Verordening 2012/153 - Wijziging van Verordening 1085/2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

1.

Wettekst

29.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 58/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 153/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 februari 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (2) voorziet in steun voor kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten bij hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Europese Unie, onder meer, waar van toepassing, het acquis, met het oog op lidmaatschap.

 

(2)

In Verordening (EG) nr. 1085/2006 wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

 

(3)

De Europese Raad van 17 juni 2010 verheugde zich over het positieve advies van de Commissie over het toetredingsverzoek van IJsland, verklaarde dat IJsland voldoet aan de politieke criteria die in 1993 zijn vastgesteld door de Europese Raad van Kopenhagen, en besloot de toetredingsonderhandelingen met IJsland te openen. Daarmee werd IJsland een kandidaat-lidstaat.

 

(4)

De Europese Raad van 17 december 2010 bekrachtigde de conclusies van de Raad van 14 december 2010 inzake de uitbreiding en besloot om Montenegro de status van kandidaat-lidstaat toe te kennen.

 

(5)

De Raad heeft de Commissie uitgenodigd een voorstel te doen voor de wijziging van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1085/2006 om de regels voor deelname aan de gunning van subsidiecontracten in het kader van de IPA-component voor grensoverschrijdende samenwerking te verduidelijken en de samenhang te waarborgen met de andere instrumenten voor externe hulp, met name het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument.

 

(6)

In Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap (3) wordt het comité dat is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp aan bepaalde landen in Midden- en Oost-Europa (4) („het Phare-comité”) aangewezen om de Commissie bij te staan bij het beheer van de bijstand aan de Turks-Cypriotische gemeenschap. Overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1085/2006 is Verordening (EEG) nr. 3906/89 ingetrokken, maar blijft deze van toepassing voor rechtshandelingen en vastleggingen voor de begrotingsjaren voorafgaande aan 2007. Aangezien Verordening (EG) nr. 389/2006 ook daarna de rechtsgrondslag blijft voor de financiële steun voor de Turks-Cypriotische gemeenschap, moet het Phare-comité om die reden ook worden voortgezet.

 

(7)

Verordening (EG) nr. 1085/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1085/2006 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 19 wordt het volgende lid toegevoegd:

„9.   De leden 1 tot en met 8 laten de deelneming onverlet van categorieën van organisaties die daarvoor, gezien de doelstellingen van de actie, door hun karakter of hun vestigingsplaats, in aanmerking komen.”.

 

2)

In artikel 25, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Die verordeningen, alsook Verordening (EG) nr. 2666/2000, blijven van toepassing voor rechtshandelingen en vastleggingen voor de begrotingsjaren voorafgaande aan 2007, voor de toepassing van artikel 31 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (5), en voor de toepassing van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap (6).

 

3)

In bijlage I wordt voor Kroatië de volgende vermelding ingevoegd:

 

„—

IJsland”

en wordt na Kroatië de volgende vermelding ingevoegd:

 

„—

Montenegro”.

 

4)

In bijlage II worden de volgende vermeldingen geschrapt:

 

„—

IJsland

 

Montenegro”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 15 februari 2012.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    WAMMEN
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 14 december 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 23 januari 2012.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.