Verordening 2011/1229 - Intrekking van een aantal achterhaalde rechtshandelingen van de Raad op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

1.

Wettekst

8.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/18

 

VERORDENING (EU) Nr. 1229/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 november 2011

tot intrekking van een aantal achterhaalde rechtshandelingen van de Raad op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, eerste alinea, en artikel 43, lid 2,

Gezien de Toetredingsakte van 1979, en met name artikel 60, artikel 61, punt 5, en artikel 72, lid 1,

Gezien de Toetredingsakte van 1985, en met name artikel 234, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure en de overeenkomstig artikel 234, lid 3, van de Toetredingsakte van 1985 voorgeschreven eenparigheid van stemmen in de Raad (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het transparanter maken van het recht van de Unie is een essentieel onderdeel van de strategie voor beter wetgeven die de instellingen van de Unie ten uitvoer leggen. In dat verband is het dienstig rechtshandelingen die geen reëel effect meer hebben, uit de geldende regelgeving te verwijderen.

 

(2)

Een aantal verordeningen met betrekking tot het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn obsoleet, hoewel zij formeel nog steeds van kracht zijn.

 

(3)

Verordening (EEG) nr. 2052/69 van de Raad van 17 oktober 1969 betreffende de communautaire financiering van de uitgaven betreffende de uitvoering van de overeenkomst inzake voedselhulp (3) heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere rechtshandelingen.

 

(4)

Verordening (EEG) nr. 1467/70 van de Raad van 20 juli 1970 houdende vaststelling van enkele algemene regels voor interventie in de sector ruwe tabak (4) heeft geen effect meer als gevolg van de verschillende hervormingen van de tabaksector sinds 1992.

 

(5)

Verordening (EEG) nr. 3279/75 van de Raad van 16 december 1975 betreffende de unificatie van de invoerregelingen die door iedere lidstaat worden toegepast ten opzichte van derde landen in de sector levende planten en producten van de bloementeelt (5) heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere rechtshandelingen.

 

(6)

Verordening (EEG) nr. 1078/77 van de Raad van 17 mei 1977 tot invoering van een stelsel van premies voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelproducten en voor de omschakeling van het melkveebestand (6) voorzag in maatregelen die tot 1981 van toepassing waren, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(7)

Verordening (EEG) nr. 1853/78 van de Raad van 25 juli 1978 tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor ricinuszaad (7) voorzag in maatregelen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2874/77 van de Raad van 19 december 1977 houdende bijzondere maatregelen voor ricinuszaad (8), waarvan de geldigheid op 30 september 1984 verliep, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(8)

Verordening (EEG) nr. 2580/78 van de Raad van 31 oktober 1978 tot verlenging van het verkoopseizoen 1977/1978 voor olijfolie, houdende bijzondere maatregelen in deze sector en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 878/77 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (9) had uitsluitend betrekking op de verkoopseizoenen 1977/1978 en 1978/1979, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(9)

Verordening (EEG) nr. 1/81 van de Raad van 1 januari 1981 houdende vaststelling van de algemene regels van het stelsel van compenserende bedragen „toetreding” in de sector granen (10) was bedoeld om te worden toegepast in de overgangsperiode na de toetreding van Griekenland tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(10)

Verordening (EEG) nr. 1946/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot beperking van de investeringssteun voor de melkproductie (11) heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan is opgenomen in latere rechtshandelingen.

 

(11)

Verordening (EEG) nr. 2989/82 van de Raad van 9 november 1982 inzake de toekenning van steun voor het verbruik van boter in Denemarken, Griekenland, Italië en Luxemburg (12) voorzag slechts in tijdelijke maatregelen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(12)

Verordening (EEG) nr. 3033/83 van de Raad van 26 oktober 1983 tot afschaffing van het compenserend bedrag „toetreding” voor likeurwijn (13) was bedoeld om te worden toegepast in de overgangsperiode na de toetreding van Griekenland tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(13)

Verordening (EEG) nr. 564/84 van de Raad van 1 maart 1984 houdende schorsing van de investeringssteun voor de melkproductie (14) had slechts betrekking op het jaar 1984, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(14)

Verordening (EEG) nr. 2997/87 van de Raad van 22 september 1987 tot vaststelling van het bedrag van de steun aan de telers voor de oogst 1986 en van bijzondere maatregelen voor bepaalde productiegebieden in de sector hop (15) voorzag in een speciale maatregel die tot en met 1995 van toepassing was, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(15)

Verordening (EEG) nr. 1441/88 van de Raad van 24 mei 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 822/87 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (16) gaf de Raad de macht om bepaalde overgangsbepalingen aan te passen die het gevolg waren van de toetreding van Portugal tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(16)

