Besluit 2012/130 - Goedkeuring van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan - Hoofdinhoud

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 67/1

De Unie is bevoegd om in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid instandhoudingsmaatregelen voor de mariene biologische rijkdommen vast te stellen en overeenkomsten met derde landen en internationale organisaties af te sluiten.

Overeenkomstig Besluit 98/392/EG van de Raad (2) is de Unie verdragsluitende partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982, waarin is bepaald dat alle leden van de internationale gemeenschap moeten samenwerken voor de instandhouding en het beheer van de biologische rijkdommen van de zee.

Overeenkomstig Besluit 98/414/EG van de Raad (3) is de Unie overeenkomstsluitende partij bij de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden.

Op 17 april 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens de Gemeenschap te onderhandelen over een Verdrag inzake een regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voor visbestanden die nog niet onder een bestaande ROVB vallen.

Op 14 november 2009 zijn de onderhandelingen in Auckland, Nieuw-Zeeland, succesvol afgerond met de vaststelling van een ontwerptekst voor het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (hierna „het verdrag” genoemd), die uit hoofde van artikel 36, lid 1, sinds 1 februari 2010 voor een periode van twaalf maanden openstaat voor ondertekening. Het verdrag is op 26 juli 2010 namens de Unie ondertekend onder voorbehoud van de sluiting ervan, overeenkomstig Besluit 2011/189/EU van de Raad (4).

Dit verdrag heeft tot doel de instandhouding op de lange termijn en het duurzame gebruik van de visbestanden in het verdragsgebied door middel van een doeltreffende uitvoering van dit verdrag te garanderen.

Aangezien in het verdragsgebied bestanden worden bevist door vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Unie voeren, is het in het belang van de Unie een effectieve rol te spelen bij de uitvoering van het verdrag.

Het verdrag moet daarom worden goedgekeurd,