Verordening 2013/40 - Vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden

1.

Wettekst

25.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 23/54

 

VERORDENING (EU) Nr. 40/2013 VAN DE RAAD

van 21 januari 2013

tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (1) moeten, met inachtneming van het beschikbare wetenschappelijke, technische en economische advies en met name van de verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV), en van eventuele adviezen van regionale adviesraden, maatregelen van de Unie inzake de toegang tot wateren en hulpbronnen en de duurzame uitoefening van visserijactiviteiten worden vastgesteld.

 

(2)

De Raad moet maatregelen voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden vaststellen, inclusief bepaalde voorwaarden die er functioneel verband mee houden. De vangstmogelijkheden moeten zo over de lidstaten worden verdeeld dat elke lidstaat een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten per bestand of per visserij geniet en dat hierbij de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid in acht worden genomen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 2371/2002.

 

(3)

Voor sommige totaal toegestane vangsten (total allowable catch - TAC's) dienen de lidstaten de mogelijkheid te krijgen om aan vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, extra toewijzingen toe te kennen. Met die proeven wordt beoogd een vangstquotaregeling te testen, d.w.z. een regeling waarbij alle vangsten moeten worden aangeland en op de quota afgeboekt, teneinde teruggooi en de daarmee gepaarde gaande verspilling van anders bruikbare visserijhulpbronnen te vermijden. Ongecontroleerde teruggooi van vis is een bedreiging voor de langetermijnduurzaamheid van vis als collectief goed en dus voor de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Inherent aan vangstquotaregelingen is dat zij de vissers een stimulans bieden om de vangstselectiviteit van hun activiteiten te optimaliseren. Om tot een rationeel beheer van de teruggooi te komen, moet een volledig gedocumenteerde visserij betrekking hebben op elke activiteit op zee in plaats van op de aanlandingen in de haven. Daarom moeten de voorwaarden waaronder de lidstaten dergelijke extra toewijzingen verlenen, de verplichting inhouden te garanderen dat gebruik wordt gemaakt van aan een sensorsysteem gekoppelde camera's in een gesloten televisiecircuit (CCTV's) (gezamenlijk "CCTV-systeem" genoemd). Hiermee kunnen alle behouden en teruggegooide delen van de vangsten in detail worden geregistreerd. Een regeling met menselijke waarnemers die in real time aan boord actief zijn, zou minder efficiënt, duurder en minder betrouwbaar zijn. Bijgevolg is het gebruik van CCTV-systemen vooralsnog een eerste vereiste voor het halen van de doelstellingen van de regelingen tot verlaging van de teruggooi, waaronder bijvoorbeeld de volledig gedocumenteerde visserij. Bij het gebruik van dit systeem dient te worden voldaan aan de eisen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2).

 

(4)

Om te garanderen dat het potentieel van vangstquotaregelingen voor de beheersing van de absolute visserijsterfte van de betrokken bestanden daadwerkelijk kan worden geëvalueerd aan de hand van proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, dienen alle in het kader van deze proeven gevangen vissen, inclusief die welke kleiner zijn dan de minimale aanlandingsmaat, in mindering te worden gebracht op de totale toewijzing voor het deelnemende vaartuig en dienen de visserijactiviteiten te worden stopgezet wanneer deze totale toewijzing volledig is opgebruikt door dat vaartuig. Voorts is het aangewezen overdrachten van toewijzingen tussen vaartuigen die deelnemen aan de proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij en niet-deelnemende vaartuigen toe te staan mits kan worden aangetoond dat teruggooi door niet-deelnemende vaartuigen niet toeneemt.

 

(5)

De TAC's moeten worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten, waarbij een gelijke behandeling van de visserijsectoren moet worden gegarandeerd, en in het licht van de standpunten die naar voren zijn gekomen tijdens de raadpleging van de belanghebbenden, met name op de bijeenkomsten van de betrokken regionale adviesraden.

 

(6)

Voor bestanden waarvoor specifieke meerjarenplannen gelden, moeten de TAC's overeenkomstig de in die plannen vervatte voorschriften worden vastgesteld. Bijgevolg dienen de TAC's voor de bestanden van tong in de Noordzee, schol in de Noordzee, kabeljauw in de Noordzee, het Skagerrak en het oostelijke deel van het Kanaal, blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee en haring in het gebied ten westen van Schotland te worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in respectievelijk Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee (3), Verordening (EG) nr. 1300/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenplan voor het haringbestand in het gebied ten westen van Schotland en de visserijen die dat bestand exploiteren (4), Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden (5) ("het kabeljauwplan"), en Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad van 6 april 2009 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee (6).

 

(7)

Voor bestanden waarvoor onvoldoende gegevens of geen betrouwbare gegevens voorhanden zijn om ramingen van de omvang te kunnen maken, moeten de beheersmaatregelen en de TAC-niveaus worden vastgesteld volgens de voorzorgsaanpak van het visserijbeheer als omschreven in artikel 3, onder i), van Verordening (EG) nr. 2371/2002, waarbij rekening wordt gehouden met bestandsspecifieke factoren, waaronder met name de beschikbare gegevens over de ontwikkelingen van de bestanden en overwegingen betreffende de gemengde visserij.

 

(8)

Op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (7) moet worden bepaald op welke bestanden de verschillende in die verordening bedoelde maatregelen van toepassing zijn.

 

(9)

Voor sommige soorten, zoals bepaalde haaisoorten, kan zelfs een beperkte vorm van visserijactiviteit een ernstig risico inhouden voor de instandhouding van de soort. Voor dergelijke soorten moet derhalve een volledige beperking van de vangstmogelijkheden worden opgelegd middels een totaalverbod op de visserij op deze soorten.

 

(10)

Volgens het advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (International Council for the Exploration of the Sea - ICES) is het dienstig een systeem te handhaven, met de mogelijkheid tot herziening, voor het beheer van zandspieringen in de EU-wateren van de ICES-sectoren IIa en IIIa en ICES-deelgebied IV.

 

(11)

De maxima voor de visserijinspanning voor 2013 moeten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/207, de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en de artikelen 5 en 9 van Verordening (EG) nr. 302/2009, rekening houdend met Verordening (EG) nr. 754/2009 van 27 juli 2009 tot uitsluiting van bepaalde groepen vaartuigen van de visserijinspanningsregeling die is vastgesteld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1342/2008 (8).

 

(12)

De Unie heeft, volgens de procedure die is vastgesteld in de overeenkomsten of protocollen inzake de visserijbetrekkingen met Noorwegen (9), de Faeröer (10) en IJsland (11) overleg over de visserijrechten gepleegd met deze partners. Het overleg met Noorwegen is nog niet afgerond en de overeenkomsten voor 2013 zullen naar verwachting slechts begin 2013 worden gesloten. Om te voorkomen dat de visserijactiviteiten van de Unie worden onderbroken en tevens de nodige flexibiliteit mogelijk te maken voor het sluiten van deze overeenkomsten begin 2013, moet de Unie de vangstmogelijkheden voor onder die overeenkomsten vallende bestanden voorlopig vaststellen. Het overleg met de Faeröer, respectievelijk met IJsland over de visserijovereenkomsten voor 2013 kon niet worden afgesloten. In overeenstemming met de in de overeenkomst en het protocol inzake de visserijbetrekkingen met Groenland (12) bepaalde procedure, heeft het Gemengd Comité de concrete vangstmogelijkheden voor 2013 voor EU-vaartuigen in Groenlandse wateren vastgesteld. Overeenkomstig het besluit van het Gemengd Comité zullen de quota voor lodde die in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden V en XIV voor de Unie beschikbaar zijn, automatisch worden verhoogd indien een vangstniveau van 70 % van het initiële quotum van de Unie wordt bereikt.

 

(13)

De Unie is verdragsluitende partij bij verscheidene visserijorganisaties en neemt aan andere organisaties deel als samenwerkende niet-verdragsluitende partij. Voorts worden de visserijovereenkomsten die de Republiek Polen vóór de toetreding tot de Europese Unie heeft gesloten, zoals de Overeenkomst voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee, krachtens de Toetredingsakte van 2003 sinds de datum van toetreding beheerd door de Unie. De visserijorganisaties hebben aanbevolen om voor 2013 een aantal maatregelen in te voeren, waaronder vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen. Deze vangstmogelijkheden moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(14)

Regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB's) kunnen overdrachten en uitwisselingen van quota tussen verdragsluitende partijen toestaan. Teneinde dergelijke overdrachten en uitwisselingen van quota tussen de Unie en andere verdragsluitende partijen te vergemakkelijken, dienen de lidstaten te worden gemachtigd besprekingen te voeren met andere verdragsluitende partijen bij de ROVB en, in voorkomend geval, mogelijke lijnen uit te zetten voor geplande overdrachten of uitwisselingen van quota. De Commissie wisselt met de andere verdragsluitende partij de mededeling uit dat ermee wordt ingestemd gebonden te zijn door dergelijke overdrachten of uitwisselingen, en brengt de overdracht of uitwisseling van quota ter kennis van de ROVB. De vangstmogelijkheden die in het kader van een overdracht of uitwisseling van quota worden ontvangen of overgedragen, moeten worden beschouwd als vangstmogelijkheden die aan de betrokken lidstaat worden toegewezen, respectievelijk in mindering worden gebracht op de toewijzing van die lidstaat, inclusief wat betreft de toepassing van de relevante bepalingen van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (13). Een dergelijke ad hoc overdracht of uitwisseling van quota mag evenwel de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan lidstaten overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit niet wijzigen.

 

(15)

Tijdens haar 34ste jaarlijkse vergadering in 2012 heeft de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (North West Atlantic Fisheries Organisation - NAFO) een aantal vangstmogelijkheden voor 2013 vastgesteld voor bepaalde bestanden in de deelgebieden 1-4 van het NAFO-verdragsgebied. De NAFO heeft in dit verband een procedure ingesteld om de voor 2013 vastgestelde TAC voor witte heek in NAFO-deelsector 3NO te verhogen indien is voldaan aan bepaalde voorwaarden met betrekking tot de toestand van dit bestand. Een verdragsluitende partij bij de NAFO kan de uitvoerend secretaris van de NAFO melden dat voor het bestand van witte heek in NAFO-deelsector 3NO hogere vangsten per inspanningseenheid dan normaal werden vastgesteld. Wordt de in de loop van het jaar 2013 toegepaste TAC-verhoging door de NAFO bevestigd, dan moet deze in Unierecht worden omgezet.

 

(16)

Tijdens haar 83ste jaarlijkse vergadering in 2012 heeft de Interamerikaanse Commissie voor tropische tonijn (Inter-American Tropical Tuna Commission - IATTC) instandhoudingsmaatregelen voor geelvintonijn, grootoogtonijn en gestreepte tonijn vastgesteld. Voorts heeft de IATTC een resolutie betreffende de instandhouding van Oceanische witpunthaaien aangenomen. Deze maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(17)

Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2012 heeft de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas - ICCAT) een herzien meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee aangenomen; in overeenstemming met dat plan is het quotum van de Unie verhoogd. Voorts is het gesloten visseizoen vervangen door een open seizoen dat tien dagen eerder begint. Bovendien is een verlenging met een jaar aangenomen van de bestaande TAC's en quota voor zwaardvisbestanden in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan, alsmede een nieuw plan voor het herstellen van de bestanden van blauwe marlijn en witte marlijn. Het resultaat daarvan is dat het quotum van de Unie voor zwaardvis in het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan hetzelfde blijft als in 2012, terwijl het quotum van de Unie voor blauwe marlijn dienovereenkomstig is verhoogd teneinde rekening te houden met de ambachtelijke visserij in de ultraperifere gebieden van de Unie. Het quotum van de Unie voor witte marlijn blijft stabiel. Deze maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(18)

Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2012 heeft de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (Indian Ocean Tuna Commission - IOTC) haar maatregelen betreffende vangstmogelijkheden, zoals omgezet in Unierecht, niet gewijzigd. De momenteel geldende, door de IOTC vastgestelde maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(19)

De eerste jaarlijkse vergadering van de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation - SPRFMO) wordt van 28 januari tot en met 1 februari 2013 gehouden. Tot die tijd dienen de huidige overgangsmaatregelen, zoals ten uitvoer gelegd bij Verordening (EU) nr. 44/2012, te worden gehandhaafd.

 

(20)

Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2012 heeft de Visserijorganisatie voor het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (South East Atlantic Fisheries Organisation - SEAFO) de TAC's voor zwarte Patagonische ijsheek, Atlantische slijmkop, Beryx spp. en rode diepzeekrabben die zij tijdens haar jaarlijkse vergadering van 2010 was overeengekomen voor 2011 en 2012, niet gewijzigd. De momenteel geldende maatregelen zoals vastgesteld door de SEAFO moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(21)

In het licht van het meest recente wetenschappelijke advies van de ICES en overeenkomstig de internationale verbintenissen in het kader van het Verdrag inzake de visserij in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) dient de visserijinspanning op bepaalde diepzeesoorten te worden beperkt.

 

(22)

De 9de jaarlijkse vergadering van de Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (WCPFC) in 2012 heeft geen wijzigingen aangebracht in de maatregelen met betrekking tot de vangstmogelijkheden die momenteel in het Unierecht zijn omgezet, met uitzondering van het aanscherpen van de voorwaarden betreffende het gesloten gebied voor de visserij met visconcentratievoorzieningen (FAD's). De herziening van dit gesloten gebied voor de visserij met FAD's vereist dat de Unie als verdragsluitende partij bij de WCPFC kiest voor een van de twee beschikbare mogelijkheden voor bijkomende maatregelen voor het aanscherpen van de voorwaarden voor het gesloten gebied. Totdat daarover een besluit is genomen, dienen de momenteel geldende maatregelen die door de WCPFC zijn aangenomen, verder te worden omgezet in het Unierecht.

 

(23)

Op hun jaarlijkse vergadering in 2012 hebben de partijen bij de Overeenkomst voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee hun maatregelen betreffende vangstmogelijkheden niet gewijzigd. Deze maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(24)

Tijdens hun jaarlijkse vergadering in 2012 hebben de partijen bij de Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources - CCAMLR) vangstbeperkingen voor zowel doelsoorten als bijvangstsoorten aangenomen. Deze maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet.

 

(25)

Bepaalde internationale maatregelen waarbij vangstmogelijkheden voor de Unie worden ingesteld of beperkt, worden door de betrokken ROVB's op het einde van het jaar vastgesteld en worden van kracht vóór de inwerkingtreding van deze verordening. De bepalingen tot omzetting van deze maatregelen in Unierecht dienen derhalve met terugwerkende kracht van toepassing te zijn. Aangezien het visseizoen in het verdragsgebied van de CCAMLR (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources - Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) loopt van 1 december tot en met 30 november en bepaalde vangstmogelijkheden of -verboden in het CCAMLR-verdragsgebied derhalve worden vastgesteld voor een periode die ingaat op 1 december 2012, dienen de relevante bepalingen van deze verordening vanaf die datum van toepassing te zijn. Deze toepassing met terugwerkende kracht laat het beginsel van het gewettigd vertrouwen onverlet, aangezien CCAMLR-leden niet zonder machtiging in het CCAMLR-verdragsgebied mogen vissen.

 

(26)

Overeenkomstig de verklaring van de Unie ten overstaan van de Bolivariaanse republiek Venezuela ("Venezuela") over het toekennen van vangstmogelijkheden in EU-wateren aan vissersvaartuigen die onder de vlag van Venezuela varen in de exclusieve economische zone voor de kust van Frans-Guyana (14), moeten voor Venezuela vangstmogelijkheden worden vastgesteld voor het vissen op snappers in EU-wateren.

 

(27)

De bij deze verordening voor EU-vaartuigen vastgestelde vangstmogelijkheden moeten worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009, en met name de artikelen 33 en 34 van die verordening betreffende de registratie van de vangsten en de visserijinspanning, respectievelijk de melding van gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden. Derhalve dient te worden gepreciseerd welke codes de lidstaten moeten gebruiken wanneer zij gegevens met betrekking tot de aanlandingen van onder deze verordening vallende bestanden aan de Commissie doen toekomen.