Verordening (EEG) nr. 1720/91 van de Raad van 13 juni 1991 tot wijziging van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (17) voorzag in verscheidene uitzonderlijke maatregelen in de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten die tot uiterlijk 30 juni 1992 van toepassing waren, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(17)

Verordening (EEG) nr. 740/93 van de Raad van 17 maart 1993 tot vaststelling van een vergoeding voor de definitieve beëindiging van de melkproductie in Portugal (18) voorzag in een speciale maatregel die tot en met 1996 geldig was, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(18)

Verordening (EEG) nr. 741/93 van de Raad van 17 maart 1993 betreffende de toepassing van de gemeenschappelijke interventieprijs voor olijfolie in Portugal (19) was bedoeld om te worden toegepast in de overgangsperiode na de toetreding van Portugal tot de Europese Gemeenschappen, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(19)

Verordening (EEG) nr. 744/93 van de Raad van 17 maart 1993 tot vaststelling van de algemene regels voor de toepassing van de aanvullende regeling voor de levering in Portugal van andere producten dan groenten en fruit (20) betrof de toepasselijkheid op Portugal van Verordening (EEG) nr. 3817/92 van de Raad van 28 december 1992 tot vaststelling van de algemene regels voor de toepassing van de aanvullende regeling voor de levering in Spanje van andere producten dan groenten en fruit (21), welke verordening echter later is ingetrokken, waardoor eerstgenoemde verordening ook geen effect meer had.

 

(20)

Verordening (EG) nr. 2443/96 van de Raad van 17 december 1996 tot vaststelling van aanvullende maatregelen voor rechtstreekse ondersteuning van het producenteninkomen of van de rundvleessector (22) had slechts betrekking op het jaar 1997, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(21)

Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap (23) was bedoeld om een speciale premie in te voeren voor het verkoopseizoen 1997/1998, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(22)

Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (24) voorzag slechts in een speciale tijdelijke maatregel, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(23)

Verordening (EG) nr. 2800/98 van de Raad van 15 december 1998 houdende overgangsmaatregelen voor de invoering van de euro in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (25) was uitsluitend voor overgangsmaatregelen bedoeld, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(24)

Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad van 17 december 1998 betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien (26) was bedoeld als eenmalige maatregel, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(25)

Verordening (EG) nr. 660/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en tot vaststelling van de premies en de garantiedrempels voor tabaksbladeren per soortengroep en per lidstaat voor de oogsten 1999, 2000 en 2001 (27) had uitsluitend betrekking op de oogsten van 1999, 2000 en 2001, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(26)

Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2075/92 (28) had uitsluitend betrekking op de oogsten van 2002, 2003, 2004 en 2005, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(27)

Verordening (EG) nr. 527/2003 van de Raad van 17 maart 2003 houdende machtiging tot het aanbieden en leveren voor rechtstreekse menselijke consumptie van bepaalde uit Argentinië ingevoerde wijnen waarop oenologische procedés zijn toegepast waarin niet is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1493/1999 (29) was bedoeld om een afwijking in te voeren die slechts tot en met 31 december 2008 van toepassing was, waardoor zij nu geen effect meer heeft.

 

(28)

Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid moeten deze achterhaalde verordeningen worden ingetrokken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Verordeningen (EEG) nr. 2052/69, (EEG) nr. 1467/70, (EEG) nr. 3279/75, (EEG) nr. 1078/77, (EEG) nr. 1853/78, (EEG) nr. 2580/78, (EEG) nr. 1/81, (EEG) nr. 1946/81, (EEG) nr. 2989/82, (EEG) nr. 3033/83, (EEG) nr. 564/84, (EEG) nr. 2997/87, (EEG) nr. 1441/88, (EEG) nr. 1720/91, (EEG) nr. 740/93, (EEG) nr. 741/93, (EEG) nr. 744/93, (EG) nr. 2443/96, (EG) nr. 2200/97, (EG) nr. 2330/98, (EG) nr. 2800/98, (EG) nr. 2802/98, (EG) nr. 660/1999, (EG) nr. 546/2002 en (EG) nr. 527/2003 worden ingetrokken.
  • 2. 
    De intrekking van de in lid 1 genoemde rechtshandelingen doet geen afbreuk aan:
 

a)

het van kracht blijven van rechtshandelingen van de Unie die zijn vastgesteld op basis van de in lid 1 genoemde rechtshandelingen, en

 

b)

de voortdurende rechtsgeldigheid van wijzigingen die door de in lid 1 genoemde rechtshandelingen zijn aangebracht in andere rechtshandelingen van de Unie die niet door deze verordening worden ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 16 november 2011.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • J. 
    BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

  • W. 
    SZCZUKA
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 13 september 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 oktober 2011.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.