Verordening 2011/1230 - Intrekking van een aantal achterhaalde rechtshandelingen van de Raad op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek

1.

Wettekst

8.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 326/21

 

VERORDENING (EU) Nr. 1230/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 16 november 2011

tot intrekking van een aantal achterhaalde rechtshandelingen van de Raad op het terrein van de gemeenschappelijke handelspolitiek

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het transparanter maken van het recht van de Unie is een essentieel onderdeel van de strategie voor beter wetgeven die de instellingen van de Unie ten uitvoer leggen. In dat verband is het dienstig rechtshandelingen die geen reëel effect meer hebben, uit de geldende wetgeving te verwijderen.

 

(2)

Een aantal rechtshandelingen met betrekking tot de gemeenschappelijke handelspolitiek zijn achterhaald, hoewel zij formeel nog steeds van kracht zijn.

 

(3)

Verordening (EEG) nr. 1471/88 van de Raad van 16 mei 1988 betreffende de regeling voor de invoer van bataten (zoete aardappelen) en maniokzetmeel, voor bepaalde doeleinden (2) heeft geen effect meer aangezien de inhoud ervan in latere rechtshandelingen is opgenomen.

 

(4)

Verordening (EEG) nr. 478/92 van de Raad van 25 februari 1992 houdende opening van een jaarlijks communautair tariefcontingent voor honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, van GN-code 2309 10 11 en een jaarlijks communautair tariefcontingent voor visvoeder van GN-code ex 2309 90 41, van oorsprong uit de Faeröer (3) was bedoeld voor de opening van een tariefcontingent voor het jaar 1992 en heeft derhalve geen effect meer.

 

(5)

Verordening (EEG) nr. 3125/92 van de Raad van 26 oktober 1992 betreffende de regeling die van toepassing is bij invoer in de Gemeenschap van producten uit de sector schapen- en geitenvlees van oorsprong uit Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Slovenië, Montenegro en Servië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (4) had betrekking op een tijdelijke situatie en heeft derhalve geen effect meer.

 

(6)

Verordening (EG) nr. 2184/96 van de Raad van 28 oktober 1996 betreffende de invoer van rijst van oorsprong en herkomst uit Egypte (5) was bedoeld om de douanerechten te verminderen op grond van een internationale overeenkomst die vervolgens is vervangen door de overeenkomst die op 28 oktober 2009 met Egypte is getekend en die op 1 juni 2010 in werking is getreden, waardoor genoemde verordening geen effect meer heeft.

 

(7)

Verordening (EG) nr. 2398/96 van de Raad van 12 december 1996 houdende opening van een tariefcontingent voor kalkoenvlees van oorsprong en herkomst uit Israël, dat is vastgesteld in de Associatieovereenkomst en de Interimovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël (6) heeft geen effect meer omdat zij is gebaseerd op de in 1995 ondertekende Associatieovereenkomst die vervolgens is vervangen door de op 4 november 2009 met Israël getekende en op 1 januari 2010 in werking getreden Associatieovereenkomst waarin nieuwe tariefcontingenten zijn vastgesteld.

 

(8)

Verordening (EG) nr. 1722/1999 van de Raad van 29 juli 1999 betreffende de invoer van zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van bepaalde granen, van oorsprong uit Algerije, Marokko en Egypte, alsmede betreffende de invoer van durumtarwe, van oorsprong uit Marokko (7) heeft geen effect meer omdat zij was bedoeld als tussentijds instrument voor de periode voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Associatieovereenkomst die op 22 april 2002 met Algerije werd getekend en op 1 september 2005 in werking is getreden, de Associatieovereenkomst die op 26 februari 1996 met Marokko werd getekend en op 1 maart 2000 in werking is getreden en waarvan de bijlagen inzake landbouw gewijzigd werden door overeenkomsten die in 2003 en 2005 in werking zijn getreden, en de Associatieovereenkomst die op 28 oktober 2009 met Egypte werd getekend en op 1 juni 2010 in werking is getreden.

 

(9)

Bij Verordening (EG) nr. 2798/1999 van de Raad van 17 december 1999 houdende vaststelling van de algemene regels voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 906/98 (8) werd een maatregel ingevoerd die alleen in het jaar 2000 van toepassing was, waardoor deze verordening nu geen effect meer heeft.

 

(10)

Verordening (EG) nr. 215/2000 van de Raad van 24 januari 2000 tot verlenging voor 2000 van de maatregelen bedoeld in Verordening (EG) nr. 1416/95 houdende vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten in 1995 voor bepaalde verwerkte landbouwproducten (9) had alleen betrekking op het jaar 2000 en heeft daarom geen effect meer.