 

(28)

Met het oog op de continuïteit van de visserijactiviteiten en om het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, dient deze verordening met ingang van 1 januari 2013 van toepassing te zijn, met uitzondering van de bepalingen betreffende de beperkingen van de visserijinspanning, die van toepassing moeten zijn vanaf 1 februari 2013, en specifieke bepalingen voor bijzondere gebieden, waarvoor een specifieke datum van toepassing moet gelden zoals aangegeven in overweging 23. Gezien de urgentie dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden.

 

(29)

De vangstmogelijkheden moeten in volledige overeenstemming met het toepasselijke recht van de Unie worden gebruikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Onderwerp

  • 1. 
    Deze verordening voorziet in vangstmogelijkheden in de EU-wateren en, voor EU-vaartuigen, in bepaalde niet-EU-wateren, voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor internationale onderhandelingen worden gevoerd of internationale overeenkomsten gelden.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:
 

a)

de vangstbeperkingen voor 2013 en, waar dit gespecificeerd is in de onderhavige verordening, voor 2014;

 

b)

de beperkingen van de visserijinspanning voor de periode van 1 februari 2013 tot en met 31 januari 2014;

 

c)

de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2012 tot en met 30 november 2013 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied; en

 

d)

de vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden in het IATTC-verdragsgebied voor de in artikel 27 genoemde periodes voor het jaar 2013 en, waar dit gespecificeerd is in de onderhavige verordening, in 2014.

  • 3. 
    In deze verordening worden ook voorlopige vangstmogelijkheden vastgesteld voor bepaalde visbestanden of groepen visbestanden die vallen onder de bilaterale visserijovereenkomsten met Noorwegen, in afwachting van de afloop van het overleg over de overeenkomsten voor 2013.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:

 

a)

EU-vaartuigen;

 

b)

vaartuigen van derde landen in EU-wateren.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    "EU-vaartuig": een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;
  • b) 
    "vaartuig van een derde land": een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;
  • c) 
    "EU-wateren": wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag genoemde landen en gebieden overzee;
  • d) 
    "totaal toegestane vangst" (total allowable catch - TAC): de hoeveelheid die elk jaar van elk visbestand mag worden gevangen en aangeland;
  • e) 
    "quotum": een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;
  • f) 
    "internationale wateren": wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;
  • g) 
    "maaswijdte": de maaswijdte van visnetten zoals vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 517/2008 (15).

Artikel 4

Visserijzones

Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:

  • a) 
    voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea - Internationale Raad voor het onderzoek van de zee): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 (16) gespecificeerde geografische gebieden;
  • b) 
    voor het Skagerrak: het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbij gelegen punt op de Zweedse kust;
  • c) 
    voor het Kattegat: het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbij gelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;
  • d) 
    voor de CECAF-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries - Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 (17) gespecificeerde geografische gebieden;
  • e) 
    voor de NAFO-zones (Northwest Atlantic Fisheries Organisation - Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan): de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 (18) gespecificeerde geografische gebieden;
  • f) 
    voor het SEAFO-verdragsgebied (South-East Atlantic Fisheries Organisation - Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan): het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (19) omschreven geografische gebied;
  • g) 
    voor het ICCAT-verdragsgebied (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas - Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen): het in het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (20) omschreven geografische gebied;
  • h) 
    voor het CCAMLR-verdragsgebied (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources - Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren): het in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 (21) omschreven geografische gebied;
  • i) 
    voor het IATTC-verdragsgebied (Inter American Tropical Tuna Commission - InterAmerikaanse Commissie voor tropische tonijn): het in het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (22) omschreven geografische gebied;
  • j) 
    voor het IOTC-verdragsgebied (Indian Ocean Tuna Commission - Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan): het in de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (23) omschreven geografische gebied;
  • k) 
    voor het SPRFMO-verdragsgebied (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation - Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan): het gebied op open zee ten zuiden van 10° noorderbreedte, ten noorden van het CCAMLR-verdragsgebied, ten oosten van het SIOFA-verdragsgebied zoals vastgesteld in de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (24), en ten westen van de gebieden die onder de visserijjurisdictie van de Zuid-Amerikaanse staten vallen;
  • l) 
    voor het WCPFC-verdragsgebied (Western and Central Pacific Fisheries Commission - Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan): het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (25) omschreven geografische gebied;
  • m) 
    voor de volle zee van de Beringzee: de geografische zone van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijlen van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten.

TITEL II

VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR EU-VAARTUIGEN

HOOFDSTUK I

Algemene bepalingen

Artikel 5

TAC's en toewijzingen

  • 1. 
    De TAC's voor EU-vaartuigen in de EU-wateren of bepaalde niet-EU-wateren en de toewijzing van deze TAC's aan de lidstaten, alsmede de voorwaarden die er functioneel verband mee houden, worden vastgesteld in bijlage I.
  • 2. 
    EU-vaartuigen mogen, met inachtneming van de in bijlage I vastgestelde TAC's en de voorschriften van artikel 14 en bijlage III van de onderhavige verordening en van Verordening (EG) nr. 1006/2008 (26) en de uitvoeringsbepalingen daarvan, vissen in de wateren die onder de visserijjurisdictie van de Faeröer, Groenland, IJsland en Noorwegen vallen, en in de visserijzone rond Jan Mayen.

Artikel 6

Extra toewijzingen voor vaartuigen die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij

  • 1. 
    Voor bepaalde bestanden kan een lidstaat een extra toewijzing toekennen aan vaartuigen die zijn vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij. Deze bestanden worden opgesomd in bijlage I.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde extra toewijzing mag niet meer bedragen dan de algemene limiet die in bijlage I is bepaald als een percentage van het aan die lidstaat toegewezen quotum.
  • 3. 
    De extra toewijzing als bedoeld in lid 1 voldoet aan de volgende voorwaarden:
 

a)

het vaartuig maakt gebruik van aan een sensorsysteem gekoppelde camera's in een gesloten televisiecircuit (CCTV's) (gezamenlijk "het CCTV-systeem" genoemd) waarmee alle visserij- en verwerkingsactiviteiten die aan boord van de vaartuigen plaatsvinden, worden geregistreerd;

 

b)

de extra toewijzing die wordt toegekend aan een individueel vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bedraagt niet meer dan:

 

i)

75 % van de teruggooi van het bestand zoals die door de betrokken lidstaat is geraamd voor het vaartuigtype waartoe het betrokken vaartuig behoort;

 

ii)

30 % van de individuele toewijzing waarover het vaartuig vóór de deelname aan de proeven beschikte;

 

c)

alle vangsten van het vaartuig uit het bestand waarvoor een extra toewijzing is toegekend, inclusief vissen die kleiner zijn dan de minimale aanlandingsmaat zoals vastgesteld in bijlage XII bij Verordening (EG) nr. 850/98, worden in mindering gebracht op de individuele toewijzing voor het vaartuig, die resulteert uit de krachtens dit artikel toegekende aanvullende toewijzing;

 

d)

wanneer een vaartuig de individuele toewijzing voor een bestand waarvoor een extra toewijzing is toegekend, volledig heeft opgebruikt, dienen alle visserijactiviteiten van dat vaartuig in het betrokken TAC-gebied te worden stopgezet;

 

e)

wat betreft de bestanden waarvoor dit artikel kan worden toegepast, kunnen de lidstaten overdrachten van de individuele toewijzing of een deel daarvan van vaartuigen die niet deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij aan deelnemende vaartuigen toestaan, op voorwaarde dat kan worden aangetoond dat de teruggooi van de niet-deelnemende vaartuigen niet toeneemt.

  • 4. 
    Onverminderd lid 3, onder b), punt i), kan een lidstaat bij wijze van uitzondering aan een vaartuig dat zijn vlag voert, een extra toewijzing toekennen van meer dan 75 % van de voor het vaartuigtype waartoe het betrokken vaartuig behoort, geraamde teruggooi, op voorwaarde dat:
 

a)

het voor het betrokken vaartuigtype geraamde teruggooipercentage voor het betrokken bestand minder bedraagt dan 10 %;

 

b)

de opneming van dat vaartuigtype van belang is voor het evalueren van het potentieel van het CCTV-systeem voor controledoeleinden;

 

c)

een algemeen maximum van 75 % van de geraamde teruggooi door alle vaartuigen die aan de proeven deelnemen, niet wordt overschreden.

  • 5. 
    Voor zover het bij de overeenkomstig lid 3, onder a) verkregen geregistreerde gegevens gaat om te verwerken persoonsgegevens in de zin van Richtlijn 95/46/EG, is deze richtlijn van toepassing op de verwerking van dergelijke gegevens.
  • 6. 
    Wanneer een lidstaat vaststelt dat een vaartuig dat deelneemt aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, niet voldoet aan de voorwaarden van lid 3, trekt die lidstaat de extra toewijzing voor dat vaartuig onmiddellijk in en sluit hij dat vaartuig voor de rest van het jaar 2013 uit van deelname aan de proeven.
  • 7. 
    Voordat een lidstaat de in de leden 1 tot en met 6 bedoelde extra toewijzing toekent, deelt hij de Commissie de volgende gegevens mee:
 

a)

de lijst van de vaartuigen die zijn vlag voeren en deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij;

 

b)

de specificaties van de elektronische systemen voor toezicht op afstand die aan boord van die vaartuigen zijn geïnstalleerd;

 

c)

de capaciteit, het type en de specificaties van het vistuig dat door die vaartuigen wordt gebruikt;

 

d)

de geraamde teruggooi voor elk vaartuigtype dat aan de proeven deelneemt;

 

e)

de hoeveelheden die in 2012 door aan de proeven deelnemende vaartuigen zijn gevangen uit het bestand waarvoor de betrokken TAC geldt.

  • 8. 
    De Commissie kan iedere lidstaat die een beroep doet op dit artikel, verzoeken zijn beoordeling van de teruggooi per vaartuigtype ter evaluatie aan een wetenschappelijk adviesorgaan voor te leggen, teneinde toe te zien op de tenuitvoerlegging van de voorwaarde van lid 3, onder b), punt i). Bij ontstentenis van een beoordeling die deze teruggooi bevestigt, neemt de betrokken lidstaat passende maatregelen om aan die voorwaarde te voldoen en stelt zij de Commissie hiervan in kennis.

Artikel 7

Voorwaarden voor de aanlanding van vangsten en bijvangsten

Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits:

 

a)

die vis is gevangen met vaartuigen die de vlag voeren van een lidstaat die over een quotum beschikt, en dat quotum nog niet is opgebruikt; of

 

b)

de vangsten deel uitmaken van een EU-quotum dat niet in de vorm van quota aan de lidstaten is toegewezen, en dat EU-quotum nog niet is opgebruikt.

Artikel 8

Beperkingen van de visserijinspanning

Van 1 februari 2013 tot en met 31 januari 2014 zijn de visserijinspanningsmaatregelen die zijn vastgesteld in bijlage IIA, van toepassing op het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in:

 

a)

het Skagerrak;

 

b)

het deel van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort;

 

c)

ICES-deelgebied IV;

 

d)

de EU-wateren van ICES-sector IIa; en

 

e)

ICES-sector VIId.

Artikel 9

Vangst- en inspanningsbeperkingen voor de diepzeevisserij

  • 1. 
    Artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002 (27), op grond waarvan vaartuigen in het bezit moeten zijn van een diepzeevisdocument, is van toepassing op Groenlandse heilbot (ook wel "zwarte heilbot" genoemd). Voor het vangen, aan boord houden, overladen en aanlanden van Groenlandse heilbot gelden de voorwaarden van dat artikel.
  • 2. 
    De lidstaten zorgen ervoor dat de voor 2013 geldende visserijinspanningsniveaus, gemeten in kilowattdagen buitengaats, van vaartuigen met diepzeevisdocumenten als bedoeld in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2347/2002, niet meer bedragen dan 65 % van de gemiddelde jaarlijkse visserijinspanning die de vaartuigen van de betrokken lidstaat in 2003 hebben geleverd op reizen tijdens welke deze vaartuigen over diepzeevisdocumenten beschikten of diepzeesoorten, als opgesomd in de bijlagen I en II bij die verordening, hebben gevangen. Dit lid is alleen van toepassing op visreizen tijdens welke meer dan 100 kg andere diepzeesoorten dan grote zilvervis is gevangen.

Artikel 10

Bijzondere bepalingen inzake de toewijzing van vangstmogelijkheden

  • 1. 
    De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig deze verordening aan de lidstaten toegewezen onverminderd:
 

a)

geruilde vangstmogelijkheden op grond van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002;

 

b)

nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 of op grond van artikel 10, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1006/2008;

 

c)

het aanlanden van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

 

d)

de op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 naar het volgende jaar overgedragen hoeveelheden;

 

e)

kortingen en verlagingen op grond van de artikelen 37, 105, 106 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

f)

overdrachten en uitwisselingen van quota overeenkomstig artikel 15 van deze verordening.

  • 2. 
    Tenzij anders vermeld in bijlage I bij deze verordening is artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 van toepassing op bestanden waarvoor voorzorgs-TAC's zijn vastgesteld, en zijn artikel 3, leden 2 en 3, en artikel 4 van die verordening van toepassing op bestanden waarvoor analytische TAC's zijn vastgesteld.

Artikel 11

Gesloten visseizoen

  • 1. 
    Van 1 mei tot en met 31 mei 2013 is het verboden om de volgende soorten op de Porcupine Bank te bevissen of aan boord te houden: lom, blauwe leng en leng.
  • 2. 
    Voor de toepassing van dit artikel omvat de Porcupine Bank het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
 

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

52° 27′ NB

12° 19′ WL

2

52° 40′ NB

12° 30′ WL

3

52° 47′ NB

12° 39,600′ WL

4

52° 47′ NB

12° 56′ WL

5

52° 13,5′ NB

13° 53,830′ WL

6

51° 22′ NB

14° 24′ WL

7

51° 22′ NB

14° 03′ WL

8

52° 10′ NB

13° 25′ WL

9

52° 32′ NB

13° 07,500′ WL

10

52° 43′ NB

12° 55′ WL

11

52° 43′ NB

12° 43′ WL

12

52° 38,800′ NB

12° 37′ WL

13

52° 27′ NB

12° 23′ WL

14

52° 27′ NB

12° 19′ WL

  • 3. 
    In afwijking van lid 1 is het vaartuigen toegestaan door de Porcupine Bank te varen met de in datzelfde lid genoemde soorten aan boord overeenkomstig artikel 50, leden 3, 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Artikel 12

Verbodsbepalingen

  • 1. 
    Het is EU-vaartuigen verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:
 

a)

reuzenhaai (Cetorhinus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharias) in alle wateren;

 

b)

haringhaai (Lamna nasus) in alle wateren, tenzij in bijlage I, deel B, van Verordening (EU) nr. 39/2013 (28) anders is bepaald;

 

c)

zee-engel (Squatina squatina) in de EU-wateren;

 

d)

vleet (Dipturus batis) in de EU-wateren van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

 

e)

golfrog (Raja undulata) en witte rog (Raja alba) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

 

f)

gitaarroggen (Rhinobatidae) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII;

 

g)

reuzenmanta (Manta birostris) in alle wateren.

  • 2. 
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Artikel 13

Gegevensverstrekking

Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in bijlage I bij de onderhavige verordening vermelde bestandscodes.

HOOFDSTUK II

Vismachtigingen in wateren van derde landen

Artikel 14

Vismachtigingen

  • 1. 
    Het maximumaantal vismachtigingen voor EU-vaartuigen in wateren van derde landen wordt vastgesteld in bijlage III.
  • 2. 
    Indien een lidstaat quota in de in bijlage III genoemde visserijzones op basis van artikel 20, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 aan een andere lidstaat overdraagt (ruil of "swap"), worden daarbij ook de overeenkomstige vismachtigingen overgedragen en wordt de Commissie hiervan in kennis gesteld. Het in bijlage III vastgestelde totale aantal vismachtigingen per visserijzone mag echter niet worden overschreden.

