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over picoxystrobin, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van bodemorganismen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van aquatische ecosystemen.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De lidstaten moeten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in kennis stellen van de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd.

69

Fosthiazaat

CAS-nr.: 98886-44-3

CIPAC-nr.: 585

(RS)-S-sec-butyl-O-ethyl-2-oxo-1,3-thiazolidine-3-ylfosfonothioaat

930 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide of nematicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fosthiazaat, met name de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en in het wild levende zoogdieren, met name wanneer de stof gedurende het voortplantingsseizoen wordt toegepast;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van bodemorganismen die niet tot de doelsoorten behoren.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast. Om het potentiële risico voor kleine vogels te beperken, moeten de producttoelatingen voorschrijven dat een zeer hoog niveau van inwerking van de korrels in de bodem wordt bereikt.

De lidstaten stellen de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in kennis van de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd.

70

Silthiofam

CAS-nr.: 175217-20-6

CIPAC-nr.: 635

N-allyl-4,5-dimethyl-2-(trimethylsilyl)thiofeen-3-carboxamide

950 g/kg

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Ander gebruik dan de behandeling van zaden wordt momenteel niet in voldoende mate door gegevens geschraagd. Om voor dergelijke vormen van gebruik toelating te verkrijgen moeten gegevens en informatie worden verzameld en bij de lidstaten ingediend waaruit de aanvaardbaarheid ervan voor de consument, de toepassers en het milieu blijkt.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over silthiofam, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij hun algemene evaluatie moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de bescherming van toepassers. Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

71

Coniothyrium minitans

Stam CON/M/91-08 (DSM 9660)

CIPAC-nr.: 614

niet van toepassing

voor details inzake zuiverheid en controle op de productie, zie het evaluatieverslag

1 januari 2004

31 december 2013

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Bij het verlenen van toelatingen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Coniothyrium minitans, en met name de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van gebruikers en werknemers en moeten zij ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden adequate beschermende maatregelen omvatten.

72

Molinaat

CAS-nr.: 2212-67-1

CIPAC-nr.: 235

 

S-ethylazepaan-1-carbothioaat;

 
 

S-ethylperhydroazepine-1-carbothioaat;

 
 

S-ethylperhydroazepine-1-thiocarboxylaat

950 g/kg

1 augustus 2004

31 juli 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over molinaat, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijkheid dat de stof zich over korte afstand in de lucht kan verplaatsen.

73

Thiram

CAS-nr.: 137-26-8

CIPAC-nr.: 24

 

tetramethylthiuram disulfide;

 
 

bis(dimethylthiocarbamoyl)disulfide

960 g/kg

1 augustus 2004

31 juli 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide en als afstotend middel.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over thiram, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen. Indien nodig, moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van kleine zoogdieren en van vogels, wanneer de stof wordt gebruikt voor de behandeling van in de lente uit te zaaien zaaizaad. Indien nodig, moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

74

Ziram

CAS-nr.: 137-30-4

CIPAC-nr.: 31

zinkbis(dimethyldithiocarbamaat)

950 g/kg (FAO-specificatie)

 
 

Arsenicum: max. 250 mg/kg

 
 

Water: max. 1,5 %

1 augustus 2004

31 juli 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide en als afstotend middel.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ziram, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 4 juli 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren en van waterorganismen. Indien nodig, moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast;

 

aandacht besteden aan de acute blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten.

75

Mesosulfuron

CAS-nr.: 400852-66-6

CIPAC-nr.: 441

2-[(4,6-dimethoxypyrimidine-2-ylcarbamoyl]sulfamoyl]-α-(methaansulfonamido)-p-toluylzuur

930 g/kg

1 april 2004

31 maart 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mesosulfuron, en met name de aanhangsels I en II, dat op 3 oktober 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten;

 

bijzondere aandacht besteden aan mogelijke verontreiniging van het grondwater door mesosulfuron en zijn metabolieten wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

76

Propoxycarbazon

CAS-nr.: 145026-81-9

CIPAC-nr.: 655

2-(4,5-dihydro-4-methyl-5-oxo-3-propoxy-1H-1,2,4-triazool-1-yl) carboxamidosulfonylbenzoëzuur, methylester

≥ 950 g/kg (uitgedrukt als propoxy-carbazon-natrium)

1 april 2004

31 maart 2014

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over propoxycarbazon, en met name de aanhangsels I en II, dat op 3 oktober 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan mogelijke verontreiniging van het grondwater door propoxycarbazon en metabolieten daarvan wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van aquatische ecosystemen, met name van waterplanten.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

77

Zoxamide

CAS-nr.: 156052-68-5

CIPAC-nr.: 640

(RS)-3,5-dichloor-N-(3-chloor-1-ethyl-1-methylacetonyl)-p-toluamide

950 g/kg

1 april 2004

31 maart 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zoxamide, en met name de aanhangsels I en II, dat op 3 oktober 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

78

Chloorprofam

CAS-nr.: 101-21-3

CIPAC-nr.: 43

isopropyl-3-chloorfenylcarbamaat

975 g/kg

1 februari 2005

31 januari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide en kiemremmer.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloorprofam, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 28 november 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de toedieners, consumenten en geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

79

Benzoëzuur

CAS-nr.: 65-85-0

CIPAC-nr.: 622

benzoëzuur

990 g/kg

1 juni 2004

31 mei 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als ontsmettingsmiddel.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over benzoëzuur, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 28 november 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

80

Flazasulfuron

CAS-nr.: 104040-78-0

CIPAC-nr.: 595

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-(3-trifluormethyl-2-pyridylsulfonyl)ureum

940 g/kg

1 juni 2004

31 mei 2014

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flazasulfuron, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 28 november 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

De lidstaten lichten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal als commercieel vervaardigd.

81

Pyraclostrobine

CAS-nr.: 175013-18-0

CIPAC-nr.: 657

methyl-N-(2-{[1-(4-chloorfenyl)-1H-pyrazool-3-yl]oxymethyl}fenyl)-N-methoxycarbamaat

975 g/kg

De bij de vervaardiging gevormde onzuiverheid dimethylsulfaat (DMS) wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en moet in het technische product onder 0,0001 gewichtsprocent blijven.

van 1 juni 2004

van 31 mei 2014

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide of groeiregulator voor planten.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyraclostrobine, met name de aanhangsels I en II, dat op 28 november 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen, met name vissen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van op het land levende geleedpotigen en regenwormen.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De lidstaten lichten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal als commercieel vervaardigd.

82

Quinoxyfen

CAS-nr.: 124495-18-7

CIPAC-nr.: 566

5,7-dichloor-4(p-fluorfenoxy)chinoline

970 g/kg

1 september 2004

31 augustus 2014

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over quinoxyfen, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 6 oktober 2003 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen. Er moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet in kwetsbare gebieden.

83

Alfa-cypermethrin

CAS-nr.: 67375-30-8

CIPAC-nr.: 454

racemaat bevattende:

 
 

(S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(1R)-cis-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

en

 
 

(R)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-(1S)-cis-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaancarboxylaat

(= cis-2-isomerenpaar van cypermethrin)

930 g/kg cis-2

1 maart 2005

28 februari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over alfa-cypermethrin, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 februari 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het aquatisch milieu, bijen en geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van degene die de stof toepast en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden in de toepassing van adequate beschermingsmaatregelen voorzien.

84

Benalaxyl

CAS-nr.: 71626-11-4

CIPAC-nr.: 416

methyl-N-fenylacetyl-N-2,6-xylyl–DL-alaninaat

960 g/kg

1 maart 2005

28 februari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over benalaxyl, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 februari 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

85

Bromoxynil

CAS-nr.: 1689-84-5

CIPAC-nr.: 87

3,5-dibroom-4-hydroxybenzonitril

970 g/kg

1 maart 2005

28 februari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over bromoxynil, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 februari 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en in het wild levende zoogdieren, in het bijzonder wanneer de stof in de winter wordt toegepast, en van het aquatisch milieu. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

86

Desmedifam

CAS-nr.: 13684-56-5

CIPAC-nr.: 477

 

ethyl-3′-fenylcarbamoyloxycarbanilaat

 
 

ethyl-3-fenylcarbamoyloxyfenylcarbamaat

min. 970 g/kg

1 maart 2005

28 februari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over desmedifam, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 februari 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het aquatisch milieu en van regenwormen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

87

Ioxynil

CAS-nr.: 13684-83-4

CIPAC-nr.: 86

4-hydroxy-3,5-dijoodbenzonitril

960 g/kg

1 maart 2005

28 februari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over ioxynil, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 februari 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en in het wild levende zoogdieren, in het bijzonder wanneer de stof in de winter wordt toegepast, en van het aquatisch milieu. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

88

Fenmedifam

CAS-nr.: 13684-63-4

CIPAC-nr.: 77

 

methyl-3-(3-methylcarbaniloyloxy)carbanilaat;

 
 

3-methoxycarbonylaminofenyl-3′-methylcarbanilaat

min. 970 g/kg

1 maart 2005

28 februari 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over fenmedifam, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 13 februari 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het aquatisch milieu. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

89

Pseudomonas chlororaphis

Stam MA 342

CIPAC-nr.: 574

niet van toepassing

de hoeveelheid van de secundaire metaboliet 2,3-deëpoxy-didehydro-rhizoxin (DDR) in het fermentaat moet op het tijdstip van het formuleren van het eindproduct de bepalingsgrens (2 mg/l) niet overschrijden

1 oktober 2004

30 september 2014

Uitsluitend gebruik als schimmelbestrijdingsmiddel voor zaadontsmetting in gesloten zaadbehandelingsapparatuur mag toegelaten worden.

Bij het verlenen van toelatingen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Pseudomonas chlororaphis, en met name de aanhangsels I en II, dat op 30 maart 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van gebruikers en werknemers. In voorkomend geval moeten risicobeperkende matregelen worden genomen.

90

Mepanipyrim

CAS-nr.: 110235-47-7

CIPAC-nr.: 611

N-(4-methyl-6-prop-1-ynylpyrimidine-2-yl)aniline

960 g/kg

1 oktober 2004

30 september 2014

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mepanipyrim, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 30 maart 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen. Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

91

Acetamiprid

CAS-nr.: 160430-64-8

CIPAC-nr.: nog niet toegewezen

(E)-N 1-[(6-chloor-3-pyridyl)methyl]-N 2-cyaan-N 1-methylaceetamidine

≥ 990 g/kg

1 januari 2005

31 december 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over acetamiprid, en met name de aanhangsels I en II, dat op 29 juni 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van werknemers;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

Zo nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

92

Thiacloprid

CAS-nr.: 111988-49-9

CIPAC-nr.: 631

(Z)-N-{3-[(6-chloor-3-pyridinyl)methyl]-1,3-thiazolaan-2-ylideen}cyaanamide

≥ 975 g/kg

1 januari 2005

31 december 2014

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over thiacloprid, en met name de aanhangsels I en II, dat op 29 juni 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

Indien nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

93

Ampelomyces quisqualis

Stam: AQ 10

Kweekverzameling: nr. CNCM I-807

CIPAC-nr.

niet toegewezen

niet van toepassing

 

1 april 2005

31 maart 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Bij het verlenen van toelatingen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Ampelomyces quisqualis, met name de aanhangsels I en II, dat op 8 oktober 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

94

Imazosulfuron

CAS-nr.: 122548-33-8

CIPAC-nr.: 590

1-(2-chloorimidazo[1,2-a]pyridine-3-ylsulfonyl)-3-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)ureum

≥ 980 g/kg

1 april 2005

31 maart 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over imazosulfuron, met name de aanhangsels I en II, dat op 8 oktober 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van water- en landplanten die niet tot de doelsoorten behoren. Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

95

Laminarin

CAS-nr.: 9008-22-4

CIPAC-nr.: 671

(1→3)-β-D-glucan

(volgens gezamenlijke IUPAC-IUB-commissie voor biochemische nomenclatuur)

≥ 860 g/kg droge stof

1 april 2005

31 maart 2015

De stof mag alleen worden toegelaten als elicitor van het zelfverdedigingsmechanisme van het gewas.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over laminarin, met name de aanhangsels I en II, dat op 8 oktober 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

96

Methoxyfenozide

CAS-nr.: 161050-58-4

CIPAC-nr.: 656

N-tert-butyl-N′-(3-methoxy-o-toluoyl)-3,5-xylohydrazide

≥ 970 g/kg

1 april 2005

31 maart 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over methoxyfenozide, met name de aanhangsels I en II, dat op 8 oktober 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van terrestrische en aquatische geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

97

S-metolachloor

CAS-nr.: 87392-12-9

(S-isomeer)

178961-20-1 (R-isomeer)

CIPAC-nr.: 607

mengsel van:

 
 

(aRS,1S)-2-chloor-N-(6-ethyl-o-tolyl)-N-(2-methoxy-1-methylethyl)aceetamide (80-100 %)

en

 
 

(aRS,1R)-2-chloor-N-(6-ethyl-o-tolyl)-N-(2-methoxy-1-methylethyl)aceetamide (20-0 %)

≥ 960 g/kg

1 april 2005

31 maart 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over S-metolachloor, met name de aanhangsels I en II, dat op 8 oktober 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, met name door de werkzame stof en de metabolieten CGA 51202 en CGA 354743, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden,

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterplanten.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

98

Gliocladium catenulatum

Stam: J1446

Kweekverzameling: nr. DSM 9212

CIPAC-nr.

niet toegewezen

niet van toepassing

 

1 april 2005

31 maart 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

Bij het verlenen van toelatingen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Gliocladium catenulatum, met name de aanhangsels I en II, dat op 30 maart 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van gebruikers en werknemers. Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

99

Etoxazool

CAS-nr.: 153233-91-1

CIPAC-nr.: 623

(RS)-5-tert-butyl-2-[2-(2,6-difluorfenyl)-4,5-dihydro-1,3-oxazool-4-yl]fenetool

≥ 948 g/kg

1 juni 2005

31 mei 2015

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over etoxazool, met name de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

100

Tepraloxydim

CAS-nr.: 149979-41-9

CIPAC-nr.: 608

(EZ)-(RS)-2-{1-[(2E)-3-chloorallyloximino]propyl}-3-hydroxy-5-perhydropyran-4-ylcyclohex-2-een-1-on

≥ 920 g/kg

1 juni 2005

31 mei 2015

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tepraloxydim, en met name de aanhangsels I en II, dat op 3 december 2004 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij hun algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van terrestrische geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

101

Chloorthalonil

CAS-nr.: 1897-45-6

CIPAC-nr.: 288

tetrachloorisoftalonitril

985 g/kg

 

hexachloorbenzeen: niet meer dan 0,04 g/kg

 

decachloorbifenyl: niet meer dan 0,03 g/kg

1 maart 2006

28 februari 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloorthalonil dat op 15 februari 2005 door het Permanent Comitévoor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij hun algemene evaluatie moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de bescherming van:

 

waterorganismen;

 

grondwater, met name wat betreft de werkzame stof en de metabolieten R417888 en R611965 (SDS46851), wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

102

Chloortoluron (niet-gespecificeerde stereochemie)

CAS-nr.: 15545-48-9

CIPAC-nr.: 217

3-(3-chloor-p-tolyl)-1,1-dimethylureum

975 g/kg

1 maart 2006

28 februari 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloortoluron dat op 15 februari 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodem of klimaat kwetsbare regio's. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

103

Cypermethrin

CAS-nr.: 52315-07-8

CIPAC-nr.: 332

(RS)-α-cyaan-3 fenoxybenzyl-(1RS)-cis, trans-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2-dimethylcyclopropaan-carboxylaat

(4 isomerenparen: cis-1, cis-2, trans-3, trans-4)

900 g/kg

1 maart 2006

28 februari 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cypermethrin dat op 15 februari 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen, bijen en geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de personen die de stof toepassen. De toelatingsvoorwaarden moeten zo nodig beschermingsmaatregelen omvatten

104

Daminozide

CAS-nr.: 1596-84-5

CIPAC-nr.: 330

N-dimethylaminosuccinamidezuur

990 g/kg

Onzuiverheden:

 

N-nitrosodimethylamine: maximaal 2,0 mg/kg

 

1,1-dimethylhydrazide: maximaal 30 mg/kg

1 maart 2006

28 februari 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor niet-eetbare gewassen

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over daminozide dat op 15 februari 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toepassers en de werknemers na de toepassing (re-entry). De toelatingsvoorwaarden moeten zo nodig beschermingsmaatregelen omvatten

105

Thiofanaat-methyl (niet-gespecificeerde stereochemie)

CAS-nr.: 23564-05-8

CIPAC-nr.: 262

dimethyl-4,4′-(o-fenyleen)bis(3-thioallofanaat)

950 g/kg

1 maart 2006

28 februari 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over thiofanaat-methyl dat op 15 februari 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het aquatisch milieu en van regenwormen en andere bodemmacro-organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

106

Tribenuron

CAS-nr.: 106040-48-6 (tribenuron)

CIPAC-nr.: 546

2-[4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl(methyl)carbamoylsulfamoyl]benzoëzuur

950 g/kg (uitgedrukt als tribenuron-methyl)

1 maart 2006

28 februari 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over tribenuron, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 15 februari 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende landplanten, hogere waterplanten en grondwater in kwetsbare situaties. De toelatingsvoorwaarden moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

107

MCPA

CAS-nr.: 94-74-6

CIPAC-nr.: 2

4-chloor-o-tolyloxyazijnzuur

≥ 930 g/kg

1 mei 2006

30 april 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over MCPA, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan mogelijke verontreiniging van het grondwater wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones

108

MCPB

CAS-nr.: 94-81-5

CIPAC-nr.: 50

4-(4-chloor-o-tolyloxy)boterzuur

≥ 920 g/kg

1 mei 2006

30 april 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over MCPB, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 15 april 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan mogelijke verontreiniging van het grondwater wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones

109

Bifenazaat

CAS-nr.: 149877-41-8

CIPAC-nr.: 736

isopropyl-2-(4-methoxybifenyl-3-yl) hydrazinoformiaat

≥ 950 g/kg

1 december 2005

30 november 2015

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die bifenazaat bevatten voor ander gebruik dan op siergewassen in broeikassen, moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en erop toezien dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bifenazaat, met name de aanhangsels I en II, dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

110

Milbemectin

Milbemectin is een mengsel van M.A3 en M.A4

CAS-nr.

 
 

M.A3: 51596-10-2

 
 

M.A4: 51596-11-3

CIPAC-nr.: 660

 

M.A3: (10E,14E,16E,22Z)-(1R,4S,5′S,6R,6′R,8R,13R,20R,21R,24S)-21,24-dihydroxy-5′,6′,11,13,22-pentamethyl-3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8.020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen-6-spiro-2′-tetrahydropyran-2-on

 
 

M.A4: (10E,14E,16E,22Z)-(1R,4S,5′S,6R,6′R,8R,13R,20R,21R,24S)-6′-ethyl-21,24-dihydroxy-5′,11,13,22-tetramethyl-3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1. 14,8020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen-6-spiro-2′-tetrahydropyran-2-on

≥ 950 g/kg

1 december 2005

30 november 2015

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide of insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over milbemectin, met name de aanhangsels I en II, dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

111

Chloorpyrifos

CAS-nr. 2921-88-2

CIPAC-nr. 221

O,O-diëthyl-O-3,5,6-trichloor-2-pyridylthiofosfaat

≥ 970 g/kg

De onzuiverheid O,O,O,O-tetraethyldithiopyro-fosfaat (Sulfotep) werd in toxicologisch opzicht van belang geacht en daarom is een grenswaarde van 3 g/kg vastgesteld.

1 juli 2006

30 juni 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloorpyrifos, dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen, bijen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, en moeten ervoor zorgen dat risicobeperkende maatregelen, waaronder voorzover noodzakelijk de inrichting van bufferzones, deel uitmaken van de toelatingsvoorwaarden.

De lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren. Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van chloorpyrifos in deze bijlage hebben verzocht.

112

Chloorpyrifos-methyl

CAS-nr. 5598-13-0

CIPAC-nr. 486

O,O-dimethyl-O-3,5,6-trichloor-2-pyridylthiofosfaat

≥ 960 g/kg

De onzuiverheden O,O,O,O-tetramethyldithiopyrofosfaat (Sulfotep) en O,O,O-trimethyl-O-(3,5,6-trichloor-2-pyridinyl) difosforodithioaat (Sulfotep-ester) werden in toxicologisch opzicht van belang geacht en daarom is een grenswaarde van 5 g/kg voor elke onzuiverheid vastgesteld.

1 juli 2006

30 juni 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloorpyrifos-methyl, dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen, bijen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, en moeten ervoor zorgen dat risicobeperkende maatregelen, waaronder voorzover noodzakelijk de inrichting van bufferzones, deel uitmaken van de toelatingsvoorwaarden.

In het geval van toepassingen buitenshuis verzoeken de lidstaten om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren. Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van chloorpyrifos-methyl in deze bijlage hebben verzocht.

113

Maneb

CAS-nr. 12427-38-2

CIPAC-nr. 61

mangaanethyleenbis (dithiocarbamaat) (polymeer)

≥ 860 g/kg

De onzuiverheid ethyleenthioüreum wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en mag niet meer bedragen dan 0,5 % van het manebgehalte.

1 juli 2006

30 juni 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over maneb dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de residuen in levensmiddelen en de inname via de voeding door de consumenten evalueren.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, en moeten ervoor zorgen dat risicobeperkende maatregelen deel uitmaken van de toelatingsvoorwaarden.

De lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren en voor ontwikkelingstoxiciteit.

Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van maneb in deze bijlage hebben verzocht.

114

Mancozeb

CAS-nr. 8018-01-7 (vroeger 8065-67-5)

CIPAC-nr. 34

mangaanethyleenbis (dithiocarbamaat) (polymeer) complex met zinkzout

≥ 800 g/kg

De onzuiverheid ethyleenthioureum wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en mag niet meer bedragen dan 0,5 % van het mancozebgehalte.

1 juli 2006

30 juni 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mancozeb dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de residuen in levensmiddelen en de inname via de voeding door de consumenten evalueren.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, en moeten ervoor zorgen dat risicobeperkende maatregelen deel uitmaken van de toelatingsvoorwaarden.

De lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren en voor ontwikkelingstoxiciteit.

Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van mancozeb in deze bijlage hebben verzocht.

115

Metiram

CAS-nr. 9006-42-2

CIPAC-nr. 478

zinkammoniaat-ethyleenbis(dithiocarbamaat) — poly[ethyleenbis(thiuramdisulfide)]

≥ 840 g/kg

De onzuiverheid ethyleenthioüreum wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en mag niet meer bedragen dan 0,5 % van het metiramgehalte.

1 juli 2006

30 juni 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metiram dat op 3 juni 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de residuen in levensmiddelen en de inname via de voeding door de consumenten evalueren.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, en dragen er zorg voor dat risicobeperkende maatregelen deel uitmaken van de toelatingsvoorwaarden.

De lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren. Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van metiram in deze bijlage hebben verzocht.

116

Oxamyl

CAS-nr.: 23135-22-0

CIPAC-nr.: 342

N,N-dimethyl-2-methylcarbamoyloxyimino-2-(methylthio) aceetamide

970 g/kg

1 augustus 2006

31 juli 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als nematicide en insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over oxamyl, dat op 15 juli 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en zoogdieren, regenwormen, in het water levende organismen, oppervlaktewater en grondwater in kwetsbare situaties.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de personen die de stof toepassen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, beschermingsmaatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor de verontreiniging van het grondwater in zure bodems, vogels en zoogdieren en regenwormen. Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van oxamyl in deze bijlage hebben verzocht.

117

1-Methylcyclopropeen (aan deze werkzame stof zal geen ISO-benaming worden toegekend)

CAS-nr.: 3100-04-7

CIPAC-nr.: niet gebruikt

1-methylcyclopropeen

≥ 960 g/kg

De onzuiverheden 1-chloor-2-methylpropeen en 3-chloor-2-methylpropeen werden in toxicologisch opzicht van belang geacht en daarom is voor elk een grenswaarde van 0,5 g/kg in technisch materiaal vastgesteld.

1 april 2006

31 maart 2016

DEEL A

Alleen gebruik van de stof als groeiregulator voor opslag na de oogst in een afgesloten entrepot mag worden toegestaan.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 1-methylcyclopropeen, en met name met de aanhangsels I en II, dat op 23 september 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

118

Forchlorfenuron

CAS-nr.: 68157-60-8

CIPAC-nr.: 633

1-(2-chloor-4-pyridinyl)-3-fenylureum

≥ 978 g/kg

1 april 2006

31 maart 2016

DEEL A

Alleen gebruik van de stof als groeiregulator mag worden toegestaan.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die forchlorfenuron bevatten voor ander gebruik dan in kiwiplanten, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over forchlorfenuron, en met name de aanhangsels I en II, dat op 23 september 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

119

Indoxacarb

CAS-nr.: 173584-44-6

CIPAC-nr.: 612

methyl-(S)-N-[7-chloor-2,3,4a,5-tetrahydro-4a-(methoxycarbonyl)indeno[1,2-e][1,3,4]oxadiazine-2-ylcarbonyl]-4′-(trifluormethoxy)carbanilaat

TC (Technisch Materiaal): ≥ 628 g/kg indoxacarb

1 april 2006

31 maart 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over indoxacarb, en met name de aanhangsels I en II, dat op 23 september 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

120

Warfarine

CAS-nr.: 81-81-2

CIPAC-nr.: 70

(RS)-4-hydroxy-3-(3-oxo-1-fenylbutyl)cumarine-3-(α-acetonylbenzyl)-4-hydroxycumarine

≥ 990 g/kg

1 oktober 2006

30 september 2013

DEEL A

Uitsluitend toepassingen als rodenticide in de vorm van kant-en-klaar aas, eventueel geplaatst in speciaal gebouwde trechters, worden toegestaan.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over warfarine, en met name de aanhangsels I en II, dat op 23 september 2005 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de toedieners, vogels en zoogdieren die niet tot de doelsoorten behoren.

