Verordening 2012/1262 - Vaststelling, voor 2013 en 2014, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen

1.

Wettekst

22.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 356/22

 

VERORDENING (EU) Nr. 1262/2012 VAN DE RAAD

van 20 december 2012

tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor bepaalde bestanden van diepzeevissen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 43, lid 3, van het Verdrag is bepaald dat de Raad op voorstel van de Commissie de maatregelen vaststelt voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.

 

(2)

Krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1) moeten maatregelen inzake de toegang tot wateren en hulpbronnen en de duurzame uitoefening van visserijactiviteiten worden vastgesteld, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke, technische en economische adviezen en met name van de verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV), alsmede in het licht van eventuele adviezen die zijn ontvangen van regionale adviesraden.

 

(3)

Het is de taak van de Raad maatregelen inzake het vaststellen en verdelen van de vangstmogelijkheden te treffen per visserijtak of groep van visserijtakken, in voorkomend geval met inbegrip van bepaalde voorwaarden die daar functioneel mee verbonden zijn. De vangstmogelijkheden moeten, met inachtneming van de in Verordening (EG) nr. 2371/2002 bepaalde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, zo over de lidstaten worden verdeeld dat elke lidstaat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten per bestand of per visserij geniet.

 

(4)

De totaal toegestane vangsten (TAC’s) dienen te worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, rekening houdend met de biologische en sociaaleconomische aspecten en tegelijkertijd gelijke behandeling van de visserijsectoren te garanderen, alsook in het licht van de standpunten die tijdens de raadpleging van de belanghebbende partijen naar voren worden gebracht, met name in de vergaderingen met het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur en de betrokken regionale adviesraden.

 

(5)

De vastgestelde vangstmogelijkheden moeten in overeenstemming zijn met de internationale overeenkomsten, onder meer de overeenkomst van de Verenigde Naties betreffende de instandhouding en het beheer van grensoverschrijdende bestanden en bestanden van over grote afstanden trekkende soorten van 1995 (2), en de gedetailleerde beheersbeginselen zoals vastgesteld in de in 2008 door de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties vastgestelde internationale richtsnoeren voor het beheer van de diepzeevisserij op volle zee, waarin met name wordt gesteld dat wetgevers voorzichtiger moeten zijn wanneer informatie onzeker, onbetrouwbaar of niet adequaat is. Het ontbreken van adequate wetenschappelijke gegevens mag geen reden zijn om instandhoudings- en beheersmaatregelen uit te stellen of achterwege te laten.

 

(6)

Uit het meest recente advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) en van het WTECV blijkt dat de meeste diepzeebestanden niet op duurzame wijze worden geëxploiteerd, en dat om de duurzaamheid van die bestanden te verzekeren, de desbetreffende vangstmogelijkheden moeten worden verlaagd, totdat de ontwikkeling van de bestanden een positieve trend te zien geeft. De ICES heeft verder geadviseerd de gerichte bevissing van Atlantische slijmkop in alle gebieden en de gerichte bevissing van bepaalde bestanden blauwe leng en zeebrasem te verbieden.

 

(7)

De voornaamste commerciële soorten diepzeehaaien worden als uitgeput beschouwd, en daarom mag geen gerichte bevissing van diepzeehaaien plaatsvinden.

 

(8)

De vangstmogelijkheden voor diepzeesoorten als omschreven in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (3), worden telkens voor twee jaar vastgesteld. Hierop wordt evenwel een uitzondering gemaakt voor de bestanden grote zilvervis en voor de visserij op blauwe leng als hoofdactiviteit, ten aanzien waarvan de vangstmogelijkheden afhangen van het resultaat van de jaarlijkse onderhandelingen met Noorwegen. De vangstmogelijkheden betreffende die bestanden worden derhalve vastgesteld in een andere, ter zake geldende jaarverordening.

 

(9)

Ter vereenvoudiging moeten de door de Unie autonoom besloten TAC’s voor blauwe leng in hetzelfde rechtsinstrument worden geregeld. De TAC’s voor blauwe leng in internationale wateren van II, III en IV moeten derhalve, samen met de TAC’s voor blauwe leng in internationale wateren van XII, worden opgenomen in de verordening tot vaststelling van de voor vaartuigen van de EU beschikbare vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarop geen internationale onderhandelingen of overeenkomsten van toepassing zijn.

