Richtlijn 2003/24 - Wijziging van Richtlijn 98/18/EG inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003L0024

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003L0024

Richtlijn 2003/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 april 2003 houdende wijziging van Richtlijn 98/18/EG van de Raad inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen

Publicatieblad Nr. L 123 van 17/05/2003 blz. 0018 - 0021

Richtlijn 2003/24/EG van het Europees Parlement en de Raad

van 14 april 2003

houdende wijziging van Richtlijn 98/18/EG van de Raad inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Richtlijn 98/18/EG van de Raad van 17 maart 1998 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen(4) voert een uniform niveau van veiligheid van mensenlevens en eigendommen in op nieuwe en bestaande passagiersschepen en hogesnelheidspassagiersvaartuigen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt, en stelt procedures vast voor onderhandelingen op internationaal niveau over de harmonisatie van de regels voor passagiersschepen die voor internationale reizen worden gebruikt.
  • (2) 
    De definitie van zeegebieden is van cruciaal belang voor de bepaling van de toepasselijkheid van Richtlijn 98/18/EG op de verschillende klassen passagiersschepen. De richtlijn bevat een procedure voor de publicatie van lijsten van zeegebieden die moeilijk uitvoerbaar is gebleken. Derhalve dient er een functionele en heldere procedure te worden vastgesteld, die een doeltreffend toezicht op de uitvoering van de richtlijn mogelijk maakt.
  • (3) 
    Een geharmoniseerd veiligheidsniveau voor passagiersschepen in de gehele Gemeenschap vereist dat de vrijstelling voor Griekenland met betrekking tot het tijdschema voor de toepassing van de veiligheidseisen ongedaan wordt gemaakt.
  • (4) 
    Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 april 2003 inzake specifieke stabiliteitseisen voor ro-ro-passagiersschepen(5) voert strengere stabiliteitseisen in voor ro-ro-passagiersschepen die worden gebruikt voor internationale diensten naar en vanuit havens in de Gemeenschap. Deze verscherpte maatregel moet ook gelden voor bepaalde categorieën schepen die onder dezelfde zeecondities binnenlandse diensten verzorgen. Wanneer niet aan deze stabiliteitseisen wordt voldaan, moet dit een reden zijn om ro-ro-passagiersschepen na een bepaald aantal dienstjaren uit de vaart te nemen.
  • (5) 
    Omdat de constructie van sommige ro-ro passagiersschepen zal moeten worden aangepast om aan de specifieke stabiliteitsvereisten te kunnen voldoen, dient de invoering van die vereisten over een aantal jaren te worden gespreid om de betrokken tak van industrie voldoende tijd te geven; daarom moet voor bestaande schepen in een tijdschema voor de geleidelijke invoering worden voorzien. Dit tijdschema mag geen afbreuk doen aan de handhaving van de specifieke stabiliteitsvereisten in de zeegebieden die zijn opgenomen in de bijlagen bij het Verdrag van Stockholm.
  • (6) 
    Het is noodzakelijk op flexibele en snelle wijze rekening te houden met de wijzigingen in relevante internationale instrumenten, zoals de verdragen, protocollen, codes en resoluties van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO).
  • (7) 
    Krachtens Richtlijn 98/18/EG geldt de International Code for Safety of High Speed Craft, vervat in Resolutie MSC.36 (63) van 20 mei 1994 van het Comité voor maritieme veiligheid van de IMO, voor alle hogesnelheidsvaartuigen die voor binnenlandse diensten gebruikt worden. De IMO heeft nieuwe voorschriften voor hogesnelheidsvaartuigen aangenomen, de "International Code for Safety for High Speed Craft, 2000 (de 2000 HSC Code)", die is vervat in Resolutie MSC.97 (73) van 5 december 2000 van het Comité voor maritieme veiligheid van de IMO en geldt voor alle hogesnelheidspassagiersvaartuigen die op of na 1 juli 2002 gebouwd zijn. Er moet gezorgd worden voor de mogelijkheid van flexibele aanpassing van Richtlijn 98/18/EG, zodat genoemde ontwikkelingen op internationaal niveau ook op voor binnenlandse diensten gebruikte hogesnelheidspassagiersvaartuigen kunnen worden toegepast.
  • (8) 
    Er moeten passende maatregelen genomen worden om personen met verminderde mobiliteit een veilige toegang te bieden tot passagiersschepen of hogesnelheidspassagiersvaartuigen tijdens binnenlandse diensten in de lidstaten.
  • (9) 
    Derhalve dient Richtlijn 98/18/EG dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 98/18/EG wordt bij deze als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Aan artikel 2 worden de volgende punten toegevoegd:

"e bis) 'ro-ro passagiersschip': een schip dat meer dan twaalf passagiers vervoert en uitgerust is met ro-ro-laadruimten of speciale categorieën ruimten, zoals omschreven in voorschrift II-2/A/2 in bijlage I;";

"h bis) 'leeftijd': de leeftijd van het schip uitgedrukt in jaren en gerekend vanaf de datum van oplevering;";

"w) 'personen met verminderde mobiliteit': personen voor wie het gebruik van het openbaar vervoer bijzondere moeilijkheden meebrengt, met inbegrip van ouderen, gehandicapten, personen met zintuiglijke gebreken, rolstoelgebruikers, zwangere vrouwen, en personen die kleine kinderen begeleiden;".

  • 2. 
    Artikel 4, lid 2 wordt vervangen door:

"2. Door iedere lidstaat:

  • a) 
    wordt een lijst van de zeegebieden onder zijn jurisdictie opgesteld en, indien nodig, bijgewerkt, waarbij hij, aan de hand van de in lid 1 gegeven criteria voor de indeling in klassen, de vaargebieden aangeeft waarbinnen de scheepsklassen het gehele jaar door of, in voorkomend geval, gedurende een bepaalde periode van het jaar in de vaart zijn;
  • b) 
    wordt de lijst gepubliceerd in een openbare databank die kan worden geraadpleegd op de internetsite van de bevoegde maritieme instantie;
  • c) 
    wordt aan de Commissie de locatie meegedeeld van deze informatie en wanneer de lijst wordt gewijzigd.".
  • 3. 
    De volgende artikelen worden toegevoegd:

"Artikel 6 bis

Eisen met betrekking tot de stabiliteit en het opleggen van ro-ro-passagiersschepen

  • 1. 
    Alle ro-ro-passagiersschepen van de klassen A, B en C, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond op of na 1 oktober 2004, voldoen aan de artikelen 6, 8 en 9 van Richtlijn 2003/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 april 2003 betreffende specifieke stabiliteitsvereisten voor ro-ro-passagiersschepen(6).
  • 2. 
    Alle ro-ro-passagiersschepen van de klassen A en B, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond vóór 1 oktober 2004, voldoen op 1 oktober 2010 aan de artikelen 6, 8 en 9 van Richtlijn 2003/25/EG, tenzij zij op die datum of op een latere datum waarop zij 30 jaar oud worden, maar in geen geval later dan 1 oktober 2015, worden opgelegd.

Artikel 6 ter

Veiligheidseisen ten behoeve van personen met verminderde mobiliteit

  • 1. 
    De lidstaten zorgen er voor dat passende maatregelen worden genomen, zo mogelijk op basis van de richtsnoeren in bijlage III, opdat personen met verminderde mobiliteit veilig toegang kunnen hebben tot alle passagiersschepen van de klassen A, B, C en D en alle voor openbaar vervoer gebruikte hogesnelheidspassagiersvaartuigen, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond op of na 1 oktober 2004.
  • 2. 
    Voor de toepassing van de richtsnoeren van bijlage III werken de lidstaten samen en plegen zij overleg met organisaties van personen met verminderde mobiliteit.
  • 3. 
    Bij de aanpassing van de passagiersschepen van de klassen A, B, C en D en de voor openbaar vervoer gebruikte hogesnelheidspassagiersvaartuigen, waarvan de kiel werd gelegd of waarvan de bouw zich in een soortgelijk stadium bevond vóór 1 oktober 2004, passen de lidstaten de richtsnoeren van bijlage III toe, voorzover dat in economisch opzicht redelijk en uitvoerbaar is.

