Verordening 2012/1100 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië

1.

Wettekst

27.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 327/16

 

VERORDENING (EU) Nr. 1100/2012 VAN DE RAAD

van 26 november 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215, lid 2,

Gezien Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië (1),

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad (2) geeft uitvoering aan de maatregelen van Besluit 2011/72/GBVB.

 

(2)

Besluit 2012/724/GBVB van de Raad (3) behelst een wijziging van Besluit 2011/72/GBVB om de vrijgave mogelijk te maken van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan een gerechtelijk of administratief vonnis dat in de Unie is uitgesproken of een gerechtelijk vonnis dat uitvoerbaar is in een lidstaat.

 

(3)

Artikel 9 van Verordening (EU) nr. 101/2011 betreft informatie die personen, entiteiten en lichamen moeten verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om de naleving van die verordening te vergemakkelijken, en die wordt doorgestuurd aan de Commissie. Overeenkomstig artikel 9, lid 2, mag verstrekte of ontvangen informatie uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen. Dit belet lidstaten echter niet dergelijke informatie overeenkomstig hun nationale wetgeving uit te wisselen met de bevoegde autoriteiten van Tunesië of met andere lidstaten, waar dit nodig is om wederrechtelijk verkregen vermogensbestanddelen terug te vorderen.

 

(4)

Verordening (EU) nr. 101/2011 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 101/2011 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 5 wordt vervangen door:

„Artikel 5

  • 1. 
    In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als vermeld op de lijst van websites in bijlage II, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is opgenomen op de lijst in bijlage I, of van een justitieel of administratief vonnis dat in de Unie is uitgesproken of van een gerechtelijk vonnis dat uitvoerbaar is in de betrokken lidstaat, en dat van voor of na die datum dateert;

 

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk vonnis zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

 

c)

het vonnis is niet ten behoeve van een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I; en

 

d)

de erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

  • 2. 
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming.”.
 

2)

Artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

 

a)

rente of andere inkomsten op deze rekeningen; of

 

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst in bijlage I werd opgenomen; of

 

c)

betalingen uit hoofde van justitiële of administratieve vonnisen of arbitragebesluiten die in de Unie zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, bevroren worden.”.

 

3)

In artikel 9 wordt het volgende lid toegevoegd:

„3.   Lid 2 belet lidstaten niet dergelijke informatie overeenkomstig hun nationale wetgeving uit te wisselen met de bevoegde autoriteiten van Tunesië of met andere lidstaten, waar dit nodig is om wederrechtelijk verkregen vermogensbestanddelen terug te vorderen.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 november 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    DEMOSTHENOUS
 

  • (3) 
    Zie bladzijde 45 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.