HOOFDSTUK III

Vangstmogelijkheden in wateren van regionale visserijorganisaties

Artikel 15

Overdrachten en uitwisselingen van quota

  • 1. 
    Wanneer volgens de voorschriften van een regionale organisatie voor visserijbeheer (ROVB) overdrachten en uitwisselingen van quota tussen de verdragsluitende partijen van een ROVB zijn toegestaan, kan een lidstaat (hierna "de betrokken lidstaat" genoemd) met een verdragsluitende partij bij de ROVB besprekingen aanknopen en, in voorkomend geval, mogelijke lijnen uitzetten voor een geplande overdracht of uitwisseling van quota.
  • 2. 
    De betrokken lidstaat brengt de mogelijke lijnen voor een geplande overdracht of uitwisseling van quota die hij met de betrokken verdragsluitende partij bij de ROVB heeft besproken, ter kennis van de Commissie, die daaraan haar goedkeuring kan hechten. Vervolgens wisselt de Commissie onverwijld met de betrokken verdragsluitende partij bij de RVO de mededeling uit dat ermee wordt ingestemd gebonden te zijn door de overdracht of uitwisseling van quota. De Commissie brengt dan de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota ter kennis van het secretariaat van de ROVB overeenkomstig de voorschriften van deze organisatie.
  • 3. 
    De Commissie brengt de lidstaten op de hoogte van de overeengekomen overdracht of uitwisseling van quota.
  • 4. 
    De vangstmogelijkheden die in het kader van de overdracht of uitwisseling van quota worden ontvangen van of overgedragen aan de betrokken verdragsluitende partij bij de ROVB moeten worden beschouwd als quota die aan de betrokken lidstaat worden toegewezen, hetzij in mindering worden gebracht op de toewijzing van de betrokken lidstaat, vanaf het tijdstip dat de overdracht of uitwisseling van quota in werking treedt overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst die tussen de betrokken verdragsluitende partijen bij de ROVB is gesloten, of, in voorkomend geval, overeenkomstig de voorschriften van de betrokken ROVB. Een dergelijke toewijzing mag evenwel de bestaande verdeelsleutel voor de toewijzing van vangstmogelijkheden aan lidstaten overeenkomstig het beginsel van de relatieve stabiliteit niet wijzigen.

Afdeling 1

ICCAT-Verdragsgebied

Artikel 16

Beperkingen van de vangst-, kweek- en mestcapaciteit voor blauwvintonijn

  • 1. 
    Het aantal met de hengel of de sleeplijn vissende EU-vaartuigen dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig punt 1 van bijlage IV.
  • 2. 
    Het aantal in het kader van de ambachtelijke kustvisserij vissende EU-vaartuigen dat in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig punt 2 van bijlage IV.
  • 3. 
    Het aantal EU-vaartuigen dat in de Adriatische Zee voor kweekdoeleinden actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen, wordt beperkt overeenkomstig punt 3 van bijlage IV.
  • 4. 
    Het aantal en de in brutoton uitgedrukte totale capaciteit van de vissersvaartuigen die in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee op blauwvintonijn mogen vissen, deze aan boord mogen houden en mogen overladen, vervoeren of aanlanden, worden beperkt overeenkomstig punt 4 van bijlage IV.
  • 5. 
    Het aantal tonnara's dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee wordt gebruikt bij de visserij op blauwvintonijn, wordt beperkt overeenkomstig punt 5 van bijlage IV.
  • 6. 
    De capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn, alsmede de maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die wordt toegewezen aan kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, worden beperkt overeenkomstig punt 6 van bijlage IV.

Artikel 17

Recreatie- en sportvisserij

De lidstaten kennen een specifiek quotum van de hun in bijlage ID toegekende quota voor blauwvintonijn toe aan de recreatie- en sportvisserij.

Artikel 18

Haaien

  • 1. 
    In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van grootoogvoshaaien (Alopias superciliosus).
  • 2. 
    Het is verboden gericht te vissen op voshaaisoorten van het geslacht Alopias.
  • 3. 
    In verband met de visserij in het ICCAT-verdragsgebied geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van hamerhaaien van de familie Sphyrnidae (met uitzondering van Sphyrna tiburo).
  • 4. 
    In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van witpunthaaien (Carcharhinus longimanus).
  • 5. 
    In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden van zijdehaaien (Carcharhinus falciformis).

Afdeling 2

CCAMLR-Verdragsgebied

Artikel 19

Verbodsbepalingen en vangstbeperkingen

  • 1. 
    Gerichte visserij op de in bijlage V, deel A, vermelde soorten is verboden in de daarin aangegeven zones en perioden.
  • 2. 
    Voor experimentele visserij worden de beperkingen van de TAC's en de bijvangsten per deelgebied vastgelegd in bijlage V, deel B.

Artikel 20

Experimentele visserij

  • 1. 
    Alleen lidstaten die lid zijn van de CCAMLR, mogen in 2013 deelnemen aan de experimentele visserij met de beug op Dissostichus spp. in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a buiten gebieden onder nationale jurisdictie. Lidstaten die aan die voorwaarde voldoen en die voornemens zijn om aan die visserij deel te nemen, stellen het CCAMLR-secretariaat daarvan overeenkomstig de artikelen 7 en 7 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004 uiterlijk op 1 juni 2013 in kennis.
  • 2. 
    De TAC's en de bijvangsten in de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a en de verdeling daarvan over de kleine onderzoeksvakken (Small Scale Research Units - SSRU's) in elk gebied worden vastgesteld in bijlage V, deel B. De visserijactiviteiten in een SSRU worden stopgezet zodra de gemelde vangsten de geldende TAC hebben bereikt, waarna dit vak voor de rest van het seizoen voor de visserij wordt gesloten.
  • 3. 
    De visserijactiviteiten vinden plaats in een zo groot mogelijk geografisch gebied en op zoveel mogelijk verschillende diepten om de nodige informatie te verzamelen voor het bepalen van het visserijpotentieel en om overconcentratie van vangsten en visserijinspanning te voorkomen. In de FAO-deelgebieden 88.1 en 88.2 en de FAO-sectoren 58.4.1, 58.4.2 en 58.4.3a is het echter verboden om te vissen op diepten van minder dan 550 m.

Artikel 21

Visserij op Antarctisch krill in het visseizoen 2013/2014

  • 1. 
    Alleen de lidstaten die lid zijn van de CCAMLR, mogen tijdens het visseizoen 2013/2014 in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill (Euphausia superba) vissen. Lidstaten die lid zijn van de CCAMLR en die voornemens zijn om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, stellen het CCAMLR-secretariaat, overeenkomstig artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 601/2004, en de Commissie uiterlijk op 1 juni 2013 in kennis van:
 

a)

hun voornemen om op Antarctisch krill te vissen, waarbij zij gebruik maken van het formulier in bijlage V, deel C;

 

b)

de netconfiguratie, waarbij zij gebruik maken van het formulier in bijlage V, deel D.

  • 2. 
    De in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving omvat de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie voor elk vaartuig dat van de lidstaat toestemming krijgt om aan de visserij op Antarctisch krill deel te nemen.
  • 3. 
    Een lidstaat die voornemens is om in het CCAMLR-verdragsgebied op Antarctisch krill te vissen, geeft alleen kennis van dit voornemen voor gemachtigde vaartuigen die ten tijde van de kennisgeving zijn vlag voeren of die de vlag van een ander CCAMLR-lid voeren, maar naar verwachting ten tijde van de genoemde visserijactiviteit de vlag van de lidstaat zullen voeren.
  • 4. 
    De lidstaten mogen toestaan dat een ander vaartuig dan de overeenkomstig de leden 1, 2 en 3 van dit artikel aan het CCAMLR-secretariaat gemelde vaartuigen deelneemt aan de visserij op Antarctisch krill, wanneer een gemachtigd vaartuig om legitieme operationele redenen of vanwege overmacht niet aan die visserij kan deelnemen. De betrokken lidstaten brengen in dat geval het CCAMLR-secretariaat en de Commissie onverwijld op de hoogte, met opgave van:
 

a)

alle bijzonderheden over het vervangende vaartuig (of de vervangende vaartuigen), inclusief de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 601/2004 bedoelde informatie;

 

b)

een volledig overzicht van de redenen voor de vervanging, alsmede van alle relevante ondersteunende bewijsstukken of referenties.

  • 5. 
    De lidstaten staan niet toe dat een vaartuig dat voorkomt op één van de door de CCAMLR vastgestelde lijsten van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), aan de visserij op Antarctisch krill deelneemt.

Afdeling 3

IOTC-Verdragsgebied

Artikel 22

Beperking van de vangstcapaciteit van vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied vissen

  • 1. 
    Het maximumaantal EU-vaartuigen dat in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in punt 1 van bijlage VI.
  • 2. 
    Het maximumaantal EU-vaartuigen dat in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) en witte tonijn (Thunnus alalunga) vist, en de overeenkomstige in brutotonnage uitgedrukte capaciteit, worden vastgesteld in punt 2 van bijlage VI.
  • 3. 
    De lidstaten kunnen vaartuigen die zijn toegewezen aan één van de twee in de leden 1 en 2 bedoelde visserijtakken, toewijzen aan de andere visserijtak, mits zij ten genoegen van de Commissie kunnen aantonen dat deze wijziging niet tot een stijging van de visserijinspanning voor de betrokken visbestanden leidt.
  • 4. 
    De lidstaten zorgen er bij een voorgestelde overdracht van capaciteit naar hun vloot voor dat de over te dragen vaartuigen voorkomen in het vaartuigenregister van de IOTC of van andere regionale tonijnvisserijorganisaties. Voorts mogen vaartuigen die voorkomen op de door een ROVB bijgehouden lijst van vaartuigen die illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserijactiviteiten verrichten (IOO-vaartuigen), niet worden overgedragen.
  • 5. 
    Teneinde rekening te houden met de uitvoering van de bij de IOTC ingediende ontwikkelingsplannen, mogen de lidstaten hun vangstcapaciteit slechts binnen de in die ontwikkelingsplannen bepaalde grenzen verhogen tot boven de in de leden 1 en 2 bedoelde maxima.

Artikel 23

Haaien

  • 1. 
    In alle visserijtakken geldt een verbod op het aan boord houden, overladen en aanlanden van delen van of volledige karkassen van alle voshaaisoorten van de familie Alopiidae.
  • 2. 
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

Afdeling 4

SPRFMO-Verdragsgebied

Artikel 24

Pelagische visserij - capaciteitsbeperking

De lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2013 op pelagische bestanden vissen, tot het niveau van in totaal 78 610 brutotonnage in dat gebied, en wel op zodanige wijze dat de duurzame exploitatie van de pelagische visbestanden in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan is gewaarborgd.

Artikel 25

Pelagische visserij - TAC's

  • 1. 
    Alleen de lidstaten die in 2007, 2008 of 2009 actief pelagische visserijactiviteiten hebben uitgeoefend in het SPRFMO-verdragsgebied, zoals gespecificeerd in artikel 24, mogen in dat gebied op pelagische bestanden vissen met inachtneming van de in bijlage IJ vastgestelde TAC's.
  • 2. 
    De lidstaten stellen de Commissie maandelijks in kennis van de naam en de kenmerken, met inbegrip van de brutotonnage, van vaartuigen die hun vlag voeren en die betrokken zijn bij de in dit artikel bedoelde visserij.
  • 3. 
    Voor de monitoring van de in dit artikel bedoelde visserij sturen de lidstaten de Commissie, ter toezending aan het interim-secretariaat van de SPRFMO, gegevens van satellietvolgsystemen voor vissersvaartuigen (VMS-gegevens), maandelijkse vangstaangiften en, indien voorhanden, gegevens over aanloophavens, uiterlijk de vijftiende dag van de maand na die waarop de gegevens betrekking hebben.

Artikel 26

Bodemvisserij

Lidstaten met een geregistreerde activiteit in de bodemvisserij of uit die visserij voortkomende vangsten in het SPRFMO-verdragsgebied in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 beperken hun inspanning of vangsten tot:

 

a)

de gemiddelde vangsten of inspanningsparameters in die periode; en

 

b)

uitsluitend de delen van het SPRFMO-verdragsgebied waar in een eerder visseizoen bodemvisserijactiviteiten hebben plaatsgevonden.

Afdeling 5

IATTC-Verdragsgebied

Artikel 27

Ringzegenvisserij

  • 1. 
    De visserij met ringzegens op geelvintonijn (Thunnus albacares), grootoogtonijn (Thunnus obesus) en gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) is verboden:
 

a)

van 29 juli tot en met 28 september 2013, of van 18 november 2013 tot en met 18 januari 2014, in het gebied dat wordt begrensd door:

 

de kustlijnen van Amerika langs de Stille Oceaan,

 

lengtegraad 150° WL,

 

breedtegraad 40° NB,

 

breedtegraad 40° ZB;

 

b)

van 29 september tot en met 29 oktober 2013 in het gebied dat wordt begrensd door:

 

lengtegraad 96° WL,

 

lengtegraad 110° WL,

 

breedtegraad 4° NB,

 

breedtegraad 3° ZB.

  • 2. 
    De betrokken lidstaten delen de Commissie vóór 1 april 2013 de in lid 1 bedoelde periode mee waarin de visserijactiviteiten worden stilgelegd. Alle ringzegenvaartuigen van de betrokken lidstaten zetten de visserij met de ringzegen in de in lid 1 beschreven gebieden en gedurende de geselecteerde periode stop.
  • 3. 
    Ringzegenvaartuigen die in het IATTC-verdragsgebied op tonijn vissen, houden alle gevangen geelvintonijnen, grootoogtonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.
  • 4. 
    Lid 3 geldt niet in de volgende gevallen:
 

a)

wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt wordt geacht voor menselijke consumptie, of

 

b)

wanneer er tijdens de laatste trek van een visreis onvoldoende ruimte is overgebleven om alle bij die trek gevangen tonijn op te slaan.

  • 5. 
    Het is verboden in het IATTC-verdragsgebied te vissen op oceanische witpunthaaien (Carcharhinus longimanus), en delen van of volledige karkassen van in dat gebied gevangen oceanische witpunthaaien aan boord te houden, over te laden, op te slaan, voor verkoop aan te bieden, te verkopen of aan te landen.
  • 6. 
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 5 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet door de exploitanten van vaartuigen, die eveneens:
 

a)

het aantal teruggezette exemplaren registreren, met vermelding van de toestand (levend of dood);

 

b)

de onder a) vermelde informatie meedelen aan de lidstaat waarvan zij onderdaan zijn. De lidstaten delen deze informatie uiterlijk op 31 januari 2013 aan de Commissie mee.

Afdeling 6

SEAFO-Verdragsgebied

Artikel 28

Verbod op de visserij op diepzeehaaien

De gerichte visserij op de volgende diepzeehaaien in het SEAFO-verdragsgebied is verboden:

 

roggen (Rajidae),

 

doornhaai (Squalus acanthias),

 

gevlekte gladde lantaarnhaai (Etmopterus bigelowi),

 

kortstaartlantaarnhaai (Etmopterus brachyurus),

 

grote lantaarnhaai (Etmopterus princeps),

 

gladde lantaarnhaai (Etmopterus pusillus),

 

spookkathaai (Apristurus manis),

 

fluweelijshaai (Scymnodon squamulosus),

 

en diepzeehaaien van de superorde Selachimorpha.

Afdeling 7

WCPFC-Verdragsgebied

Artikel 29

Beperkingen van de visserijinspanning voor grootoogtonijn, geelvintonijn, gestreepte tonijn en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn

De lidstaten zien erop toe dat de totale inspanning bij de visserij op grootoogtonijn (Thunnus obesus), geelvintonijn (Thunnus albacares), gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis) en in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan voorkomende witte tonijn (Thunnus alalunga) in het WCPFC-verdragsgebied wordt beperkt tot de visserijinspanning die in partnerschapsovereenkomsten tussen de Unie en kuststaten in de regio is overeengekomen.