Zo nodig moeten risicoverlagende maatregelen worden toegepast.

121

Clothianidin

CAS-nr.: 210880-92-5

CIPAC-nr.: 738

(E)-1-(2-chloor-1,3-thiazool-5-ylmethyl)-3-methyl-2-nitroguanidine

≥ 960 g/kg

1 augustus 2006

31 juli 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel:

 

mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

 

moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met clothianidin is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

 

de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten;

 

monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan clothianidin in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clothianidin dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor zaadetende vogels en zoogdieren, wanneer de stof wordt gebruikt voor zaadbehandeling.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

122

Pethoxamide

CAS-nr.: 106700-29-2

CIPAC-nr.655

2-chloor-N-(2-ethoxyethyl)-N-(2-methyl-1-fenylprop-1-enyl)aceetamide

≥ 940 g/kg

1 augustus 2006

31 juli 2016

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pethoxamide dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het aquatische milieu, met name hogere waterplanten.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De lidstaten lichten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd.

123

Clodinafop

CAS-nr.: 114420-56-3

CIPAC-nr.: 683

(R)-2-[4-(5-chloor-3-fluor-2-pyridyloxy)-fenoxy]propionzuur

≥ 950 g/kg (uitgedrukt als clodinafop-propargyl)

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clodinafop dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

124

Pirimicarb

CAS-nr.: 23103-98-2

CIPAC-nr.: 231

2-dimethylamino-5,6-dimethylpyrimidine-4-yldimethylcarbamaat

≥ 950 g/kg

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pirimicarb dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de personen die de stof toepassen en erop toezien dat de toepassing van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen in de gebruiksvoorwaarden is opgenomen.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de beoordeling van de risico's op lange termijn voor vogels en voor mogelijke verontreiniging van het grondwater, vooral wat metaboliet R35140 betreft. Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van pirimicarb in deze bijlage hebben verzocht.

125

Rimsulfuron

CAS-nr.: 122931-48-0 (rimsulfuron)

CIPAC-nr.: 716

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-(3-ethylsulfonyl-2-pyridylsulfonyl)ureum

≥ 960 g/kg (uitgedrukt als rimsulfuron)

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over rimsulfuron dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten en grondwater in kwetsbare situaties. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

126

Tolclofos-methyl

CAS-nr.: 57018-04-9

CIPAC-nr.: 479

 

O-2,6-dichloor-p-tolyl O,O-dimethylthiofosfaat

 
 

O-2,6-dichloor-4-methylfenylO,O-dimethylthiofosfaat

≥ 960 g/kg

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die tolclofos-methyl bevatten voor ander gebruik dan de behandeling vóór het planten of zaaien bij aardappelen en de grondbehandeling bij sla in broeikassen, moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tolclofos-methyl, dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

127

Triticonazool

CAS-nr.: 131983-72-7

CIPAC-nr.: 652

(±)-(E)-5-(4-chloorbenzylideen)-2,2-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)cyclopentanol

≥ 950 g/kg

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die triticonazool bevatten voor ander gebruik dan de behandeling van zaad, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triticonazool dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de personen die de stof toepassen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, beschermingsmaatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, met name door de zeer hardnekkige werkzame stof en zijn metaboliet RPA 406341, in kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van zaadetende vogels (risico op lange termijn).

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om indiening van aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor zaadetende vogels. Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door de kennisgever die om opneming van triticonazool in deze bijlage heeft verzocht.

128

Dimoxystrobin

CAS-nr.: 149961-52-4

CIPAC-nr.: 739

(E)-o-(2,5-dimethylfenoxymethyl)-2-methoxyimino-N-methylfenylaceetamide

≥ 980 g/kg

1 oktober 2006

30 september 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die dimoxystrobin bevatten voor toepassingen binnenshuis, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over dimoxystrobin, met name de aanhangsels I en II, dat op 27 januari 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in een situatie met een lage interceptiefactor of in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om:

 

een nauwkeurige risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren waarbij gelet wordt op de formulering van de werkzame stof;

 

een uitvoerige risicobeoordeling van de gevolgen voor het water waarbij gelet wordt op het hoge chronische risico voor vissen en de doeltreffendheid van mogelijke risicobeperkende maatregelen, met name rekening houdend met afspoeling en drainage.

Zij dragen er zorg voor dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door kennisgevers die om opneming van dimoxystrobin in deze bijlage hebben verzocht.

129

Clopyralid

CAS-nr.: 1702-17-6

CIPAC-nr.: 455

3,6-dichloorpyridine-2-carbonzuur

≥ 950 g/kg

1 mei 2007

30 april 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van toelatingsaanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen die clopyralid bevatten voor andere toepassingen dan voorjaarstoepassingen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan de criteria van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie vóór de verlening van de toelating wordt verstrekt.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clopyralid (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 4 april 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten en grondwater in kwetsbare omstandigheden. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreinigingen in kwetsbare gebieden te controleren.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de resultaten inzake het metabolisme van dieren. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgevers die om opneming van clopyralid in deze bijlage hebben verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

130

Cyprodinil

CAS-nr.: 121522-61-2

CIPAC-nr.: 511

(4-cyclopropyl-6-methylpyrimidine-2-yl)-fenylamine

≥ 980 g/kg

1 mei 2007

30 april 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyprodinil (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 4 april 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht aan de veiligheid van de gebruikers schenken en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorschriften het gebruik van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht schenken aan de bescherming van vogels, zoogdieren en waterorganismen. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. bufferzones).

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren en voor de mogelijke aanwezigheid van residuen van metaboliet CGA 304075 in levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgevers die om opneming van cyprodinil in deze bijlage hebben verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

131

Fosetyl

CAS-nr.: 15845-66-6

CIPAC-nr.: 384

ethylwaterstoffosfonaat

≥ 960 g/kg (uitgedrukt als fosetyl-Al)

1 mei 2007

30 april 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fosetyl (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 4 april 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht schenken aan de bescherming van vogels, zoogdieren, waterorganismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

De toelatingsvoorwaarden moeten eventueel risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. bufferzones).

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen — met name wat het herstel op de velden betreft — en voor herbivore zoogdieren. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van fosetyl in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

132

Trinexapac

CAS-nr.: 104273-73-6

CIPAC-nr.: 732

4-(cyclopropyl-hydroxymethyleen)-3,5-dioxo-cyclohexaancarbonzuur

≥ 940g/kg (uitgedrukt als trinexapac-ethyl)

1 mei 2007

30 april 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over trinexapac (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 4 april 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht schenken aan de bescherming van vogels en zoogdieren.

De toelatingsvoorwaarden moeten eventueel risicobeperkende maatregelen omvatten.

133

Dichloorprop-P

CAS-nr.: 15165-67-0

CIPAC-nr.: 476

(R)-2-(2,4-dichloorfenoxy)-propaanzuur

≥ 900 g/kg

1 juni 2007

31 mei 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dichloorprop-P dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, waterorganismen en planten die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de resultaten inzake het metabolisme van dieren en de risicobeoordeling in verband met de acute en kortetermijnblootstelling voor vogels en de acute blootstelling voor herbivore zoogdieren.

Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door de kennisgevers die om opneming van dichloorprop-P in deze bijlage hebben verzocht.

134

Metconazool

CAS-nr.: 125116-23-6 (onbepaalde stereochemie)

CIPAC-nr.: 706

(1RS,5RS;1RS,5SR)-5-(4-chloorbenzyl)-2,2-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)cyclopentanol

≥ 940 g/kg

(som van cis- en trans-isomeer)

1 juni 2007

31 mei 2017

DEEL A

Alleen gebruik als fungicide en plantengroeiregulator mag worden toegestaan.

DEEL B

Voor de toepassing de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metconazool dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen, vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de personen die de stof toepassen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, beschermingsmaatregelen omvatten.

135

Pyrimethanil

CAS-nr.: 53112-28-0

CIPAC-nr.: niet toegewezen

N-(4,6-dimethylpyrimidine-2-yl)aniline

≥ 975 g/kg

(de onzuiverheid cyaanamide wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en mag niet meer bedragen dan 0,5 g/kg in het technische materiaal)

1 juni 2007

31 mei 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyrimethanil dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de personen die de stof toepassen en ervoor zorgen dat de toepassing van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen in de gebruiksvoorwaarden wordt opgenomen.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vissen. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van pyrimethanil in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

136

Triclopyr

CAS-nr.: 055335-06-3

CIPAC-nr.: 376

3,5,6-trichloor-2-pyridyloxyazijnzuur

≥ 960 g/kg

(als triclopyr butoxyethylester)

1 juni 2007

31 mei 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij de evaluatie van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die triclopyr bevatten voor ander gebruik dan voorjaarstoepassingen in weiden en graslanden, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triclopyr dat op 23 mei 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater in kwetsbare situaties. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten, indien nodig, monitoringprogramma's worden opgezet in kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de personen die de stof toepassen en ervoor zorgen dat de toepassing van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen in de gebruiksvoorwaarden wordt opgenomen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, waterorganismen en planten die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de beoordeling van de acute en langetermijnrisico's voor vogels en zoogdieren en het risico voor waterorganismen als gevolg van blootstelling aan de metaboliet 6-chloor-2-pyridinol. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgevers die om opneming van triclopyr in deze bijlage hebben verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

137

Metrafenon

CAS-nr.: 220899-03-6

CIPAC-nr.: 752

3′-broom-2,3,4,6′-tetramethoxy-2′,6-dimethylbenzofenon

≥ 940 g/kg

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over metrafenon, met name de aanhangsels I en II, dat op 14 juli 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De lidstaten lichten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd.

138

Bacillus subtilis

(Cohn 1872)

Stam QST 713, identiek met stam AQ 713

Kweekverzameling: nr. NRRL B -21661

CIPAC-nr.: niet toegewezen

niet van toepassing

 

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Bacillus subtilis, met name met de aanhangsels I en II, dat op 14 juli 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

139

Spinosad

CAS-nr.: 131929-60-7 (Spinosyn A)

131929-63-0 (Spinosyn D)

CIPAC-nr.: 636

 

Spinosyn A:

2R,3aS,5aR,5bS,9S,13S,14R, 16aS,16bR)-2-(6-deoxy-2,3,4-tri-O-methyl-α-L-mannopyranosyloxy)-13-(4-dimethylamino-2,3,4,6-tetradeoxy-β-D-erytropyranosyloxy)-9-ethyl-2,3,3a,5a,5b,6,7,9,10, 11,12,13,14,15,16a,16b-hexadecahydro-14-methyl-1H-8-oxacyclododeca[b]-as-indaceen-7,15-dion

 
 

Spinosyn D:

(2S,3aR,5aS,5bS,9S,13S,14R, 16aS,16bS)-2-(6-deoxy-2,3,4-tri-O-methyl-α-L-mannopyranosyloxy)-13-(4-dimethylamino-2,3,4,6-tetradeoxy-β-D-erytropyranosyloxy)-9-ethyl-2,3,3a,5a,5b,6,7,9,10, 11,12,13,14,15,16a,16b-hexadecahydro-4,14-methyl-1H-8-oxacyclododeca[b]-as-indaceen-7,15-dion

Spinosad is een mengsel van 50-95 % spinosyn A en 5-50 % spinosyn D

≥ 850 g/kg

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over spinosad, met name de aanhangsels I en II, dat op 14 juli 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor regenwormen, wanneer de stof in kassen wordt gebruikt.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

140

Thiamethoxam

CAS-nr.: 153719-23-4

CIPAC-nr.: 637

(E,Z)-3-(2-chloor-thiazool-5-ylmethyl)-5-methyl-[1,3,5]oxadiazinaan-4-ylideen-N-nitroamine

≥ 980 g/kg

1 februari 2007

31 januari 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel:

 

mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

 

moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met thiametoxam is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

 

de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten;

 

monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan thiametoxam in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het onderzoeksverslag over thiamethoxam, met name de aanhangsels I en II, dat op 14 juli 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, met name door de werkzame stof en de metabolieten NOA 459602, SYN 501406 en CGA 322704, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico op de lange termijn voor kleine herbivore dieren, wanneer de stof wordt gebruikt voor de behandeling van zaad.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

141

Fenamifos

CAS-nr.: 22224-92-6

CIPAC-nr.: 692

(RS)-ethyl-4-methylthio-m-tolyl isopropylfosforamidaat

≥ 940 g/kg

1 augustus 2007

31 juli 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als nematicide, toegediend bij druppelbevloeiing in kassen met een permanente structuur.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenamifos dat op 14 juli 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen, niet tot de doelsoorten behorende bodemorganismen en grondwater in kwetsbare situaties.

De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreinigingen in kwetsbare gebieden te controleren.

142

Ethefon

CAS-nr.: 16672-87-0

CIPAC-nr.: 373

2-chloorethyl-fosfonzuur

≥ 910 g/kg (technisch materiaal — TC)

De bij de vervaardiging gevormde onzuiverheden MEPHA (mono-2-chloorethylester van 2-chloorethylfosfonzuur) en 1,2-dichloorethaan zijn uit toxicologisch oogpunt van belang en mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 20 g/kg en 0,5 g/kg in het technische materiaal.

1 augustus 2007

31 juli 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ethefon dat op 14 juli 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

143

Flusilazool (2)

CAS-nr.: 85509-19-9

CIPAC-nr.: 435

bis(4-fluorfenyl)(methyl)(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)silaan

925 g/kg

1 januari 2007

30 juni 2008 (2)

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide op de volgende gewassen:

 

alle granen behalve rijst (2)

 

mais (2)

 

kool- en raapzaad (2)

 

suikerbiet, (2)

in een dosering van maximaal 200 g werkzame stof per hectare per toediening.

De volgende toepassingen mogen niet worden toegelaten:

 

sproeien vanuit de lucht,

 

toediening met behulp van druk- en rugspuiten door particuliere of professionele gebruikers,

 

gebruik door hobbytelers.

De lidstaten zorgen ervoor dat alle passende risicobeperkende maatregelen worden genomen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bescherming van:

 

waterorganismen. Er moet de nodige afstand worden vrijgehouden tussen het behandelde areaal en oppervlaktewateren. Deze afstand kan van het al dan niet toepassen van driftbeperkende technieken of apparatuur afhangen,

 

vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals een oordeelkundige timing van de toediening en de selectie van formuleringen die als gevolg van hun fysieke aanbiedingsvorm of de aanwezigheid van stoffen die adequaat zorgen voor mijdgedrag de blootstelling van de desbetreffende soorten zo veel mogelijk beperken,

 

de gebruikers, die bij het mengen, laden en toedienen en bij het reinigen van het materieel geschikte beschermende kleding moeten dragen, met name handschoenen, een overall, rubberlaarzen en gelaatsbescherming of een veiligheidsbril, tenzij blootstelling aan de stof adequaat wordt voorkomen door het ontwerp en de bouwwijze van het materieel of doordat specifieke beschermende componenten op dat materieel zijn gemonteerd.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flusilazool, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de houders van de toelating ieder jaar uiterlijk op 31 december verslag uitbrengen over gezondheidsproblemen bij gebruikers. De lidstaten mogen verlangen dat gegevens alsverkoopcijfers en een overzicht van de gebruikspatronen worden verstrekt, zodat een realistisch beeld van de gebruiksomstandigheden en de mogelijke toxicologische effecten van flusilazool kan worden verkregen.

De lidstaten verzoeken om indiening van aanvullende studies ter beoordeling van de potentiële hormoonontregelende eigenschappen van flusilazool binnen twee jaar na de goedkeuring door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) van de testrichtsnoeren inzake hormoonontregeling. Zij zorgen ervoor dat de kennisgever die om opneming van flusilazool in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring van bovengenoemde testrichtsnoeren bij de Commissie indient.

144

Carbendazim (niet-gespecificeerde stereochemie)

CAS-nr.: 10605-21-7

CIPAC-nr.: 263

methylbenzimidazool-2-ylcarbamaat

980 g/kg

1 januari 2007

13 juni 2011

DEEL A

De stof mag alleen worden toelaten voor gebruik als fungicide op de volgende gewassen:

 

granen;

 

kool- en raapzaad;

 

suikerbiet;

 

mais,

in een dosering van maximaal

 

0,25 kg werkzame stof per hectare per toediening voor granen en kool- en raapzaad;

 

0,075 kg werkzame stof per hectare per toediening voor suikerbiet;

 

0,1 kg werkzame stof per hectare per toediening voor mais.

De volgende toepassingen mogen niet worden toegelaten:

 

sproeien vanuit de lucht;

 

toediening met behulp van druk- en rugspuiten door particuliere of professionele gebruikers;

 

gebruik door hobbytelers.

De lidstaten zorgen ervoor dat alle passende risicobeperkende maatregelen worden genomen. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bescherming van:

 

waterorganismen. Er moet de nodige afstand worden vrijgehouden tussen het behandelde areaal en oppervlaktewateren. Deze afstand kan van het al dan niet toepassen van driftbeperkende technieken of apparatuur afhangen;

 

regenwormen en andere bodemmacro-organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals de keuze van de meest geschikte combinatie van het aantal toedieningen en het moment van toediening, de dosering en, indien nodig, de concentratie van de werkzame stof;

 

vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals een oordeelkundige timing van de toediening en de selectie van formuleringen die als gevolg van hun fysieke aanbiedingsvorm of de aanwezigheid van stoffen die adequaat zorgen voor mijdgedrag de blootstelling van de desbetreffende soorten zo veel mogelijk beperken;

 

de gebruikers, die bij het mengen, laden en toedienen en bij het reinigen van het materieel geschikte beschermende kleding moeten dragen, met name handschoenen, een overall, rubber laarzen en gelaatsbescherming of een veiligheidsbril, tenzij blootstelling aan de stof adequaat wordt voorkomen door het ontwerp en de bouwwijze van het materieel of doordat specifieke beschermende componenten op dat materieel zijn gemonteerd.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carbendazim, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de houders van de toelating ieder jaar uiterlijk op 31 december verslag uitbrengen over gezondheidsproblemen bij gebruikers. De lidstaten mogen verlangen dat gegevens als verkoopcijfers en een overzicht van de gebruikspatronen worden verstrekt, zodat een realistisch beeld van de gebruiksomstandigheden en de mogelijke toxicologische gevolgen van carbendazim kan worden verkregen.

145

Captan

CAS-nr.: 133-06-2

CIPAC-nr.: 40

N-(trichloormethylthio)cyclohex-4-een-1,2-dicarbonimide

≥ 910 g/kg

Onzuiverheden:

 
 

perchloormethylmercaptaan (R005406): niet meer dan 5 g/kg

 
 

folpet: niet meer dan 10 g/kg

 
 

tetrachloorkoolstof: niet meer dan 0,1 g/kg.

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die captan bevatten voor andere toepassingen dan bij tomaten, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over captan dat op 29 september 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten;

 

de bescherming van het grondwater in kwetsbare omstandigheden. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten, indien nodig, monitoringprogramma's worden opgezet in kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren en in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling op de lange termijn voor vogels en zoogdieren en om een toxicologische beoordeling van de metabolieten die aanwezig kunnen zijn in grondwater in kwetsbare omstandigheden. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgevers die om opneming van captan in deze bijlage hebben verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

146

Folpet

CAS-nr.: 133-07-3

CIPAC-nr.: 75

N-(trichloormethylthio)ftaalimide

≥ 940 g/kg

Onzuiverheden:

 
 

perchloormethylmercaptaan (R005406): niet meer dan 3,5 g/kg

 
 

tetrachloorkoolstof: niet meer dan 4 g/kg.

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die folpet bevatten voor andere toepassingen dan bij wintertarwe, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over folpet dat op 29 september 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren en in het water en de grond levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels, zoogdieren en regenwormen. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van folpet in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

147

Formetanaat

CAS-nr.: 23422-53-9

CIPAC-nr.: 697

3-[dimethylaminomethyleenamino]fenylmethylcarbamaat

≥ 910 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaracide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die formetanaat bevatten voor andere toepassingen dan bij veldtomaten en sierstruiken, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over formetanaat dat op 29 september 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en bijen, en erop toezien dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, ook voorzien in risicobeperkende maatregelen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels, zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van formetanaat in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

148

Methiocarb

CAS-nr.: 2032-65-7

CIPAC-nr.: 165

4-methylthio-3,5-xylylmethylcarbamaat

≥ 980 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als afweermidel bij zaadbehandeling, insecticide en molluscicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die methiocarb bevatten voor andere toepassingen dan zaadbehandeling bij mais, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over methiocarb dat op 29 september 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, en erop toezien dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, ook voorzien in risicobeperkende maatregelen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en omstanders en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels, zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en om een toxicologische beoordeling van de metabolieten die aanwezig kunnen zijn in gewassen. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van methiocarb in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

149

Dimethoaat

CAS-nr.: 60-51-5

CIPAC-nr.: 59

O,O-dimethyl-S-(N-methylcarbamoylmethyl) fosforodithioaat; 2-dimethoxy-fosfinothioylthio-N-methylaceetamide

≥ 950 g/kg

Onzuiverheden:

 

omethoaat: niet meer dan 2 g/kg

 

isodimethoaat: niet meer dan 3 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dimethoaat dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en andere niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones en beperking van de lozing van regen- en afvalwater op oppervlaktewater;

 

bijzondere aandacht besteden aan de blootstelling van de consument via de voeding;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels, zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en ter bevestging van de toxicologische beoordeling van de metabolieten die aanwezig kunnen zijn in gewassen.

Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van dimethoaat in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

150

Dimethomorf

CAS-nr.: 110488-70-5

CIPAC-nr.: 483

(E,Z) 4-[3-(4-chloorfenyl)-3-(3,4-dimethoxyfenyl)acryloyl]morfoline

≥ 965 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dimethomorf dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren en in het water levende organismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

151

Glufosinaat

CAS-nr.: 77182-82-2

CIPAC-nr.: 437.007

ammonium-DL-homoalanine-4-yl(methyl)fosfinaat

950 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die glufosinaat bevatten voor ander gebruik dan in appelboomgaarden, met name wat de blootstelling van de toedieners en de consumenten betreft, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over glufosinaat, dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, werknemers en omstanders. De toelatingsvoorwaarden moeten zo nodig beschermingsmaatregelen omvatten;

 

de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van zoogdieren, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en niet tot de doelgroepen behorende planten.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen in appelboomgaarden. Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door de kennisgever die om opneming van glufosinaat in deze bijlage heeft verzocht.

152

Metribuzin

CAS-nr.: 21087-64-9

CIPAC-nr.: 283

4-amino-6-tert-butyl-3-methylthio-1,2,4-triazine-5(4H)-on

≥ 910 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die metribuzin bevatten voor ander gebruik dan voor post-emergence-toediening als selectief herbicide voor aardappelen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metribuzin dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van algen, waterplanten, niet tot de doelsoorten behorende planten buiten het behandelde veld, en erop toezien dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, ook voorzien in risicobeperkende maatregelen;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor grondwater. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgevers die om opneming van metribuzin in deze bijlage hebben verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

153

Fosmet

CAS-nr.: 732-11-6

CIPAC-nr.: 318

O,O-dimethyl-S-ftaalimidomethylfosforodithioaat; N-(dimethoxyfosfinothioylthiomethyl)ftaalimide

≥ 950 g/kg

Onzuiverheden:

 

fosmetoxon: niet meer dan 0,8 g/kg

 

isofosmet: niet meer dan 0,4 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaracide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fosmet dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen, bijen en andere niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones en beperking van de lozing van regen- en afvalwater op oppervlaktewater,

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke en ademhalingsbeschermingsmiddelen voorschrijven.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels (acuut risico) en plantenetende zoogdieren (risico op lange termijn). Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van fosmet in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

154

Propamocarb

CAS-nr.: 24579-73-5

CIPAC-nr.: 399

propyl-3-(dimethylamino)propylcarbamaat

≥ 920 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van toelatingsaanvragen voor gewasbeschermingsmiddelen die propamocarb bevatten voor andere toepassingen dan bladtoepassingen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 wat de blootstelling van werknemers betreft, en ervoor zorgen dat de vereiste informatie vóór de verlening van de toelating wordt verstrekt.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over propamocarb dat op 24 november 2006 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toelatingsvoorwaarden moeten zo nodig beschermingsmaatregelen omvatten;

 

de overdracht van bodemresiduen voor wisselende en volggewassen;

 

de bescherming van oppervlakte- en grondwater in kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren en in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

155

Ethoprofos

CAS-nr.: 13194-48-4

CIPAC-nr.: 218

O-ethyl-S,S-dipropyldithiofosfaat

> 940 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Alleen gebruik van de stof als nematicide en insecticide bij bodembehandeling mag worden toegestaan.

