Uitvoeringsverordening 2011/931 - Traceerbaarheidsvoorschriften die bij Verordening 178/2002 voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong zijn vastgesteld

1.

Wettekst

20.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/2

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 931/2011 VAN DE COMMISSIE

van 19 september 2011

inzake de traceerbaarheidsvoorschriften die bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong zijn vastgesteld

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 18, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 stelt de algemene beginselen voor de traceerbaarheid van levensmiddelen vast. Het bepaalt dat moet worden gezorgd voor de traceerbaarheid van levensmiddelen in alle fasen van de productie, verwerking en distributie. Het schrijft ook voor dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven in staat moeten zijn de personen aan te geven die aan hen levensmiddelen hebben geleverd. Deze exploitanten moeten ook in staat zijn de bedrijven aan te geven waaraan hun producten zijn geleverd. Deze informatie moet op verzoek aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt.

 

(2)

Traceerbaarheid is nodig om te zorgen voor de voedselveiligheid en de betrouwbaarheid van de aan de consumenten verstrekte informatie. Het is met name nodig dat de traceerbaarheidsvoorschriften worden toegepast op levensmiddelen van dierlijke oorsprong om te helpen bij de verwijdering van onveilige levensmiddelen uit de markt, waardoor de consumenten worden beschermd.

 

(3)

Om de in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde traceerbaarheid van levensmiddelen te bereiken, zijn de namen en adressen nodig van zowel de exploitant van het levensmiddenbedrijf dat de levensmiddelen levert als de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaraan de levensmiddelen zijn geleverd. Het voorschrift is gebaseerd op de „een stap achteruit”-„een stap vooruit”-aanpak die impliceert dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven beschikken over een systeem dat hen in staat stelt om hun onmiddellijke leverancier(s) en hun onmiddellijke afnemers(s) te identificeren, behalve wanneer zij eindverbruikers zijn.

 

(4)

Uit levensmiddelencrises in het verleden is gebleken dat documenten niet altijd toereikend zijn om te zorgen voor de volledige traceerbaarheid van verdachte levensmiddelen. Uit de ervaring met de uitvoering van Verordening (EG) nr. 178/2002, Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (2), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (3) en Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (4) is gebleken dat de exploitanten van levensmiddelenbedrijven over het algemeen niet beschikken over de nodige informatie om ervoor te zorgen dat hun systemen voor de identificatie van de hantering en opslag van levensmiddelen passend zijn, met name in de sector van levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Dit heeft in deze sector geleid tot onnodig hoge economische verliezen wegens het gebrek aan een snelle en volledige traceerbaarheid van de levensmiddelen.

 

(5)

Daarom moeten voor de specifieke sector van levensmiddelen van dierlijke oorsprong bepaalde voorschriften worden vastgesteld om te zorgen voor de correcte toepassing van de voorschriften van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 178/2002. Deze voorschriften moeten (enige) flexibiliteit mogelijk maken betreffende het formaat waarin de relevante informatie wordt verstrekt.

 

(6)

Het is met name dienstig dat aanvullende informatie over het volume of de hoeveelheid van de levensmiddelen van dierlijke oorsprong, een referentie ter identificatie van de partij of zending, naargelang het geval, een gedetailleerde beschrijving van de levensmiddelen en de datum van verzending worden verstrekt.

 

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt bepalingen vast ter uitvoering van de traceerbaarheidsvoorschriften van Verordening (EG) nr. 178/2002 voor de exploitanten van levensmiddelenbedrijven wat levensmiddelen van dierlijke oorsprong betreft.

Artikel 2

Toepassingsgebied

  • 1. 
    Deze verordening is van toepassing op levensmiddelen die in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 852/2004 zijn omschreven als onverwerkte en verwerkte producten.
  • 2. 
    Deze verordening is niet van toepassing op levensmiddelen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten.

Artikel 3

Traceerbaarheidsvoorschriften

  • 1. 
    De exploitanten van levensmiddelenbedrijven zorgen ervoor dat de volgende informatie betreffende zendingen levensmiddelen van dierlijke oorsprong wordt verstrekt aan de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaraan de levensmiddelen worden geleverd en op verzoek aan de bevoegde autoriteit:
 

a)

een nauwkeurige beschrijving van de levensmiddelen;

 

b)

het volume of de hoeveelheid van de levensmiddelen;

 

c)

de naam en het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaruit de levensmiddelen zijn verzonden;

 

d)

de naam en het adres van de verzender (eigenaar), indien verschillend van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaruit de levensmiddelen zijn verzonden;

 

e)

de naam en het adres van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waarnaar de levensmiddelen worden verzonden;

 

f)

de naam en het adres van de ontvanger (eigenaar), indien verschillend van de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waarnaar de levensmiddelen worden verzonden;

 

g)

een referentie ter identificatie van de partij of zending, naargelang het geval, en

 

h)

de datum van verzending.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde informatie wordt verstrekt naast de informatie die wordt vereist uit hoofde van de relevante bepalingen van de wetgeving van de Unie betreffende de traceerbaarheid van levensmiddelen van dierlijke oorsprong.
  • 3. 
    De in lid 1 bedoelde informatie wordt dagelijks bijgewerkt en wordt ten minste beschikbaar gehouden totdat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de levensmiddelen zijn geconsumeerd.

Op verzoek van de bevoegde autoriteit verstrekt de exploitant van het levensmiddelenbedrijf de informatie onverwijld. De leverancier van de levensmiddelen kiest vrij de passende vorm waarin de informatie moet worden verstrekt, zolang de in lid 1 verlangde informatie duidelijk en ondubbelzinning ter beschikking gesteld wordt van en kan worden opgezocht door de exploitant van het levensmiddelenbedrijf waaraan de levensmiddelen worden geleverd.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2012.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 september 2011.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.