 

(10)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (4), moeten de bestanden voor welke diverse daarin bedoelde maatregelen gelden worden vastgesteld. Voorzorgs-TAC’s worden vastgesteld voor bestanden waarvoor geen wetenschappelijk gefundeerde evaluaties van de vangstmogelijkheden beschikbaar zijn voor het jaar waarin de TAC’s moeten worden vastgesteld; in de andere gevallen moeten analytische TAC’s worden vastgesteld. In het licht van het advies van de ICES en het WTECV voor diepzeevissen moeten voor de bestanden waarvoor geen wetenschappelijk gefundeerde evaluatie van de betrokken vangstmogelijkheden beschikbaar is, voorzorgs-TAC’s worden vastgesteld in deze verordening.

 

(11)

In het licht van het wetenschappelijke advies komt de biologische spreiding van bepaalde bestanden grenadiervis niet per se overeen met de TAC-gebieden in deze verordening. Voor een eenvoudiger duurzame exploitatie van deze bestanden is het passend meer flexibiliteit toe te staan tussen TAC-gebieden Vb, VI, VII, enerzijds en TAC-gebieden VIII, IX, X, XII en XIV, anderzijds.

 

(12)

Met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten en om het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, dient deze verordening met ingang van 1 januari 2013 van toepassing te zijn. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening wordt voor 2013 en 2014 vastgesteld over welke jaarlijkse vangstmogelijkheden voor visbestanden van bepaalde diepzeevissoorten in EU-wateren en in bepaalde niet-EU-wateren waar vangstbeperkingen nodig zijn, EU-vaartuigen kunnen beschikken.

Artikel 2

Definities

  • 1. 
    Voor de toepassing van deze verordening zijn de volgende definities van toepassing:
  • a) 
    „EU-vaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;
  • b) 
    „EU-wateren”: de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van de wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag genoemde gebieden;
  • c) 
    „totaal toegestane vangst” (total allowable catch, TAC): de hoeveelheid van elk visbestand die elk jaar mag worden gevangen en aangeland;
  • d) 
    „quotum”: een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;
  • e) 
    „internationale wateren”: wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van een staat vallen.
  • 2. 
    Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

a)

   ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea — Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad (5) gespecificeerde geografische gebieden;

b)

   CECAF-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries — Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan) de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6) gespecificeerde geografische gebieden.

Artikel 3

TAC’s en toewijzingen

De TAC’s voor diepzeesoorten die door EU-vaartuigen in EU-wateren en in bepaalde niet-EU-wateren worden gevangen, de verdeling van die TAC’s over de lidstaten, en in voorkomend geval de voorwaarden die daar functioneel mee verbonden zijn, worden in de bijlage bij deze verordening vastgesteld.

Artikel 4

Bijzondere bepalingen inzake de verdeling van vangstmogelijkheden

  • 1. 
    De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig de onderhavige verordening over de lidstaten verdeeld, onverminderd:
 

a)

geruilde vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

 

b)

kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (7) en artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (8);

 

c)

extra aanlandingen op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

 

d)

ingehouden hoeveelheden op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96;

 

e)

kortingen op grond van de artikelen 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

  • 2. 
    Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is van toepassing op bestanden waarvoor voorzorgs-TAC’s zijn vastgesteld, terwijl artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing zijn op bestanden waarvoor analytische TAC’s zijn vastgesteld, tenzij in de bijlage bij de onderhavige verordening anders is bepaald.

Artikel 5

Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

Vis van bestanden waarvoor TAC’s zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of worden aangeland indien deze is gevangen door vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en indien dat quotum nog niet is opgebruikt.

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 december 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    ALETRARIS
 

  • (2) 
    Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 189 van 3.7.1998, blz. 16).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).
  • (6) 
    Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
 

BIJLAGE

Tenzij anders bepaald, zijn de verwijzingen naar visserijzones verwijzingen naar ICES-zones.

DEEL 1

Definitie van soorten en groepen van soorten

 

1.