Toelatingen dienen te worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die ethoprofos bevatten voor andere toepassingen dan bij voor menselijke of dierlijke consumptie verbouwde aardappelen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ethoprofos dat op 16 maart 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de residuen en de beoordeling van de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten;

 

de veiligheid van de gebruiker. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en ademhalingsbeschermingsmiddelen en andere risicobeperkende maatregelen, zoals het gebruik van een gesloten transfersysteem voor de verdeling van het product voorschrijven;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en oppervlakte- en grondwater in kwetsbare omstandigheden. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones en de volledige inwerking van de korrels in de bodem

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en regenwormen etende zoogdieren. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van ethoprofos in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

156

Pirimifos-methyl

CAS-nr.: 29232-93-7

CIPAC-nr.: 239

 

O-2-diëthylamino-6-methylpyrimidine-4-yl-

 
 

O,O-dimethylthiofosfaat

> 880 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Alleen gebruik van de stof als insecticide voor opslag na de oogst mag worden toegestaan.

Toepassingen met handapparatuur mogen niet worden toegelaten.

DEEL B

Bij de evaluatie van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die pirimifos-methyl bevatten voor ander gebruik dan toepassingen met geautomatiseerde systemen in lege graansilo’s, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pirimifos-methyl, dat op 16 maart 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de gebruiker. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder ademhalingsbeschermingsmiddelen, en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op latere herzieningen van de maximumresidugehalten.

157

Fipronil

CAS-nr.: 120068-37-3

CIPAC-nr.: 581

(±)-5-amino-1-(2,6-dichloor-α,α,α-trifluor-p-tolyl)-4-trifluormethylsulfinyl-pyrazool-3-carbonitril

≥ 950 g/kg

1 oktober 2007

30 september 2017

DEEL A

Alleen toepassingen als insecticide voor gebruik als zaadbehandelingsmiddel mogen worden toegelaten.

Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen:

 

mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

 

moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met fipronil is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

 

monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan fipronil in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fipronil (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 16 maart 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd. Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de verpakking van de in de handel gebrachte producten om te voorkomen dat fotodegradatieproducten worden gevormd die aanleiding geven tot problemen;

 

de mogelijkheid van grondwaterverontreiniging, met name met metabolieten die persistenter zijn dan de oorspronkelijke stof, wanneer de werkzame stof wordt toegediend in gebieden met kwetsbare bodem- en/of klimaatomstandigheden;

 

de bescherming van zaadetende vogels en zoogdieren, in het water levende organismen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en honingbijen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor zaadetende vogels en zoogdieren, en honingbijen, met name bijenbroed. Zij dragen er zorg voor dat de kennisgever die om opneming van fipronil in deze bijlage heeft verzocht, deze studies binnen één jaar na de goedkeuring bij de Commissie indient.

158

Beflubutamide

CAS-nr.: 113614-08-7

CIPAC-nr.: 662

(RS)-N-benzyl-2-(4-fluor-3-trifluormethylfenoxy)butaanamide

≥ 970 g/kg

1 december 2007

30 november 2017

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over beflubutamide dat op 15 mei 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algehele evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor waterorganismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

159

Spodoptera exigua kernpolyedervirus

CIPAC-nr.

niet toegewezen

niet van toepassing

 

1 december 2007

30 november 2017

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Spodoptera exigua NPV dat op 15 mei 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

160

Prosulfocarb

CAS-nr.: 52888-80-9

CIPAC-nr.: 539

S-benzyldipropyl(thiocarbamaat)

970 g/kg

1 november 2008

31 oktober 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over prosulfocarb (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 9 oktober 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals een spuitvrije bufferzone in het veld.

161

Fludioxonil

CAS-nr.: 131341-86-1

CIPAC-nr.: 522

4-(2,2-difluor-1,3-benzodioxool-4-yl)-1H-pyrrool-3-carbonitril

950 g/kg

1 november 2008

31 oktober 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die fludioxonil bevatten voor ander gebruik dan de behandeling van zaad, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend. Voorts moeten zij:

 

bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater, met name door de door fotolyse in de bodem gevormde metabolieten CGA 339833 en CGA 192155, in kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vissen en ongewervelde waterdieren.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fludioxonil (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 9 oktober 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

162

Clomazon

CAS-nr.: 81777-89-1

CIPAC-nr.: 509

2-(2-chloorbenzyl)-4,4-dimethyl-1,2-oxazolidine-3-on

960 g/kg

1 november 2008

31 oktober 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clomazon (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 9 oktober 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

163

Benthiavalicarb

CAS-nr.: 413615-35-7

CIPAC-nr.: 744

[(S)-1-{[(R)-1-(6-fluor-1,3-benzothiazool-2-yl)ethyl]carbamoyl}-2-methylpropyl]carbaminezuur

≥ 910 g/kg

De volgende bij de vervaardiging gevormde onzuiverheden zijn uit toxicologisch oogpunt van belang en mogen niet meer bedragen dan een bepaalde hoeveelheid in het technische materiaal:

 
 

6,6′-difluor-2,2′-dibenzothiazool: < 3,5 mg/kg

 
 

bis(2-amino-5-fluorfenyl)disulfide: < 14 mg/kg

1 augustus 2008

31 juli 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over benthiavalicarb (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die benthiavalicarb bevatten voor andere toepassingen dan in kassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

De lidstaten lichten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal als commercieel vervaardigd.

164

Boscalid

CAS-nr.: 188425-85-6

CIPAC-nr.: 673

2-chloor-N-(4′-chloorbifenyl-2-yl)nicotinamide

≥ 960 g/kg

1 augustus 2008

31 juli 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over boscalid (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners;

 

het langetermijnrisico voor vogels en bodemorganismen;

 

het risico van ophoping in de bodem, als de stof wordt gebruikt voor blijvende gewassen of volggewassen bij vruchtwisseling.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

165

Carvon

CAS-nr.: 99-49-0 (d/l-mengsel)

CIPAC-nr.: 602

5-isopropenyl-2-methylcyclohex-2-een-1-on

≥ 930 g/kg met een d/l-verhouding van ten minste 100:1

1 augustus 2008

31 juli 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carvon (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij hun algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan het risico van de toedieners.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

166

Fluoxastrobin

CAS-nr.: 361377-29-9

CIPAC-nr.: 746

(E)-{2-[6-(2-chloorfenoxy)-5-fluorpyrimidine-4-yloxy]fenyl}(5,6-dihydro-1,4,2-dioxazine-3-yl)methanon-O-methyloxim

≥ 940 g/kg

1 augustus 2008

31 juli 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fluoxastrobin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, met name wanneer zij het onverdunde concentraat hanteren. De gebruiksvoorwaarden moeten passende beschermingsmaatregelen omvatten, zoals het dragen van een masker;

 

de bescherming van in het water levende organismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de gehalten aan residuen van metabolieten van fluoxastrobin, wanneer stro van behandelde percelen wordt gebruikt als diervoeder. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, beperkingen op het gebruik als diervoeder omvatten;

 

het risico van ophoping in de bodem, als de stof wordt gebruikt voor blijvende gewassen of volggewassen bij vruchtwisseling.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

gegevens voor een uitvoerige risicobeoordeling van de gevolgen voor het water, waarbij rekening wordt gehouden met verwaaiing, afspoeling, drainage en de doeltreffendheid van mogelijke risicobeperkende maatregelen;

 

gegevens over de toxiciteit van niet bij ratten voorkomende metabolieten, als stro van behandelde percelen wordt gebruikt als diervoeder.

Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door de kennisgever die om opneming van fluoxastrobin in deze bijlage heeft verzocht.

167

Paecilomyces lilacinus (Thom)

Samson 1974 stam 251 (AGAL: nr. 89/030550)

CIPAC-nr.: 753

niet van toepassing

 

1 augustus 2008

31 juli 2018

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als nematicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Paecilomyces lilacinus (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners (hoewel het niet nodig was om een AOEL vast te stellen, moeten micro-organismen in de regel als potentiële sensibilisatoren worden beschouwd);

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende, op bladeren levende geleedpotigen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

168

Prothioconazool

CAS-nr.: 178928-70-6

CIPAC-nr.: 745

(RS)-2-[2-(1-chloorcyclopropyl)-3-(2-chloorfenyl)-2-hydroxypropyl]-2,4-dihydro-1,2,4-triazool-3-thion

≥ 970 g/kg

De volgende bij de vervaardiging gevormde onzuiverheden zijn uit toxicologisch oogpunt van belang en mogen niet meer bedragen dan een bepaalde hoeveelheid in het technische materiaal:

 

tolueen: < 5 g/kg

 

prothioconazool-dethio (2-(1-chloorcyclopropyl)-1-(2-chloorfenyl)-3-(1,2,4-triazool-1-yl)propaan-2-ol): < 0,5 g/kg (LOD)

1 augustus 2008

31 juli 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over prothioconazool (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners bij sproeien. De gebruiksvoorwaarden moeten passende beschermingsmaatregelen omvatten;

 

de bescherming van in het water levende organismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van vogels en kleine zoogdieren. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

informatie voor de evaluatie van de blootstelling van de consumenten aan metabolieten van triazoolderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

 

een vergelijking van de werking van prothioconazool en de metabolieten van triazoolderivaten voor de evaluatie van de toxiciteit als gevolg van de gecombineerde blootstelling aan deze verbindingen;

 

informatie voor verder onderzoek naar het langetermijnrisico voor zaadetende vogels en zoogdieren als gevolg van het gebruik van prothioconazool voor zaadbehandeling.

Zij dragen er zorg voor dat deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie worden ingediend door de kennisgever die om opneming van prothioconazool in deze bijlage heeft verzocht.

169

Amidosulfuron

CAS-nr.: 120923-37-7

CIPAC-nr.: 515

 

3-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-1-(N-methyl-N-methylsulfonyl-aminosulfonyl)ureum

of

 
 

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-mesyl(methyl) sulfamoylureum

≥ 970 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die amidosulfuron bevatten voor andere toepassingen dan gebruik voor hooiland of grasland, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over amidosulfuron (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater wegens de mogelijkheid tot verontreiniging van het grondwater door sommige afbraakproducten wanneer de stof wordt toegepast in regio's met kwetsbare bodem- en/of klimaatomstandigheden;

 

de bescherming van waterplanten.

Ten aanzien van deze risico's moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

170

Nicosulfuron

CAS-nr.: 111991-09-4

CIPAC-nr.: 709

 

2-[(4,6-dimethoxypyrimidine-2-ylcarbamoyl)sulfamoyl]-N,N-dimethylnicotinamide

of

 
 

1-(4,6-dimethoxypyrimidine-2-yl)-3-(3-dimethylcarbamoyl-2-pyridylsulfonyl)ureum

≥ 910 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over nicosulfuron (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de mogelijke blootstelling van het aquatisch milieu aan de metaboliet DUDN wanneer nicosulfuron wordt toegepast in regio's met kwetsbare bodemomstandigheden;

 

de bescherming van waterplanten en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals een spuitvrije bufferzone in het veld;

 

de bescherming van het grond- en oppervlaktewater in qua bodemgesteldheid en klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

171

Clofentezine

CAS-nr.: 74115-24-5

CIPAC-nr.: 418

3,6-bis(2-chloorfenyl)-1,2,4,5-tetrazine

≥ 980 g/kg (droge stof)

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clofentezine, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de veiligheid van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de mogelijke verspreiding door de lucht over langere afstand;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever uiterlijk 31 juli 2011 bij de Commissie een monitoringprogramma indient ter beoordeling van de mogelijke verspreiding door de lucht over langere afstand van clofentezine en de bijbehorende risico’s voor het milieu. De resultaten van dat monitoringprogramma moeten uiterlijk 31 juli 2013 in de vorm van een monitoringverslag bij de als rapporteur optredende lidstaat en de Commissie worden ingediend.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever uiterlijk 30 juni 2012 bevestigende studies betreffende de toxicologische en milieurisicobeoordeling van de metabolieten van clofentezine bij de Commissie indient.

172

Dicamba

CAS-nr.: 1918-00-9

CIPAC-nr.: 85

3,6-dichloor-2-methoxybenzoëzuur

≥ 850 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dicamba dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

173

Difenoconazool

CAS-nr.: 119446-68-3

CIPAC-nr.: 687

3-chloor-4-[(2RS,4RS;2RS,4SR)-4-methyl-2-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)-1,3-dioxolaan-2-yl]fenyl-4-chloorfenylether

≥ 940 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over difenoconazool dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen;

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

174

Diflubenzuron

CAS-nr.: 35367-38-5

CIPAC-nr.: 339

1-(4-chloorfenyl)-3-(2,6-difluorbenzoyl)ureum

≥ 950 g/kg onzuiverheid: max. 0,03 g/kg 4-chlooraniline

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diflubenzuron, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van op het land levende organismen;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, met inbegrip van bijen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever uiterlijk 30 juni 2011 verdere studies ter beoordeling van de potentiële toxicologische relevantie van de onzuiverheid en metaboliet 4-chlooraniline (PCA) bij de Commissie indient.

175

Imazaquin

CAS-nr.: 81335-37-7

CIPAC-nr.: 699

2-[(RS)-4-isopropyl-4-methyl-5-oxo-2-imidazoline-2-yl]chinoline-3-carbonzuur

≥ 960 g/kg (racemisch mengsel)

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over imazaquin dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

176

Lenacil

CAS-nr.: 2164-08-1

CIPAC-nr.: 163

3-cyclohexyl-1,5,6,7-tetrahydrocyclopentapyrimidine-2,4(3H)-dion

≥ 975 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over lenacil, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het risico voor in het water levende organismen in het bijzonder algen en waterplanten. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones tussen behandelde percelen en oppervlaktewateren;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma’s worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreiniging met de metabolieten IN-KF 313, M1, M2 en M3 in kwetsbare gebieden te controleren.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever bij de Commissie bevestigende informatie indient over de identiteit en kenmerken van de bodemmetabolieten Polar B en Polars en de metabolieten M1, M2 en M3 die bij lysimeterstudies zijn gevonden en bevestigende gegevens over wisselgewassen, met inbegrip van mogelijke fytotoxische effecten. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt.

Wanneer bij een beslissing betreffende de indeling van lenacil overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (3) wordt vastgesteld dat verdere informatie over de relevantie van de metabolieten IN-KE 121, IN-KF 313, M1, M2, M3, Polar B en Polars noodzakelijk is, moeten de betrokken lidstaten verzoeken om de overlegging van dergelijke informatie. Zij zorgen ervoor dat de kennisgever die informatie binnen zes maanden na de kennisgeving van een dergelijke indelingsbeslissing aan de Commissie verstrekt.

177

Oxadiazon

CAS-nr.: 19666-30-9

CIPAC-nr.: 213

5-tert-butyl-3-(2,4-dichloor-5-isopropoxyfenyl)-1,3,4-oxadiazool-2(3H)-on

≥ 940 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over oxadiazon, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de mogelijkheid van grondwaterverontreiniging door de metaboliet AE0608022, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in situaties waarin naar verwachting langdurige anaerobe omstandigheden kunnen voorkomen of in qua bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

verdere studies ter beoordeling van de potentiële toxicologische relevantie van een onzuiverheid in de voorgestelde technische specificatie;

 

informatie ter nadere verduidelijking van het optreden van de metaboliet AE0608033 bij primaire en wisselgewassen;

 

verdere proeven bij wisselgewassen (namelijk bij hakvruchten en granen) en een onderzoek naar de stofwisseling van herkauwers ter bevestiging van de risicobeoordeling voor de consument;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor zich met regenwormen voedende vogels en zoogdieren en over het langetermijnrisico voor vis.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt.

178

Picloram

CAS-nr.: 1918-02-1

CIPAC-nr.: 174

4-amino-3,5,6-trichloorpyridine-2-carbonzuur

≥ 920 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over picloram, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de mogelijkheid van grondwaterverontreiniging, wanneer picloram wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

nadere informatie ter bevestiging dat bij de residuproeven toegepaste analysemethode voor monitoring de residuen van picloram en de conjugaten daarvan correct kwantificeert;

 

een onderzoek naar de bodemfotolyse ter bevestiging van de evaluatie van de afbraak van picloram;

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt.

179

Pyriproxyfen

CAS-nr.: 95737-68-1

CIPAC-nr.: 715

4-fenoxyfenyl-(RS)-2-(2-pyridyloxy)propylether

≥ 970 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyriproxyfen, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij er zo nodig voor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

het risico voor in het water levende organismen. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten dragen er zorg voor dat de kennisgever nadere informatie bij de Commissie indient ter bevestiging van de risicobeoordeling met betrekking tot twee punten, namelijk betreffende het aan pyriproxyfen en de metaboliet DPH-pyr verbonden risico voor waterinsecten en het aan pyriproxyfen verbonden risico voor bestuivers. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 30 juni 2012 aan de Commissie verstrekt.

180

Bifenox

CAS-nr.: 42576-02-3

CIPAC-nr.: 413

methyl-5-(2,4-dichloorfenoxy)-2-nitrobenzoaat

≥ 970 g/kg onzuiverheden:

 
 

maximaal 3 g/kg 2,4-dichloorfenol

 
 

maximaal 6 g/kg 2,4-dichlooranisool

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bifenox dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij er zo nodig voor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de blootstelling van de consumenten via de voeding aan bifenoxresiduen in producten van dierlijke oorsprong of in wisselgewassen.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

informatie over residuen van bifenox en zijn metaboliet hydroxybifenoxzuur in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en over bifenoxresiduen in wisselgewassen;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor plantenetende zoogdieren als gevolg van het gebruik van bifenox.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke gegevens en informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling aan de Commissie verstrekt binnen twee jaar na de goedkeuring.

181

Diflufenican

CAS-nr.: 83164-33-4

CIPAC-nr.: 462

2′,4′-difluor-2-(α,α,α-trifluor-m-tolyloxy) nicotinanilide

≥ 970 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diflufenican dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals een spuitvrije bufferzone in het veld, worden toegepast.

182

Fenoxaprop-P

CAS-nr.: 113158-40-0

CIPAC-nr.: 484

(R)-2[4-[(6-chloor-2-benzoxazolyl)oxy]-fenoxy]propionzuur

≥ 920 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenoxaprop-P dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten;

 

de aanwezigheid van de beschermstof mefenpyr-diëthyl in geformuleerde producten wat betreft de blootstelling van de toedieners, werknemers en omstanders;

 

de persistentie van de stof en sommige afbraakproducten daarvan in koudere zones en gebieden waar anaerobe omstandigheden kunnen voorkomen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

183

Fenpropidin

CAS-nr.: 67306-00-7

CIPAC-nr.: 520

(R,S)-1-[3-(4-tert-butylfenyl)-2-methylpropyl]piperidine

≥ 960 g/kg (racemaat)

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenpropidin dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor plantenetende en insectenetende vogels als gevolg van het gebruik van fenpropidin.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke gegevens en informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling aan de Commissie verstrekt binnen twee jaar na de goedkeuring.

184

Quinoclamine

CAS-nr.: 2797-51-5

CIPAC-nr.: 648

2-amino-3-chloor-1,4-naftochinon

≥ 965 g/kg onzuiverheid:

dichlon (2,3-dichloor-1,4-naftochinon) maximaal 15 g/kg

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die quinoclamine bevatten voor andere toepassingen dan voor siergewassen of kwekerijgewassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de uniforme beginselen in bijlage VI moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over quinoclamine dat op 14 maart 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, de werknemers en de omstanders, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van vogels en kleine zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

185

Chloridazon

CAS-nr.: 1698-60-8

CIPAC-nr.: 111

5-amino-4-chloor-2-fenylpyridazine-3(2H)-on

920 g/kg

De onzuiverheid 4-amino-5-chloor-isomeer wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en er is een maximumgehalte van 60 g/kg vastgesteld.

1 januari 2009

31 december 2018

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide, waarbij slechts elke drie jaar op hetzelfde veld max. 2,6 kg/ha mag worden toegepast.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloridazon dat op 4 december 2007 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreiniging met de metabolieten B en B1 in kwetsbare gebieden te controleren.

186

Tritosulfuron

CAS-nr.: 142469-14-5

CIPAC-nr.: 735

1-(4-methoxy-6-trifluormethyl-1,3,5-triazine-2-yl)-3-(2-trifluormethyl-benzeensulfonyl)ureum

≥ 960 g/kg

De volgende bij de vervaardiging gevormde onzuiverheid is uit toxicologisch oogpunt van belang en mag niet meer bedragen dan een bepaalde hoeveelheid in het technische materiaal:

2-amino-4-methoxy-6-(trifluormethyl)-1,3,5-triazine: < 0,2 g/kg

1 december 2008

30 november 2018

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tritosulfuron (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 20 mei 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de mogelijke verontreiniging van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van kleine zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

187

Flutolanil

CAS-nr.: 66332-96-5

CIPAC-nr.: 524

α,α,α-trifluor-3′-isopropoxy-o-toluanilide

≥ 975 g/kg

1 maart 2009

28 februari 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die flutolanil bevatten voor ander gebruik dan de behandeling van aardappelknollen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flutolanil, dat op 20 mei 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

188

Benfluralin

CAS-nr.: 1861-40-1

CIPAC-nr.: 285

N-butyl-N-ethyl-α,α,α-trifluor-2,6-dinitro-p-toluïdine

≥ 960 g/kg

Onzuiverheden:

 

ethyl-butyl-nitrosamine: max. 0,1 mg/kg

1 maart 2009

28 februari 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die benfluralin bevatten voor andere toepassingen dan bij sla en andijvie, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over benfluralin, dat op 20 mei 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de residuen in levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong en de blootstelling van de consument via de voeding;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren, oppervlaktewateren en in het water levende organismen. Ten aanzien van deze risico's moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies betreffende het metabolisme van wisselgewassen en ter bevestiging van de risicobeoordeling voor metaboliet B12 en voor in het water levende organismen. Zij zien erop toe dat de kennisgevers op wier verzoek benfluralin in deze bijlage is opgenomen, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

189

Fluazinam

CAS-nr.: 79622-59-6

CIPAC-nr.: 521

3-chloor-N-(3-chloor-5-trifluormethyl-2-pyridyl)-α,α,α-trifluor-2,6-dinitro-p-toluïdine

≥ 960 g/kg

Onzuiverheden:

5-chloor-N-(3-chloor-5-trifluormethyl-2-pyridyl)-α,α,α-trifluor-4,6-dinitro-o-toluïdine

 

niet meer dan 2 g/kg

1 maart 2009

28 februari 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die fluazinam bevatten voor andere toepassingen dan bij aardappelen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fluazinam, dat op 20 mei 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van de toedieners en de veiligheid van de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de residuen in levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong en de blootstelling van de consument via de voeding;

 

de bescherming van in het water levende organismen. Ten aanzien van dit risico moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor in het water levende organismen en in de grond levende macro-organismen. Zij zien erop toe dat de kennisgevers op wier verzoek fluazinam in deze bijlage is opgenomen, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

190

Fuberidazool

CAS-nr.: 3878-19-1

CIPAC-nr.: 525

2-(2′-furyl)benzimidazool

≥ 970 g/kg

1 maart 2009

28 februari 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die fuberidazool bevatten voor ander gebruik dan de behandeling van zaad, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fuberidazool, dat op 20 mei 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan het langetermijnrisico voor zoogdieren en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risico-beperkende maatregelen omvatten. In dat geval moet gebruik worden gemaakt van geschikte apparatuur waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens de toediening tot een minimum wordt beperkt.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

191

Mepiquat

CAS-nr.: 15302-91-7

CIPAC-nr.: 440

1,1-dimethylpiperidinium-chloride (mepiquat-chloride)

≥ 990 g/kg

1 maart 2009

28 februari 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die mepiquat bevatten voor andere toepassingen dan bij gerst, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over mepiquat, dat op 20 mei 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de residuen in levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong en de blootstelling van de consument via de voeding evalueren.

192

Diuron

CAS-nr.: 330-54-1

CIPAC-nr.: 100

3-(3,4-dichloorfenyl)-1,1-dimethylureum

≥ 930 g/kg

1 oktober 2008

30 september 2018

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide in een dosering van maximaal 0,5 kg/ha (areïek gemiddelde).