Artikel 30

Gesloten gebied voor de visserij met visconcentratievoorzieningen (FAD's)

  • 1. 
    In het gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied tussen 20° NB en 20° ZB zijn visserijactiviteiten van ringzegenvaartuigen die gebruik maken van visconcentratievoorzieningen (fish aggregating devices — FAD's), verboden tussen 1 juli 2013 00.00 uur en 30 september 2013 24.00 uur. In die periode mogen ringzegenvaartuigen in dat gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied alleen visserijactiviteiten verrichten indien zich aan boord een waarnemer bevindt die erop toeziet dat het vaartuig op geen enkel ogenblik:
 

a)

een FAD of soortgelijk elektronisch apparaat gebruikt of in dienst heeft;

 

b)

met behulp van FAD's vist op scholen.

  • 2. 
    Alle ringzegenvaartuigen die in het in lid 1 bedoelde gedeelte van het WCPFC-verdragsgebied vissen, houden alle gevangen grootoogtonijnen, geelvintonijnen en gestreepte tonijnen aan boord en landen deze aan of laden deze over.
  • 3. 
    Lid 2 geldt niet in de volgende gevallen:
 

a)

tijdens de laatste trek van een visreis, indien onvoldoende ruimte is overgebleven om al deze vis op te slaan;

 

b)

wanneer de vis om andere redenen dan de grootte niet geschikt is voor menselijke consumptie; of

 

c)

wanneer zich een ernstige storing van de koelinstallatie voordoet.

Artikel 31

Beperking van het aantal EU-vaartuigen dat op zwaardvis mag vissen

Het maximumaantal EU-vaartuigen dat in de gebieden ten zuiden van 20° ZB van het WCPFC-verdragsgebied op zwaardvis (Xiphias gladius) mag vissen, wordt vastgesteld in bijlage VII.

Afdeling 8

Beringzee

Artikel 32

Verbod op de visserij in de volle zee van de Beringzee

De visserij op alaskakoolvis (Theragra chalcogramma) in de volle zee van de Beringzee is verboden.

TITEL III

VANGSTMOGELIJKHEDEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN EU-WATEREN

Artikel 33

TAC's

Vissersvaartuigen die de vlag voeren van Noorwegen, alsook vissersvaartuigen die op de Faeröer zijn geregistreerd, mogen in EU-wateren vissen met inachtneming van de in bijlage I bij deze verordening vastgestelde TAC's en de in de onderhavige verordening en in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vastgestelde voorwaarden.

Artikel 34

Vismachtigingen

  • 1. 
    Het maximumaantal vismachtigingen voor vaartuigen van derde landen die in EU-wateren vissen, wordt vastgesteld in bijlage VIII.
  • 2. 
    Vis van bestanden waarvoor TAC's zijn vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits die vis is gevangen met vaartuigen van derde landen die een quotum hebben, en dat quotum niet is opgebruikt.

Artikel 35

Verbodsbepalingen

  • 1. 
    Het is vaartuigen van derde landen verboden de onderstaande soorten te bevissen, aan boord te houden, over te laden en aan te landen:
 

a)

reuzenhaai (Cetorinhus maximus) en witte haai (Carcharodon carcharias) in EU-wateren;

 

b)

zee-engel (Squatina squatina) in de EU-wateren;

 

c)

vleet (Dipturus batis) in de EU-wateren van ICES-sector IIa en de ICES-deelgebieden III, IV, VI, VII, VIII, IX en X;

 

d)

golfrog (Raja undulata) en witte rog (Raja alba) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden VI, VII, VIII, IX en X;

 

e)

haringhaai (Lamna nasus) in de EU-wateren;

 

f)

gitaarroggen (Rhinobatidae) in de EU-wateren van de ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X en XII;

 

g)

reuzenmanta (Manta birostris) in de EU-wateren.

  • 2. 
    Incidenteel gevangen vissen van de in lid 1 bedoelde soorten worden ongedeerd gelaten. Zij worden onmiddellijk teruggezet.

TITEL IV

SLOTBEPALINGEN

Artikel 36

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 8 is evenwel van toepassing met ingang van 1 februari 2013.

De in de artikelen 20, 21 en 22 en de bijlagen IE en V vastgestelde bepalingen inzake vangstmogelijkheden voor het CCAMLR-verdragsgebied zijn van toepassing met ingang van de aldaar vermelde data.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 januari 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • E. 
    GILMORE
 

  • Overeenkomst betreffende de visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de plaatselijke regering van de Faeröer, anderzijds (PB L 226 van 29.8.1980, blz. 12).
  • Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Economische Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 4) en Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie als bedoeld in die overeenkomst (PB L 293 van 23.10.2012, blz. 5).
  • Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie van 10 juni 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 850/98 wat betreft de bepaling van de maaswijdte en de meting van de twijndikte van visnetten (PB L 151 van 11.6.2008, blz. 5).
  • Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten die in het noordoostelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 70).
  • Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de verstrekking van statistieken van de nominale vangsten van lidstaten in bepaalde gebieden buiten de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 1).
  • Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake de indiening van statistieken van de vangsten en de visserijactiviteit van de lidstaten die in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan vissen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 42).
  • Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).
  • Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2009 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
  • Verordening (EG) nr. 2347/2002 van de Raad van 16 december 2002 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toegang tot diepzeebestanden en bij de visserij daarop in acht te nemen voorschriften (PB L 351 van 28.12.2002, blz. 6).
  • Verordening (EU) nr. 39/2013 van de Raad van 21 januari 2013 tot vaststelling, voor 2013, van de vangstmogelijkheden voor EU-vaartuigen voor sommige visbestanden en groepen visbestanden waarvoor geen internationale onderhandelingen worden gevoerd of geen internationale overeenkomsten gelden (Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
 

LIJST VAN BIJLAGEN

 

BIJLAGE I

:

TAC's voor EU-vaartuigen in gebieden waar TAC's gelden, per soort en per gebied

BIJLAGE IA

:

Skagerrak, Kattegat, ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV, EU-wateren van CECAF

BIJLAGE IB

:

Noordoostelijke Atlantische Oceaan en Groenland, ICES-deelgebieden I, II, V, XII en XIV en Groenlandse wateren van NAFO 1

BIJLAGE IC

:

Noordwestelijke Atlantische Oceaan - NAFO-verdragsgebied

BIJLAGE ID

:

Over grote afstanden trekkende soorten - alle gebieden

BIJLAGE IE

:

Antarctisch gebied - CCAMLR-verdragsgebied

BIJLAGE IF

:

Zuidoost-Atlantische oceaan - SEAFO-verdragsgebied

BIJLAGE IG

:

Zuidelijke blauwvintonijn - alle gebieden

BIJLAGE IH

:

WCPFC-verdragsgebied

BIJLAGE IJ

:

SPRFMO-verdragsgebied

BIJLAGE IIA

:

Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in het Skaggerak, het deel van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, ICES-deelgebied IV, de EU-wateren van ICES-sector IIa en ICES-sector VIId

BIJLAGE IIB

:

Vangstmogelijkheden voor vaartuigen die vissen op zandspieringen in de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV

BIJLAGE III

:

Maximumaantal vismachtigingen voor EU-vaartuigen in wateren van derde landen

BIJLAGE IV

:

ICCAT-verdragsgebied

BIJLAGE V

:

CCAMLR-verdragsgebied

BIJLAGE VI

:

IOTC-verdragsgebied

BIJLAGE VII

:

WCPFC-verdragsgebied

BIJLAGE VIII

:

Kwantitatieve beperkingen inzake vismachtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen die in de EU-wateren vissen

BIJLAGE I

TAC'S VOOR EU-VAARTUIGEN IN GEBIEDEN WAAR TAC'S GELDEN, PER SOORT EN PER GEBIED

De tabellen in de bijlagen IA, IB, IC, ID, IE, IF, IG, IH en IJ bevatten de TAC's en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand en, in voorkomend geval, de voorwaarden die er functioneel verband mee houden. Alle in deze bijlage vastgestelde vangstmogelijkheden vallen onder het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1224/2009, met name de artikelen 33 en 34 van die verordening.

Tenzij anders bepaald zijn de verwijzingen naar visserijzones verwijzingen naar ICES-zones. Per gebied staan de visbestanden vermeld in alfabetische volgorde op de Latijnse naam van de vissoort. Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van de wetenschappelijke en gebruikelijke namen:

 

Wetenschappelijke naam

Drielettercode

Gewone naam

Amblyraja radiata

RJR

Sterrog

Ammodytes spp.

SAN

Zandspieringen

Argentina silus

ARU

Grote zilvervis

Beryx spp.

ALF

Beryx spp.

Brosme brosme

USK

Lom

Caproidae

BOR

Evervissen

Centrophorus squamosus

GUQ

Schubzwelghaai

Centroscymnus coelolepis

CYO

Portugese ijshaai

Chaceon spp.

GER

Rode diepzeekrabben

Chaenocephalus aceratus

SSI

Scotiazee-ijsvis

Champsocephalus gunnari

ANI

IJsvis

Chionoecetes spp.

PCR

Pacifische sneeuwkrabben

Clupea harengus

HER

Haring

Coryphaenoides rupestris

RNG

Grenadiervis

Dalatias licha

SCK

Zwarte haai

Deania calcea

DCA

Spitssnuitsnavelhaai

Dipturus batis

RJB

Vleet

Dissostichus eleginoides

TOP

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus mawsoni

TOA

Antarctische ijsheek

Engraulis encrasicolus

ANE

Ansjovis

Etmopterus princeps

ETR

Grote lantaarnhaai

Etmopterus pusillus

ETP

Gladde lantaarnhaai

Euphausia superba

KRI

Antarctisch krill

Gadus morhua

COD

Kabeljauw

Galeorhinus galeus

GAG

Ruwe haai

Glyptocephalus cynoglossus

WIT

Witje

Gobionotothen gibberifrons

NOG

Groene Zuidpoolkabeljauw

Hippoglossoides platessoides

PLA

Lange schar

Hippoglossus hippoglossus

HAL

Heilbot

Hoplostethus atlanticus

ORY

Atlantische slijmkop

Illex illecebrosus

SQI

Kortvinpijlinktvis

Lamna nasus

POR

Haringhaai

Lepidonotothen squamifrons

NOS

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Lepidorhombus spp.

LEZ

Scharretongen

Leucoraja naevus

RJN

Grootoogrog

Limanda ferruginea

YEL

Geelstaartschar

Limanda limanda

DAB

Schar

Lophiidae

ANF

Zeeduivels

Macrourus spp.

GRV

Grenadiervissen

Makaira nigricans

BUM

Blauwe marlijn

Mallotus villosus

CAP

Lodde

Manta birostris

RMB

Reuzenmanta

Martialia hyadesi

SQS

Inktvis

Melanogrammus aeglefinus

HAD

Schelvis

Merlangius merlangus

WHG

Wijting

Merluccius merluccius

HKE

Heek

Micromesistius poutassou

WHB

Blauwe wijting

Microstomus kitt

LEM

Tongschar

Molva dypterygia

BLI

Blauwe leng

Molva molva

LIN

Leng

Nephrops norvegicus

NEP

Langoustine

Notothenia rossii

NOR

Gemarmerde ijsvis

Pandalus borealis

PRA

Noorse garnaal

Paralomis spp.

PAI

Krabben

Penaeus spp.

PEN

Peneïde garnalen

Platichthys flesus

FLE

Bot

Pleuronectes platessa

PLE

Schol

Pleuronectiformes

FLX

Platvissen

Pollachius pollachius

POL

Witte koolvis

Pollachius virens

POK

Koolvis

Psetta maxima

TUR

Tarbot

Pseudochaenichthys georgianus

SIG

Georgia-ijsvis

Raja alba

RJA

Witte rog

Raja brachyura

RJH

Blonde rog

Raja circularis

RJI

Zandrog

Raja clavata

RJC

Stekelrog

Raja fullonica

RJF

Kaardrog

Raja (Dipturus) nidarosiensis

JAD

Noorse rog

Raja microocellata

RJE

Kleinoogrog

Raja montagui

RJM

Gevlekte rog

Raja undulata

RJU

Golfrog

Rajiformes

SRX

Roggen

Reinhardtius hippoglossoides

GHL

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Scomber scombrus

MAC

Makreel

Scophthalmus rhombus

BLL

Griet

Sebastes spp.

RED

Roodbaarzen

Solea solea

SOL

Tong

Solea spp.

SOO

Tongen

Sprattus sprattus

SPR

Sprot

Squalus acanthias

DGS

Doornhaai

Tetrapturus albidus

WHM

Witte marlijn

Thunnus maccoyii

SBF

Zuidelijke blauwvintonijn

Thunnus obesus

BET

Grootoogtonijn

Thunnus thynnus

BFT

Blauwvintonijn

Trachurus murphyi

CJM

Chileense horsmakreel

Trachurus spp.

JAX

Horsmakrelen

Trisopterus esmarkii

NOP

Kever

Urophycis tenuis

HKW

Witte heek

Xiphias gladius

SWO

Zwaardvis

De onderstaande concordantietabel van gebruikelijke Nederlandse namen en Latijnse namen wordt uitsluitend ter verduidelijking gegeven:

 

Ansjovis

ANE

Engraulis encrasicolus

Antarctische ijsheek

TOA

Dissostichus mawsoni

Antarctisch krill

KRI

Euphausia superba

Atlantische slijmkop

ORY

Hoplostethus atlanticus

Beryx spp.

ALF

Beryx spp.

Blauwe leng

BLI

Molva dypterygia

Blauwe marlijn

BUM

Makaira nigricans

Blauwe wijting

WHB

Micromesistius poutassou

Blauwvintonijn

BFT

Thunnus thynnus

Blonde rog

RJH

Raja brachyura

Bot

FLE

Platichthys flesus

Chileense horsmakreel

CJM

Trachurus murphyi

Doornhaai

DGS

Squalus acanthias

Evervissen

BOR

Caproidae

Geelstaartschar

YEL

Limanda ferruginea

Gemarmerde ijsvis

NOR

Notothenia rossii

Georgia-ijsvis

SIG

Pseudochaenichthys georgianus

Gevlekte rog

RJM

Raja montagui

Gladde lantaarnhaai

ETP

Etmopterus pusillus

Golfrog

RJU

Raja undulata

Grenadiervis

RNG

Coryphaenoides rupestris

Grenadiervissen

GRV

Macrourus spp.

Griet

BLL

Scophthalmus rhombus

Grijze Zuidpoolkabeljauw

NOS

Lepidonotothen squamifrons

Groene Zuidpoolkabeljauw

NOG

Gobionotothen gibberifrons

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

GHL

Reinhardtius hippoglossoides

Grootoogrog

RJN

Leucoraja naevus

Grootoogtonijn

BET

Thunnus obesus

Grote lantaarnhaai

ETR

Etmopterus princeps

Grote zilvervis

ARU

Argentina silus

Haring

HER

Clupea harengus

Haringhaai

POR

Lamna nasus

Heek

HKE

Merluccius merluccius

Heilbot

HAL

Hippoglossus hippoglossus

Horsmakrelen

JAX

Trachurus spp.

IJsvis

ANI

Champsocephalus gunnari

Inktvis

SQS

Martialia hyadesi

Kaardrog

RJF

Raja fullonica

Kabeljauw

COD

Gadus morhua

Kever

NOP

Trisopterus esmarkii

Kleinoogrog

RJE

Raja microocellata

Koolvis

POK

Pollachius virens

Kortvinpijlinktvis

SQI

Illex illecebrosus

Krabben

PAI

Paralomis spp.

Lange schar

PLA

Hippoglossoides platessoides

Langoustine

NEP

Nephrops norvegicus

Leng

LIN

Molva molva

Lodde

CAP

Mallotus villosus

Lom

USK

Brosme brosme

Makreel

MAC

Scomber scombrus

Noorse garnaal

PRA

Pandalus borealis

Noorse rog

JAD

Raja (Dipturus) nidarosiensis

Pacifische sneeuwkrabben

PCR

Chionoecetes spp.

Peneïde garnalen

PEN

Penaeus spp.

Platvissen

FLX

Pleuronectiformes

Portugese ijshaai

CYO

Centroscymnus coelolepis

Reuzenmanta

RMB

Manta birostris

Rode diepzeekrabben

GER

Chaceon spp.

Roggen

SRX

Rajiformes

Roodbaarzen

RED

Sebastes spp.

Ruwe haai

GAG

Galeorhinus galeus

Schar

DAB

Limanda limanda

Scharretongen

LEZ

Lepidorhombus spp.