In de lijst in deel 2 van deze bijlage zijn de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde van de Latijnse namen van de vissoorten. De diepzeehaaien staan echter bovenaan op de lijst. Hieronder volgt een vergelijkende overzichtstabel met naast de in deze verordening gebruikte wetenschappelijke namen de gewone namen:

 

Gewone naam

Drielettercode

Wetenschappelijke naam

Zwarte haarstaartvis

BSF

Aphanopus carbo

Beryciden

ALF

Beryx spp.

Grenadiervis

RNG

Coryphaenoides rupestris

Atlantische slijmkop

ORY

Hoplostethus atlanticus

Zeebrasem

SBR

Pagellus bogaraveo

Gaffelkabeljauw

GFB

Phycis blennoides

 

2.

Voor de toepassing van deze verordening zijn „diepzeehaaien” haaien die voorkomen in de volgende lijst van soorten:

 

Gewone naam

Drielettercode

Wetenschappelijke naam

Apristurus spp

API

Apristurus spp.

Franjehaai

HXC

Chlamydoselachus anguineus

Ruwe zwelghaai

GUP

Centrophorus granulosus

Schubzwelghaai

GUQ

Centrophorus squamosus

Portugese ijshaai

CYO

Centroscymnus coelolepis

Langsnuitijshaai

CYP

Centroscymnus crepidater

Zwarte lantaarnhaai

CFB

Centroscyllium fabricii

Spitssnuitsnavelhaai

DCA

Deania calcea

Zwarte haai

SCK

Dalatias licha

Grote lantaarnhaai

ETR

Etmopterus princeps

Donkerbuiklantaarnhaai

ETX

Etmopterus spinax

Spaanse hondshaai

SHO

Galeus melastomus

Muiskathaai

GAM

Galeus murinus

Stompsnuitzeskieuwshaai

SBL

Hexanchus griseus

Zeilvinruwhaai

OXN

Oxynotus paradoxus

Mestandijshaai

SYR

Scymnodon ringens

Groenlandse haai

GSK

Somniosus microcephalus

DEEL 2

Jaarlijkse vangstmogelijkheden per soort en per gebied (in ton levend gewicht) voor EU-vaartuigen in gebieden met TAC’s

 

Soort

:

Diepzeehaaien

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V, VI, VII, VIII en IX (DWS/56789-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

0

Estland

0

0

Ierland

0

0

Spanje

0

0

Frankrijk

0

0

Litouwen

0

0

Polen

0

0

Portugal

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

Unie

0

0

TAC

0

0

 

Soort

:

Diepzeehaaien

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van X (DWS/10-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

0

0

Unie

0

0

TAC

0

0

 

Soort

:

Diepzeehaaien, Deania hystricosa en Deania profundorum

Gebied

:

Internationale wateren van XII (DWS/12INT-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

0

0

Spanje

0

0

Frankrijk

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

Unie

0

0

TAC

0

0

 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III en IV (BSF/1234-)

Jaar

2013

2014

Voorzorgs-TAC

Duitsland

3

3

Frankrijk

3

3

Verenigd Koninkrijk

3

3

Unie

9

9

TAC

9

9

 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V, VI, VII en XII (BSF/56712-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Duitsland

35

46

Estland

17

22

Ierland

87

113

Spanje

174

226

Frankrijk

2 440

3 172

Letland

113

147

Litouwen

1

1

Polen

1

1

Verenigd Koninkrijk

174

226

Overige (1)

9

12

Unie

3 051

3 966

TAC

3 051

3 966

 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VIII, IX en X (BSF/8910-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Spanje

12

12

Frankrijk

29

29

Portugal

3 659

3 659

Unie

3 700

3 700

TAC

3 700

3 700

 

Soort

:

Zwarte haarstaartvis

Aphanopus carbo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van CECAF 34.1.2. (BSF/C3412-)

Jaar

2013

2014

Voorzorgs-TAC

Portugal

3 674

3 490

Unie

3 674

3 490

TAC

3 674

3 490

 

Soort

:

Beryciden

Beryx spp.