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diuron dat op 11 juli 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners; de gebruiksvoorwaarden schrijven zo nodig het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen voor;

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

193

Bacillus thuringiensis subsp. aizawai

STAM: ABTS-1857

Kweekverzameling: nr. SD-1372,

STAM: GC-91

Kweekverzameling: nr. NCTC 11821

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Bacillus thuringiensis subsp. Aizawai ABTS-1857 (SANCO/1539/2008) en GC-91 (SANCO/1538/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

194

Bacillus thuringiensis subsp. israeliensis (serotype H-14)

STAM: AM65-52

Kweekverzameling: nr. ATCC - 1276

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Bacillus thuringiensis subsp. israeliensis (serotype H-14)AM65-52 (SANCO/1540/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

195

Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki

 
 

STAM: ABTS351

Kweekverzameling: nr. ATCC SD-1275

 
 

STAM: PB 54

Kweekverzameling: nr. CECT 7209

 
 

STAM: SA 11

Kweekverzameling: nr. NRRL B-30790

 
 

STAM: SA 12

Kweekverzameling: nr. NRRL B-30791

 
 

STAM: EG 2348

Kweekverzameling: nr. NRRL B-18208

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki ABTS 351 (SANCO/1541/2008), PB 54 (SANCO/1542/2008), SA 11, SA 12 en EG 2348 (SANCO/1543/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

196

Bacillus thuringiensis subsp. Tenebrionis

STAM: NB 176 (TM 14 1)

Kweekverzameling: nr. SD-5428

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Bacillus thuringiensis subsp. tenebrionis NB 176 (SANCO/1545/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

197

Beauveria bassiana

 
 

STAM: ATCC 74040

Kweekverzameling: nr. ATCC 74040

 
 

STAM: GHA

Kweekverzameling: nr. ATCC 74250

niet van toepassing

max. beauvericinegehalte: 5 mg/kg

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Beauveria bassiana ATCC 74040 (SANCO/1546/2008) en GHA (SANCO/1547/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

198

Cydia pomonella Granulovirus (CpGV)

niet van toepassing

verontreinigende micro-organismen (Bacillus cereus) < 1 × 106 CFU/g

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Cydia pomonella Granulovirus (CpGV) (SANCO/1548/2008) (en met name met de aanhangsels I en II) dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

199

Lecanicillium muscarium

(vroeger Verticilium lecanii)

STAM: Ve 6

Kweekverzameling: nr. CABI (=IMI) 268317, CBS 102071, ARSEF 5128

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Lecanicillium muscarium (vroeger Verticilium lecanii) Ve 6 (SANCO/1861/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

200

Metarhizium anisopliae var. anisopliae

(vroeger Metarhizium anisopliae)

STAM: BIPESCO 5/F52

Kweekverzameling: nr. M.a. 43; nr. 275-86 (acroniemen V275 of KVL 275); nr. KVL 99-112 (Ma 275 of V 275); nr. DSM 3884; nr. ATCC 90448; nr. ARSEF 1095

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Metarhizium anisopliae var. anisopliae (vroeger Metarhizium anisopliae) BIPESCO 5 en F52 (SANCO/1862/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

201

Phlebiopsis gigantea

 
 

STAM: VRA 1835

Kweekverzameling: nr. ATCC 90304

 
 

STAM: VRA 1984

Kweekverzameling: nr. DSM16201

 
 

STAM: VRA 1985

Kweekverzameling: nr. DSM 16202

 
 

STAM: VRA 1986

Kweekverzameling: nr. DSM 16203

 
 

STAM: FOC PG B20/5

Kweekverzameling: nr. IMI 390096

 
 

STAM: FOC PG SP log 6

Kweekverzameling: nr. IMI 390097

 
 

STAM: FOC PG SP log 5

Kweekverzameling: nr. IMI390098

 
 

STAM: FOC PG BU 3

Kweekverzameling: nr. IMI 390099

 
 

STAM: FOC PG BU 4

Kweekverzameling: nr. IMI 390100

 
 

STAM: FOC PG 410.3

Kweekverzameling: nr. IMI 390101

 
 

STAM: FOC PG97/1062/116/1.1

Kweekverzameling: nr. IMI 390102

 
 

STAM: FOC PG B22/SP1287/3.1

Kweekverzameling: nr. IMI 390103

 
 

STAM: FOC PG SH 1

Kweekverzameling: nr. IMI 390104

 
 

STAM: FOC PG B22/SP1190/3.2

Kweekverzameling: nr. IMI 390105

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Phlebiopsis gigantea (SANCO/1863/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

202

Pythium oligandrum

STAM: M1

Kweekverzameling: nr. ATCC 38472

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Pythium oligandrum M1 (SANCO/1864/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

203

Streptomyces K61 (vroeger S. griseoviridis)

STAM: K61

Kweekverzameling: nr. DSM 7206

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Streptomyces (vroeger Streptomyces griseoviridis) K61 (SANCO/1865/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

204

Trichoderma atroviride

(vroeger T. harzianum)

 
 

STAM: IMI 206040

Kweekverzameling nr. IMI 206040, ATCC 20476;

 
 

STAM: T11

Kweekverzameling: nr.

Spaanse typekweekverzameling CECT 20498, identiek met IMI 352941

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Trichoderma atroviride (vroeger T. harzianum) IMI 206040 (SANCO/1866/2008) respectievelijk T-11 (SANCO/1841/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

205

Trichoderma polysporum

STAM: Trichoderma polysporum IMI 206039

Kweekverzameling nr. IMI 206039, ATCC 20475

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Trichoderma polysporum IMI 206039 (SANCO/1867/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

206

Trichoderma harzianum Rifai

 
 

STAM:

Trichoderma harzianum T-22;

Kweekverzameling: nr. ATCC 20847

 
 

STAM: Trichoderma harzianum ITEM 908;

Kweekverzameling: nr. CBS 118749

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Trichoderma harzianum T-22 (SANCO/1839/2008) respectievelijk ITEM 908 (SANCO/1840/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

207

Trichoderma asperellum

vroeger (T. harzianum)

 
 

STAM: ICC012

Kweekverzameling: nr. CABI CC IMI 392716

 
 

STAM: Trichoderma asperellum

(vroeger T. viride T25) T25

Kweekverzameling: nr. CECT 20178

 
 

STAM: Trichoderma asperellum

(vroeger T. viride TV1) TV1

Kweekverzameling: nr. MUCL 43093

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van de evaluatieverslagen over Trichoderma asperellum (vroeger T. harzianum) ICC012 (SANCO/1842/2008) en Trichoderma asperellum (vroeger T. viride T25 en TV1) T25 en TV1 (SANCO/1868/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), die door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid zijn goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

208

Trichoderma gamsii (vroeger T. viride)

STAM:

ICC080

Kweekverzameling: nr. IMI CC Number 392151 CABI

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Trichoderma viride (SANCO/1868/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

209

Verticillium albo-atrum

(vroeger Verticillium dahliae)

STAM: Verticillium albo-atrum isolaat WCS850

Kweekverzameling: nr. CBS 276.92

niet van toepassing

geen relevante onzuiverheden

1 mei 2009

30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Verticillium albo-atrum (vroeger Verticillium dahliae) WCS850 (SANCO/1870/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

210

 

Abamectine

CAS-nr.: 71751-41-2

 
 

Avermectine B1a

CAS-nr.: 65195-55-3

 
 

Avermectine B1b

CAS-nr.: 65195-56-4

 
 

Abamectine

CIPAC-nr.: 495

 

Avermectine B1a

(10E,14E,16E,22Z)-(1R,4S,5′S,6S,6′R,8R,12S,13S,20R,21R,24S)-6′-[(S)-sec-butyl]-21,24-dihydroxy-5′,11,13,22-tetramethyl-2-oxo-3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8 020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen-6-spiro-2′-(5′,6′-dihydro-2′H-pyran)-12-yl-2,6-dideoxy-4-O-(2,6-dideoxy-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranosyl)-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranoside

 
 

AvermectineB1b

(10E,14E,16E,22Z)-(1R,4S,5′S,6S,6′R,8R,12S,13S,20R,21R,24S)-21,24-dihydroxy-6′-isopropyl-5′,11,13,22-tetramethyl-2-oxo-3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8 020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen-6-spiro-2′-(5′,6′-dihydro-2′H-pyran)-12-yl-2,6-dideoxy-4-O-(2,6-dideoxy-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranosyl)-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranoside

≥ 850 g/kg

van 1 mei 2009

van 30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide, acaricide

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die abamectine bevatten voor andere toepassingen dan bij citrusvruchten, sla en tomaten, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over abamectine (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 juli 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de residuen in levensmiddelen van plantaardige oorsprong en de blootstelling van de consument via de voeding;

 

de bescherming van bijen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, vogels, zoogdieren en in het water levende organismen. Ten aanzien van deze risico’s moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones en wachttijden, worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

verdere studies naar de specificatie van de werkzame stof:

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor vogels en zoogdieren;

 

informatie voor de beoordeling van het risico voor in het water levende organismen ten aanzien van de belangrijkste bodemmetabolieten;

 

informatie voor de beoordeling van het risico voor het grondwater ten aanzien van metaboliet U8.

Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies binnen twee jaar na de goedkeuring aan de Commissie worden verstrekt.

211

Epoxiconazool

CAS-nr.: 135319-73-2 (vroeger 106325-08-0)

CIPAC-nr.: 609

(2RS, 3SR)-1-[3-(2-chloorfenyl)-2,3-epoxy-2-(4-fluorfenyl)propyl]-1H-1,2,4-triazool

≥ 920 g/kg

van 1 mei 2009

van 30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over epoxiconazool (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 juli 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij er zo nodig voor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de blootstelling van de consument via de voeding aan de metabolieten van epoxiconazool (triazool);

 

de mogelijke verspreiding door de lucht over een lange afstand;

 

het risico voor in het water levende organismen, vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie verdere studies naar de potentiële hormoonontregelende eigenschappen van epoxiconazool indient binnen twee jaren na de goedkeuring van de OESO-richtsnoeren voor hormoonontregelingstests of,bij wijze van alternatief, de door de Gemeenschap overeengekomen testrichtsnoeren.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie uiterlijk op 30 juni 2009 een monitoringprogramma indient ter beoordeling van de risico’s van verspreiding door de lucht over een lange afstand en de bijbehorende risico’s voor het milieu. De resultaten van deze monitoring moeten uiterlijk op 31 december 2011 in de vorm van een monitoringverslag bij de Commissie worden ingediend.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever binnen twee jaar na de goedkeuring informatie verstrekt over de residuen van metabolieten van epoxiconazool in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong, alsook informatie ter beoordeling van het langetermijnrisico voor herbivore vogels en zoogdieren.

212

Fenpropimorf

CAS-nr.: 67564-91-4

CIPAC-nr.: 427

(RS)-cis-4-[3-(4-tert-butylfenyl)-2-methylpropyl]-2,6-dimethylmorfoline

≥ 930 g/kg

van 1 mei 2009

van 30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenpropimorf (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 juli 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven, zoals beperkingen van de dagelijkse werktijd;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones, beperking van de lozing van regen- en afvalwater en driftreductiedoppen.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om indiening van verdere studies ter bevestiging van de mobiliteit in de bodem van metaboliet BF-421-7. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgevers op wier verzoek fenpropimorf in deze bijlage is opgenomen, deze studies binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

213

Fenpyroximaat

CAS-nr.: 134098-61-6

CIPAC-nr.: 695

tert-butyl-(E)-α-(1,3-dimethyl-5-fenoxypyrazool-4-ylmethyleenamino-oxy)-p-toluaat

> 960 g/kg

van 1 mei 2009

van 30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide.

De volgende toepassingen mogen niet worden toegelaten:

 

toepassingen in hoge gewassen met een hoog risico van spuitdrift, bijvoorbeeld op trekker gemonteerde luchtondersteunde spuitmachine en drukspuiten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenpyroximaat (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 juli 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de gevolgen voor in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden, zo nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van informatie voor de verdere beoordeling van:

 

het risico voor in het water levende organismen van metabolieten die de benzylgroep bevatten;

 

het risico van biomagnificatie in watervoedselketens.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgevers op wier verzoek fenpyroximaat in deze bijlage is opgenomen, deze informatie binnen twee jaar na goedkeuring bij de Commissie indienen.

214

Tralkoxydim

CAS-nr.: 87820-88-0

CIPAC-nr.: 544

(RS)-2-[(EZ)-1-(ethoxyimino)propyl]-3-hydroxy-5-mesitylcyclohex-2-een-1-on

≥ 960 g/kg

van 1 mei 2009

van 30 april 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tralkoxydim (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 juli 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater, met name tegen de bodemmetaboliet R173642, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van herbivore zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor herbivore zoogdieren als gevolg van het gebruik van tralkoxydim.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgevers op wier verzoek tralkoxydim in deze bijlage is opgenomen, deze informatie binnen twee jaar na de goedkeuring bij de Commissie indienen.

215

Aclonifen

CAS-nr.: 74070-46-5

CIPAC-nr.: 498

2-chloor-6-nitro-3-fenoxyaniline

≥ 970 g/kg

De verontreiniging fenol wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en hiervoor wordt een maximumgehalte van 5 g/kg vastgesteld.

1 augustus 2009

31 juli 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die aclonifen bevatten voor andere toepassingen dan op zonnebloemen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over aclonifen (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 26 september 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte materiaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de veiligheid van de toedieners. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de residuen in wisselgewassen en de evaluatie van blootstelling van de consument via de voeding;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten. Ten aanzien van deze risico's moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

De betrokken lidstaten verzoeken om overlegging van aanvullende studies betreffende residuen in wisselgewassen en relevante informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke gegevens en informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling binnen twee jaar na de goedkeuring aan de Commissie verstrekt.

216

Imidacloprid

CAS-nr.: 138261-41-3

CIPAC-nr.: 582

(E)-1-(6-chloor-3-pyridinylmethyl)-N-nitroimidazolidine-2-ylideenamine

≥ 970 g/kg

1 augustus 2009

31 juli 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

Voor de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen, met name honingbijen en vogels, bij gebruik als zaadbehandelingsmiddel:

 

mag de zaadcoating alleen plaatsvinden in professionele zaadverwerkingsinstallaties. Die installaties moeten de beste beschikbare technieken toepassen om ervoor te zorgen dat het vrijkomen van stof tijdens de toediening op het zaad, de opslag en het vervoer tot een minimum kan worden beperkt;

 

moet geschikte rijenzaaiapparatuur worden gebruikt waardoor een hoge mate van inwerking in de bodem wordt bereikt en morsen tijdens te toediening en de emissie van stof tot een minimum worden beperkt.

De lidstaten zorgen ervoor dat:

 

op het etiket van het behandelde zaad wordt vermeld dat het zaad met imidacloprid is behandeld en worden de in de toelating opgenomen risicobeperkende maatregelen aangegeven;

 

de toelatingsvoorwaarden, met name voor spuittoepassingen, zo nodig risicobeperkende maatregelen ter bescherming van honingbijen omvatten;

 

monitoringprogramma’s worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan imidacloprid in gebieden die extensief door bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt, zo nodig te verifiëren.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die imidacloprid bevatten voor andere toepassingen dan tomaat in kassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over imidacloprid (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 26 september 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat in de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven;

 

de gevolgen voor in het water levende organismen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, regenwormen en andere bodemmacro-organismen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van:

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor toedieners en werknemers;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor vogels en zoogdieren.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke gegevens en informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling binnen twee jaar na de goedkeuring aan de Commissie verstrekt.

217

Metazachloor

CAS-nr.: 67129-08-2

CIPAC-nr.: 411

2-chloor-N-(pyrazool-1-ylmethyl)aceet-2′,6′-xylidide

≥ 940 g/kg

De verontreiniging tolueen wordt uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en hiervoor is een maximumgehalte van 0,05 % vastgesteld.

1 augustus 2009

31 juli 2019

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide, waarbij slechts elke drie jaar op hetzelfde perceel maximaal 1,0 kg/ha mag worden toegepast.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metazachloor (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 26 september 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat in de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven;

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreiniging met de metabolieten 479M04, 479M08, 479M09, 479M11 en 479M12 in kwetsbare gebieden te controleren.

Als metazachloor overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt ingedeeld als „verdacht van het veroorzaken van kanker”, verzoeken de betrokken lidstaten om overlegging van nadere informatie over de relevantie van de metabolieten 479M04, 479M08, 479M09, 479M11 en 479M12 ten aanzien van kanker.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgevers die informatie binnen zes maanden na de kennisgeving van een dergelijke indelingsbeslissing aan de Commissie verstrekken.

218

Azijnzuur

CAS-nr.: 64-19-7

CIPAC-nr.: niet toegewezen

azijnzuur

≥ 980 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azijnzuur (SANCO/2602/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

219

Aluminiumammo-niumsulfaat

CAS-nr.: 7784-26-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

aluminiumammoniumsulfaat

≥ 960 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over aluminiumammoniumsulfaat (SANCO/2985/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

220

Aluminiumsilicaat

CAS-nr.: 1332-58-7

CIPAC-nr.: niet toegewezen

niet beschikbaar

chemische naam: kaolien

≥ 999,8 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over aluminiumsilicaat (SANCO/2603/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

221

Ammoniumacetaat

CAS-nr.: 631-61-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen

ammoniumacetaat

≥ 970 g/kg

Relevante onzuiverheid: zware metalen als Pb, ten hoogste 10 ppm

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ammoniumacetaat (SANCO/2986/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

222

Bloedmeel

CAS-nr.: niet toegewezen

CIPAC-nr.: niet toegewezen

niet beschikbaar

≥ 990 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel. Bloedmeel moet in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1069/2009.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bloedmeel (SANCO/2604/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

223

Calciumcarbide

CAS-nr.: 75-20-7

CIPAC-nr.: niet toegewezen

 

calciumcarbide

 
 

calciumacetylide

≥ 765 g/kg

0,08-0,52 g/kg calcium-fosfide bevattend

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over calciumcarbide (SANCO/2605/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

224

Calciumcarbonaat

CAS-nr.: 471-34-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

calciumcarbonaat

≥ 995 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over calciumcarbonaat (SANCO/2606/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

225

Kooldioxide

CAS-nr.: 124-38-9

koolstofdioxide

≥ 99,9 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fumigatiemiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kooldioxide (SANCO/2987/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

226

Denatoniumbenzoaat

CAS-nr.: 3734-33-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

benzyldiëthyl[[2,6-xylylcarbamoyl]methyl]ammoniumbenzoaat

≥ 995 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afstotend middel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over denathoniumbenzoaat (SANCO/2607/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

227

Etheen

CAS-nr.: 74-85-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

etheen

≥ 99 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over etheen (SANCO/2608/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

228

Extract van theeboom

CAS-nr.: theeboomolie 68647-73-4

Belangrijkste bestanddelen:

 
 

terpineen-4-ol 562-74-3

 
 

γ-terpineen 99-85-4

 
 

α-terpineen 99-86-5

 
 

1,8-cineol 470-82-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

theeboomolie is een complex mengsel van chemische stoffen.

belangrijkste bestanddelen:

 
 

terpineen-4-ol ≥ 300 g/kg

 
 

γ-terpineen ≥ 100 g/kg

 
 

α-terpineen ≥ 50 g/kg

 
 

1,8-cineol spoor

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over extract van theeboom (SANCO/2609/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

229

Vetdestillatieresiduen

CAS-nr.: niet toegewezen

CIPAC-nr.: niet toegewezen

niet beschikbaar

≥ 40 % afgesplitste vetzuren

Relevante onzuiverheid: Ni, ten hoogste 200 mg/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel. Vetdestillatieresiduen van dierlijke oorsprong moeten in overeenstemming zijn met Verordening nr. (EG) 1069/2009.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over vetdestillatieresiduen (SANCO/2610/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

230

Vetzuren C7 to C20

CAS-nr.: 112-05-0 (pelargonzuur)

 
 

67701-09-1 (vetzuren C7-C18 en C18-onverzadigd, kaliumzouten)

 
 

124-07-2 (caprylzuur)

 
 

334-48-5 (caprinezuur)

 
 

143-07-7 (laurinezuur)

 
 

112-80-1 (oliezuur)

 
 

85566-26-3 (vetzuren C8-C10, methylesters)

 
 

111-11-5 (methyloctanoaat)

 
 

110-42-9 (methyldecanoaat)

CIPAC-nr.: niet toegewezen

 

nonaanzuur

 
 

caprylzuur, pelargonzuur, caprinezuur, laurinezuur, oliezuur (ISO-namen)

 
 

octaanzuur, nonaanzuur, decaanzuur, dodecaanzuur, cis-9-octadeceenzuur (IUPAC-namen)

 
 

vetzuren, C7-C10, methylesters

 

≥ 889 g/kg (pelargonzuur)

 
 

≥ 838 g/kg vetzuren

 
 

≥ 99 % methylesters van vetzuren

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide, acaricide, herbicide en groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over vetzuren (SANCO/2610/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

231

Knoflookextract

CAS-nr.: 8008-99-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

geconcentreerd knoflooksap van levensmiddelen-kwaliteit

≥ 99,9 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel, nematicide en insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over knoflookextract (SANCO/2612/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

232

Gibberellinezuur

CAS-nr.: 77-06-5

CIPAC-nr.: 307

 

(3S,3aS,4S,4aS,7S,9aR,9bR,12S)-7,12-dihydroxy-3-methyl-6-methyleen-2-oxoperhydro-4a,7-methano-9b,3-propeno[1,2-b]furan-4-carbonzuur

 
 

Alternatief: (3S,3aR,4S,4aS,6S,8aR,8bR,11S)-6,11-dihydroxy-3-methyl-12-methyleen-2-oxo-4a,6-methano-3,8b-prop-l-enoperhydroindeno[1,2-b]furan-4-carbonzuur

≥ 850 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over gibberellinezuur (SANCO/2613/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

233

Gibberellinen

 
 

CAS-nr.: GA4: 468-44-0

 
 

GA7: 510-75-8

 
 

GA4A7-mengsel: 8030-53-3

CIPAC-nr.: niet toegewezen

 

GA4:

(3S,3aR,4S,4aR,7R,9aR,9bR,12S)-12-hydroxy-3-methyl-6-methyleen-2-oxoperhydro-4a,7-methano-3,9b-propanoazuleno[1,2-b]furan-4-carbonzuur

 
 

GA7:

(3S,3aR,4S,4aR,7R,9aR,9bR,12S)-12-hydroxy-3-methyl-6-methyleen-2-oxoperhydro-4a,7-methano-9b,3-propenoazuleno[1,2-b]furan-4-carbonzuur

evaluatieverslag (SANCO/2614/2008).

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over giberellinen (SANCO/2614/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

234

Gehydrolyseerde eiwitten

CAS-nr.: niet toegewezen

CIPAC-nr.: niet toegewezen

niet beschikbaar

evaluatieverslag (SANCO/2615/2008)

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof. Gehydrolyseerde eiwitten van dierlijke oorsprong moeten in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1069/2009.

DEEL B

Voor de toepassing de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over gehydrolyseerde eiwitten (SANCO/2615/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

235

IJzersulfaat

 
 

ijzer(II)sulfaat, watervrij: CAS-nr.: 7720-78-7

 
 

ijzer(II)sulfaat-monohydraat: CASnr. 17375-41-6

 
 

ijzer(II)sulfaat-heptahydraat: CAS-nr.: 7782-63-0

CIPAC-nr.: niet toegewezen

ijzer(II)sulfaat

 

ijzer(II)sulfaat, watervrij: ≥ 367,5 g/kg

 
 

ijzer(II)sulfaat-monohydraat: ≥ 300 g/kg

 
 

ijzer(II)sulfaat-heptahydraat: ≥ 180 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ijzersulfaat (SANCO/2616/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

236

Kiezelgoer (diatomeeënaarde)

CAS-nr.: 61790-53-2

CIPAC-nr.: 647

kiezelgoer (diatomeeënaarde)

920 ± 20 g SiO2/kg DE

Ten hoogste 0,1 % deeltjes kristallijne silica (met een diameter van minder dan 50 um)

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kiezelgoer (SANCO/2617/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

237

Kalksteen

CAS-nr.: 1317-65-3

CIPAC-nr.: niet toegewezen

niet beschikbaar

≥ 980 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afstotend middel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kalksteen (SANCO/2618/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

238

Methylnonylketon

CAS-nr.: 112-12-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

undecaan-2-on

≥ 975 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over methylnonylketon (SANCO/2619/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

239

Peper

CAS-nr.: niet toegwezen

CIPAC-nr.: niet toegewezen

zwarte peper – Piper nigrum

dit is een complex mengsel van chemische stoffen, waarvan het bestanddeel piperine als merker ten minste 4 % moet bedragen

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afstotend middel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over peper (SANCO/2620/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

240

Plantaardige oliën/citronella-olie

CAS-nr.: 8000-29-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

Citronella-olie is een complex mengsel van chemische stoffen.

De voornaamste bestanddelen zijn:

 
 

citronellal (3,7-dimethyl-6-octenal).

 
 

geraniol ((E)-3,7-dimethyl-2,6-octadieen-1-ol)

 
 

citronellol (3,7-dimethyl-6-octaan-2-ol).

 
 

geranylacetaat (3,7-dimethyl-6-octeen-1-ylacetaat).

relevante onzuiverheden: methyleugenol en methylisoeugenol, ten hoogste 0,1 %.

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over citronella-olie (SANCO/2621/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

241

Plantaardige oliën/kruidnagelolie

CAS-nr: 94961-50-2 (kruidnagelolie)

97-53-0 (eugenol – hoofdbestanddeel)

CIPAC-nr.: niet toegewezen

Kruidnagelolie is een complex mengsel van chemische stoffen.

