Besluit 2012/305 - Sluiting van de Overeenkomst met IJsland en Noorwegen inzake de toepassing van een aantal bepalingen van de Overeenkomst van 29 mei 2000 tussen de lidstaten van de EU betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het bijbehorende protocol van 2001

1.

Wettekst

14.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 153/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 7 juni 2012

betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de toepassing van een aantal bepalingen van de Overeenkomst van 29 mei 2000 tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het bijbehorende protocol van 2001

(2012/305/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 1, onder d), in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 19 december 2002 machtigde de Raad het voorzitterschap, bijgestaan door de Commissie, om onderhandelingen te openen met IJsland en Noorwegen met het oog op de toepassing van een aantal bepalingen van de Overeenkomst van 29 mei 2000 tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het bijbehorende protocol van 2001.

 

(2)

Overeenkomstig Besluit 2004/79/EG van de Raad (1) is de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de toepassing van een aantal bepalingen van de Overeenkomst van 29 mei 2000 tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het bijbehorende protocol van 2001 op 19 december 2003 ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

 

(3)

De overeenkomst is nog niet gesloten. Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, worden de door de Unie toe te passen procedures voor de sluiting van de overeenkomst beheerst door artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

 

(4)

De overeenkomst moet worden goedgekeurd.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, hebben deze lidstaten hun wens te kennen gegeven deel nemen aan de vaststelling en de toepassing van dit besluit.

 

(6)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gehechte protocol betreffende de positie van Denemarken, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, en derhalve is het niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de toepassing van een aantal bepalingen van de Overeenkomst van 29 mei 2000 tussen de lidstaten van de Europese Unie betreffende wederzijdse rechtshulp in strafzaken en het bijbehorende protocol van 2001 (2), wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om namens de Unie de in artikel 6, lid 1, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten, teneinde de Unie te binden (3).

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt aangenomen.

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 7 juni 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    BØDSKOV
 

  • (3) 
    De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.