De lidstaten stellen een nationaal actieplan op voor de toepassing van de richtsnoeren op deze schepen en vaartuigen. Zij delen dat plan uiterlijk op 17 mei 2005 aan de Commissie mee.

  • 4. 
    De lidstaten brengen uiterlijk op 17 mei 2006 aan de Commissie verslag uit over de uitvoering van dit artikel met betrekking tot de in lid 1 bedoelde passagiersschepen, de in lid 3 bedoelde passagiersschepen die meer dan 400 passagiers mogen vervoeren, en alle hogesnelheidspassagiersvaartuigen.".
  • 4. 
    Er wordt een bijlage III aan de richtlijn toegevoegd.

Artikel 2

Punt g) van artikel 6, lid 3, van Richtlijn 98/18/EG komt te vervallen met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 3

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om op 17 november 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hierna verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 14 april 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • P. 
    Cox

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    Giannitsis
  • (1) 
    PB C 20 E van 28.1.2003, blz. 51.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 11 december 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Advies van het Europees Parlement van 7 november 2002 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 maart 2003.
  • (4) 
    PB L 144 van 15.5.1998, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/84/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 324 van 29.11.2002, blz. 53).
  • (5) 
    Zie bladzijde 22 van dit Publicatieblad.
  • (6) 
    PB L 123 van 17.5.2003, blz. 22.

BIJLAGE

"BIJLAGE III

RICHTSNOEREN VOOR VEILIGHEIDSEISEN VOOR PASSAGIERSSCHEPEN EN HOGESNELHEIDSPASSAGIERSVAARTUIGEN TEN BEHOEVE VAN PERSONEN MET VERMINDERDE MOBILITEIT

(zoals bedoeld in artikel 6 ter)

Bij de toepassing van de richtsnoeren in deze bijlage houden de lidstaten zich aan circulaire MSC/735 van 24 juni 1996 van de IMO, getiteld: "Recommendation on the design and operation of passenger ships to respond to elderly and disabled persons needs".

  • 1. 
    Toegang tot het schip

Het schip moet zo zijn gebouwd en uitgerust dat iemand met verminderde mobiliteit zich gemakkelijk en veilig kan inschepen en ontschepen en van toegang tot de dekken is verzekerd hetzij zonder hulp hetzij door middel van loopbruggen of liften. Wegwijzers naar zo'n toegang moeten zijn aangebracht bij de andere toegangen tot het schip en op andere geschikte plaatsen overal op het schip.

  • 2. 
    Wegwijzers

De ten behoeve van de passagiers op een schip aangebrachte wegwijzers moeten voor personen met verminderde mobiliteit (waaronder personen met een zintuiglijke handicap) bereikbaar en gemakkelijk leesbaar zijn en geplaatst zijn op strategische punten.

  • 3. 
    Middelen om mededelingen te doen

De exploitant moet aan boord van het schip over de middelen beschikken om visueel en mondeling mededelingen te doen, bijvoorbeeld over vertragingen, wijzigingen van de dienstregeling en de dienstverlening aan boord, aan personen met uiteenlopende vormen van verminderde mobiliteit.

  • 4. 
    Alarm

Het alarmsysteem moet zo zijn ontworpen dat het toegankelijk is voor en waargenomen wordt door alle passagiers met verminderde mobiliteit waaronder personen met een zintuiglijke handicap en leermoeilijkheden.

  • 5. 
    Bijkomende eisen om de mobiliteit binnen het schip te verzekeren

Leuningen, gangen en gangpaden, deuropeningen en deuren moeten de verplaatsing van een persoon in een rolstoel gemakkelijk maken. Liften, autodekken, passagierslounges, accommodatieruimten en toiletten moeten zo zijn ingericht dat zij redelijkerwijs en relatief toegankelijk zijn voor personen met verminderde mobiliteit."

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.