Het hoofdbestanddeel is eugenol.

≥ 800 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kruidnagelolie (SANCO/2622/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

242

Plantaardige oliën/raapzaadolie

CAS-nr.: 8002-13-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

raapzaadolie

raapzaadolie is een complex mengsel van vetzuren.

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over raapzaadolie (SANCO/2623/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

243

Plantaardige oliën/groenemuntolie

CAS-nr.: 8008-79-5

CIPAC-nr.: niet toegewezen

groenemuntolie

≥ 550 g/kg als L-carvon

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over groenemuntolie (SANCO/2624/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

244

Kaliumwaterstofcarbonaat

CAS-nr.: 298-14-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

kaliumwaterstofcarbonaat

≥ 99,5 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kaliumwaterstofcarbonaat (SANCO/2625/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

245

Putrescine (1,4-diaminobutaan)

CAS-nr.: 110-60-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

butaan-1,4-diamine

≥ 990 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over putrescine (SANCO/2626/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

246

Pyrethrinen

CAS-nr.: A en B:

pyrethrinen 8003-34-7

 
 

Extract A: extracten van Chrysanthemum cinerariaefolium: 89997-63-7

 
 

pyrethrin 1: CAS 121-21-1

 
 

pyrethrin 2: CAS 121-29-9

 
 

cinerin 1: CAS 25402-06-6

 
 

cinerin 2: CAS 121-20-0

 
 

jasmolin 1: CAS 4466-14-2

 
 

jasmolin 2: CAS 1172-63-0

 
 

Extract B: pyrethrin 1: CAS 121-21-1

 
 

pyrethrin 2: CAS 121-29-9

 
 

cinerin 1: CAS 25402-06-6

 
 

cinerin 2: CAS 121-20-0

 
 

jasmolin 1: CAS 4466-14-2

 
 

jasmolin 2: CAS 1172-63-0

CIPAC-nr.: 32

Pyrethrinen zijn een complex mengsel van chemische stoffen.

 

extract A: ≥ 500 g/kg pyrethrinen

 
 

Extract B: ≥ 480 g/kg pyrethrinen

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyrethrinen (SANCO/2627/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

247

Kwartszand

CAS-nr.: 14808-60-7

CIPAC-nr.: niet toegewezen

kwarts, siliciumdioxide, silica, SiO2

≥ 915 g/kg

Ten hoogste 0,1 % deeltjes kristallijne silica (met een diameter van minder dan 50 μm).

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afstotend middel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over kwartszand (SANCO/2628/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

248

Op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/visolie

CAS-nr.: 100085-40-3

CIPAC-nr.: niet toegewezen

visolie

≥ 99 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel. Visolie moet in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1069/2009.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over visolie (SANCO/2629/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

249

Op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/schapenvet

CAS-nr.: 98999-15-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

schapenvet

zuiver schapenvet met ten hoogste 0,18 % m/m/ water.

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afstotend middel. Schapenvet moet in overeenstemming zijn met Verordening (EG) nr. 1069/2009.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over schapenvet (SANCO/2630/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

250

Op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plant origin/tall oil plantaardige oorsprong/ruwe tallolie

CAS-nr.: 8002-26-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen

ruwe tallolie

ruwe tallolie is een complex mengsel van tallhars en vetzuren

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ruwe tallolie (SANCO/2631/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten

251

Op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/talloliepek

CAS-nr.: 8016-81-7

CIPAC-nr.: niet toegewezen

talloliepek

complex mengsel van esters van vetzuren, pijnhars en de dimeren en trimeren van hars- en vetzuren.

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afweermiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over talloliepek (SANCO/2632/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

252

Zeealgenextract (voorheen zeealgenextract en zeewier)

CAS-nr: niet toegewezen

CIPAC-nr.: niet toegewezen

zeealgenextract

zeealgenextract is een complex mengsel. Hoofdbestanddelen als merkers: mannitol, fucoïdans en en alginaten. Evaluatieverslag (SANCO/2634/2008).

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zeealgenextract (SANCO/2634/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

253

Natriumaluminium-silicaat

CAS-nr.: 1344-00-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

natriumaluminium-silicaat: Nax[(AlO2)x(SiO2)y] × zH2O

1 000 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als afstotend middel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over natriumaluminiumsilicaat (SANCO/2635/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

254

Natriumhypochloriet

CAS-nr.: 7681-52-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

natriumhypochloriet

10 % (m/m), uitgedrukt als chloor

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als ontsmettingsmiddel.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over natriumhypochloriet (SANCO/2988/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

255

Onvertakte vlinderferomonen

Acetaatgroep:

evaluatieverslag (SANCO/2633/2008)

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over onvertakte vlinderferomonen (SANCO/2633/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

(E)-5-deceen-1-ylacetaat

(CAS-nr.: 38421-90-8)

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(E)-5-deceen-1-ylacetaat

(E)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 38363-29-0

CIPAC-nr.:

niet toegewezen

(E)-8-dodeceen-1-ylacetaat

(E/Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: niet beschikbaar

CIPAC-nr.: niet beschikbaar

(E/Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat als afzonderlijke isomeren

(Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CIPAC-nr.: niet toegewezen

CAS-nr.: 28079-04-1

(Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

(Z)-9-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 16974-11-1

CIPAC-nr.: 422

(Z)-9-dodeceen-1-ylacetaat

(E,Z)-7,9-dodecadieen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 54364-62-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(E,Z)-7,9-dodecadieen-1-ylacetaat

(E)-11-tetradeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 33189-72-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(E)-11-tetradeceen-1-ylacetaat

(Z)-9-tetradeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 16725-53-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-9-tetradeceen-1-ylacetaat

(Z)-11-tetradeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 20711-10-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-11-tetradeceen-1-ylacetaat

(Z,E)-9,12-tetradecadieen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 31654-77-0

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z,E)-9,12-tetradecadieen-1-ylacetaat

(Z)-11-hexadeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 34010-21-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-11-hexadeceen-1-ylacetaat

(Z,E)-7,11-hexacadieen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 51606-94-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z,E)-7,11-hexadecadieen-1-ylacetaat

(E,Z)-2,13-octadecadieen-1-ylacetaat.

CAS-nr.: 86252-65-5

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(E,Z)-2,13-octadecadieen-1-ylacetaat.

Alcoholgroep:

Alcoholgroep:

(E)-5-deceen-1-ol

CAS-nr.: 56578-18-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(E)-5-deceen-1-ol

(Z)-8-dodeceen-1-ol

CAS-nr.: 40642-40-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-8-dodeceen-1-ol

(E,E)-8,10-dodecadieen-1-ol

CAS-nr.: 33956-49-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(E,E)-8,10-dodecadieen-1-ol

tetradecaan-1-ol

CAS-nr.: 112-72-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

tetradecaan-1-ol

(Z)-11-hexadeceen-1-ol

CAS-nr.: 56683-54-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-11-hexadeceen-1-ol

Aldehydegroep:

Aldehydegroep:

(Z)-7-tetradecenal

CAS-nr.: 65128-96-3

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-7-tetradecenal

(Z)-9-hexadecenal

CAS-nr.: 56219-04-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-9-hexadecenal

(Z)-11-hexadecenal

CAS-nr.: 53939-28-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-11-hexadecenal

(Z)-13-octadecenal

CAS-nr.: 58594-45-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z)-13-octadecenal

Gemengde acetaten:

Gemengde acetaten:

i)

(Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 28079-04-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

en

ii)

dodecylacetaat

CAS-nr.: 112-66-3

CIPAC-nr.: 422;

ii)

dodecylacetaat;

i)

(Z)-9-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 16974-11-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(Z)-9-dodeceen-1-ylacetaat

en

ii)

dodecylacetaat

CAS-nr.: 112-66-3

CIPAC-nr.: 422;

ii)

dodecylacetaat;

i)

(E,Z)-7,9-dodecadieen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 55774-32-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(E,Z)-7,9-dodecadieen-1-ylacetaat,

en

ii)

(E,E)-7,9-dodecadieen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 54364-63-5

CIPAC-nr.: niet toegewezen;

ii)

(E,E)-7,9-dodecadieen-1-ylacetaat;

i)

(Z,Z)-7,11-hexadecadieen-1-ylacetaat

en

i)

(Z,Z)-7,11-hexadecadieen-1-ylacetaat;

en

ii)

(Z,E)-7,11-hexadecadieen-1-ylacetaat

CAS-nr.: i) en ii) 53042-79-8

CAS-nr.: i) 52207-99-5

CAS-nr.: ii) 51606-94-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen;

ii)

(Z,E)-7,11-hexadecadieen-1-ylacetaat;

Gemengde aldehyden:

Gemengde aldehyden:

i)

(Z)-9-hexadecenal

CAS-nr.: 56219-04-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(Z)-9-hexadecenal

en

ii)

(Z)-11-hexadecenal

CAS-nr.: 53939-28-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

ii)

(Z)-11-hexadecenal

en

iii)

(Z)-13-octadecenal

CAS-nr.: 58594-45-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen;

iii)

(Z)-13-octadecenal;

Diverse mengsels:

Diverse mengsels:

i)

(E)-5-deceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 38421-90-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(E)-5-deceen-1-ylacetaat

ii)

(E)-5-deceen-1-ol

CAS-nr.: 56578-18-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen;

ii)

(E)-5-deceen-1-ol;

i)

(E/Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: als afzonderlijke isomeren

CIPAC-nr.: niet toegewezen;

en

i)

(E/Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

en

i)

(E)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: (E) 38363-29-0

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(E)-8-dodeceen-1-ylacetaat

en

i)

(Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: (Z) 28079-04-1

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(Z)-8-dodeceen-1-ylacetaat

en

ii)

(Z)-8-dodeceen-1-ol

CAS-nr.: ii) 40642-40-8

CIPAC-nr.: niet toegewezen;

ii)

(Z)-8-dodeceen-1-ol;

i)

(Z)-11-hexadecenal

CAS-nr.: 53939-28-9

CIPAC-nr.: niet toegewezen

en

i)

(Z)-11-hexadecenal

en

ii)

(Z)-11-hexadeceen-1-ylacetaat

CAS-nr.: 34010-21-4

CIPAC-nr.: niet toegewezen

ii)

(Z)-11-hexadeceen-1-ylacetaat

256

Trimethylamine-hydrochloride

CAS-nr.: 593-81-7

CIPAC-nr.: niet toegewezen

trimethylamine-hydrochloride

≥ 988 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over trimethylamine-hydrochloride (SANCO/2636/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

257

Ureum

CAS-nr.: 57-13-6

CIPAC-nr.: 8352

ureum

≥ 98 % m/m

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof en fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over ureum (SANCO/2637/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

258

Z-13-hexadeceen-11-yn-1-ylacetaat

CAS-nr.: 78617-58-0

CIPAC-nr.: niet toegewezen

Z-13-hexadeceen-11-yn -1-ylacetaat

≥75 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Z-13-hexadeceen-11-yn-1-ylacetaat (SANCO/2649/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

259

(Z,Z,Z,Z)-7,13,16,19-docosatetraeen-1-ylisobutyraat

CAS-nr.: 135459-81-3

CIPAC-nr.: niet toegewezen

(Z,Z,Z,Z)-7,13,16,19-docosatetraeen-1-ylisobutyraat

≥ 90 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als lokstof.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over (Z,Z,Z,Z)-7,13,16,19-docosatetraeen-1-ylisobutyraat (SANCO/2650/2008) (en met name met de aanhangsels I en II), dat door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

260

Aluminiumfosfide

CAS-nr.: 20859-73-8

CIPAC-nr.: 227

aluminiumfosfide

≥ 830 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide, rodenticide, talpicide en leporicide in de vorm van gebruiksklare aluminiumfosfide bevattende producten.

Mag als rodenticide, talpicide en leporicide alleen voor outdoortoepassingen worden toegelaten.

Toelatingen dienen te worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over aluminiumfosfide, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van de consumenten en ervoor zorgen dat de toegediende gebruiksklare aluminiumfosfide bevattende producten van de voedingswaren worden verwijderd als zij tegen ziekten en plagen bij opslag worden gebruikt en dat daarna een passende extra wachttijd in acht wordt genomen;

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke en ademhalingsbeschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van toedieners en werknemers tijdens fumigatie voor indoortoepassingen;

 

de bescherming van werknemers bij terugkeer (na fumigatieperiode) voor indoortoepassingen;

 

de bescherming van omstanders tegen het lekken van gas voor indoortoepassingen;

 

de bescherming van vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals de afsluiting van de legers en de volledige inwerking van de korrels in de bodem;

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones tussen behandelde percelen en oppervlaktewateren.

261

Calciumfosfide

CAS-nr.: 1305-99-3

CIPAC-nr.: 505

calciumfosfide

≥ 160 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor outdoortoepassingen als rodenticide en talpicide in de vorm van gebruiksklare calciumfosfide bevattende producten.

Toelatingen dienen te worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over calciumfosfide, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke en ademhalingsbeschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals de afsluiting van de legers en de volledige inwerking van de korrels in de bodem;

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones tussen behandelde percelen en oppervlaktewateren.

262

Magnesiumfosfide

CAS-nr.: 12057-74-8

CIPAC-nr.: 228

magnesiumfosfide

≥ 880 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide, rodenticide, talpicide en leporicide in de vorm van gebruiksklare magnesiumfosfide bevattende producten.

Mag als rodenticide, talpicide en leporicide alleen voor outdoortoepassingen worden toegelaten.

Toelatingen dienen te worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over magnesiumfosfide, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van de consumenten en ervoor zorgen dat de toegediende gebruiksklare magnesiumfosfide bevattende producten van de voedingswaren worden verwijderd als zij tegen ziekten en plagen bij opslag worden gebruikt en dat daarna een passende extra wachttijd in acht wordt genomen;

 

de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke en ademhalingsbeschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van toedieners en werknemers tijdens fumigatie voor indoortoepassingen;

 

de bescherming van werknemers bij terugkeer (na fumigatieperiode) voor indoortoepassingen;

 

de bescherming van omstanders tegen het lekken van gas voor indoortoepassingen;

 

de bescherming van vogels en zoogdieren. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals de afsluiting van de legers en de volledige inwerking van de korrels in de bodem;

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones tussen behandelde percelen en oppervlaktewateren.

263

Cymoxanil

CAS-nr.: 57966-95-7

CIPAC-nr.: 419

1-[(E/Z)-2-cyaan-2-methoxyiminoacetyl]-3-ethylureum

≥ 970 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cymoxanil, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

264

Dodemorf

CAS-nr.: 1593-77-7

CIPAC-nr.: 300

cis/trans-[4-cyclododecyl]-2,6-dimethylmorfoline

≥ 950 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide op siergewassen in kassen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dodemorf, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid kwetsbare gebieden;

De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

265

2,5-Dichloorbenzoëzuurmethylester

CAS-nr.: 2905-69-3

CIPAC-nr.: 686

methyl-2,5-dichloorbenzoaat

≥ 995 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor indoortoepassingen als groeiregulator voor planten en als fungicide voor het enten van wijnstokken.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 2,5-dichloorbenzoëzuurmethylester, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

266

Metamitron

CAS-nr.: 41394-05-2

CIPAC-nr.: 381

4-amino-4,5-dihydro-6-fenyl-3-methyl-1,2,4-triazine-5-on

≥ 960 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen die metamitron bevatten voor andere toepassingen dan bij wortelgewassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metamitron, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor vogels en zoogdieren en niet tot de doelsoorten behorende landplanten.

De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten voorschrijven dat nadere informatie wordt verstrekt over het effect van de bodemmetaboliet M3 op het grondwater, over residuen in wisselgewassen, over het langetermijnrisico voor insectenetende vogels en over het specifieke risico voor vogels en zoogdieren die kunnen worden besmet door de inname van water in het veld. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgevers op wier verzoek metamitron in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 augustus 2011 bij de Commissie indienen.

267

Sulcotrione

CAS-nr.: 99105-77-8

CIPAC-nr.: 723

2-(2-chloor-4-mesylbenzoyl)cyclohexaan-1,3-dion

≥ 950 g/kg

Onzuiverheden:

 

waterstofcyanide: niet meer dan 80 mg/kg

 

tolueen: niet meer dan 4 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over sulcotrione, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

het risico voor insectenetende vogels, niet tot de doelsoorten behorende water- en landplanten, en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten voorschrijven dat nadere informatie wordt verstrekt over de afbraak in de bodem en het water van het cyclohexaandiongedeelte en over het langetermijnrisico voor insectenetende vogels. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek sulcotrione in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 augustus 2011 bij de Commissie indient.

268

Tebuconazool

CAS-nr.: 107534-96-3

CIPAC-nr.: 494

(RS)-1-p-chloorfenyl-4,4-dimethyl-3-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)pentaan-3-ol

≥ 905 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tebuconazool, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de blootstelling van de consument via de voeding aan de metabolieten van tebuconazool (triazool);

 

de bescherming van graanetende vogels en zoogdieren en herbivore zoogdieren en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

De betrokken lidstaten moeten voorschrijven dat nadere informatie wordt verstrekt ter bevestiging van de risicobeoordeling voor vogels en zoogdieren. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek tebuconazool in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 augustus 2011 bij de Commissie indient.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie over de mogelijke hormoonontregelende eigenschappen van tebuconazool indient binnen twee jaren na de goedkeuring van de OESO-richtsnoeren voor hormoonontregelingstests of, bij wijze van alternatief, de op communautair niveau overeengekomen testrichtsnoeren.

269

Triadimenol

CAS-nr.: 55219-65-3

CIPAC-nr.: 398

(1RS,2RS;1RS,2SR)-1-(4-chloorfenoxy)-3,3-dimethyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol

≥ 920 g/kg

Isomeer A (1RS,2SR), isomeer B (1RS,2RS)

 
 

Diastereomeer A, RS + SR, tussen: 70 en 85 %

 
 

Diastereomeer B, RR + SS, tussen: 15 en 30 %

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen wordt rekening gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triadimenol, dat op 28 oktober 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de aanwezigheid van N-methylpyrrolidon in geformuleerde producten wat betreft de blootstelling van toedieners, werknemers en omstanders;

 

de bescherming van vogels en zoogdieren. Ten aanzien van deze risico's moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie de volgende informatie indient:

 

nadere informatie over de specificatie;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor vogels en zoogdieren;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico van hormoonontregeling bij vissen.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek triadimenol in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 augustus 2011 bij de Commissie indient.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie over de mogelijke hormoonontregelende eigenschappen van triadimenol indient binnen twee jaren na de goedkeuring van de OESO-richtsnoeren voor hormoonontregelingstests of, bij wijze van alternatief, de op communautair niveau overeengekomen testrichtsnoeren.

270

Methomyl

CAS-nr.: 16752-77-50

CIPAC-nr.: 264

S-methyl-(EZ)-N-(methylcarbamoyloxy)thioaceetimidaat

≥ 980 g/kg

1 september 2009

31 augustus 2019

DEEL A

Mag uitsluitend worden gebruikt als insecticide op groenten in dosissen die niet meer bedragen dan 0,25 kg werkzame stof per hectare per toediening en voor maximaal 2 toedieningen per seizoen.

Toelatingen moeten worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over methomyl (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 12 juni 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners: de gebruiksvoorwaarden moeten het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de blootstelling van toedieners die gebruikmaken van rugspuiten of andere handgedragen toedieningsapparatuur;

 

de bescherming van vogels;

 

de bescherming van in het water levende organismen: de toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones, beperking van de lozing van regen- en afvalwater en driftreductiedoppen;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, met name bijen: er moeten risicobeperkende maatregelen worden genomen om elk contact met bijen te vermijden.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat op methomyl gebaseerde formuleringen doeltreffende afstotende en/of braakmiddelen bevatten.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, verdere risicobeperkende maatregelen omvatten.

271

Bensulfuron

CAS-nr.: 83055-99-6

CIPAC-nr.: 502.201

 

α-[(4,6-(dimethoxypyrimidine-2-ylcarbamoyl)sulfamoyl]-o-toluylzuur (bensulfuron)

 
 

methyl-α-[(4,6-dimethoxypyrimidine-2-ylcarbamoyl)sulfamoyl]-o-toluaat (bensulfuron-methyl)

≥ 975 g/kg

1 november 2009

31 oktober 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bensulfuron dat op 8 december 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen; ten aanzien van deze risico’s moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie de volgende informatie indient:

 

verdere studies naar de specificatie van de werkzame stof;

 

informatie voor de verdere beoordeling van de snelheid waarmee en de weg waarlangs afbraak van bensulfuron-methyl plaatsvindt in natte aerobe bodem;

 

informatie ter beoordeling van de relevantie van metabolieten ten behoeve van de inschatting van het risico voor de consument.

Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies uiterlijk op 31 oktober 2011 aan de Commissie worden verstrekt.

272

Natrium-5-nitroguajacolaat

CAS-nr.: 67233-85-6

CIPAC-nr.: niet toegewezen

natrium-2-methoxy-5-nitrofenolaat

≥ 980 g/kg

1 november 2009

31 oktober 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over natrium-5-nitroguajacolaat, natrium-o-nitrofenolaat en natrium-p-nitrofenolaat dat op 2 december 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte materiaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de bescherming van de toedieners en de veiligheid van de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor het grondwater. Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies uiterlijk op 31 oktober 2011 aan de Commissie worden verstrekt.

273

Natrium-o-nitrofenolaat

CAS-nr.: 824-39-5

CIPAC-nr.: niet toegewezen

natrium-2-nitrofenolaat; natrium-o-nitrofenolaat

≥ 980 g/kg

De volgende onzuiverheden zijn in toxicologisch opzicht van belang:

 
 

fenol

 
 

maximumgehalte: 0,1 g/kg

 
 

2,4-dinitrofenol

 
 

maximumgehalte: 0,14 g/kg

 
 

2,6-dinitrofenol

 
 

maximumgehalte: 0,32 g/kg

1 november 2009

31 oktober 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over natrium-5-nitroguajacolaat, natrium-o-nitrofenolaat, natrium-p-nitrofenolaat dat op 2 december 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte materiaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de bescherming van de toedieners en de veiligheid van de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor het grondwater. Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies uiterlijk op 31 oktober 2011 aan de Commissie worden verstrekt.

274

Natrium-p-nitrofenolaat

CAS-nr.: 824-78-2

CIPAC-nr.: niet toegewezen

natrium-4-nitrofenolaat; natrium-p-nitrofenolaat

≥ 998 g/kg

De volgende onzuiverheden zijn in toxicologisch opzicht van belang:

 
 

fenol

 
 

maximumgehalte: 0,1 g/kg

 
 

2,4-dinitrofenol

 
 

maximumgehalte: 0,07 g/kg

 
 

2,6-dinitrofenol

 
 

maximumgehalte: 0,09 g/kg

1 november 2009

31 oktober 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over natrium-5-nitroguajacolaat, natrium-o-nitrofenolaat en natrium-p-nitrofenolaat dat op 2 december 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte materiaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de bescherming van de toedieners en de veiligheid van de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om aanvullende studies ter bevestiging van de risicobeoordeling voor grondwater. Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies uiterlijk op 31 oktober 2011 aan de Commissie worden verstrekt.

275

Tebufenpyrad

CAS-nr.: 119168-77-3

CIPAC-nr.: 725

N-(4-tert-butylbenzyl)-4-chloor-3-ethyl-1-methylpyrazool-5-carboxamide

≥ 980 g/kg

1 november 2009

31 oktober 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide en insecticide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die tebufenpyrad bevatten in andere formuleringen dan in water oplosbare zakken, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de benodigde informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tebufenpyrad dat op 2 december 2008 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

de bescherming van insectenetende vogels en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden indien nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

verdere informatie waaruit blijkt dat er geen relevante onzuiverheden aanwezig zijn;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor insectenetende vogels.

Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies uiterlijk op 31 oktober 2011 aan de Commissie worden verstrekt.

276

Chloormequat

 
 

CAS-nr.: 7003-89-6 (chloormequat)

 
 

CAS-nr.: 999-81-5 (chloormequatchloride)

 
 

CIPAC-nr.: 143 (chloormequat)

 
 

CIPAC-nr.: 143.302 (chloormequatchloride)

 

2-chloorethyltrimethyl-ammonium (chloormequat)

 
 

2-chloorethyltrimethyl-ammoniumchloride

(chloormequatchloride)

≥ 636 g/kg

Onzuiverheden

 
 

1,2-dichloorethaan: max. 0,1 g/kg (droog chloormequatchloridegehalte).

 
 

chlooretheen (vinylchloride): max. 0,0005 g/kg (droog chloormequatchloridegehalte).

1 december 2009

30 november 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator op granen en niet-eetbare gewassen.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die chloormequat bevatten voor andere toepassingen dan voor rogge en triticale, met name wat de blootstelling van de consumenten betreft, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloormequat dat op 23 januari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat in de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven;

 

de bescherming van vogels en zoogdieren.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van nadere informatie over het gedrag en de lotgevallen (uit te voeren adsorptiestudies bij 20 °C, herberekening van de voorspelde concentraties in grondwater, oppervlaktewater en sediment), de monitoringmethoden voor de bepaling van de stof in dierlijke producten en water, en het risico voor waterorganismen, vogels en zoogdieren. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek chloormequat in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 30 november 2011 bij de Commissie indient.