Schelvis

HAD

Melanogrammus aeglefinus

Schol

PLE

Pleuronectes platessa

Schubzwelghaai

GUQ

Centrophorus squamosus

Scotiazee-ijsvis

SSI

Chaenocephalus aceratus

Spitssnuitsnavelhaai

DCA

Deania calcea

Sprot

SPR

Sprattus sprattus

Stekelrog

RJC

Raja clavata

Sterrog

RJR

Amblyraja radiata

Tarbot

TUR

Psetta maxima

Tong

SOL

Solea solea

Tongen

SOO

Solea spp.

Tongschar

LEM

Microstomus kitt

Vleet

RJB

Dipturus batis

Wijting

WHG

Merlangius merlangus

Witje

WIT

Glyptocephalus cynoglossus

Witte heek

HKW

Urophycis tenuis

Witte koolvis

POL

Pollachius pollachius

Witte marlijn

WHM

Tetrapturus albidus

Witte rog

RJA

Raja alba

Zandrog

RJI

Raja circularis

Zandspieringen

SAN

Ammodytes spp.

Zeeduivels

ANF

Lophiidae

Zuidelijke blauwvintonijn

SBF

Thunnus maccoyii

Zwaardvis

SWO

Xiphias gladius

Zwarte haai

SCK

Dalatias licha

Zwarte Patagonische ijsheek

TOP

Dissostichus eleginoides

BIJLAGE IA

Skagerrak, kattegat, ICES-deelgebieden I, II, III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV, EU-wateren van CECAF

 

Soort

:

Zandspieringen

Ammodytes spp.

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(SAN/04-N.)

Denemarken

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Zandspieringen en bijvangsten

Ammodytes spp.

Gebied

:

EU-wateren van IIa, IIIa en IV (1)

Denemarken

0 (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

0 (2)

Duitsland

0 (2)

Zweden

0 (2)

Unie

0

TAC

0

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als omschreven in bijlage IIB, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Gebied

:

EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspieringen (1)

 

1

2

3

4

5

6

7

 

(SAN/234_1)

(SAN/234_2)

(SAN/234_3)

(SAN/234_4)

(SAN/234_5)

(SAN/234_6)

(SAN/234_7)

Denemarken

0

0

0

0

0

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

0

0

0

0

0

Duitsland

0

0

0

0

0

0

0

Zweden

0

0

0

0

0

0

0

Unie

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

 

Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I, II en XIV

(USK/1214EI)

Duitsland

6 (3)

Analytische TAC

Frankrijk

6 (3)

Verenigd Koninkrijk

6 (3)

Andere

3 (3)

Unie

21 (3)

TAC

21

 

Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

EU-wateren van IV

(USK/04-C.)

Denemarken

64

Analytische TAC

Duitsland

19

Frankrijk

44

Zweden

6

Verenigd Koninkrijk

96

Andere

6 (4)

Unie

235

TAC

235

 

Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V, VI en VII

(USK/567EI.)

Duitsland

5 (6)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing.

Spanje

17 (6)

Frankrijk

207 (6)

Ierland

20 (6)

Verenigd Koninkrijk

99 (6)

Andere

5 (5)  (6)

Unie

353 (6)

TAC

3 860

 

Soort

:

Lom

Brosme brosme

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(USK/04-N.)

België

0 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

0 (7)

Duitsland

0 (7)

Frankrijk

0 (7)

Nederland

0 (7)

Verenigd Koninkrijk

0 (7)

Unie

0 (7)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Haring (8)

Clupea harengus

Gebied

:

IIIa

(HER/03A.)

Denemarken

15 276 (9)  (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

244 (9)  (10)

Zweden

15 980 (9)  (10)

Unie

31 500 (9)  (10)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Haring (11)

Clupea harengus

Gebied

:

EU-wateren en Noorse wateren van IV ten noorden van 53° 30′ NB

(HER/4AB.)

Denemarken

45 058 (12)

Analytische TAC.

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

29 296 (12)

Frankrijk

14 900 (12)

Nederland

37 476 (12)

Zweden

2 884 (12)

Verenigd Koninkrijk

40 485 (12)

Unie

170 099 (12)

TAC

Niet vastgesteld

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren ten zuiden van

62° NB (HER/*04N-) ()

Unie

0

()  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlandingen van haring voor de gebieden IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.) afzonderlijk melden.

 

Soort

:

Haring (14)

Clupea harengus

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(HER/04-N.)

Zweden

0 (14)  (15)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0 (15)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Haring (16)

Clupea harengus

Gebied

:

IIIa

(HER/03A-BC)

Denemarken

3 984 (17)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

36 (17)

Zweden

641 (17)

Unie

4 661 (17)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Haring (18)

Clupea harengus

Gebied

:

IV, VIId en EU-wateren van IIa

(HER/2A47DX)

België

62 (19)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

11 994 (19)

Duitsland

62 (19)

Frankrijk

62 (19)

Nederland

62 (19)

Zweden

59 (19)

Verenigd Koninkrijk

228 (19)

Unie

12 529 (19)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Haring (20)

Clupea harengus

Gebied

:

IVc, VIId (21)

(HER/4CXB7D)

België

6 142 (22)  (23)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

617 (22)  (23)

Duitsland

401 (22)  (23)

Frankrijk

7 610 (22)  (23)

Nederland

13 483 (22)  (23)

Verenigd Koninkrijk

2 932 (22)  (23)

Unie

31 185 (23)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van Vb, VIb en VIaN (24)

(HER/5B6ANB)

Duitsland

3 072

Analytische TAC

Frankrijk

581

Ierland

4 151

Nederland

3 072

Verenigd Koninkrijk

16 604

Unie

27 480

TAC

27 480

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Skagerrak

(COD/03AN.)

België

6 (25)  (26)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

2 118 (25)  (26)

Duitsland

53 (25)  (26)

Nederland

13 (25)  (26)

Zweden

371 (25)  (26)

Unie

2 561 (26)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(COD/2A3AX4)

België

547 (27)  (28)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

3 147 (27)  (28)

Duitsland

1 995 (27)  (28)

Frankrijk

676 (27)  (28)

Nederland

1 778 (27)  (28)

Zweden

21 (27)  (28)

Verenigd Koninkrijk

7 218 (27)  (28)

Unie

15 382 (28)

TAC

Niet vastgesteld

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(COD/*04N-)

Unie

0

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(COD/04-N.)

Zweden

0 (29)  (30)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0 (30)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

VIId

(COD/07D.)

België

46 (31)  (32)

Analytische TAC

Frankrijk

907 (31)  (32)

Nederland

27 (31)  (32)

Verenigd Koninkrijk

100 (31)  (32)

Unie

1 080 (32)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Schar en bot

Limanda limanda en Platichthys flesus

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV

(DAB/2AC4-C) voor schar;

(FLE/2AC4-C) voor bot

België

503

Voorzorgs-TAC

Denemarken

1 888

Duitsland

2 832

Frankrijk

196

Nederland

11 421

Zweden

6

Verenigd Koninkrijk

1 588

Unie

18 434

TAC

18 434

 

Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV

(ANF/2AC4-C)

België

308 (33)

Analytische TAC

Denemarken

678 (33)

Duitsland

331 (33)

Frankrijk

63 (33)

Nederland

233 (33)

Zweden

8 (33)

Verenigd Koninkrijk

7 082 (33)

Unie

8 703 (33)

TAC

8 703

 

Soort

:

Zeeduivels

Lophiidae

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(ANF/04-N.)

België

0 (34)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

0 (34)

Duitsland

0 (34)

Nederland

0 (34)

Verenigd Koninkrijk

0 (34)

Unie

0 (34)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

IIIa; EU-wateren van deelsectoren 22-32

(HAD/3A/BCD)

België

8 (35)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

1 360 (35)

Duitsland

86 (35)

Nederland

1 (35)

Zweden

161 (35)

Unie

1 616 (35)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

IV; EU-wateren van IIa

(HAD/2AC4.)

België

291 (36)

Analytische TAC

Denemarken

1 999 (36)

Duitsland

1 272 (36)

Frankrijk

2 217 (36)

Nederland

218 (36)

Zweden

141 (36)

Verenigd Koninkrijk

21 279 (36)

Unie

27 417 (36)

TAC

Niet vastgesteld

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(HAD/*04N-)

Unie

0

 

Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(HAD/04-N.)

Zweden

0 (37)  (38)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0 (38)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VIb, XII en XIV

(HAD/6B1214)

België

2

Analytische TAC

Duitsland

3

Frankrijk

109

Ierland

78

Verenigd Koninkrijk

798

Unie

990

TAC

990

 

Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

IIIa

(WHG/03A.)

Denemarken

650 (39)

Voorzorgs-TAC

Nederland

2 (39)

Zweden

69 (39)

Unie

721 (39)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Wijting

Merlangius merlangus

Gebied

:

IV; EU-wateren van IIa

(WHG/2AC4.)

België

365 (40)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

1 579 (40)

Duitsland

411 (40)

Frankrijk

2 373 (40)

Nederland

913 (40)

Zweden

2 (40)

Verenigd Koninkrijk

6 297 (40)

Unie

11 940 (40)

TAC

Niet vastgesteld

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(WHG/*04N-)

Unie

0

 

Soort

:

Wijting en witte koolvis

Merlangius merlangus en Pollachius pollachius

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(WHG/04-N.) voor wijting;

(POL/04-N.) voor witte koolvis

Zweden

0 (41)  (42)

Voorzorgs-TAC.

Unie

0 (42)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Noorse wateren van II en IV

(WHB/24-N.)

Denemarken

0 (43)

Analytische TAC

Verenigd Koninkrijk

0 (43)

Unie

0 (43)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I, II, III, IV, V, VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId, VIIIe, XII en XIV (WHB/1X14)

Denemarken

16 923 (45)

Analytische TAC

Duitsland

6 580 (45)

Spanje

14 347 (44)  (45)

Frankrijk

11 777 (45)

Ierland

13 105 (45)

Nederland

20 635 (45)

Portugal

1 333 (44)  (45)

Zweden

4 186 (44)  (45)

Verenigd Koninkrijk

21 959 (45)

Unie

110 845 (45)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

(WHB/8C3411)

Spanje

9 095 (46)

Analytische TAC

Portugal

2 274 (46)

Unie

11 369 (46)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

EU-wateren van II, IVa, V, VI ten noorden van 56° 30′ NB en VII ten westen van 12° WL

(WHB/24A567)

Noorwegen

0

Analytische TAC

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Tongschar en witje

Microstomus kitt en Glyptocephalus cynoglossus

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV

(LEM/2AC4-C) voor tongschar;

(WIT/2AC4-C) voor witje

België

346

Voorzorgs-TAC

Denemarken

953

Duitsland

122

Frankrijk

261

Nederland

793

Zweden

11

Verenigd Koninkrijk

3 905

Unie

6 391

TAC

6 391

 

Soort

:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van Vb, VI, VII, (BLI/5B67-)

Duitsland

25 (48)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing.

Estland

4 (48)

Spanje

79 (48)

Frankrijk

1 793 (48)

Ierland

7 (48)

Litouwen

2 (48)

Polen

1 (48)

Verenigd Koninkrijk

457 (48)

Andere

7 (47)  (48)

Unie

2 375 (48)

TAC

2 540

 

Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I en II

(LIN/1/2.)

Denemarken

8

Analytische TAC

Duitsland

8

Frankrijk

8

Verenigd Koninkrijk

8

Andere

4 (49)

Unie

36

TAC

36

 

Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

EU-wateren van IV

(LIN/04-C.)

België

16

Analytische TAC

Denemarken

243

Duitsland

150

Frankrijk

135

Nederland

5

Zweden

10

Verenigd Koninkrijk

1 869

Unie

2 428

TAC

2 428

 

Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V

(LIN/05.)

België

9

Voorzorgs-TAC

Denemarken

6

Duitsland

6

Frankrijk

6

Verenigd Koninkrijk

6

Unie

33

TAC

33

 

Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van VI, VII, VIII, IX, X, XII en XIV (LIN/6X14.)

België

30 (50)

Analytische TAC

Artikel 11 van deze verordening is van toepassing.

Denemarken

5 (50)

Duitsland

109 (50)

Spanje

2 211 (50)

Frankrijk

2 357 (50)

Ierland

591 (50)

Portugal

5 (50)

Verenigd Koninkrijk

2 716 (50)

Unie

8 024 (50)

TAC

14 164

 

Soort

:

Leng

Molva molva

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(LIN/04-N.)

België

0 (51)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

0 (51)

Duitsland

0 (51)

Frankrijk

0 (51)

Nederland

0 (51)

Verenigd Koninkrijk

0 (51)

Unie

0 (51)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

IIIa; EU-wateren van de deelsectoren 22-32

(NEP/3A/BCD)

Denemarken

3 822

Analytische TAC

Duitsland

11

Zweden

1 367

Unie

5 200

TAC

5 200

 

Soort

:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(NEP/04-N.)

Denemarken

0 (52)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0 (52)

Verenigd Koninkrijk

0 (52)

Unie

0 (52)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

IIIa

(PRA/03A.)

Denemarken

1 720 (53)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Zweden

926 (53)

Unie

2 646 (53)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV

(PRA/2AC4-C)

Denemarken

2 273

Analytische TAC

Nederland

21

Zweden

91

Verenigd Koninkrijk

673

Unie

3 058

TAC

3 058

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(PRA/04-N.)

Denemarken

0 (55)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Zweden

0 (54)  (55)

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

Skagerrak

(PLE/03AN.)

België

34 (56)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

4 332 (56)

Duitsland

22 (56)

Nederland

833 (56)

Zweden

232 (56)

Unie

5 453 (56)

TAC

Niet vastgesteld (56)

 

Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

Kattegat

(PLE/03AS.)

Denemarken

1 602

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

18

Zweden

180

Unie

1 800

TAC

1 800

 

Soort

:

Schol

Pleuronectes platessa

Gebied

:

IV; EU-wateren van IIa; het gedeelte van IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(PLE/2A3AX4)

België

3 636 (57)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

11 817 (57)

Duitsland

3 409 (57)

Frankrijk

682 (57)

Nederland

22 726 (57)

Verenigd Koninkrijk

16 817 (57)

Unie

59 087 (57)

TAC

Niet vastgesteld

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(PLE/*04N-)

Unie

0

 

Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

IIIa en IV; EU-wateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

(POK/2A34.)

België

19 (58)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

2 284 (58)

Duitsland

5 769 (58)

Frankrijk

13 577 (58)

Nederland

57 (58)

Zweden

314 (58)

Verenigd Koninkrijk

4 423 (58)

Unie

26 443 (58)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

VI; EU-wateren en internationale wateren van Vb, XII en XIV

(POK/56-14)

Duitsland

200 (59)

Analytische TAC

Frankrijk

1 989 (59)

Ierland

375 (59)

Verenigd Koninkrijk

2 917 (59)

Unie

5 481 (59)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(POK/04-N.)

Zweden

0 (60)  (61)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

0 (61)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Tarbot en griet

Psetta maxima en Scopthalmus rhombus

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV

(TUR/2AC4-C) voor tarbot;

(BLL/2AC4-C) voor griet

België

340

Voorzorgs-TAC

Denemarken

727

Duitsland

186

Frankrijk

88

Nederland

2 579

Zweden

5

Verenigd Koninkrijk

717

Unie

4 642

TAC

4 642

 

Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV; EU-wateren en internationale wateren van Vb en VI

(GHL/2A-C46)

Denemarken

16 (62)

Analytische TAC

Duitsland

28 (62)

Estland

16 (62)

Spanje

16 (62)

Frankrijk

259 (62)

Ierland

16 (62)

Litouwen

16 (62)

Polen

16 (62)

Verenigd Koninkrijk

1 016 (62)

Unie

1 400 (62)

TAC

2 000

 

Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

IIIa en IV; EU-wateren van IIa, IIIb, IIIc en deelsectoren 22-32

(MAC/2A34.)