 

(11)

Besluit 2004/910/EG van de Raad van 26 april 2004 betreffende de sluiting van overeenkomsten in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Barbados, Belize, de Republiek Congo, Fiji, de Cooperatieve Republiek Guyana, de Republiek Ivoorkust, Jamaica, de Republiek Kenia, de Republiek Madagaskar, de Republiek Malawi, de Republiek Mauritius, de Republiek Uganda, de Republiek Suriname, Sint-Christopher en Nevis, het Koninkrijk Swaziland, de Verenigde Republiek Tanzania, de Republiek Trinidad en Tobago, de Republiek Zambia en de Republiek Zimbabwe enerzijds, en de Republiek India anderzijds, inzake de gegarandeerde prijzen voor rietsuiker voor de leveringsperioden 2003/2004 en 2004/2005 (10) had een tijdelijk karakter en heeft derhalve geen effect meer.

 

(12)

Bij Verordening (EG) nr. 1923/2004 van de Raad van 25 oktober 2004 tot vaststelling, voor de Zwitserse Bondsstaat van concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde verwerkte landbouwproducten (11) werd een maatregel ingevoerd die van 1 mei tot en met 31 december 2004 van toepassing was, waardoor deze verordening geen effect meer heeft.

 

(13)

Besluit 2007/317/EG van de Raad van 16 april 2007 tot vaststelling van het namens de Gemeenschap in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995 (12) heeft geen effect meer omdat de inhoud ervan in een latere rechtshandeling is opgenomen.

 

(14)

Een aantal besluiten betreffende bepaalde landen zijn achterhaald door de toetreding van deze landen tot de Unie.

 

(15)

Besluit 98/658/EG van de Raad van 24 september 1998 betreffende de sluiting van een aanvullend protocol bij de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds, en bij de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Slovenië, anderzijds (13), is achterhaald door de toetreding van Slovenië tot de Unie.

 

(16)

Verordening (EG) nr. 278/2003 van de Raad van 6 februari 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Polen (14) is achterhaald door de toetreding van Polen tot de Unie.

 

(17)

Verordening (EG) nr. 999/2003 van de Raad van 2 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Hongarije en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Hongarije (15) is achterhaald door de toetreding van Hongarije tot de Unie.

 

(18)

Verordening (EG) nr. 1039/2003 van de Raad van 2 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Estland en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Estland (16) is achterhaald door de toetreding van Estland tot de Unie.

 

(19)

Verordening (EG) nr. 1086/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Slovenië en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Slovenië (17) is achterhaald door de toetreding van Slovenië tot de Unie.

 

(20)

Verordening (EG) nr. 1087/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Letland en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Letland (18) is achterhaald door de toetreding van Letland tot de Unie.

 

(21)

Verordening (EG) nr. 1088/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit Litouwen en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar Litouwen (19) is achterhaald door de toetreding van Litouwen tot de Unie.

 

(22)

Verordening (EG) nr. 1089/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Slowaakse Republiek en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar de Slowaakse Republiek (20) is achterhaald door de toetreding van Slowakije tot de Unie.

 

(23)

Verordening (EG) nr. 1090/2003 van de Raad van 18 juni 2003 tot vaststelling van autonome overgangsmaatregelen voor de invoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek en de uitvoer van bepaalde verwerkte landbouwproducten naar de Tsjechische Republiek (21) is achterhaald door de toetreding van de Tsjechische Republiek tot de Unie.

 

(24)

Ter wille van de rechtszekerheid en de duidelijkheid dienen derhalve deze achterhaalde rechtshandelingen te worden ingetrokken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Verordeningen (EEG) nr. 1471/88, (EEG) nr. 478/92, (EEG) nr. 3125/92, (EG) nr. 2184/96, (EG) nr. 2398/96, (EG) nr. 1722/1999, (EG) nr. 2798/1999, (EG) nr. 215/2000, (EG) nr. 278/2003, (EG) nr. 999/2003, (EG) nr. 1039/2003, (EG) nr. 1086/2003, (EG) nr. 1087/2003, (EG) nr. 1088/2003, (EG) nr. 1089/2003, (EG) nr. 1090/2003 en (EG) nr. 1923/2004 en Besluiten 98/658/EG, 2004/910/EG en 2007/317/EG worden ingetrokken.
  • 2. 
    De intrekking van de in lid 1 genoemde rechtshandelingen doet geen afbreuk aan:
 

a)

het van kracht blijven van rechtshandelingen van de Unie vastgesteld op basis van de in lid 1 bedoelde rechtshandelingen,

en

 

b)

de voortdurende rechtsgeldigheid van wijzigingen die door de in lid 1 genoemde rechtshandelingen zijn aangebracht in andere rechtshandelingen van de Unie die niet door deze verordening worden ingetrokken.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 16 november 2011.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • J. 
    BUZEK

Voor de Raad

De voorzitter

  • W. 
    SZCZUKA
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 13 september 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 oktober 2011.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.