277

Koperverbindingen:

   

1 december 2009

30 november 2016

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als bactericide en fungicide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die koper bevatten voor andere toepassingen dan voor tomaten in kassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over koperverbindingen dat op 23 januari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de veiligheid van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende en niet tot de doelsoorten behorende organismen. Ten aanzien van deze risico's moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de hoeveelheid toegediende werkzame stof, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat, wat dosering en aantal toedieningen betreft, zo gering mogelijke hoeveelheden worden toegelaten om het gewenste effect te bereiken.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van informatie voor de verdere beoordeling van:

 

het risico van inhalering;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende organismen en voor bodem en water.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek koperverbindingen in deze bijlage zijn opgenomen, deze informatie uiterlijk op 30 november 2011 bij de Commissie indient.

De lidstaten moeten monitoringprogramma's opzetten in kwetsbare gebieden waar de verontreiniging van de bodem met koper een probleem vormt om, zo nodig, beperkingen vast te stellen, zoals maximale toedieningsdoses.

koperhydroxide

CAS-nr.: 20427-59-2

CIPAC-nr.: 44.305

koper(II)hydroxide

≥ 573 g/kg

koperoxychloride

CAS-nr.: 1332-65-6 of 1332-40-7

CIPAC-nr.: 44.602

dikoperchloridetrihy-droxide

≥ 550 g/kg

koperoxide

CAS-nr.: 1317-39-1

CIPAC-nr.: 44.603

koperoxide

≥ 820 g/kg

Bordeauxse pap

CAS-nr.: 8011-63-0

CIPAC-nr.: 44.604

niet toegekend

≥ 245 g/kg

tribasisch kopersulfaat

CAS-nr.: 12527-76-3

CIPAC-nr.: 44.306

niet toegekend

≥ 490 g/kg

De volgende onzuiverheden zijn uit toxicologisch oogpunt van belang en mogen de onderstaande niveaus niet overschrijden:

 
 

lood: max. 0,0005 g/kg (kopergehalte).

 
 

cadmium: max. 0,0001 g/kg (kopergehalte).

 
 

arseen: max. 0,0001 g/kg (kopergehalte).

278

Propaquizafop

CAS-nr.: 111479-05-1

CIPAC-nr.: 173

2-isopropylideenamino-oxyethyl-(R)-2-[4-(6-chloorchinoxaline-2-yloxy)fenoxy]propionaat

≥ 920 g/kg

tolueen: maximaal gehalte 5 g/kg

1 december 2009

30 november 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over propaquizafop dat op 23 januari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat in de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven;

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

nadere informatie over de relevante onzuiverheid Ro 41-5259;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

Zij moeten ervoor zorgen dat deze informatie uiterlijk op 30 november 2011 aan de Commissie wordt verstrekt.

279

Quizalofop-P:

   

1 december 2009

30 november 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over quizalofop-P dat op 23 januari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, die bevestigd en met passende analytische gegevens onderbouwd moet worden. Het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal moet worden vergeleken met deze specificatie van het technische materiaal en aan de hand daarvan worden gecontroleerd;

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende planten, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie over het risico voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen indient.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 30 november 2011 aan de Commissie verstrekt.

Quizalofop-P-ethyl

CAS-nr.: 100646-51-3

CIPAC-nr.: 641.202

ethyl-(R)-2-[4-(6-chloorchinoxaline-2-yloxy)fenoxy]propionaat

≥ 950 g/kg

Quizalofop-P-tefuryl

CAS-nr.: 119738-06-6

CIPAC-nr.: 641.226

(RS)-tetrahydrofurfuryl-(R)-2-[4-(6-chloorchinoxaline-2-yloxy)fenoxy]propionaat

≥ 795 g/kg

280

Teflubenzuron

CAS-nr.: 83121-18-0

CIPAC-nr.: 450

1-(3,5-dichloor-2,4-difluorfenyl)-3-(2,6-difluorbenzoyl)ureum

≥ 970 g/kg

1 december 2009

30 november 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide in kassen (op artificieel substraat of in gesloten substraatteeltsysteem).

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die teflubenzuron bevatten voor andere toepassingen dan voor tomaten in kassen, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over teflubenzuron dat op 23 januari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden, indien nodig, de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen. Bij toediening in kassen moet het vrijkomen van de stof zoveel mogelijk worden beperkt en moet in elk geval worden vermeden dat de stof in significante niveaus in wateroppervlakken in de nabijheid terechtkomt;

 

de bescherming van bijen, waarvan de toegang tot de kassen moet worden voorkomen;

 

de bescherming van in de kassen uitgezette bestuiverkoloniën;

 

de veilige verwijdering van condenswater, afvoerwater en substraat ter voorkoming van risico's voor niet tot de doelsoorten behorende organismen en de verontreiniging van oppervlakte- en grondwater.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

281

Zèta-cypermethrin

CAS-nr.: 52315-07-8

CIPAC-nr.: 733

mengsel van de stereo-isomeren (S)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl- (1RS,3RS;1RS,3SR)-3-(2,2-dichloorvinyl)-2,2 dimethylcyclopropaan-carboxylaat waarbij de verhouding tussen het isomerenpaar (S);(1RS,3RS) en het isomerenpaar (S);(1RS,3SR) in het bereik 45-55 respectievelijk 55-45 ligt

≥ 850 g/kg

Onzuiverheden:

 
 

tolueen: max. 2 g/kg

 
 

teer: max. 12,5 g/kg

1 december 2009

30 november 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die zèta-cypermethrin bevatten voor andere toepassingen dan voor granen, met name wat betreft de blootstelling van de consumenten aan 3-fenoxybenzaldehyd, een afbraakproduct dat bij de verwerking kan worden gevormd, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zèta-cypermethrin dat op 23 januari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij er zo nodig voor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van vogels, in het water levende organismen, bijen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en niet tot de doelsoorten behorende, in de grond levende macro-organismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van nadere informatie over het gedrag en de lotgevallen (aerobe afbraak in de bodem) en het langetermijnrisico voor vogels, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek zèta-cypermethrin in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 30 november 2011 bij de Commissie indient.

282

Chloorsulfuron

CAS-nr.: 64902-72-3

CIPAC-nr.: 391

1-(2-chloorfenylsulfonyl)-3-(4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-yl)ureum

≥ 950 g/kg

Onzuiverheden:

 
 

2-chloorbenzeensulfonamide (IN-A4097) niet meer dan 5 g/kg en

 
 

4-methoxy-6-methyl-1,3,5-triazine-2-amine (IN-A4098) niet meer dan 6 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over chloorsulfuron dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten; ten aanzien van deze risico’s moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De betrokken lidstaten moeten:

 

ervoor zorgen dat de kennisgever vóór 1 januari 2010 verdere studies over de specificatie bij de Commissie indient.

Als chloorsulfuron wordt ingedeeld als kankerverwekkend van categorie 2 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 moeten de betrokken lidstaten voorschrijven dat nadere informatie over de relevantie van de metabolieten IN-A4097, IN-A4098, IN-JJ998, IN-B5528 en IN-V7160 ten aanzien van kanker wordt ingediend en ervoor zorgen dat de kennisgever die informatie aan de Commissie verstrekt binnen zes maanden na de kennisgeving van het indelingsbesluit betreffende die stof.

283

Cyromazine

CAS-nr.: 66215-27-8

CIPAC-nr.: 420

N-cyclopropyl-1,3,5-triazine-2,4,6-triamine

≥ 950 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide in kassen.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die cyromazine bevatten voor andere toepassingen dan voor tomaten, met name wat de blootstelling van de consumenten betreft, moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en ervoor zorgen dat de vereiste informatie en gegevens worden verstrekt voordat de toelating wordt verleend

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyromazine dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van bestuivers.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten voorschrijven dat nadere informatie wordt verstrekt over de lotgevallen en het gedrag van de bodemmetaboliet NOA 435343 en over het risico voor in het water levende organismen. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek cyromazine in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 december 2011 bij de Commissie indient.

284

Dimethachloor

CAS-nr.: 50563-36-5

CIPAC-nr.: 688

2-chloor-N-(2-methoxyethyl)aceet-2′,6′-xylidide

≥ 950 g/kg

Onzuiverheid 2,6-dimethylaniline: niet meer dan 0,5 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide, waarbij slechts elke drie jaar op hetzelfde perceel max. 1,0 kg/ha mag worden toegepast.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dimethachloor dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat in de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven;

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten; ten aanzien van deze risico’s moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke grondwaterverontreiniging met de metabolieten CGA 50266, CGA 354742, CGA 102935 en SYN 528702 in kwetsbare gebieden te controleren.

De betrokken lidstaten moeten:

 

ervoor zorgen dat de kennisgever vóór 1 januari 2010 verdere studies over de specificatie bij de Commissie indient.

Als dimethachloor wordt ingedeeld als kankerverwekkend van categorie 2 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 moeten de betrokken lidstaten voorschrijven dat nadere informatie over de relevantie van de metabolieten CGA 50266, CGA 354742, CGA 102935 en SYN 528702 ten aanzien van kanker wordt ingediend en ervoor zorgen dat de kennisgever die informatie aan de Commissie verstrekt binnen zes maanden na de kennisgeving van het indelingsbesluit betreffende die stof.

285

Etofenprox

CAS-nr.: 80844-07-1

CIPAC-nr.: 471

2-(4-ethoxyfenyl)-2-methylpropyl-3-fenoxybenzylether

≥ 980 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over etofenprox dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen; ten aanzien van deze risico’s moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van bijen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen; ten aanzien van deze risico’s moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat:

 

de kennisgever aan de Commissie nadere informatie verstrekt over het risico voor in het water levende organismen, inclusief het risico voor sedimentbewoners en biomagnificatie;

 

verdere studies worden verstrekt naar de mogelijkheid van hormoonontregeling bij in het water levende organismen (studie naar de volledige levenscyclus van vissen).

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze studies uiterlijk op 31 december 2011 aan de Commissie verstrekt.

286

Lufenuron

CAS-nr.: 103055-07-8

CIPAC-nr.: 704

(RS)-1-[2,5-dichloor-4-(1,1,2,3,3,3-hexafluor-propoxy)fenyl]-3-(2,6-difluorbenzoyl)ureum

≥ 970 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten als insecticide voor indoortoepassingen of gebruik in outdoor-aasstations.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over lufenuron dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de hoge persistentie in het milieu en het hoge risico van bioaccumulatie en ervoor zorgen dat het gebruik van lufenuron geen schadelijke effecten op de lange termijn voor niet tot de doelsoorten behorende organismen heeft;

 

de bescherming van vogels, zoogdieren, niet tot de doelsoorten behorende bodemorganismen, bijen, niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, oppervlaktewateren en in het water levende organismen in kwetsbare situaties.

De betrokken lidstaten moeten:

 

ervoor zorgen dat de kennisgever vóór 1 januari 2010 verdere studies over de specificatie bij de Commissie indient.

287

Penconazool

CAS-nr.: 66246-88-6

CIPAC-nr.: 446

(RS)-1-[2-(2,4-dichloor-fenyl)pentyl]-1H-1,2,4-triazool

≥ 950 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over penconazool dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten voorschrijven dat nadere informatie wordt verstrekt over de lotgevallen en het gedrag van de bodemmetaboliet CGA179944 in zure bodems. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek penconazool in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 december 2011 bij de Commissie indient.

288

Triallaat

CAS-nr.: 2303-17-5

CIPAC-nr.: 97

S-2,3,3-trichloorallyldiisopropyl

(thiocarbamaat)

≥ 940 g/kg

NDIPA (nitroso-diisopropylamine)

maximaal 0,02 mg/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triallaat dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat in de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorgeschreven;

 

de blootstelling van de consumenten via het voedsel aan residuen van triallaat in behandelde gewassen alsook in volg- en wisselbouwgewassen en in producten van dierlijke oorsprong;

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

de mogelijke verontreiniging van het grondwater met afbraakproducten TCPSA, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

nadere informatie ter beoordeling van het primaire plantmetabolisme;

 

nadere informatie over de lotgevallen en het gedrag van de bodemmetaboliet diisopropylamine;

 

nadere informatie over de mogelijkheid van biomagnificatie in watervoedselketens;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het risico voor visetende zoogdieren en het langetermijnrisico voor regenwormen.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 31 december 2011 aan de Commissie verstrekt.

289

Triflusulfuron

CAS-nr.: 126535-15-7

CIPAC-nr.: 731

2-[4-dimethylamino-6-(2,2,2-trifluorethoxy)-1,3,5-triazine-2-ylcarbamoylsulfamoyl]-m-toluylzuur

≥ 960 g/kg

N,N-dimethyl-6-(2,2,2-trifluorethoxy)-1,3,5-triazine-2,4-diamine

max. 6 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide voor suiker- en voederbiet, waarbij slechts elke drie jaar op hetzelfde perceel max. 60 g/ha mag worden toegepast. Het loof van behandelde gewassen mag niet aan vee worden vervoederd.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triflusulfuron dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de blootstelling van de consumenten via het voedsel aan residuen van de metabolieten IN-M7222 en IN-E7710 in volg- en wisselbouwgewassen en in producten van dierlijke oorsprong;

 

de bescherming van in het water levende organismen en waterplanten tegen het risico dat uitgaat van triflusulfuron en de metaboliet IN-66036, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de toelatingsvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten, zoals bufferzones;

 

de mogelijke verontreiniging van het grondwater met de afbraakproducten IN-M7222 en IN-W6725, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

Als triflusulfuron wordt ingedeeld als kankerverwekkend van categorie 2 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 moeten de betrokken lidstaten voorschrijven dat nadere informatie over de relevantie van de metabolieten IN-M7222, IN-D8526 en IN-E7710 ten aanzien van kanker wordt ingediend. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever die informatie aan de Commissie verstrekt binnen zes maanden na de kennisgeving van het indelingsbesluit betreffende die stof.

290

Difenacum

CAS-nr.: 56073-07-5

CIPAC-nr.: 514

3-[(1RS,3RS;1RS,3SR)-3-bifenyl-4-yl-1,2,3,4-tetrahydro-1-naftyl]-4-hydroxycumarine

≥ 905 g/kg

1 januari 2010

30 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als rodenticide in de vorm van kant-en-klaar aas, geplaatst in speciaal gebouwde, veilige en niet te openen lokdozen.

De nominale concentratie van de werkzame stof in de producten mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg.

Toelatingen moeten worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over difenacum dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van vogels en niet tot de doelsoorten behorende zoogdieren tegen primaire en doorvergiftiging. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie indient over de methoden voor de bepaling van residuen van difenacum in lichaamsvloeistoffen.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 30 november 2011 aan de Commissie verstrekt.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie indient over de specificatie van de werkzame stof zoals vervaardigd.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 31 december 2009 aan de Commissie verstrekt.

291

Didecyldimethyl-ammoniumchloride

CAS-nr.: niet toegewezen

CIPAC-nr.: niet toegewezen

Didecyldimethyl-ammoniumchloride is een mengsel van alkylquaternaire ammoniumzouten met typische alkylketenlengten van C8, C10 en C12, met meer dan 90 % C10

≥ 70 % (technisch concentraat)

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor indoortoepassingen als bactericide, fungicide, herbicide en algicide voor sierplanten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over didecyldimethylammoniumchloride dat op 12 maart 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toegelaten gebruiksvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever uiterlijk op 1 januari 2010 respectievelijk 31 december 2011 bij de Commissie nadere informatie indient over de specificatie van de werkzame stof zoals vervaardigd respectievelijk over het risico voor in het water levende organismen.

292

Zwavel

CAS-nr.: 7704-34-9

CIPAC-nr.: 18

zwavel

≥ 990 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zwavel dat op 12 maart 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie indient ter bevestiging van het risico voor vogels, zoogdieren, in het sediment levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen. Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever op wiens verzoek zwavel in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 30 juni 2011 bij de Commissie indient.

293

Tetraconazool

CAS-nr.: 112281-77-3

CIPAC-nr.: 726

(RS)-2-(2,4-dichloorfenyl)-3-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)-propyl-1,1,2,2-tetrafluorethylether

≥ 950 g/kg (racemisch mengsel)

Onzuiverheid tolueen: niet meer dan 13 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tetraconazool dat op 26 februari 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten; ten aanzien van deze risico’s moeten zo nodig risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De betrokken lidstaten moeten de volgende informatie verlangen:

 

nadere informatie over een verfijnde evaluatie van de risico’s voor de consumenten;

 

nadere informatie over de specificatie betreffende ecotoxicologie;

 

nadere informatie over de lotgevallen en het gedrag van potentiële metabolieten in alle relevante compartimenten;

 

nadere informatie over de verfijnde evaluatie van de risico’s van dergelijke metabolieten voor vogels, zoogdieren, in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen;

 

nadere informatie over de mogelijke hormoonontregelende effecten op vogels, zoogdieren en vissen.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 31 december 2011 aan de Commissie verstrekt.

294

Paraffineoliën

 
 

CAS-nr.: 64742-46-7

 
 

CAS-nr.: 72623-86-0

 
 

CAS-nr.: 97862-82-3

CIPAC-nr.: niet toegewezen

paraffineolie

Europese Farmacopee 6.0

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaracide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over de paraffineoliën CAS-nr. 64742-46-7, CAS-nr. 72623-86-0 en CAS-nr. 97862-82-3, en met name met de aanhangsels I en II.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten de volgende informatie verlangen:

 

indiening van de specificatie van het technisch materiaal dat in de handel wordt gebracht om te controleren of aan de zuiverheidscriteria van de Europese Farmacopee 6.0. is voldaan.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling aan de Commissie verstrekt uiterlijk op 30 juni 2010.

295

Paraffineoliën

CAS-nr.: 8042-47-5

CIPAC-nr.: niet toegewezen

paraffineolie

Europese Farmacopee 6.0

van 1 januari 2010

van 31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over paraffineolie CAS-nr. 8042-47-5, en met name met de aanhangsels I en II van dit verslag

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten de volgende informatie verlangen:

 

indiening van de specificatie van het technisch materiaal dat in de handel wordt gebracht om te controleren of aan de zuiverheidscriteria van de Europese Farmacopee 6.0 is voldaan.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever dergelijke informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling aan de Commissie verstrekt uiterlijk op 30 juni 2010.

296

Cyflufenamid

CAS-nr.: 180409-60-3

CIPAC-nr.: 759

(Z)-N-[α-(cyclopropylmethoxyimino)- 2,3-difluor-6-(trifluormethyl)benzyl]-2-fenylaceetamide

≥ 980 g/kg

1 april 2010

31 maart 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyflufenamid dat op 2 oktober 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodem en/of klimaat kwetsbare regio’s.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

297

Fluopicolide

CAS-nr.

239110-15-7

CIPAC-nr.: 787

2,6-dichloor-N-[3-chloor-5-(trifluormethyl)-2-pyridylmethyl]benzamide

≥ 970 g/kg

De onzuiverheid tolueen mag niet meer bedragen dan 3 g/kg in het technische materiaal

1 juni 2010

31 mei 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fluopicolide (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 27 november 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor de bedieners tijdens de toepassing;

 

de mogelijke verspreiding door de lucht over een lange afstand.

De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om mogelijke accumulatie en blootstelling in kwetsbare gebieden te controleren.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever uiterlijk op 30 april 2012 nadere informatie over de relevantie van de metaboliet M15 voor grondwater aan de Commissie verstrekt.

298

Heptamaloxyloglucan

CAS-nr.

870721-81-6

CIPAC-nr.

niet beschikbaar

volledige IUPAC-naam in voetnoot (1)

 
 

Xyl p: xylopyranosyl

 
 

Glc p: glucopyranosyl

 
 

Fuc p: fucopyranosyl

 
 

Gal p: galactopyranosyl

 
 

Glc-ol: glucitol

≥ 780 g/kg

De onzuiverheid patuline mag niet meer bedragen dan 50 μg/kg in het technische materiaal.

1 juni 2010

31 mei 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over heptamaloxyloglucan (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 27 november 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

299

2-Fenylfenol (met inbegrip van de zouten daarvan, zoals het natriumzout)

CAS-nr.: 90-43-7

CIPAC-nr.: 246

bifenyl-2-ol

≥ 998 g/kg

1 januari 2010

31 december 2019

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten als na de oogst toe te passen fungicide voor gebruik binnenshuis.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 2-fenylfenol, met name de aanhangsels I en II, dat op 27 november 2009 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd en dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is gewijzigd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de toedieners en de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

passende afvalwaterbeheerspraktijken opzetten voor de behandeling van het na de toepassing overblijvende afvalwater, inclusief het reinigingswater van de besproeiings- en andere toepassingssystemen. De lidstaten die toestaan dat het afvalwater in de riolering wordt geloosd, moeten ervoor zorgen dat een plaatselijke risicobeoordeling wordt uitgevoerd.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

nadere informatie over het risico van depigmentatie van de huid voor werknemers en consumenten als gevolg van de eventuele blootstelling aan de metaboliet 2-fenylhydrochinon (PHQ) op de schil van citrusvruchten;

 

nadere informatie om te bevestigen dat de bij residuproeven toegepaste analysemethode de residuen van 2-fenylfenol, PHQ en conjugaten daarvan correct kwantificeert.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever dergelijke informatie uiterlijk op 31 december 2011 aan de Commissie verstrekt.

Verder moeten de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat de kennisgever nadere informatie aan de Commissie verstrekt ter bevestiging van de residugehalten die voorkomen als gevolg van het gebruik van andere toepassingstechnieken dan die in gesloten besproeiingsruimten.

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 31 december 2012 aan de Commissie verstrekt.

300

Malathion

CAS-nr.: 121-75-5

CIPAC-nr.: 12

 

diëthyl(dimethoxyfosfinothioylthio)succinaat

of

 
 

S-(1,2-bis(ethoxycarbonyl)-ethyl)-O,O-dimethyl dithiofosfaat

racemaat

≥ 950 g/kg

Onzuiverheden:

isomalathion: niet meer dan 2 g/kg

1 mei 2010

30 april 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide. Toelatingen moeten worden beperkt tot professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over malathion (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers: de gebruiksvoorwaarden moeten het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen: de toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. toereikende bufferzones);

 

de bescherming van insectenetende vogels en honingbijen: de toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten. Ten aanzien van bijen moeten de noodzakelijke vermeldingen worden aangebracht op het etiket en worden opgenomen in de bijgevoegde gebruiksaanwijzing om blootstelling te voorkomen.

De lidstaten dragen er zorg voor dat op malathion gebaseerde formuleringen vergezeld gaan van de nodige aanwijzingen om bij opslag en vervoer de vorming te vermijden van isomalathion in hoeveelheden die de toegestane maximumgrenzen overschrijden.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, verdere risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

informatie ter bevestiging van de risicobeoordeling voor de consument en de beoordeling van de acute en langetermijnrisico's voor insectenetende vogels;

 

informatie over de kwantificering van de respectieve potentie van malaoxon en malathion.

301

Penoxsulam

CAS-nr.: 219714-96-2

CIPAC-nr.: 758

3-(2,2-difluorethoxy)-N-(5,8-dimethoxy[1,2,4]triazool[1,5-c]pyrimidine-2-yl)-α,α,α-trifluortolueen-2-sulfonamide

> 980 g/kg

De onzuiverheid

Bis-CHYMP

2-chloor-4-[2-(2-chloor-5-methoxy-4-pyrimidinyl)hydrazino]-5-methoxypyrimidine mag de grenswaarde van 0,1 g/kg in het technische materiaal niet overschrijden

1 augustus 2010

31 juli 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over penoxsulam (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen;

 

de blootstelling van de consument via de voeding aan residuen van de metaboliet BSCTA in wisselgewassen;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie indient over de maatregelen om het risico voor hogere waterplanten die naast het veld groeien, tegen te gaan. Zij zorgen ervoor dat de kennisgever deze informatie uiterlijk 31 juli 2012 aan de Commissie verstrekt.

De als rapporteur aangewezen lidstaat licht de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal als commercieel vervaardigd.

302

Proquinazid

CAS-nr.: 189278-12-4

CIPAC-nr.: 764

6-jood-2-propoxy-3-propylchinazoline-4(3H)-on

> 950 g/kg

1 augustus 2010

31 juli 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over proquinazid (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

het langetermijnrisico voor vogels die zich met aardwormen voeden, bij gebruik op wijnstokken;

 

het risico voor in het water levende organismen;

 

de blootstelling van de consument via de voeding aan proquinazidresiduen in producten van dierlijke oorsprong en in wisselgewassen;

 

de veiligheid van de toedieners.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De als rapporteur aangewezen lidstaat licht de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal als commercieel vervaardigd.