België

384 (63)

Analytische TAC

Denemarken

13 185 (63)

Duitsland

401 (63)

Frankrijk

1 209 (63)

Nederland

1 217 (63)

Zweden

3 610 (63)

Verenigd Koninkrijk

1 127 (63)

Unie

21 133 (63)

TAC

Niet relevant

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

IIIa

(MAC/*03A.)

IIIa en IVbc

(MAC/*3A4BC)

IVb

(MAC/*04B.)

IVc

(MAC/*04C.)

VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 31 maart 2013 en in december 2013 (MAC/*2A6.)

Denemarken

0

4 130

0

0

7 112

Frankrijk

0

490

0

0

0

Nederland

0

490

0

0

0

Zweden

0

0

390

10

1 372

Verenigd Koninkrijk

0

490

0

0

0

Noorwegen

0

0

0

0

0

 

Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

VI, VII, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van IIa, XII en XIV

(MAC/2CX14-)

Duitsland

15 320 (64)

Analytische TAC

Spanje

17 (64)

Estland

128 (64)

Frankrijk

10 214 (64)

Ierland

51 067 (64)

Letland

95 (64)

Litouwen

95 (64)

Nederland

22 341 (64)

Polen

1 079 (64)

Verenigd Koninkrijk

140 436 (64)

Unie

240 792 (64)

TAC

Niet relevant

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

EU-wateren van IVa

(MAC/*04A-EN)

Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 15 februari 2013 en van 1 september tot en met 31 december 2013

Noorse wateren van IIa

(MAC/*2AN-)

Duitsland

6 164

0

Frankrijk

4 109

0

Ierland

20 547

0

Nederland

8 989

0

Verenigd Koninkrijk

56 507

0

Unie

96 316

0

 

Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1

(MAC/8C3411)

Spanje

22 709 (65)  (66)

Analytische TAC

Frankrijk

151 (65)  (66)

Portugal

4 694 (65)  (66)

Unie

27 554

TAC

Niet relevant

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

VIIIb

(MAC/*08B.)

Spanje

1 907

Frankrijk

13

Portugal

395

 

Soort

:

Makreel

Scomber scombrus

Gebied

:

Noorse wateren van IIa en IVa

(MAC/2A4A-N.)

Denemarken

0 (67)  (68)

Analytische TAC

Unie

0 (67)  (68)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Tong

Solea solea

Gebied

:

EU-wateren van II en IV

(SOL/24-C.)

België

1 162 (69)

Analytische TAC

Denemarken

531 (69)

Duitsland

930 (69)

Frankrijk

232 (69)

Nederland

10 492 (69)

Verenigd Koninkrijk

598 (69)

Unie

13 945 (69)

TAC

14 000

 

Soort

:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied

:

IIIa

(SPR/03A.)

Denemarken

24 390 (70)  (71)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

51 (70)  (71)

Zweden

9 229 (70)  (71)

Unie

33 670 (71)

TAC

Niet vastgesteld

 

Soort

:

Sprot en bijvangsten

Sprattus sprattus

Gebied

:

EU-wateren van IIa en IV

(SPR/2AC4-C)

België

1 726 (74)  (73)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

136 572 (74)  (73)

Duitsland

1 726 (74)  (73)

Frankrijk

1 726 (74)  (73)

Nederland

1 726 (74)  (73)

Zweden

1 330 (72)  (74)  (73)

Verenigd Koninkrijk

5 694 (74)  (73)

Unie

150 500 (73)

TAC

161 500

 

Soort

:

Horsmakrelen en bijvangsten

Trachurus spp.

Gebied

:

EU-wateren van IVb, IVc and VIId

(JAX/4BC7D)

België

37 (76)  (77)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

16 198 (76)  (77)

Duitsland

1 430 (75)  (76)  (77)

Spanje

301 (76)  (77)

Frankrijk

1 344 (75)  (76)  (77)

Ierland

1 019 (76)  (77)

Nederland

9 752 (75)  (76)  (77)

Portugal

34 (76)  (77)

Zweden

75 (76)  (77)

Verenigd Koninkrijk

3 855 (75)  (76)  (77)

Unie

34 045 (76)

TAC

37 950

 

Soort

:

Horsmakrelen en bijvangsten

Trachurus spp.

Gebied

:

EU-wateren van IIa, IVa; VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (JAX/2A-14)

Denemarken

15 502 (78)  (80)  (81)

Analytische TAC

Duitsland

12 096 (78)  (79)  (80)  (81)

Spanje

16 498 (80)  (81)

Frankrijk

6 226 (78)  (79)  (80)  (81)

Ierland

40 284 (78)  (80)  (81)

Nederland

48 532 (78)  (79)  (80)  (81)

Portugal

1 589 (80)  (81)

Zweden

675 (78)  (80)  (81)

Verenigd Koninkrijk

14 587 (78)  (79)  (80)  (81)

Unie

155 989

TAC

157 989

 

Soort

:

Kever en bijvangsten

Trisopterus esmarkii

Gebied

:

IIIa; EU-wateren van IIa en IV

(NOP/2A3A4.)

Denemarken

167 345 (82)  (84)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

32 (82)  (83)  (84)

Nederland

123 (82)  (83)  (84)

Unie

167 500 (82)  (84)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Kever

Trisopterus esmarkii

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(NOP/04-N.)

Denemarken

0 (85)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

0 (85)

Unie

0 (85)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Industriële vis

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(I/F/04-N.)

Zweden

0 (86)  (87)

Voorzorgs-TAC

Unie

0 (87)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

EU-wateren van Vb, VI en VII

(OTH/5B67-C)

Unie

Niet relevant

Voorzorgs-TAC

Noorwegen

0 (88)  (89)

TAC

Niet relevant

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

Noorse wateren van IV

(OTH/04-N.)

België

0 (92)

Voorzorgs-TAC

Denemarken

0 (92)

Duitsland

0 (92)

Frankrijk

0 (92)

Nederland

0 (92)

Zweden

0 (90)  (92)

Verenigd Koninkrijk

0 (92)

Unie

0 (91)  (92)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

EU-wateren van IIa, IV en VIa ten noorden van 56° 30′ NB

(OTH/2A46AN)

Unie

Niet relevant

Voorzorgs-TAC

Noorwegen

0 (93)  (94)  (95)

TAC

Niet relevant

 

  • (1) 
    Exclusief wateren binnen 6 mijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.
  • (2) 
    Ten minste 98 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid bestaat uit zandspieringen. Bijvangsten van schar, makreel en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van het quotum (OT1/*2A3A4).

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen als omschreven in bijlage IIB, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Gebied

:

EU-wateren van de beheersgebieden voor zandspieringen (1)

 

1

2

3

4

5

6

7

 

(SAN/234_1)

(SAN/234_2)

(SAN/234_3)

(SAN/234_4)

(SAN/234_5)

(SAN/234_6)

(SAN/234_7)

Denemarken

0

0

0

0

0

0

0

Verenigd Koninkrijk

0

0

0

0

0

0

0

Duitsland

0

0

0

0

0

0

0

Zweden

0

0

0

0

0

0

0

Unie

0

0

0

0

0

0

0

Totaal

0

0

0

0

0

0

0

  • (3) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (4) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (5) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (6) 
    Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • (7) 
    Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • (8) 
    Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.
  • (9) 
    Bijzondere voorwaarde: Tot 50 % van deze hoeveelheid mag worden gevangen in EU-wateren van IV (HER/*04-C.).
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlandingen van haring voor de gebieden IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.) afzonderlijk melden.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren ten zuiden van

62° NB (HER/*04N-) ()

Unie

0

()  Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlandingen van haring voor de gebieden IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.) afzonderlijk melden.

  • Aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm. Elke lidstaat moet zijn aanlandingen van haring voor de gebieden IVa (HER/04A.) en IVb (HER/04B.) afzonderlijk melden.
  • Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend voor aanlanding van haring gevangen als bijvangst met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend voor aanlanding van haring gevangen als bijvangst met vistuig met een maaswijdte kleiner dan 32 mm.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend voor aanlanding van haring gevangen met vistuig met een maaswijdte gelijk aan of groter dan 32 mm.
  • Uitgezonderd het Blackwater-bestand: het gaat om het haringbestand van het zeegebied van de Theemsmonding in een gebied dat wordt begrensd door een loxodroom die rechtwijzend zuid gaat vanaf Landguard Point (51° 56′ NB, 1° 19,1′ OL) tot 51° 33′ NB en vandaar rechtwijzend west naar een punt op de kust van het Verenigd Koninkrijk.
  • Bijzondere voorwaarde: Tot 50 % van dit quotum mag worden gevangen in IVb (HER/*04B.).
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bedoeld is het haringbestand in het deel van ICES-zone VIa ten oosten van 7° WL en ten noorden van 55° NB, of ten westen van 7° WL en ten noorden van 56° NB met uitzondering van de Clyde.
  • De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig artikel 6 van deze verordening.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig artikel 6 van deze verordening.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(COD/*04N-)

Unie

0

  • Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • De lidstaten mogen de vaartuigen die hun vlag voeren en die deelnemen aan proeven met betrekking tot volledig gedocumenteerde visserij, bovenop dit quotum extra toewijzingen toekennen voor een hoeveelheid die niet groter is dan 12 % van het aan de betrokken lidstaat toegewezen quotum, zulks overeenkomstig artikel 6 van deze verordening.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bijzondere voorwaarde: waarvan tot 5 % mag worden gevist in: VI; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (ANF/*56-14).
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(HAD/*04N-)

Unie

0

  • Bijvangsten van kabeljauw, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(WHG/*04N-)

Unie

0

  • Bijvangsten van kabeljauw, schelvis en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar VIIIc, IX en X; EU-wateren van CECAF 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van IV

(PLE/*04N-)

Unie

0

  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis en wijting worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

IIIa

(MAC/*03A.)

IIIa en IVbc

(MAC/*3A4BC)

IVb

(MAC/*04B.)

IVc

(MAC/*04C.)

VI, internationale wateren van IIa, van 1 januari tot en met 31 maart 2013 en in december 2013 (MAC/*2A6.)

Denemarken

0

4 130

0

0

7 112

Frankrijk

0

490

0

0

0

Nederland

0

490

0

0

0

Zweden

0

0

390

10

1 372

Verenigd Koninkrijk

0

490

0

0

0

Noorwegen

0

0

0

0

0

  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande gebieden en perioden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

EU-wateren van IVa

(MAC/*04A-EN)

Gedurende de perioden van 1 januari tot en met 15 februari 2013 en van 1 september tot en met 31 december 2013

Noorse wateren van IIa

(MAC/*2AN-)

Duitsland

6 164

0

Frankrijk

4 109

0

Ierland

20 547

0

Nederland

8 989

0

Verenigd Koninkrijk

56 507

0

Unie

96 316

0

  • Bijzondere voorwaarde: de hoeveelheden die met andere lidstaten worden geruild, mogen in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen (MAC/*8ABD.). De door Spanje, Portugal of Frankrijk te ruil aangeboden hoeveelheden die in VIIIa, VIIIb en VIIId worden gevangen, mogen echter niet meer dan 25 % van de quota van de donorlidstaat bedragen.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

VIIIb

(MAC/*08B.)

Spanje

1 907

Frankrijk

13

Portugal

395

  • Vangsten in IIa (MAC/*02A.) en in IVa (MAC/*4A.) worden afzonderlijk gemeld.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid bestaat uit sprot. Bijvangsten van schar, wijting en schelvis worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*03A.).
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Inclusief zandspieringen.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Ten minste 98 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid bestaat uit sprot. Bijvangsten van schar en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 2 % van het quotum (OTH/*2AC4C).
  • Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector VIId wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor het gebied: EU-wateren van IIa, IVa, VI, VIIa-c, VIIe-k, VIIIa, VIIIb, VIIId en VIIIe; EU-wateren en internationale wateren van Vb; internationale wateren van XII en XIV (JAX/*2A-14).
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid bestaat uit horsmakreel. Bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*4BC7D).
  • Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum vóór 30 juni 2013 in de EU-wateren van IIa of IVa wordt gevangen, mag worden verrekend met de quota voor de EU-wateren van IVb, IVc en VIId (JAX/*4BC7D).
  • Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van dit quotum mag worden gevangen in VIIId (JAX/*07D).
  • Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid bestaat uit horsmakreel. Bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*2A-14).
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Ten minste 95 % van de van dit quotum afgeboekte aangelande hoeveelheid bestaat uit kever. Bijvangsten van schelvis en wijting worden in mindering gebracht op de resterende 5 % van het quotum (OTH/*2A3A4).
  • Het quotum mag uitsluitend worden gevangen in de EU-wateren van ICES-zones IIa, IIIa en IV.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bijvangsten van kabeljauw, schelvis, witte koolvis, wijting en koolvis worden in mindering gebracht op de quota voor deze soorten.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend vangsten met beuglijnen.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Door Noorwegen aan Zweden toegekend quotum op traditioneel niveau voor "andere soorten".
  • Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Beperkt tot IIa en IV (OTH/*2A4-C).
  • Met inbegrip van niet specifiek vermelde visserijen. Uitzonderingen kunnen in voorkomend geval worden opgenomen na overleg.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.

BIJLAGE IB

NOORDOOSTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN EN GROENLAND ICES-DEELGEBIEDEN I, II, V, XII EN XIV EN GROENLANDSE WATEREN VAN NAFO 1

 

Soort

:

Pacifische sneeuwkrabben

Chionoecetes spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(PCR/N1GRN.)

Ierland

31

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

219

Unie

250

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Haring

Clupea harengus

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van I en II

(HER/1/2.)

België

14 (1)

Analytische TAC.

Denemarken

13 806 (1)

Duitsland

2 418 (1)

Spanje

46 (1)

Frankrijk

596 (1)

Ierland

3 574 (1)

Nederland

4 941 (1)

Polen

699 (1)

Portugal

46 (1)

Finland

214 (1)

Zweden

5 116 (1)

Verenigd Koninkrijk

8 827 (1)

Unie

40 297 (1)

TAC

Niet vastgesteld

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van het bovenstaande TAC-aandeel van de Unie mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan 0 ton:

Noorse wateren ten noorden van 62° NB en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(COD/1N2AB.)

Duitsland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Griekenland

0

Spanje

0

Ierland

0

Frankrijk

0

Portugal

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1 en van XIV

(COD/N1GL14)

Duitsland

1 391 (2)  (3)  (4)  (5)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

309 (2)  (3)  (4)  (5)

Unie

1 700 (2)  (3)  (4)  (5)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

I en IIb

(COD/1/2B.)

Duitsland

7 739 (8)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

14 330 (8)

Frankrijk

3 758 (8)

Polen

3 057 (8)

Portugal

2 816 (8)

Verenigd Koninkrijk

5 223 (8)

Andere lidstaten

250 (6)  (8)

Unie

37 172 (7)

TAC

986 000

 

Soort

:

Kabeljauw en schelvis

Gadus morhua en Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(COD/05B-F.) voor kabeljauw;

(HAD/05B-F.) voor schelvis

Duitsland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Heilbot

Hippoglossus hippoglossus

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(HAL/514GRN)

Portugal

112 (9)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

112

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Heilbot

Hippoglossus hippoglossus

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(HAL/N1GRN.)

Unie

112 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(GRV/514GRN)

Unie

100 (11)  (12)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(GRV/N1GRN.)

Unie

100 (13)  (14)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied

:

IIb

(CAP/02B.)

Unie

0

Analytische TAC

TAC

0

 

Soort

:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(CAP/514GRN)

Denemarken

4 909

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

46

Zweden

352

Duitsland

214

Alle lidstaten

254 (15)  (16)

Unie

5 775 (17)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(HAD/1N2AB.)

Duitsland

0 (18)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0 (18)

Verenigd Koninkrijk

0 (18)

Unie

0 (18)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied

:

Wateren van de Faeröer

(WHB/2A4AXF)

Denemarken

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

Frankrijk

0

Nederland

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

0 (19)

 

Soort

:

Leng en blauwe leng

Molva molva en

Molva dypterygia

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(LIN/05B-F.) voor leng;

(BLI/05B-F.) voor blauwe leng

Duitsland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(PRA/514GRN)

Denemarken

2 105 (20)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

2 105 (20)

Unie

4 210 (20)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(PRA/N1GRN.)

Denemarken

1 700

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

1 700

Unie

3 400

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(POK/1N2AB.)