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV (ALF/3X14-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Ierland

10

9

Spanje

70

67

Frankrijk

19

18

Portugal

203

193

Verenigd Koninkrijk

10

9

Unie

312

296

TAC

312

296

 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I, II en IV (RNG/124-)

Jaar

2013

2014

Voorzorgs-TAC

Denemarken

1

1

Duitsland

1

1

Frankrijk

10

10

Verenigd Koninkrijk

1

1

Unie

13

13

TAC

13

13

 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van III (RNG/03-) (2)

Jaar

2013

2014

Voorzorgs-TAC

Denemarken

643

515

Duitsland

4

3

Zweden

33

26

Unie

680

544

TAC

680

544

 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van Vb, VI, VII (RNG/5B67-)

Jaar

2013 (3)

2014 (3)

Analytische TAC

Duitsland

8

8

Estland

63

63

Ierland

279

279

Spanje

70

70

Frankrijk

3 539

3 539

Litouwen

81

81

Polen

41

41

Verenigd Koninkrijk

208

208

Overige (4)

8

8

Unie

4 297

4 297

TAC

4 297

4 297

 

Soort

:

Grenadiervis

Coryphaenoides rupestris

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VIII, IX, X, XII en XIV (RNG/8X-14-)

Jaar

2013 (5)

2014 (5)

Analytische TAC

Duitsland

23

21

Ierland

5

4

Spanje

2 573

2 317

Frankrijk

119

107

Letland

41

37

Litouwen

5

4

Polen

805

724

Verenigd Koninkrijk

10

9

Unie

3 581

3 223

TAC

3 581

3 223

 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VI (ORY/06-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

0

0

Spanje

0

0

Frankrijk

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

Unie

0

0

TAC

0

0

 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VII (ORY/07-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

0

0

Spanje

0

0

Frankrijk

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

Overige

0

0

Unie

0

0

TAC

0

0

 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VIII, IX, X, XII en XIV (ORY/1CX14)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Ierland

0

0

Spanje

0

0

Frankrijk

0

0

Portugal

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

Unie

0

0

TAC

0

0

 

Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII en VIII (SBR/678-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Ierland

6

5

Spanje

156

143

Frankrijk

8

7

Verenigd Koninkrijk

20

18

Overige (6)

6

5

Unie

196

178

TAC

196

178

 

Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van IX (SBR/09-)

Jaar

2013 (7)

2014 (7)

Analytische TAC

Spanje

614

614

Portugal

166

166

Unie

780

780

TAC

780

780

 

Soort

:

Zeebrasem

Pagellus bogaraveo

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van X (SBR/10-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Spanje

9

8

Portugal

1 004

904

Verenigd Koninkrijk

9

8

Unie

1 022

920

TAC

1 022

920

 

Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis blennoides

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III en IV (GFB/1234-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Duitsland

9

9

Frankrijk

9

9

Verenigd Koninkrijk

13

13

Unie

31

31

TAC

31

31

 

Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis blennoides

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V, VI en VII (GFB/567-)

Jaar

2013 (8)

2014 (8)

Analytische TAC

Duitsland

10

10

Ierland

260

260

Spanje

588

588

Frankrijk

356

356

Verenigd Koninkrijk

814

814

Unie

2 028

2 028

TAC

2 028

2 028

 

Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis blennoides

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VIII en IX (GFB/89-)

Jaar

2013 (9)

2014 (9)

Analytische TAC

Spanje

242

242

Frankrijk

15

15

Portugal

10

10

Unie

267

267

TAC

267

267

 

Soort

:

Gaffelkabeljauw

Phycis blennoides

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van X en XII (GFB/1012-)

Jaar

2013

2014

Analytische TAC

Frankrijk

9

9

Portugal

36

36

Verenigd Koninkrijk

9

9

Unie

54

54

TAC

54

54

 

  • (1) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (2) 
    In afwachting van het resultaat van het overleg tussen de Europese Unie en Noorwegen mag niet gericht op grenadiervis worden gevist in ICES-zone IIIa.
  • (3) 
    Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevist in de EU-wateren en internationale wateren van VIII, IX, X, XII en XIV (RNG/*8X14-).
  • (4) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (5) 
    Ten hoogste 10 % van elk quotum mag worden gevist in de EU-wateren en internationale wateren van Vb, VI en VII (RNG/*5B67-).
  • (6) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (7) 
    Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de EU-wateren en internationale wateren van VI, VII en VIII (SBR/*678-).
  • (8) 
    Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de EU-wateren en internationale wateren van VIII en IX (GFB/*89-).
  • (9) 
    Ten hoogste 8 % van elk quotum mag worden gevist in de EU-wateren en internationale wateren van V, VI en VII (GFB/*567-).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.