303

Spirodiclofen

CAS-nr.: 148477-71-8

CIPAC-nr.: 737

3-(2,4-dichloorfenyl)-2-oxo-1-oxaspiro[4.5]dec-3-een-4-yl-2,2-dimethylbutyraat

> 965 g/kg

De volgende onzuiverheden mogen een bepaalde hoeveelheid in het technische materiaal niet overschrijden:

 
 

3-(2,4-dichloor-fenyl)-4-hydroxy-1-oxaspiro[4.5]dec-3-een-2-on (BAJ-2740 enol): ≤ 6 g/kg

 
 

N,N-dimethyl-acetamide: ≤ 4 g/kg

1 augustus 2010

31 juli 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide of insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over spirodiclofen (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij de algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

het langetermijnrisico voor in het water levende organismen;

 

de veiligheid van de toedieners;

 

het risico voor bijenbroedsels.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

304

Metalaxyl

CAS-nr.: 57837-19-1

CIPAC-nr.: 365

methyl-N-(methoxyacetyl)-N-(2,6-xylyl)-DL-alaninaat

950 g/kg

De verontreiniging 2,6-dimethylaniline werd uit toxicologisch oogpunt als problematisch beschouwd en hiervoor wordt een maximumgehalte van 1 g/kg vastgesteld.

1 juli 2010

30 juni 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metalaxyl dat op 12 maart 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is afgerond, en met name met de aanhangsels I en II.

De lidstaten moeten bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke verontreiniging van het grondwater door de werkzame stof of de afbraakproducten CGA 62826 en CGA 108906, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

305

Flonicamid (IKI-220)

CAS-nr.: 158062-67-0

CIPAC-nr.: 763

N-cyaanmethyl-4-(trifluormethyl)nicotinamide

≥ 960 g/kg

De onzuiverheid tolueen mag niet meer bedragen dan 3 g/kg in het technische materiaal.

1 september 2010

31 augustus 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flonicamid (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 22 januari 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

het risico voor bedieners en terugkerende werknemers;

 

het risico voor bijen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De lidstaten lichten de Commissie overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in over de specificatie van het technische materiaal als commercieel vervaardigd.

306

Triflumizool

CAS-nr.: 99387-89-0

CIPAC-nr.: 730

(E)-4-chloor-α,α,α-trifluor-N-(1-imidazool-1-yl-2-propoxyethylideen)-o-toluïdine

≥ 980 g/kg

Onzuiverheden:

tolueen: niet meer dan 1 g/kg

1 juli 2010

30 juni 2020

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide in broeikassen op kunstmatige substraten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triflumizool dat op 12 maart 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers: de gebruiksvoorwaarden moeten het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

 

de gevolgen voor in het water levende organismen, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

307

Sulfurylfluoride

CAS-nr.: 002699-79-8

CIPAC-nr.: 757

sulfurylfluoride

> 994 g/kg

1 november 2010

31 oktober 2020

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide/nematicide (fumigatiemiddel), toegepast door professionele gebruikers in hermetisch afsluitbare structuren

 

die leeg zijn; of

 

waar de gebruiksomstandigheden garanderen dat de blootstelling van de consumenten aanvaardbaar is.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over sulfurylfluoride (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

het risico dat wordt gevormd door anorganisch fluoride via verontreinigde producten, zoals meel en zemelen die tijdens de fumigatie in de maalderijmachines zijn achtergebleven, of graan dat in silo’s in de maalderij is opgeslagen. Er moeten maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat dergelijke producten niet in de voedsel- en voederketen terechtkomen;

 

het risico voor de bedieners en het risico voor de werknemers, zoals bij het opnieuw betreden van een gefumigeerde structuur na verluchting. Er zijn maatregelen vereist om ervoor te zorgen dat zij zelfstandig werkende ademhalingsapparatuur of andere geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen dragen;

 

het risico voor omstanders door de instelling van een passend uitsluitingsgebied rond de gefumigeerde structuur.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever bij de Commissie nadere informatie indient en met name gegevens ter bevestiging van:

 

de nodige verwerkingsomstandigheden in de maalderij om ervoor te zorgen dat de residuen van fluoride-ion in meel, zemelen en graan de natuurlijke achtergrondgehalten niet overschrijden;

 

de troposferische concentraties van sulfurylfluoride. De gemeten concentraties moeten regelmatig worden geactualiseerd. De aantoonbaarheidsgrens voor de analyse moet ten minste 0,5 ppt (overeenkomend met 2,1 ng sulfurylfluoride/m3 troposferische lucht) bedragen;

 

schattingen van de atmosferische levensduur van sulfurylfluoride, gebaseerd op het slechtst denkbare geval, ten aanzien van het aardopwarmingsvermogen (GWP).

Zij moeten ervoor zorgen dat de kennisgever deze informatie uiterlijk op 31 augustus 2012 aan de Commissie verstrekt.

308

FEN 560 (ook fenegriek of fenegriekzaadpoeder genoemd)

CAS-nr.

Geen

CIPAC-nr.

Geen

De werkzame stof wordt bereid uit het zaadpoeder van Trigonella foenum-graecum L. (fenegriek).

niet van toepassing

100 % fenegriekzaadpoeder zonder toevoegingen en geen extractie; het zaad is van levensmiddelenkwaliteit

1 november 2010

31 oktober 2020

DEEL A

De stof mag alleen worden toegelaten als elicitor van het zelfverdedigingsmechanisme van het gewas.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over FEN 560 (fenegriekzaadpoeder), en met name met de aanhangsels I en II, dat op 11 mei 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van bedieners, werknemers en omstanders.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

309

Haloxyfop-P

CAS-nr.: Zuur: 95977-29-0

Ester: 72619-32-0

CIPAC-nr.: Zuur: 526

Ester: 526.201

 

zuur: (R)-2-[4-(3-chloor-5-trifluormethyl-2-pyridyloxy)fenoxy] propionzuur

 
 

ester: methyl-(R)-2-{4-[3-chloor-5-(trifluormethyl)-2-pyridyloxy]fenoxy}propionaat

≥ 940 g/kg

(haloxyfop-P-methylester)

1 januari 2011

31 december 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over haloxyfop-P dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toediener: de gebruiksvoorwaarden moeten het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen: de toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. toereikende bufferzones);

 

de veiligheid van de consument wat de aanwezigheid van de metabolieten DE-535 pyridinol en DE-535 pyridinone in het grondwater betreft.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager uiterlijk op 31 december 2012 informatie verstrekt die de beoordeling van de blootstelling van het grondwater met betrekking tot de werkzame stof en haar bodemmetabolieten DE-535 fenol, DE-535 pyridinol en DE-535 pyridinone bevestigt.

310

Napropamide

CAS-nr.: 15299-99-7

(RS)-N,N-diëthyl-2-(1-naftyloxy)propionamide

≥ 930 g/kg

(racemisch mengsel)

Relevante onzuiverheid:

tolueen: niet meer dan 1,4 g/kg

1 januari 2011

31 december 2020

DEEL A

Mag alleen worden toegestaan voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over napropamide dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toediener: de gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen: de toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten (bijv. toereikende bufferzones);

 

de veiligheid van de consument wat betreft het voorkomen in grondwater van de metaboliet 2-(1-naftyloxy)propionzuur, hierna „NOPA” genoemd.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager uiterlijk 31 december 2012 bij de Commissie informatie indient ter bevestiging van de beoordeling van de blootstelling van het oppervlaktewater wat de fotolysemetabolieten en de metaboliet NOPA betreft, en informatie voor de risicobeoordeling van waterplanten.

311

Quinmerac

CAS-nr.: 90717-03-6

CIPAC-nr.: 563

7-chloor-3-methylchinoline-8- carbonzuur

≥ 980 g/kg

1 mei 2011

30 april 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over quinmerac dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

de blootstelling van de consument via de voeding aan quinmeracresiduen (en de metabolieten ervan) in opeenvolgende wisselgewassen;

 

het risico voor in het water levende organismen en het langetermijnrisico voor regenwormen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van informatie over:

 

het potentieel van het plantmetabolisme om tot een opening van de chinolinering te leiden;

 

residuen in wisselgewassen en over het langetermijnrisico voor regenwormen als gevolg van de metaboliet BH 518-5.

Zij moeten ervoor zorgen dat de aanvrager ter bevestiging dergelijke gegevens en informatie uiterlijk op 30 april 2013 aan de Commissie verstrekt.

312

Metosulam

CAS-nr.: 139528-85-1

CIPAC-nr.: 707

 

2′,6′-dichloor-5,7-dimethoxy- 3′-methyl[1,2,4]triazool

 
 

[1,5-a]pyrimidine-2-sulfonanilide

≥ 980 g/kg

1 mei 2011

30 april 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metosulam, met name de aanhangsels I en II, dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor in het water levende organismen;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende planten die naast het veld groeien.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager uiterlijk 30 oktober 2011 bij de Commissie nadere informatie indient over de specificatie van de werkzame stof zoals vervaardigd.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de kennisgever uiterlijk 30 april 2013 de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

mogelijke pH-afhankelijkheid van bodemadsorptie, uitspoeling naar het grondwater en blootstelling van het oppervlaktewater aan de metabolieten M01 en M02;

 

mogelijke genotoxiciteit van een onzuiverheid.

313

Pyridaben

CAS-nr.: 96489-71-3

CIPAC-nr.: 583

2-tert-butyl-5-(4-tert-butylbenzylthio)-4-chloorpyrididazine-3(2H)-on

> 980 g/kg

1 mei 2011

30 april 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pyridaben dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven,

 

het risico voor in het water levende organismen en zoogdieren,

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, met inbegrip van honingbijen.

De toelatingsvoorwaarden moeten risicobeperkende maatregelen omvatten en er moeten zo nodig monitoringprogramma's worden opgezet om de daadwerkelijke blootstelling van honingbijen aan pyridaben in gebieden die extensief door deze bijen voor het fourageren of door bijenhouders worden gebruikt zo nodig te verifiëren.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

de risico's voor het watercompartiment als gevolg van de blootstelling aan de door fotolyse in water ontstane metabolieten W-1 en B-3,

 

het mogelijke langetermijnrisico voor zoogdieren,

 

de beoordeling van in vetstoffen oplosbare residuen.

Zij moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze bevestigende ze informatie uiterlijk 30 april 2013 aan de Commissie verstrekt.

314

Zinkfosfide

CAS-nr.: 1314-84-7

CIPAC-nr.: 69

trizinkdifosfide

≥ 800 g/kg

1 mei 2011

30 april 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als rodenticide in de vorm van gebruiksklaar aas, geplaatst in aasstations of op specifieke locaties.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over zinkfosfide dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II. Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende organismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden genomen om met name te vermijden dat aas wordt verspreid wanneer maar een deel ervan is geconsumeerd.

315

Fenbuconazool

CAS-nr.: 114369-43-6

CIPAC-nr.: 694

(R,S)-4-(4-chloorfenyl)-2-fenyl-2-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)butyronitril

≥ 965 g/kg

1 mei 2011

30 april 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenbuconazool dat op 28 oktober 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de blootstelling van consumenten via de voeding aan residuen van metabolieten van triazoolderivaten;

 

het risico voor in het water levende organismen en zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten eisen dat ter bevestiging gegevens over residuen van metabolieten van triazoolderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong worden verstrekt.

Zij moeten ervoor zorgen dat dergelijke studies uiterlijk op 30 april 2013 aan de Commissie worden verstrekt.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bij de Commissie nadere informatie over de potentiële hormoonontregelende eigenschappen van fenbuconazool indient binnen twee jaar na de goedkeuring van de OESO-richtsnoeren voor hormoonontregelingstests of, bij wijze van alternatief, van op het niveau van de Unie overeengekomen testrichtsnoeren.

316

Cycloxydim

CAS-nr.: 101205-02-1

CIPAC-nr.: 510

(5RS)-2-[(EZ)-1-(ethoxyimino)butyl]-3-hydroxy-5-[(3RS)-thiaan-3-yl]cyclohex-2-een-1-on

≥ 940 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cycloxydim, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algehele evaluatie besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan het risico voor niet tot de doelsoorten behorende planten.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om indiening van nadere informatie over methoden voor de analyse van residuen van cycloxydim in plantaardige en dierlijke producten.

Zij zorgen ervoor dat de kennisgever deze analysemethoden uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

317

6-Benzyladenine

CAS-nr.: 1214-39-7

CIPAC-nr.: 829

N 6-benzyladenine

≥ 973 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 6-benzyladenine dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van waterorganismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen, zoals bufferzones, worden toegepast.

318

Bromuconazool

CAS-nr.: 116255-48-2

CIPAC-nr.: 680

1-[(2RS,4RS;2RS,4SR)-4-broom-2-(2,4-dichloorfenyl)tetrahydrofurfuryl]-1H-1,2,4-triazool

≥ 960 g/kg

1 februari 2011

31 januari 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bromuconazool dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toediener en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten (bv. toereikende bufferzones).

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de volgende informatie bij de Commissie indient:

 

nadere informatie over residuen van metabolieten van triazoolderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

 

informatie voor de verdere beoordeling van het langetermijnrisico voor herbivore zoogdieren.

Zij moeten ervoor zorgen dat de aanvrager op wiens verzoek bromuconazool in deze bijlage is opgenomen, deze informatie uiterlijk op 31 januari 2013 aan de Commissie verstrekt.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bij de Commissie nadere informatie over de potentiële hormoonontregelende eigenschappen van bromuconazool indient binnen twee jaar na de goedkeuring van de OESO-richtsnoeren voor hormoonontregelingstests of, bij wijze van alternatief, van op het niveau van de Unie overeengekomen testrichtsnoeren.

319

Myclobutanil

CAS-nr.: 88671-89-0

CIPAC-nr.: 442

(RS)-2-(4-chloorfenyl)-2-(1H-1,2,4-triazool-1-ylmethyl)hexaannitril

≥ 925 g/kg

De verontreiniging 1-methyl-2-pyrrolidon mag in het technisch materiaal de 1 g/kg niet overschrijden

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over myclobutanil dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

Daarom dienen de betrokken lidstaten de aanvrager te verzoeken bevestigende informatie te verstrekken over de residuen van myclobutanil en de metabolieten ervan in opeenvolgende groeiseizoenen, en informatie waaruit blijkt dat de beschikbare residugegevens betrekking hebben op alle onderdelen van de residudefinitie.

Zij moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze bevestigende informatie uiterlijk 31 januari 2013 aan de Commissie verstrekt.

320

Buprofezin

CAS-nr.: 953030-84-7

CIPAC-nr.: 681

(Z)-2-tert-butylimino-3-isopropyl-5-fenyl-1,3,5-thiadiazinaan-4-on

≥ 985 g/kg

1 februari 2011

31 januari 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over buprofezin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden, indien nodig, geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de blootstelling van de consumenten door de voeding aan metabolieten van buprofezin (aniline) in verwerkte levensmiddelen;

 

de toepassing van een passende wachttijd voor wisselgewassen in kassen;

 

het risico voor in het water levende organismen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat zo nodig passende risicobeperkende maatregelen worden genomen.

De betrokken lidstaten moeten voorschrijven dat informatie wordt verstrekt ter bevestiging van de verwerkings- en omzettingsfactoren voor de beoordeling van de risico's voor de consumenten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze bevestigende informatie uiterlijk 31 januari 2013 aan de Commissie verstrekt.

321

Triflumuron

CAS-nr.: 64628-44-0

CIPAC-nr.: 548

1-(2-chloorbenzoyl)-3-[4-trifluormethoxyfenyl]ureum

≥ 955 g/kg

Onzuiverheden:

 

N,N′-bis-[4-(trifluormethoxy)fenyl]ureum: niet meer dan 1 g/kg

 

4-trifluor-methoxyaniline: niet meer dan 5 g/kg

1 april 2011

31 maart 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over triflumuron, dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van het aquatisch milieu;

 

de bescherming van honingbijen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

Daarom moeten de betrokken lidstaten de aanvrager verzoeken ter bevestiging informatie aan de Commissie te verstrekken over het langetermijnrisico voor vogels, het risico voor ongewervelde waterdieren en het risico voor de ontwikkeling van bijenbroedsels.

Zij zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk op 31 maart 2013 bij de Commissie indient.

322

Hymexazool

CAS-nr.: 10004-44-1

CIPAC-nr.: 528

5-methylisoxazool-3-ol (of 5-methyl-1,2-oxazool-3-ol)

≥ 985 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide bij het pelleteren van suikerbietenzaad in professionele zaadbehandelingsinstallaties.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over hymexazol, inzonderheid de aanhangsels I en II, dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan:

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, beschermingsmaatregelen omvatten;

 

het risico voor zaadetende vogels en zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om indiening van nadere informatie over de aard van residuen in wortel- en knolgewassen en over het risico voor zaadetende vogels en zoogdieren.

Zij zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

323

Dodine

CAS-nr.: 2439-10-3

CIPAC-nr.: 101

1-dodecylguanidiniumacetaat

≥ 950 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dodine dat op 23 november 2010 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het potentiële langetermijnrisico voor vogels en zoogdieren;

 

het risico voor in het water levende organismen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden passende risicobeperkende maatregelen voorschrijven;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende planten die naast het veld groeien, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden passende risicobeperkende maatregelen voorschrijven;

 

de monitoring van de residugehalten in pitvruchten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van informatie ter bevestiging van de resultaten van:

 

de beoordeling van het langetermijnrisico voor vogels en zoogdieren;

 

de beoordeling van de risico's in natuurlijke oppervlaktewatersystemen waar belangrijke metabolieten kunnen zijn gevormd.

Zij zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

324

Diethofencarb

CAS-nr.: 87130-20-9

CIPAC-nr.: 513

isopropyl-3,4-diëthoxycarbanilaat

≥ 970 g/kg

Onzuiverheden:

tolueen: niet meer dan 1 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diethofencarb (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algehele evaluatie besteden de lidstaten bijzondere aandacht aan het risico voor in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en zorgen zij ervoor dat de gebruiksvoorwaarden passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten om overlegging van informatie verzoeken ter bevestiging van de resultaten van:

 

de mogelijke opname van het metaboliet 6-NO2-DFC in vervolggewassen;

 

de risicobeoordeling voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

Zij zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

325

Etridiazool

CAS-nr.: 2593-15-9

CIPAC-nr.: 518

ethyl-3-trichloormethyl-1,2,4-thiadiazool-5ylether

≥ 970 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide in niet-bodemgebonden systemen in kassen.

DEEL B

Bij het beoordelen van aanvragen voor toelating van gewasbeschermingsmiddelen die etridiazool bevatten voor ander gebruik dan op siergewassen in kassen, moeten de lidstaten speciale aandacht besteden aan de criteria in artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en erop toezien dat de vereiste informatie wordt verstrekt voordat de toelating wordt verleend.

Voor de toepassing de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over etridiazool (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht aan het risico voor de toedieners en werknemers schenken en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorschriften het gebruik van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

ervoor zorgen dat passende afvalbeheermethoden worden gebruikt voor het afvalwater van de irrigatie van niet-bodemgebonden teeltsystemen; lidstaten die toestaan dat het afvalwater in de riolering of in natuurlijke wateren wordt geloosd, zorgen ervoor dat een passende risicobeoordeling wordt uitgevoerd;

 

bijzondere aandacht aan het risico voor in het water levende organismen schenken en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorschriften het gebruik van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven.

De betrokken lidstaten moeten om overlegging verzoeken van bevestigende informatie over:

 

1.

de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, met passende analytische gegevens;

 

2.

de relevantie van de onzuiverheden;

 

3.

de gelijkwaardigheid tussen de specificaties van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, en die van het in de ecotoxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal;

 

4.

de relevantie van de plantmetabolieten 5-hydroxy-ethoxyetridiazoolzuur en 3-hydroxymethyletridiazool;

 

5.

de indirecte blootstelling van grondwater- en bodemorganismen aan etridiazool en aan de bodemmetabolieten dichloor-etridiazool en etridiazoolzuur;

 

6.

het vervoer van etridiazoolzuur op lange en korte afstand door de atmosfeer.

Zij moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de in de punten 1, 2 en 3 bedoelde informatie uiterlijk op 30 november 2011 en de in de punten 4, 5 en 6 bedoelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 aan de Commissie verstrekt.

326

Indolylboterzuur

CAS-nr.: 133-32-4

CIPAC-nr.: 830

4-(1H-indool-3-yl)boterzuur

≥ 994 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Alleen gebruik van de stof als groeiregulator in siergewassen mag worden toegestaan.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over indolylboterzuur (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en werknemers. De toelatingsvoorwaarden moeten de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen en risicobeperkende maatregelen ter vermindering van de blootstelling voorschrijven.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om indiening van nadere bevestigende informatie over:

 

het ontbreken van mogelijke clastogeniteit van indolylboterzuur;

 

de dampdruk van indolylboterzuur en in verband daarmee een onderzoek naar de inhalatietoxiciteit;

 

de natuurlijke achtergrondconcentratie van indolylboterzuur in de bodem.

Zij zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

327

Oryzalin

CAS-nr.: 19044-88-3

CIPAC-nr.: 537

3,5-dinitro-N 4,N 4-dipropylsulfanilamide

≥ 960 g/kg

N-nitrosodipropamine:

 
 

≤ 0,1 mg/kg

 
 

Tolueen: ≤ 4 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over oryzalin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van de toedieners, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen omvatten;

 

de bescherming van in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor herbivore vogels en zoogdieren;

 

het risico voor bijen in het bloeiseizoen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten bewakingsprogramma's uitvoeren om zo nodig mogelijke grondwaterverontreiniging door de metabolieten OR13 (4) en OR15 (5) in kwetsbare gebieden te controleren. De betrokken lidstaten moeten om overlegging van informatie verzoeken ter bevestiging van de resultaten van:

 

1)

de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, door passende analytische gegevens, waaronder informatie over de relevantie van de onzuiverheden, die om redenen van vertrouwelijkheid onzuiverheden 2, 6, 7, 9, 10, 11 en 12 worden genoemd;

 

2)

de relevantie van het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal met het oog op de specificatie van het technische materiaal;

 

3)

de risicobeoordeling voor in het water levende organismen;

 

4)

de relevantie van de metabolieten OR13 en OR15 en de bijbehorende grondwaterrisicobeoordeling, voor zover oryzalin uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1.) als „verdacht van het veroorzaken van kanker”.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de gegevens en informatie zoals aangegeven in de punten 1 en 2 uiterlijk op 30 november 2011 en de in punt 3 aangegeven informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient. De in punt 4 bedoelde informatie moet binnen zes maanden na de kennisgeving van het besluit over de indeling van oryzalin worden ingediend.

328

Tau-fluvalinaat

CAS-nr.: 102851- 06-9

CIPAC-nr.: 786

(RS)-α-cyaan-3-fenoxybenzyl-N-(2-chloor-α,α α-trifluor-p-tolyl)-D-valinaat

(isomeerverhouding 1:1)

≥ 920 g/kg

(1:1 verhouding van R-α-cyaan- en S-α- cyaan-isomeer)

Onzuiverheden:

tolueen: niet meer dan 5 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide en acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tau-fluvalinaat (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het risico voor in het water levende organismen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende risicobeperkende maatregelen voorschrijven;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende risicobeperkende maatregelen voorschrijven;

 

het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal, dat moet worden vergeleken met de specificatie van het commercieel vervaardigde technische materiaal en aan de hand daarvan moet worden gecontroleerd.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van informatie ter bevestiging van de resultaten van:

 

de beoordeling van het risico van bioaccumulatie/biomagnificatie in het watermilieu;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager twee jaar na de goedkeuring van specifieke richtsnoeren informatie verstrekt ter bevestiging van:

 

het mogelijke effect op het milieu van de potentiële enantioselectieve degradatie in milieumatrices.

329

Clethodim

CAS-nr.: 99129-21-2

CIPAC-nr.: 508

(5RS)-2-{(1EZ)-1-[(2E)-3-chloorallyloxyimino]propyl}-5-[(2RS)-2-(ethylthio)propyl]-3-hydroxycyclohex-2-een-1-on

≥ 930 g/kg

Onzuiverheden:

tolueen: max. 4 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide op suikerbiet.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over clethodim, met name de aanhangsels I en II, dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen, vogels en zoogdieren en moeten zij ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van informatie op grond van de meest recente wetenschappelijke kennis ter bevestiging van de resultaten van:

 

de beoordelingen van de blootstelling van de bodem en het grondwater;

 

de residudefinitie voor de risicobeoordeling.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

330

Bupirimaat

CAS-nr.: 41483-43-6

CIPAC-nr.: 261

5-butyl-2-ethylamino-6-methylpyrimidine-4-yl dimethylsulfamaat

≥ 945 g/kg

Onzuiverheden:

 
 

ethirimol: max. 2 g/kg

 
 

tolueen: max. 3 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bupirimaat (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten,

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten,

 

het risico in het veld voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen.

De betrokken lidstaten moeten om overlegging van informatie verzoeken ter bevestiging van de resultaten van:

 

1)

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd met passende analytische gegevens; waaronder informatie over de relevantie van de onzuiverheden,

 

2)

de gelijkwaardigheid tussen de specificaties van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, en die van het in de toxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal,

 

3)

de kinetische parameters, de bodemaantasting en de adsorptie- en desorptieparameter voor de belangrijke bodemmetaboliet DE-B (6).