Duitsland

0 (21)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0 (21)

Verenigd Koninkrijk

0 (21)

Unie

0 (21)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Internationale wateren van I en II

(POK/1/2INT)

Unie

0

Analytische TAC

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Koolvis

Pollachius virens

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(POK/05B-F.)

België

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

Frankrijk

0

Nederland

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(GHL/1N2AB.)

Duitsland

0 (22)  (23)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

0 (22)  (23)

Unie

0 (22)  (23)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Internationale wateren van I en II

(GHL/1/2INT)

Unie

0

Voorzorgs-TAC

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1

(GHL/N1GRN.)

Duitsland

2 075 (25)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

2 075 (24)  (25)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

Groenlandse wateren van V en XIV

(GHL/514GRN)

Duitsland

3 695 (27)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Verenigd Koninkrijk

195 (27)

Unie

3 890 (26)  (27)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Roodbaarzen (ondiep pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

(RED/51214S)

Estland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

Spanje

0

Frankrijk

0

Ierland

0

Letland

0

Nederland

0

Polen

0

Portugal

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

0

 

Soort

:

Roodbaarzen (diep pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied

:

EU-wateren en internationale wateren van V; internationale wateren van XII en XIV

(RED/51214D)

Estland

121 (28)  (29)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

2 441 (28)  (29)

Spanje

433 (28)  (29)

Frankrijk

230 (28)  (29)

Ierland

1 (28)  (29)

Letland

44 (28)  (29)

Nederland

1 (28)  (29)

Polen

222 (28)  (29)

Portugal

518 (28)  (29)

Verenigd Koninkrijk

6 (28)  (29)

Unie

4 017 (28)  (29)

TAC

26 000 (28)  (29)

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(RED/1N2AB.)

Duitsland

0 (30)  (31)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

0 (30)  (31)

Frankrijk

0 (30)  (31)

Portugal

0 (30)  (31)

Verenigd Koninkrijk

0 (30)  (31)

Unie

0 (30)  (31)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

Internationale wateren van I en II

(RED/1/2INT)

Unie

Niet relevant (32)  (33)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

19 500

 

Soort

:

Roodbaarzen (pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV

(RED/N1G14P)

Duitsland

2 173 (34)  (35)  (36)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

11 (34)  (35)  (36)

Verenigd Koninkrijk

16 (34)  (35)  (36)

Unie

2 200 (34)  (35)  (36)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Roodbaarzen (demersaal)

Sebastes spp.

Gebied

:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van V en XIV

(RED/N1G14D)

Duitsland

1 976 (37)  (38)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

10 (37)  (38)

Verenigd Koninkrijk

14 (37)  (38)

Unie

2 000 (37)  (38)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

IJslandse wateren van Va

(RED/05A-IS)

België

0 (39)  (40) (3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0 (39)  (40) (3)

Frankrijk

0 (39)  (40) (3)

Verenigd Koninkrijk

0 (39)  (40) (3)

Unie

0 (39)  (40) (3)

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(RED/05B-F.)

België

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

0

Frankrijk

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

Noorse wateren van I en II

(OTH/1N2AB.)

Duitsland

0 (41)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0 (41)

Verenigd Koninkrijk

0 (41)

Unie

0 (41)

 

Soort

:

Andere soorten (42)

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(OTH/05B-F.)

Duitsland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

Soort

:

Platvissen

Pleuronectiformes

Gebied

:

Wateren van de Faeröer van Vb

(FLX/05B-F.)

Duitsland

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

0

Verenigd Koninkrijk

0

Unie

0

TAC

Niet relevant

 

  • (1) 
    Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de gevangen hoeveelheden in elk van de volgende gebieden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van NEAFC, de EU-wateren, de visserijbeschermingszone rond Svalbard.

Bijzondere voorwaarde:

Binnen de limieten van het bovenstaande TAC-aandeel van de Unie mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan 0 ton:

Noorse wateren ten noorden van 62° NB en de visserijzone rond Jan Mayen (HER/*2AJMN)

  • (2) 
    Het gebied in Oost-Groenland genaamd de "Kleine Banke" is gesloten voor alle visserijactiviteiten. Dit gebied wordt begrensd door de volgende coördinaten:
 
 

64°40′ NB 37°30′ WL

 
 

64°40′ NB 36°30′ WL

 
 

64°15′ NB 36°30′ WL; en

 
 

64°15′ NB 37°30′ WL.

  • (3) 
    Mag in Oost- of West-Groenland worden gevangen. In Oost-Groenland is de visserij uitsluitend toegestaan:
 

voor trawlers, van 1 juli tot en met 31 december 2013;

 

voor vaartuigen voor de beugvisserij, van 1 april tot en met 31 december 2013.

  • (4) 
    De visserij wordt uitgevoerd met permanente aanwezigheid van waarnemers en met VMS. Maximaal 80 % van het quotum mag in één van de onderstaande gebieden worden gevangen. Bovendien moet in elk gebied een minimuminspanning van 10 trekken per vaartuig worden verricht.
 

Gebied

Grens

1.

Oost-Groenland (COD/N65E44)

Ten noorden van 65° NB ten oosten van 44° WL

2.

Oost-Groenland (COD/645E44)

Tussen 64° NB en 65° NB ten oosten van 44° WL

3.

Oost-Groenland (COD/624E44)

Tussen 62° NB en 64° NB ten oosten van 44° WL

4.

Oost-Groenland (COD/S62E44)

Ten zuiden van 62° NB ten oosten van 44° WL

5.

West-Groenland (COD/S62W44)

Ten zuiden van 62° NB ten westen van 44° WL

6.

West-Groenland (COD/N62W44)

Ten noorden van 62° NB ten westen van 44° WL

  • (5) 
    Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • (6) 
    Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.
  • (7) 
    De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laat de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.
  • (8) 
    Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 19 % vertegenwoordigen. De totale hoeveelheid schelvis in bijvangst komt bovenop het quotum voor kabeljauw.
  • (9) 
    Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bijzondere voorwaarde: grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) (RNG/514GRN) en noordelijke grenadiervis (Macrourus berglax) (RHG/514GRN) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gemeld.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Bijzondere voorwaarde: grenadiervis (Coryphaenoides rupestris) (RNG/N1GRN) en noordelijke grenadiervis (Macrourus berglax) (RHG/N1GRN.) mogen niet gericht worden bevist. Ze mogen enkel als bijvangst worden gevangen en moeten afzonderlijk worden gemeld.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Met uitzondering van lidstaten met meer dan 10 % van het quotum van de Unie.
  • Lidstaten waaraan een quotum werd toegewezen, mogen pas gebruik maken van het quotum voor "alle lidstaten" wanneer hun eigen quotum is opgebruikt.
  • Te vangen van 1 januari tot en met 30 april 2013. Indien uiterlijk op 15 april 2013 een vangstniveau van 70 % van dit initiële quotum van de Unie is bereikt, wordt het quotum van de Unie automatisch verhoogd met een extra hoeveelheid van 5 775 ton, die binnen dezelfde periode moet worden gevangen. Dat bijkomende quotum van de Unie wordt geacht te worden toegewezen volgens dezelfde verdeelsleutel.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • TAC vastgesteld volgens het tussen de Unie, de Faeröer, Noorwegen en IJsland gevoerde overleg.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Moet worden gevangen ten zuiden van 68° NB.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Mag met niet meer dan zes vaartuigen tegelijkertijd worden gevist.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Mag alleen worden gevangen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten:
 

Punt nr.

Breedtegraad (NB)

Lengtegraad (WL)

1

64° 45′

28° 30′

2

62° 50′

25° 45′

3

61° 55′

26° 45′

4

61° 00′

26° 30′

5

59° 00′

30° 00′

6

59° 00′

34° 00′

7

61° 30′

34° 00′

8

62° 50′

36° 00′

9

64° 45′

28° 30′

  • Mag niet worden gevangen van 1 januari tot en met 9 mei 2013.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Er mag enkel worden gevist in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2013. De visserij wordt gesloten wanneer de TAC volledig is opgebruikt door de verdragsluitende partijen bij de NEAFC. De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de datum waarop het NEAFC-secretariaat de verdragsluitende partijen van de NEAFC heeft meegedeeld dat de TAC volledig is opgebruikt. Vanaf die datum verbieden de lidstaten het gericht vissen op roodbaarzen door vaartuigen die hun vlag voeren.
  • De vaartuigen beperken hun bijvangsten van roodbaarzen in andere visserijtakken tot maximaal 1 % van de totale aan boord gehouden vangst.
  • Mag alleen met trawls worden gevangen.
  • Bijzondere voorwaarde: De quota mogen in het gereglementeerde NEAFC-gebied worden gevangen mits de in dat gebied gevangen hoeveelheden van de quota afzonderlijk worden gemeld (RED/*5-14P). In het gereglementeerde NEAFC-gebied mag pas vanaf 10 mei 2013 in diep pelagisch water op roodbaarzen worden gevist, en alleen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten ("NEAFC-vak"):
 

Punt nr.

Breedtegraad (NB)

Lengtegraad (WL)

1

64° 45′

28° 30′

2

62° 50′

25° 45′

3

61° 55′

26° 45′

4

61° 00′

26° 30′

5

59° 00′

30° 00′

6

59° 00′

34° 00′

7

61° 30′

34° 00′

8

62° 50′

36° 00′

9

64° 45′

28° 30′

  • Voorlopig quotum overeenkomstig artikel 1, lid 3.
  • Mag alleen met pelagische trawls worden gevangen.
  • Bijzondere voorwaarde: De quota mogen in het gereglementeerde NEAFC-gebied worden gevangen mits de in dat gebied gevangen hoeveelheden van de quota afzonderlijk worden gemeld (RED/*5-14D). In het gereglementeerde NEAFC-gebied mag pas vanaf 10 mei 2013 in diep pelagisch water op roodbaarzen worden gevist, en alleen binnen het gebied met de onderstaande coördinaten ("NEAFC-vak"):
 

Punt nr.

Breedtegraad (NB)

Lengtegraad (WL)

1

64° 45′

28° 30′

2

62° 50′

25° 45′

3

61° 55′

26° 45′

4

61° 00′

26° 30′

5

59° 00′

30° 00′

6

59° 00′

34° 00′

7

61° 30′

34° 00′

8

62° 50′

36° 00′

9

64° 45′

28° 30′

  • Inclusief onvermijdelijke bijvangst (bijvangst van kabeljauw niet toegestaan).
  • Mag alleen tussen juli en december 2013 worden gevangen.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Exclusief soorten zonder handelswaarde.

BIJLAGE IC

NOORDWESTELIJKE ATLANTISCHE OCEAAN

NAFO-VERDRAGSGEBIED

Alle TAC's en visserijvoorschriften zijn vastgesteld in het kader van de NAFO.

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

NAFO 2J3KL

(COD/N2J3KL)

Unie

0 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (1)

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

NAFO 3NO

(COD/N3NO.)

Unie

0 (3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (3)

 

Soort

:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied

:

NAFO 3M

(COD/N3M.)

Estland

157

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

657

Letland

157

Litouwen

157

Polen

536

Spanje

2 019

Frankrijk

282

Portugal

2 769

Verenigd Koninkrijk

1 315

Unie

8 049

TAC

14 113

 

Soort

:

Witje

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied

:

NAFO 2J3KL

(WIT/N2J3KL)

Unie

0 (4)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (4)

 

Soort

:

Witje

Glyptocephalus cynoglossus

Gebied

:

NAFO 3NO

(WIT/N3NO.)

Unie

0 (5)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (5)

 

Soort

:

Lange schar

Hippoglossoides platessoides

Gebied

:

NAFO 3M

(PLA/N3M.)

Unie

0 (6)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (6)

 

Soort

:

Lange schar

Hippoglossoides platessoides

Gebied

:

NAFO 3LNO

(PLA/N3LNO.)

Unie

0 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (7)

 

Soort

:

Kortvinpijlinktvis

Illex illecebrosus

Gebied

:

NAFO-deelgebieden 3 en 4

(SQI/N34.)

Estland

128 (8)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Letland

128 (8)

Litouwen

128 (8)

Polen

227 (8)

Unie

Niet relevant (8)  (9)

TAC

34 000

 

Soort

:

Geelstaartschar

Limanda ferruginea

Gebied

:

NAFO 3LNO

(YEL/N3LNO.)

Unie

0 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

17 000

 

Soort

:

Lodde

Mallotus villosus

Gebied

:

NAFO 3NO

(CAP/N3NO.)

Unie

0 (11)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

0 (11)

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

NAFO 3L (12)

(PRA/N3L.)

Estland

96

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Letland

96

Litouwen

96

Polen

96

Spanje

76

Portugal

20

Unie

480

TAC

8 600

 

Soort

:

Noorse garnaal

Pandalus borealis

Gebied

:

NAFO 3M (13)

(PRA/*N3M.)

TAC

Niet relevant (14)  (15)

 
 

Soort

:

Groenlandse heilbot/Zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied

:

NAFO 3LMNO

(GHL/N3LMNO)

Estland

312

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

318

Letland

44

Litouwen

22

Spanje

4 262

Portugal

1 782

Unie

6 738

TAC

11 493

 

Soort

:

Roggen

Rajidae

Gebied

:

NAFO 3LNO

(SKA/N3LNO.)

Spanje

3 403

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

660

Estland

283

Litouwen

62

Unie

4 408

TAC

7 000

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO 3LN

(RED/N3LN.)

Estland

322

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

219

Letland

322

Litouwen

322

Unie

1 185

TAC

6 500

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO 3M

(RED/N3M.)

Estland

1 571 (16)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

513 (16)

Spanje

233 (16)

Letland

1 571 (16)

Litouwen

1 571 (16)

Portugal

2 354 (16)

Unie

7 813 (16)

TAC

6 500 (16)

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO 3O

(RED/N3O.)

Spanje

1 771 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

5 229 (1)

Unie

7 000 (1)

TAC

20 000 (1)

 

Soort

:

Roodbaarzen

Sebastes spp.

Gebied

:

NAFO-deelgebied 2, sectoren IF en 3K

(RED/N1F3K.)

Letland

0 (17)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Litouwen

0 (17)

Unie

0 (17)

TAC

0 (17)

 

Soort

:

Witte heek

Urophycis tenuis

Gebied

:

NAFO 3NO

(HKW/N3NO.)

Spanje

255

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

333

Unie

588

TAC

1 000

 

  • (1) 
    Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 () vastgestelde beperkingen.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1386/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 tot vaststelling van instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in het gereglementeerde gebied van de Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 318 van 5.12.2007, blz. 1).
  • (3) 
    Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.
  • (4) 
    Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • (5) 
    Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • (6) 
    Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • (7) 
    Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • (8) 
    Te vangen tussen 1 juli en 31 december 2013.
  • (9) 
    Aandeel van de Unie niet nader bepaald. Canada en de lidstaten van de Unie met uitzondering van Estland, Letland, Litouwen en Polen, kunnen samen beschikken over 29 458 ton.
  • Ondanks het feit dat de Unie toegang heeft tot een gedeeld quotum van 85 ton, is besloten dit quotum terug te brengen tot 0. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • Met uitzondering van het vak dat wordt begrensd door de volgende coördinaten:
 

Punt nr.

Breedtegraad (NB)

Lengtegraad (WL)

1

47° 20′ 0

46° 40′ 0

2

47° 20′ 0

46° 30′ 0

3

46° 00′ 0

46° 30′ 0

4

46° 00′ 0

46° 40′ 0

  • De vaartuigen mogen ook op dit bestand vissen in sector 3L, in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:
 

Punt nr.

Breedtegraad (NB)

Lengtegraad (WL)

1

47° 20′ 0

46° 40′ 0

2

47° 20′ 0

46° 30′ 0

3

46° 00′ 0

46° 30′ 0

4

46° 00′ 0

46° 40′ 0

Daarnaast wordt de visserij op garnaal van 1 juni tot en met 31 december 2013 verboden in het vak dat door de volgende coördinaten wordt begrensd:

 

Punt nr.

