Besluit 2011/417 - Intrekking van Besluit 2010/408/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Finland

1.

Wettekst

16.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 187/27

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 12 juli 2011

tot intrekking van Besluit 2010/408/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Finland

(2011/417/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 12,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Besluit 2010/408/EU (1) heeft de Raad, op voorstel van de Commissie overeenkomstig artikel 126, lid 6, van het Verdrag, besloten dat in Finland een buitensporig tekort bestond. In Besluit 2010/408/EU stelde de Raad vast dat voor 2010 gemikt werd op een overheidstekort van 4,1 % van het bbp en dat daarmee de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp werd overschreden, terwijl de bruto overheidsschuld zou uitkomen op 49,9 % van het bbp, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (2) heeft de Raad op 13 juli 2010 op aanbeveling van de Commissie een aanbeveling tot Finland gericht waarin het land werd verzocht om uiterlijk in 2011 aan de heersende buitensporigtekortsituatie een einde te maken. De aanbeveling is openbaar gemaakt.

 

(3)

Volgens artikel 126, lid 12, van het Verdrag moet een besluit van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort worden ingetrokken indien de Raad van oordeel is dat het buitensporige tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 4 van het aan de Verdragen gehechte Protocol (nr. 12) betreffende de procedure bij buitensporige tekorten verstrekt de Commissie de voor de toepassing van de procedure benodigde gegevens. In het kader van de toepassing van dit protocol dienen de lidstaten ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (3) tweemaal per jaar, namelijk vóór 1 april en vóór 1 oktober, gegevens te verstrekken over het overheidstekort en de overheidsschuld, alsook over andere, daarmee samenhangende variabelen.

 

(5)

Uit de gegevens die de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2009 na de vóór 1 april 2011 door Finland gedane kennisgeving heeft verstrekt en uit de voorjaarsprognoses 2011 van de diensten van de Commissie kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

 

Terwijl in de BTP-kennisgeving van april 2010 uitgegaan werd van een tekort van 4,1 % van het bbp in 2010, was het werkelijke resultaat aanzienlijk beter, namelijk een tekort van 2,5 % van het bbp.

 

Dat het tekort lager is dan verwacht is voornamelijk te verklaren uit de sterker dan verwachte economische groei en een verbeterde situatie op de arbeidsmarkt waardoor de belastingopbrengsten (met name de opbrengsten uit de btw en de inkomstenbelasting) toenamen, terwijl de groei van de uitgaven over het algemeen beperkt bleef.

 

Volgens de voorjaarsprognoses voor 2011 van de diensten van de Commissie zal het tekort in 2011 verder dalen tot 1 % van het bbp. In de actualisering 2011 van het stabiliteitsprogramma wordt eveneens uitgegaan van een tekort van 0,9 % van het bbp in 2011. De verbetering van het begrotingssaldo van het voorgaande jaar wordt veroorzaakt door conjunctuurfactoren, die de verwachte voortzetting van de relatief robuuste economische activiteit weerspiegelen, en een aantal discretionaire belastingverhogingen (vooral energie- en productbelastingen) ter waarde van ongeveer ½ % van het bbp. Het tekort zou zowel volgens de diensten van de Commissie als volgens de actualisering 2011 van het stabiliteitsprogramma enigszins verder verbeteren tot 0,7 % van het bbp in 2012.

 

Volgens de voorjaarsprognoses 2011 van de diensten van de Commissie en de structurele saldi (die door de diensten van de Commissie op basis van de informatie in de jongste actualisering van het stabiliteitsprogramma met behulp van de algemeen aanvaarde methode zijn herberekend) zou het structurele saldo in 2011 een gunstiger niveau bereiken dan de middellangetermijndoelstelling, die door de Finse autoriteiten op een structureel overschot van 0,5 % van het bbp is vastgesteld. Het structurele saldo zou echter iets verzwakken en op middellange termijn negatief worden. Dat het structurele saldo duidelijk zou dalen, zou het gevolg zijn van een over het algemeen stabiel nominaal tekort tegen de achtergrond van gunstige prognoses voor economische groei waardoor de momenteel grote outputgap zou verdwijnen. Als gevolg hiervan, en tenzij verdere maatregelen worden genomen, wordt momenteel verwacht dat het begrotingssaldo, conjunctuurfactoren en eenmalige en andere tijdelijke maatregelen niet meegerekend, in 2015 licht onder de minimumbenchmark van – 1,2 % van het bbp zal dalen, die bij normale conjunctuurschommelingen een veiligheidsmarge tegen het doorbreken van de referentiewaarde van 3 % van het bbp vormt. Volgens de prognoses van het stabiliteitsprogramma, die zich tot 2015 uitstrekken, zou het overheidstekort zich in de periode 2013-2015 op ongeveer 1 % van het bbp stabiliseren.

 

Volgens de voorjaarsprognoses 2011 van de diensten van de Commissie zal de schuldquote stijgen van 48,4 % van het bbp in 2010 tot 52,2 % van het bbp in 2012. Volgens de actualisering van het stabiliteitsprogramma zal de schuldquote in 2012 tot 51,3 % van het bbp stijgen.

 

(6)

Uit deze conclusies volgt dat het buitensporige tekort in Finland is gecorrigeerd en Besluit 2010/408/EU derhalve moet worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat het buitensporige tekort in Finland is gecorrigeerd.

Artikel 2

Besluit 2010/408/EU wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Finland.

Gedaan te Brussel, 12 juli 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    VINCENT-ROSTOWSKI
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.