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de in de punten 1 en 2 bedoelde gegevens en informatie uiterlijk op 30 november 2011 en de in punt 3 aangegeven informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

331

Fenbutatinoxide

CAS-nr.: 13356-08-6

CIPAC-nr.: 359

bis[tris(2-methyl-2-fenylpropyl)tin]oxide

≥ 970 g/kg

Onzuiverheden:

bis[hydroxybis(2-methyl-2- fenylpropyl)tin]oxide (SD 31723): niet meer dan 3 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide in kassen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenbutatinoxide dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de technische specificatie van het gehalte aan onzuiverheden,

 

de residugehalten in kleine tomatensoorten (kerstomaten),

 

de veiligheid van de toediener. De gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven,

 

het risico voor in het water levende organismen.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten verzoeken om informatie ter bevestiging van de resultaten van de risicobeoordeling op basis van de meest recente wetenschappelijke kennis, met betrekking tot de onzuiverheid SD 31723. Die informatie moet betrekking hebben op de volgende punten:

 

mogelijke genotoxische werking;

 

ecotoxicologische relevantie;

 

spectra, stabiliteit bij opslag en analysemethoden bij de formulering.

Zij zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

332

Fenoxycarb

CAS-nr.: 79127-80-3

CIPAC-nr.: 425

ethyl-2-(4-fenoxyfenoxy)ethyl-carbamaat

≥ 970 g/kg

Onzuiverheden:

tolueen: max. 1 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenoxycarb dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht schenken aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

 

het risico voor bijen en geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten om informatie verzoeken ter bevestiging van de risicobeoordeling voor geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, en voor bijenbroedsels.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

333

1-Decanol

CAS-nr.: 112-30-1

CIPAC-nr.: 831

decaan-1-ol

≥ 960 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als groeiregulator voor planten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over 1-decanol dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het risico van residuen voor de consument bij gebruik op voor voeding of vervoedering bestemde gewassen;

 

het risico voor de toedieners, en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden indien nodig de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor in het water levende organismen;

 

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en bijen die aan de werkzame stof kunnen worden blootgesteld bij het bezoeken van bloeiend onkruid in het gewas op het ogenblik van de toediening.

Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten daarom verzoeken om indiening van bevestigende informatie over het risico voor in het water levende organismen en informatie ter bevestiging van de beoordeling van de blootstelling van grondwater, oppervlaktewater en sediment.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

334

Isoxaben

CAS-nr.: 82558-50-7

CIPAC-nr.: 701

N-[3-(1-ethyl-1-methylpropyl)-1,2- oxazool-5-yl]-2,6-dimethoxybenzamide

≥ 910 g/kg

tolueen: ≤ 3 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over isoxaben dat op 28 januari 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan het risico voor in het water levende organismen, het risico voor niet tot de doelsoorten behorende landplanten en de mogelijke uitspoeling van metabolieten naar het grondwater.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

a)

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd;

 

b)

de relevantie van de onzuiverheden;

 

c)

de residuen in wisselgewassen;

 

d)

het mogelijke risico voor in het water levende organismen.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de in de punten a) en b) vermelde informatie uiterlijk op 30 november 2011 en de in de punten c) en d) vermelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

335

Fluometuron

CAS-nr.: 2164-17-2

CIPAC-nr.: 159

1,1-dimethyl-3-(α,α,α-trifluor-m-tolyl)ureum

≥ 940 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide op katoen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fluometuron(en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de toedieners en werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van adequate persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden; ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden risicobeperkende maatregelen omvatten, alsook de verplichting om bewakingsprogramma's uit te voeren om zo nodig mogelijke grondwaterverontreiniging door fluometuron en de bodemmetabolieten desmethyl-fluometuron en trifluormethylaniline in kwetsbare gebieden te controleren;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor andere, niet tot de doelsoorten behorende bodemmacro-organismen dan aardwormen en niet tot de doelsoorten behorende planten, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvragers verdere bevestigende informatie bij de Commissie indienen met betrekking tot:

 

de toxicologische eigenschappen van de plantmetaboliet trifluorazijnzuur;

 

de analytische methoden voor de monitoring van fluometuron in de lucht;

 

de analytische methoden voor de monitoring van de bodemmetaboliet trifluormethylaniline in de bodem en in het water;

 

de relevantie van de bodemmetabolieten desmethyl-fluometuron en trifluormethylaniline voor het grondwater, indien fluometuron krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt ingedeeld als „verdacht van het veroorzaken van kanker”.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvragers de onder a), b) en c) bedoelde informatie uiterlijk op 31 maart 2013 en de onder d) bedoelde informatie binnen zes maanden na de kennisgeving van het besluit over de indeling van fluometuron bij de Commissie indienen.

336

Carbetamide

CAS-nr.: 16118-49-3

CIPAC-nr.: 95

(R)-1-(ethylcarbamoyl)ethyl-carbanilaat

950 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carbetamide (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

a)

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

b)

het risico voor niet tot de doelsoorten behorende planten;

 

c)

het risico voor in het water levende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

337

Carboxin

CAS-nr.: 5234-68-4

CIPAC-nr.: 273

5,6-dihydro-2-methyl-1,4-oxathiine-3-carboxanilide

≥ 970 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide voor zaadbehandeling.

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de toelatingen wordt bepaald dat zaadcoating alleen in professionele zaadverwerkingsinstallaties mag plaatsvinden en dat deze installaties de beste beschikbare technieken moeten toepassen zodat kan worden uitgesloten dat er tijdens opslag, vervoer en toepassing stofwolken vrijkomen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over carboxin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het risico voor de toedieners;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor vogels en zoogdieren;

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

a)

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd, met inbegrip van passende analytische gegevens;

 

b)

de relevantie van de verontreinigingen;

 

c)

vergelijking en verificatie van het in de zoogdiertoxiciteits en ecotoxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal met de specificatie van het technische materiaal;

 

d)

analysemethoden voor de monitoring van de metaboliet M6 (7) in bodem, grondwater en oppervlaktewater en voor de monitoring van de metaboliet M9 (8) in grondwater;

 

e)

aanvullende waarden betreffende de tijd die nodig is voor de dissipatie van 50 % in de bodem voor de bodemmetabolieten P/V-54 (9) en P/V-55 (10);

 

f)

het metabolisme in wisselgewassen;

 

g)

het langetermijnrisico voor zaadetende vogels, zaadetende zoogdieren en herbivore zoogdieren;

 

h)

de relevantie voor het grondwater van de bodemmetabolieten P/V-54 (11), P/V-55 (12) en M9 (13) indien carboxin krachtens Verordening (EG) nr. 1272/2008 wordt ingedeeld als „verdacht van het veroorzaken van kanker”.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bij de Commissie de onder a), b) en c) vermelde informatie uiterlijk op 30 november 2011, de onder d), e) en f) vermelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 en de onder h) vermelde informatie zes maanden na de kennisgeving van het besluit betreffende de indeling van carboxin indient.

338

Cyproconazool

CAS-nr.: 94361-06-5

CIPAC-nr.: 600

(2RS,3RS;2RS,3SR)-2-(4-chloorfenyl)-3-cyclopropyl-1-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)butaan-2-ol

≥ 940 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over cyproconazool (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de blootstelling van consumenten via de voeding aan residuen van metabolieten van triazoolderivaten;

 

het risico voor in het water levende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten eisen dat bevestigende informatie wordt verstrekt over:

 

a)

de toxicologische relevantie van de onzuiverheden in de technische specificatie;

 

b)

analytische methoden voor de monitoring van cyproconazool in de bodem en in lichaamsvloeistoffen en weefsels;

 

c)

residuen van metabolieten van triazoolderivaten in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

 

d)

het langetermijnrisico voor herbivore zoogdieren;

 

e)

het potentiële milieueffect van de preferentiële afbraak en/of omzetting van het mengsel van isomeren.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de onder a) bedoelde informatie uiterlijk op 30 november 2011, de onder b), c) en d) bedoelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 en de onder e) bedoelde informatie binnen twee jaar na de vaststelling van specifieke richtsnoeren bij de Commissie indient.

339

Dazomet

CAS-nr.: 533-74-4

CIPAC-nr.: 146

 

3,5-dimethyl-1,3,5-thiadiazinaan-2-thion

of

 
 

tetrahydro-3,5-dimethyl-1,3,5-thiadiazine-2-thion

≥ 950 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als nematicide, fungicide, herbicide en insecticide. Mag alleen worden toegepast als bodemfumigatiemiddel. Gebruik moet worden beperkt tot één toepassing elke drie jaar.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dazomet (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het risico voor toedieners, werknemers en omstanders;

 

de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt gebruikt in qua bodemgesteldheid en/of klimatologische omstandigheden kwetsbare gebieden;

 

het risico voor in het water levende organismen.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

a)

de mogelijke verontreiniging van het grondwater met methylisothiocyanaat;

 

b)

de beoordeling van de mogelijkheid tot transport van methylisothiocyanaat over lange afstanden door de lucht en aanverwante milieurisico's,

 

c)

het acute risico voor insectenetende vogels;

 

d)

het langetermijnrisico voor vogels en zoogdieren.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de onder a), b), c) en d) vermelde informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

340

Metaldehyde

CAS-nr.: 108-62-3 (tetrameer)

9002-91-9 (homopolymeer)

CIPAC-nr.: 62

r-2,c-4,c-6,c-8-tetramethyl-1,3,5,7- tetroxocaan

≥ 985 g/kg

aceetaldehyde max. 1,5 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als molluscicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over metaldehyde (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

het risico voor de toedieners en werknemers;

 

de situatie inzake de blootstelling van de consumenten via de voeding met het oog op toekomstige herzieningen van de maximumresidugehalten;

 

het acute risico en langetermijnrisico voor vogels en zoogdieren.

De lidstaten moeten erop toezien dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stof bevatten, alleen worden toegelaten als zij een doeltreffend hondenwerend middel bevatten.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

341

Sintofen

CAS-nr.: 130561-48-7

CIPAC-nr.: 717

1-(4-chloorfenyl)-1,4-dihydro-5-(2-methoxyethoxy)-4-oxocinnoline-3-carbonzuur

≥ 980 g/kg

Verontreinigingen:

 
 

2-methoxyethanol, niet meer dan 0,25 g/kg

 
 

N,N-dimethylformamide, niet meer dan 1,5 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als plantengroeiregulator op tarwe voor de productie van hybride zaad, niet bestemd voor menselijke productie.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over sintofen (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan het risico voor de toedieners en werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van passende risicobeperkende maatregelen omvatten. Zij moeten erop toezien dat met sintofen behandelde tarwe niet in de voedsel- en de voederketen terechtkomt.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

1)

de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, gestaafd met passende analytische gegevens;

 

2)

de relevantie van de aanwezige verontreinigingen in de technische specificaties, met uitzondering van de verontreinigingen 2- methoxyethanol en N,N-dimethylformamide;

 

3)

de relevantie van het in de toxiciteits- en ecotoxiciteitsdossiers gebruikte testmateriaal met het oog op de specificatie van het technische materiaal;

 

4)

het metabolische profiel van sintofen in wisselgewassen.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de informatie, vastgesteld in de punten 1, 2 en 3 uiterlijk op 1 december 2011 en de in punt 4 vastgestelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

342

Fenazaquin

CAS-nr.: 120928-09-8

CIPAC-nr.: 693

4-tert-butylfenethyl chinazoline-4-ylether

≥ 975 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide op sierplanten in kassen.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over fenazaquin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risco voor de toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van bijen en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

voorzien in gebruiksvoorwaarden die ervoor zorgen dat geen residuen van fenazaquin in gewassen voor menselijke en dierlijke consumptie voorkomen.

343

Azadirachtin

CAS-nr.: 11141-17-6 als azadirachtin A

CIPAC-nr.: 627 als azadirachtin A

azadirachtin A:

dimethyl-(2aR,3S,4S,4aR,5S,7aS,8S, 10R,10aS,10bR)-10-acetoxy-3,5-dihydroxy-4- [(1aR,2S,3aS,6aS,7S,7aS)-6a-hydroxy-7a-methyl-3a,6a,7,7a-tetrahydro-2,7-methanofuro[2,3-b]oxireno[e]oxepine-1a(2H)-yl]-4-methyl-8-{[(2E)-2-methylbut-2-enoyl]oxy}octahydro- 1H-nafto[1,8a-c:4,5-b′c′]difuran-5,10a(8H)-dicarboxylaat

uitgedrukt als azadirachtin A:

≥ 111 g/kg

De som van de aflatoxinen B 1, B 2, G 1, G 2 mag niet meer bedragen dan 300 μg/kg van het azadirachtin A-gehalte.

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over azadirachtin (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de blootstelling van de consument via de voeding, met het oog op toekomstige herzieningen van de maximumresidugehalten;

 

de bescherming van niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen en in het water levende organismen. Indien nodig moeten risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

de relatie tussen azadirachtin A en de rest van de werkzame bestanddelen in het neemzaadextract ten aanzien van hoeveelheid, biologische activiteit en persistentie ter bevestiging van de lead-active-compoundaanpak ten aanzien van azadirachtin A en ter bevestiging van de specificatie van het technische materiaal, de residudefinitie en de grondwaterrisicobeoordeling.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 december 2013 bij de Commissie indient.

344

Diclofop

 
 

CAS-nr.: 40843-25-2 (moederstof)

 
 

CAS-nr.: 257-141-8 (diclofop-methyl)

 
 

CIPAC-nr.: 358 (moederstof)

 
 

CIPAC-nr.: 358201 (diclofop-methyl)

 

diclofop

(RS)-2-[4-(2,4-dichloorfenoxy)fenoxy] propionzuur

 
 

diclofop-methyl

methyl-(RS)-2-[4-(2,4-dichloorfenoxy)fenoxy] propionaat

≥ 980 g/kg (uitgedrukt als diclofop-methyl)

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als herbicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over diclofop (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en de werknemers en als voorwaarde voor toelating het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor in het water levende organismen en niet tot de doelsoorten behorende planten en voorschrijven dat risicobeperkende maatregelen worden toegepast.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

a)

een metabolismestudie over granen;

 

b)

een bijwerking van de risicobeoordeling betreffende het mogelijke milieu-efect van de preferentiële afbraak/omzetting van de isomeren.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de onder a) vermelde informatie uiterlijk 31 mei 2013 en de onder b) vermelde informatie uiterlijk twee jaar na de goedkeuring van een specifieke leidraad voor de evaluatie van isomeermengsels bij de Commissie indient.

345

Californische pap

CAS-nr.: 1344-81-6

CIPAC-nr.: 17

calciumpolysulfide

≥ 290 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over Californische pap dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd, en met name met de aanhangsels I en II.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de veiligheid van degene die de stof toedient en ervoor zorgen dat de voorwaarden voor de toelating in de toepassing van adequate beschermingsmaatregelen voorzien;

 

de bescherming van in het water levende organismen en van geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden waar nodig ook risicobeperkende maatregelen omvatten.

346

Aluminiumsulfaat

CAS-nr.: 10043-01-3

CIPAC niet beschikbaar

aluminiumsulfaat

970 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik binnenshuis als bactericide na de oogst voor sierplanten.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over aluminiumsulfaat (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, in de vorm van passende analytische gegevens.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager dergelijke informatie bij de Commissie indient uiterlijk op 1 december 2011.

347

Bromadiolon

CAS-nr.: 28772-56-7

CIPAC-nr.: 371

3-[(1RS,3RS;1RS,3SR)- 3-(4′-broombifenyl-4-yl)-3-hydroxy-1-fenylpropyl]-4-hydroxycumarine

≥ 970 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als rodenticide in de vorm van kant-en-klaar aas dat in de gangen van knaagdieren wordt geplaatst.

De nominale concentratie van de werkzame stof in de gewasbeschermingsmiddelen mag niet meer bedragen dan 50 mg/kg.

Er mogen alleen toelatingen worden verleend door toepassingen door professionele gebruikers.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over bromadiolon (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor professionele toedieners en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico van primaire en doorvergiftiging voor vogels en niet tot de doelsoorten behorende zoogdieren.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

a)

de specificatie van het technische materiaal, zoals commercieel vervaardigd, in de vorm van passende analytische gegevens;

 

b)

de relevantie van de verontreinigingen;

 

c)

de bepaling van bromadiolon in water met een bepaalbaarheidsgrens van 0,01 μg/l;

 

d)

de doeltreffendheid van de voorgestelde beperkende maatregelen ter vermindering van het risico voor vogels en niet tot de doelsoorten behorende zoogdieren;

 

e)

de grondwaterblootstellingsbeoordeling ten aanzien van metabolieten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de onder a), b) en c) vermelde informatie uiterlijk op 30 november 2011 en de onder d) en e) vermelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

348

Paclobutrazool

CAS-nr.: 76738-62-0

CIPAC-nr.: 445

(2RS,3RS)-1-(4-chloorfenyl)-4,4-dimethyl-2-(1H-1,2,4-triazool-1-yl)pentaan-3-ol

≥ 930 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als plantengroeiregulator.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over paclobutrazool (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan het risico voor waterplanten en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden zo nodig risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

1)

de specificatie van het technische materiaal zoals commercieel vervaardigd;

 

2)

de analysemethoden in bodem en water voor de metaboliet NOA457654;

 

3)

de residuen van metabolieten van triazoolderivaten (TDM's) in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

 

4)

de potentiële hormoonontregelende eigenschappen van paclobutrazool;

 

5)

de mogelijke schadelijke effecten van afbraakproducten van de verschillende optische structuren van paclobutrazool en zijn metaboliet CGA 149907 op de milieucompartimenten bodem, water en lucht.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de informatie in de punten 1) en 2) uiterlijk 30 november 2011, de informatie in punt 3 uiterlijk 31 mei 2013, de informatie in punt 4 binnen twee jaar na de goedkeuring van de OESO-testrichtsnoeren inzake hormoonontregeling en de informatie in punt 5 binnen twee jaar na de goedkeuring van een specifieke leidraad bij de Commissie indient.

349

Pencycuron

CAS-nr.: 66063-05-6

CIPAC-nr.: 402

1-(4-chloorbenzyl)-1-cyclopentyl-3-fenylureum

≥ 980 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over pencycuron (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van grote allesetende zoogdieren.

De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

1.

de lotgevallen en het gedrag in de bodem van de chloorfenyl- en cyclopentylaandelen van pencycuron;

 

2.

de lotgevallen en het gedrag in natuurlijk oppervlaktewater en sedimentsystemen van de chloorfenyl- en fenylaandelen van pencycuron;

 

3.

het langetermijnrisico voor grote allesetende zoogdieren.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de in de punten 1), 2) en 3) vermelde informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

350

Tebufenozide

CAS-nr.: 112410-23-8

CIPAC-nr.: 724

N-tert-butyl-N′-(4-ethylbenzoyl)-3,5-dimethylbenzohydrazide

≥ 970 g/kg

Relevante verontreiniging

tert-butylhydrazine < 0,001 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als insecticide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over tebufenozide (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners en de werknemers na terugkeer in de kassen en ervoor zorgen dat de toelatingsvoorwaarden geschikte beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in gebieden met kwetsbare bodem- en/of klimatologische omstandigheden;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden passende risicobeperkende maatregelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan het risico voor niet tot de doelsoorten behorende Lepidoptera-insecten.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten om overlegging verzoeken van bevestigende informatie over:

 

1)

de relevantie van de metabolieten RH-6595, RH-2651, M2;

 

2)

de afbraak van tebufenozide in anaerobe bodems en bodems met alkaline pH.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de in de punten 1) en 2) vermelde informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

351

Dithianon

CAS-nr.: 3347-22-6

CIPAC-nr.: 153

5,10-dihydro-5,10-dioxonafto[2,3-b]-1,4-dithiine-2,3-dicarbonitril

≥ 930 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over dithianon (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van in het water levende organismen; de gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de veiligheid van de toedieners; de gebruiksvoorwaarden moeten zo nodig het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen omvatten;

 

bijzondere aandacht besteden aan de langetermijnrisico’s voor vogels; de gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

de stabiliteit bij opslag en de aard van de residuen in verwerkte producten;

 

de beoordeling van de blootstelling van oppervlakte- en grondwater voor ftaalzuur;

 

de risicobeoordeling voor in het water levende organismen ten aanzien van ftaalzuur, ftaalaldehyde en 1,2-benzeendimethanol.

De betrokken lidstaten zorgen ervoor dat de aanvrager deze informatie uiterlijk 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

352

Hexythiazox

CAS-nr.: 78587-05-0

CIPAC-nr.: 439

(4RS,5RS)-5-(4-chloorfenyl)-N-cyclohexyl-4-methyl-2-oxo-1,3-thiazolidine-3-carboxamide

≥ 976 g/kg

(1:1-mengsel van (4R,5R) en (4S,5S))

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

Mag alleen worden toegelaten voor gebruik als acaricide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over hexythiazox (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

 

de bescherming van in het water levende organismen. De gebruiksvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten;

 

de veiligheid van de toedieners en de werknemers. De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, beschermingsmaatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten verzoeken om overlegging van bevestigende informatie over:

 

a)

de toxicologische relevantie van de metaboliet PT-1-3 (14);

 

b)

het potentiële voorkomen van de metaboliet PT-1-3 in verwerkte producten;

 

c)

de potentiële schadelijke effecten van hexythiazox op bijenbroed;

 

d)

het mogelijke effect van de preferentiële afbraak en/of omzetting van het mengsel van isomeren op de beoordeling van de risico’s voor de werknemers, de beoordeling van de risico’s voor de consumenten en het milieu.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de informatie, vastgesteld onder a), b) en c), uiterlijk op 31 mei 2013 en de informatie, vastgesteld onder d), twee jaar na de goedkeuring van specifieke richtsnoeren bij de Commissie indient.

353

Flutriafol

CAS-nr.: 76674-21-0

CIPAC-nr.: 436

(RS)-2,4′-difluor-α-(1H-1,2,4- triazool-1-ylmethyl)benzhydrylalcohol

≥ 920 g/kg

(racemaat)

Relevante verontreinigingen:

 
 

dimethylsulfaat: maximumgehalte: 0,1 g/kg

 
 

dimethylformamide: maximumgehalte: 1 g/kg

 
 

methanol: maximumgehalte: 1 g/kg

1 juni 2011

31 mei 2021

DEEL A

De stof mag alleen worden toegestaan voor gebruik als fungicide.

DEEL B

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het evaluatieverslag over flutriafol (en met name met de aanhangsels I en II), dat op 11 maart 2011 door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid is goedgekeurd.

Bij deze algemene evaluatie moeten de lidstaten:

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van de veiligheid van de werknemers en ervoor zorgen dat de gebruiksvoorwaarden het gebruik van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven;

 

bijzondere aandacht besteden aan de bescherming van het grondwater, wanneer de werkzame stof wordt toegepast in qua bodemgesteldheid en/of klimaat kwetsbare gebieden;

 

bijzondere aandacht besteden aan het langetermijnrisico voor insectenetende vogels.

De toelatingsvoorwaarden moeten, indien nodig, risicobeperkende maatregelen omvatten.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager bevestigende informatie bij de Commissie indient met betrekking tot:

 

a.

de relevantie van de aanwezige verontreinigingen in de technische specificaties;

 

b.

de residuen van metabolieten van triazoolderivaten (TDM’s) in primaire gewassen, wisselgewassen en producten van dierlijke oorsprong;

 

c.

het langetermijnrisico voor insectenetende vogels.

De betrokken lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanvrager de informatie, vastgesteld onder a), uiterlijk op 1 december 2011 en de onder b) en c) vastgestelde informatie uiterlijk op 31 mei 2013 bij de Commissie indient.

 

  • (1) 
    De evaluatieverslagen bevatten nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stoffen.
  • (2) 
    Opgeschort bij beschikking van het Gerecht van 19 juli 2007 in zaak T-31/07 R, Du Pont de Nemours (France) SAS e.a./Commissie, Jurisprudentie 2007 bladzijde II-2767.
  • (4) 
    2-ethyl-7-nitro-1-propyl-1H- benzimidazool-5-sulfonamide.
  • (5) 
    2-ethyl-7-nitro- 1H-benzimidazool-5-sulfonamide.
  • (6) 
    de-ethyl-bupirimaat.
  • (7) 
    2-{[anilino(oxo)acetyl]sulfanyl}ethylacetaat.
  • (8) 
    (2RS)-2-hydroxy-2-methyl-N-fenyl-1,4-oxathiaan-3-carboxamide-4-oxide.
  • (9) 
    2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiine-3-carboxamide 4-oxide.
  • 2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiine-3-carboxamide 4,4-dioxide.
  • 2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiine-3-carboxamide 4-oxide.
  • 2-methyl-5,6-dihydro-1,4-oxathiine-3-carboxamide 4,4-dioxide.
  • (2RS)-2-hydroxy-2-methyl-N-fenyl-1,4-oxathiaan-3-carboxamide 4-oxide.
  • (4S,5S)-5-(4-chloorfenyl)-4-methyl-1,3-thiazolidine-2-on en (4R,5R)-5-(4-chloorfenyl)-4-methyl-1,3-thiazolidine-2-on.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.