Verordening 2009/371 - Wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de EG waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de EG van toepassing zijn

1.

Wettekst

15.5.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 121/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 371/2009 VAN DE RAAD

van 27 november 2008

tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 ter bepaling van de categorieën van ambtenaren en overige personeelsleden van de Europese Gemeenschappen waarop de bepalingen van de artikelen 12, 13, tweede alinea, en 14 van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Gemeenschappen van toepassing zijn

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 291,

Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, en met name op artikel 16,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Hof van Justitie (2),

Gezien het advies van de Rekenkamer (3),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 6 van Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (4) kan Europol-personeel ter ondersteuning deelnemen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams die door en op initiatief van twee of meer lidstaten worden ingesteld, mits deze onderzoeksteams onderzoek verrichten naar strafbare feiten waarvoor Europol bevoegd is. Deze gemeenschappelijke onderzoeksteams worden geleid door een vertegenwoordiger van de aan strafrechtelijke onderzoeken deelnemende bevoegde nationale autoriteit van de lidstaat waar het team actief is. Tijdens de activiteiten van een gemeenschappelijk onderzoeksteam vallen Europol-personeelsleden ten aanzien van strafbare feiten die jegens of door hen worden gepleegd, onder de nationale wet die in de lidstaat waarin wordt opgetreden geldt voor personen met een vergelijkbare functie.

 

(2)

Toen met het protocol tot wijziging van de overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (5) voor Europol-personeel de mogelijkheid werd ingevoerd om deel te nemen aan gemeenschappelijke onderzoeksteams, werd in overweging genomen dat gezien de specifieke kenmerken van de deelname van Europol-personeel aan gemeenschappelijke onderzoeksteams die werden opgericht door de lidstaten in de context van strafrechtelijke onderzoeken onder de bevoegdheid van Europol, het Europol-personeel geen vrijstelling van rechtsvervolging zou mogen genieten voor wat betreft handelingen die bij deelname aan deze teams ambtshalve worden verricht.

 

(3)

De voorrechten en immuniteiten die door het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen aan hun ambtenaren en overige personeelsleden uitsluitend in het belang van de Gemeenschappen worden verleend, hebben een louter functioneel karakter, in zoverre zij bedoeld zijn om te voorkomen dat de Gemeenschappen in hun werking en onafhankelijkheid worden belemmerd. Aangezien door Besluit 2009/371/JBZ de specifieke kenmerken van de deelname van Europol-personeel aan gemeenschappelijke onderzoeksteams niet worden gewijzigd, mag de goedkeuring van dit besluit niet leiden tot een uitbreiding van de vrijstelling van rechtsvervolging tot Europol-personeel dat deelneemt aan deze teams. Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69 (6) moet bijgevolg worden gewijzigd teneinde in de context van dit besluit en uitsluitend met het oog op de toepassing ervan, de reikwijdte te verduidelijken van de immuniteit van Europol-personeel dat deelneemt aan gemeenschappelijke onderzoeksteams,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd in Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 549/69:

„Artikel 1 bis

Artikel 12, onder a), van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen is niet van toepassing op Europol-personeel dat deelneemt aan gemeenschappelijke onderzoeksteams voor wat betreft handelingen die ambtshalve worden verricht bij de uitoefening van de taken als bedoeld in artikel 6 van Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (7).

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 november 2008.

Voor de Raad

De voorzitster

  • M. 
    ALLIOT-MARIE
 

  • (1) 
    Advies van 23 september 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Advies van 11 juni 2008.
  • (3) 
    Advies van 17 juli 2008.
  • (4) 
    Zie bladzijde 37 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.