Breedtegraad (NB)

Lengtegraad (WL)

1

47° 55′ 0

45° 00′ 0

2

47° 30′ 0

44° 15′ 0

3

46° 55′ 0

44° 15′ 0

4

46° 35′ 0

44° 30′ 0

5

46° 35′ 0

45° 40′ 0

6

47° 30′ 0

45° 40′ 0

7

47° 55′ 0

45° 00′ 0

  • Niet relevant. Visserijbeheer door middel van beperkingen van de visserijinspanning. De betrokken lidstaten geven vismachtigingen af voor hun vaartuigen die deze visserij uitoefenen en stellen de Commissie vóór het begin van de activiteiten van de vaartuigen in kennis van deze afgifte overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009.
 

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Maximum aantal visdagen

Denemarken

0

0

Estland

0

0

Spanje

0

0

Letland

0

0

Litouwen

0

0

Polen

0

0

Portugal

0

0

  • Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.
  • Voor dit quotum geldt dat de voor dit bestand voor alle NAFO-partijen vastgestelde TAC van 6 000 ton moet worden gerespecteerd; er mag niet meer dan 3 250 ton worden gevist vóór 1 juli 2013. Wanneer deze TAC is opgebruikt of de tussentijdse hoeveelheid van 3 250 ton is opgebruikt, wordt de gerichte visserij op het bestand stopgezet, ongeacht het niveau van de vangsten.
  • Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag in het kader van dit quotum uitsluitend als bijvangst worden gevangen met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1386/2007 vastgestelde beperkingen.

BIJLAGE ID

OVER GROTE AFSTANDEN TREKKENDE SOORTEN – ALLE GEBIEDEN

Deze TAC's worden vastgesteld in het kader van de internationale organisaties voor de tonijnvisserij, zoals de ICCAT.

 

Soort

:

Blauwvintonijn

Thunnus thynnus

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten oosten van 45° WL, en Middellandse Zee

(BFT/AE45WM)

Cyprus

69,44 (4)  (6)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Griekenland

129,07 (6)

Spanje

2 504,45 (2)  (4)  (6)

Frankrijk

2 471,23 (2)  (3)  (4)  (6)

Italië

1 950,42 (4)  (5)  (6)

Malta

160,02 (4)  (6)

Portugal

235,50 (6)

Andere lidstaten

27,93 (1)  (6)

Unie

7 548,06 (2)  (3)  (4)  (5)  (6)

TAC

13 400

 

Soort

:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

(SWO/AN05N)

Spanje

6 949

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

1 263

Andere lidstaten

135,5 (7)

Unie

8 347,5

TAC

13 700

 

Soort

:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

(SWO/AS05N)

Spanje

4 818,18

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

361,82

Unie

5 180,00

TAC

15 000

 

Soort

:

Witte tonijn in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan

Thunnus alalunga

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

(ALB/AN05N)

Ierland

2 371,17 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

17 096,8 (10)

Frankrijk

5 393,31 (10)

Verenigd Koninkrijk

195,2 (10)

Portugal

1 882,65 (10)

Unie

26 939,13 (8)

TAC

28 000

 

Soort

:

Witte tonijn in het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan

Thunnus alalunga

Gebied

:

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

(ALB/AS05N)

Spanje

759,20

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

249,50

Portugal

531,30

Unie

1 540,00

TAC

24 000

 

Soort

:

Grootoogtonijn

Thunnus obesus

Gebied

:

Atlantische Oceaan

(BET/ATLANT)

Spanje

13 931,65

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

10 806,21

Portugal

4 729,24

Unie

29 467,10

TAC

85 000

 

Soort

:

Blauwe marlijn

Makaira nigricans

Gebied

:

Atlantische Oceaan

(BUM/ATLANT)

Spanje

27,20

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

55,20

Frankrijk

397,60

Unie

480,0

TAC

1 985

 

Soort

:

Witte marlijn

Tetrapturus albidus

Gebied

:

Atlantische Oceaan

(WHM/ATLANT)

Spanje

30,5

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Portugal

19,5

Unie

50,0

TAC

355

 

  • (1) 
    Met uitzondering van Cyprus, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Malta en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.
  • (2) 
    Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 1, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8301):
 

Spanje

364,09

Frankrijk

164,27

Unie

528,36

  • (3) 
    Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn met een gewicht van ten minste 6,4 kg en een lengte van ten minste 70 cm van de in bijlage IV, punt 1, (BFT/*641) bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld:
 

Frankrijk

100

Unie

100

  • (4) 
    Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 2, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*8302):
 

Spanje

50,09

Frankrijk

49,42

Italië

39,01

Cyprus

3,20

Malta

4,71

Unie

146,43

  • (5) 
    Bijzondere voorwaarde: In het kader van deze TAC worden de vangstbeperkingen en de verdeling daarvan over de lidstaten voor vangsten van blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm van de in bijlage IV, punt 3, bedoelde vaartuigen als volgt vastgesteld (BFT/*643):
 

Italië

39,01

Unie

39,01

  • (6) 
    In afwijking van artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 302/2009 is het in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee van 26 mei tot en met 24 juni 2013 toegestaan om met ringzegenvaartuigen op blauwvintonijn te vissen
  • (7) 
    Met uitzondering van Spanje en Portugal, en uitsluitend als bijvangst.
  • (8) 
    Het aantal EU-vissersvaartuigen dat op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort vist, wordt overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 () vastgesteld op 1 253.
  • (9) 
    Verordening (EG) nr. 520/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 123 van 12.5.2007, blz. 3).
  • Het maximumaantal vaartuigen dat de vlag van een lidstaat voert en gericht op Noord-Atlantische witte tonijn mag vissen, is overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 als volgt over de lidstaten verdeeld:
 

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Ierland

50

Spanje

730

Frankrijk

151

Verenigd Koninkrijk

12

Portugal

310

BIJLAGE IE

ANTARCTISCH

CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

Deze door de CCAMLR vastgestelde TAC's worden niet aan de CCAMLR-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de CCAMLR, dat meedeelt wanneer de visserij wordt stopgezet omdat de TAC is opgevist.

Tenzij anders bepaald zijn deze TAC's van toepassing voor de periode van 1 december 2012 tot en met 30 november 2013.

 

Soort

:

IJsvis

Champsocephalus gunnari

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(ANI/F483.)

TAC

2 933

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

IJsvis

Champsocephalus gunnari

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren (1)

(ANI/F5852.)

TAC

679

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(TOP/F483.)

TAC

2 600 (2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Beheersgebied A: 48° WL tot 43° 30′ WL – 52°30′ ZB tot 56° ZB

(TOP/*F483A)

0

Beheersgebied B: 43° 30′ WL tot 40° WL – 52°30′ ZB tot 56° ZB

(TOP/*F483B)

780

Beheersgebied C: 40° WL tot 33° 30′ WL – 52°30′ ZB tot 56° ZB

(TOP/*F483C)

1 820

 

Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

FAO 48.4 Noordelijke Antarctische wateren

(TOP/F484N.)

TAC

63 (3)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Antarctische ijsheken

Dissostichus spp.

Gebied

:

FAO 48.4 Zuidelijke Antarctische wateren

(TOP/F484S.)

TAC

52 (4)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(TOP/F5852.)

TAC

2 730 (5)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Antarctisch krill

Euphausia superba

Gebied

:

FAO 48

(KRI/F48.)

TAC

5 610 000

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van een totale gecombineerde vangst van 620 000 ton mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Sector 48,1 (KRI/*F481.)

155 000

Sector 48,2 (KRI/*F482.)

279 000

Sector 48,3 (KRI/*F483.)

279 000

Sector 48.4 (KRI/*F484.)

93 000

 

Soort

:

Antarctisch krill

Euphausia superba

Gebied

:

FAO 58.4.1 Antarctische wateren

(KRI/F5841.)

TAC

440 000

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Sector 58.4.1 ten westen van 115° OL

(KRI/*F-41W)

277 000

Sector 58.4.1 ten oosten van 115° OL

(KRI/*F-41E)

163 000

 

Soort

:

Antarctisch krill

Euphausia superba

Gebied

:

FAO 58.4.2 Antarctische wateren

(KRI/F5842.)

TAC

2 645 000

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Bijzondere voorwaarden:

Binnen de limieten van het bovenstaande quotum mag in de onderstaande deelgebieden niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Sector 58.4.2 ten westen van 55° OL

(KRI/*F-42W)

260 000

Sector 58.4.2 ten oosten van 55° OL

(KRI/*F-42E)

192 000

 

Soort

:

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Lepidonotothen squamifrons

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(NOS/F5852.)

TAC

80 (6)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Krabben

Paralomis spp.

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(PAI/F483.)

TAC

0

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Grenadiervissen

Macrourus spp.

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(GRV/F5852.)

TAC

360 (7)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Andere soorten

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(OTH/F5852.)

TAC

50 (8)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Roggen

Rajiformes

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(SRX/F5852.)

TAC

120 (9)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Langsnuitijsvis

Channichthys rhinoceratus

Gebied

:

FAO 58.5.2 Antarctische wateren

(LIC/F5852.)

TAC

150 (10)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Groene Zuidpoolkabeljauw

Gobionotothen gibberifrons

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(NOG/F483.)

TAC

1 470 (11)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Scotiazee-ijsvis

Chaenocephalus aceratus

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(SSI/F483.)

TAC

2 200 (12)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Georgia-ijsvis

Pseudochaenichthys georgianus

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(SIG/F483.)

TAC

300 (13)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Gemarmerde ijsvis

Notothenia rossii

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(NOR/F483.)

TAC

300 (14)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Grijze Zuidpoolkabeljauw

Lepidonotothen squamifrons

Gebied

:

FAO 48.3 Antarctische wateren

(NOS/F483.)

TAC

300 (15)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

  • (1) 
    In het kader van deze TAC mag visserij worden bedreven in het gedeelte van statistische sector 58.5.2 van de FAO dat is afgebakend door de lijn die loopt:
 

van het snijpunt van lengtegraad 72° 15’OL met de grens als vastgesteld bij de overeenkomst inzake de afbakening van de wateren tussen Australië en Frankrijk („Australia-France Maritime Delimitation Agreement”) zuidwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt daarvan met breedtegraad 53° 25’ZB;

 

vervolgens oostwaarts langs deze breedtegraad tot het snijpunt ervan met lengtegraad 74° OL;

 

daarna langs een geodetische lijn in noordoostelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 52° 40′ ZB met lengtegraad 76° OL;

 

vervolgens noordwaarts langs deze lengtegraad tot het snijpunt ervan met breedtegraad 52° ZB;

 

daarna langs een geodetische lijn in noordwestelijke richting naar het snijpunt van breedtegraad 51° ZB met lengtegraad 74° 30′ OL; en

 

vervolgens langs een geodetische lijn in zuidwestelijke richting naar het beginpunt.

  • (2) 
    Deze TAC is van toepassing voor beugvisserij in de periode van 1 mei tot en met 31 augustus 2013 en voor korfvisserij in de periode van 1 december 2012 tot en met 30 november 2013.
  • (3) 
    Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL.
  • (4) 
    Deze TAC is van toepassing binnen het gebied begrensd door breedtegraden 57° 20′ ZB en 60° 00′ ZB en lengtegraden 24° 30′ WL en 29° 00′ WL
  • (5) 
    Deze TAC is uitsluitend van toepassing ten westen van 79°20’ OL. Het is niet toegestaan ten oosten van deze lengtegraad in deze zone te vissen.
  • (6) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (7) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (8) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (9) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.
  • Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van deze TAC is gerichte visserij niet toegestaan.

BIJLAGE IF

ZUIDOOST-ATLANTISCHE OCEAAN - SEAFO-VERDRAGSGEBIED

Deze TAC's worden niet aan de SEAFO-leden toegewezen, zodat het aandeel van de Unie onbepaald is. De vangsten staan onder toezicht van het secretariaat van de SEAFO, dat meedeelt wanneer de visserij wordt stopgezet omdat de TAC is opgevist.

 

Soort

:

Beryx spp.

Beryx spp.

Gebied

:

SEAFO

(ALF/SEAFO)

TAC

200

Voorzorgs-TAC

 

Soort

:

Rode diepzeekrabben

Chaceon spp.

Gebied

:

SEAFO-deelsector B1 (1)

(GER/F47NAM)

TAC

200

Voorzorgs-TAC

 

Soort

:

Rode diepzeekrabben

Chaceon spp.

Gebied

:

SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

(GER/F47X)

TAC

200

Voorzorgs-TAC

 

Soort

:

Zwarte Patagonische ijsheek

Dissostichus eleginoides

Gebied

:

SEAFO

(TOP/SEAFO)

TAC

230

Voorzorgs-TAC

 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

SEAFO-deelsector B1 (2)

(ORY/F47NAM)

TAC

0

Voorzorgs-TAC

 

Soort

:

Atlantische slijmkop

Hoplostethus atlanticus

Gebied

:

SEAFO, met uitzondering van deelsector B1

(ORY/F47X)

TAC

50

Voorzorgs-TAC

 

  • (1) 
    In het kader van deze TAC mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd:
 

ten westen door de lengtegraad 0° OL,

 

ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

 

ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en

 

ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

  • (2) 
    In het kader van deze bijlage mag de visserij worden bedreven in het gebied dat wordt begrensd:
 

ten westen door de lengtegraad 0° OL,

 

ten noorden door de breedtegraad 20° ZB,

 

ten zuiden door de breedtegraad 28° ZB, en

 

ten oosten door de buitengrenzen van de exclusieve economische zone van Namibië.

BIJLAGE IG

ZUIDELIJKE BLAUWVINTONIJN — ALLE GEBIEDEN

 

Soort

:

Zuidelijke blauwvintonijn

Thunnus maccoyii

Gebied

:

Alle gebieden

(SBF/F41-81)

Unie

10 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

TAC

10 949

 

  • (1) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.

BIJLAGE IH

WCPFC-VERDRAGSGEBIED

 

Soort

:

Zwaardvis

Xiphias gladius

Gebied

:

WCFPC-verdragsgebied ten zuiden van 20° ZB

(SWO/F7120S)

Unie

3 170,36

Voorzorgs-TAC

TAC

Niet relevant

BIJLAGE IJ

SPRFMO-VERDRAGSGEBIED

 

Soort

:

Chileense horsmakreel

Trachurus murphyi

Gebied

:

SPRFMO-verdragsgebied

(CJM/SPRFMO)

Duitsland

6 790,5 (1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Nederland

7 360,2 (1)

Litouwen

4 725 (1)

Polen

8 124,3 (1)

Unie

27 000 (1)

 

  • (1) 
    Voorlopige quota in afwachting van het resultaat van de eerste jaarlijkse vergadering van de SPRFMO-Commissie die zal plaatsvinden van 28 januari tot en met 1 februari 2013.

BIJLAGE IIA

Visserijinspanning voor vaartuigen in het kader van het beheer van bepaalde kabeljauw-, schol- en tongbestanden in het skaggerak, het deel van ICES-Sector IIIa dat niet tot het skagerrak en het kattegat behoort, ICES-Deelgebied IV, de EU-Wateren van ICES-Sector IIa EN ICES-Sector VIId

  • 1. 
    Toepassingsgebied
 

1.1.

Deze bijlage is van toepassing op EU-vaartuigen die één van de in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 bedoelde vistuigen aan boord hebben of gebruiken en aanwezig zijn in één van de in punt 2 van die bijlage omschreven geografische gebieden.

 

1.2.

Deze bijlage is niet van toepassing op vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter. Deze vaartuigen hoeven niet in het bezit te zijn van een vismachtiging die is afgegeven overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. De betrokken lidstaten beoordelen de visserijinspanning voor deze vaartuigen aan de hand van de inspanningsgroep waartoe zij behoren, en gebruiken daarvoor adequate bemonsteringsmethoden. In 2013 verzoekt de Commissie om wetenschappelijk advies teneinde de door deze vaartuigen verrichte inspanning te beoordelen en de betrokken vaartuigen later in de inspanningsregeling op te nemen.

  • 2. 
    Gereglementeerd tuig en geografische gebieden

Voor de toepassing van deze bijlage gelden de in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1342/2008 vermelde vistuigcategorieën ("gereglementeerd vistuig") en de groepen geografische gebieden als bedoeld in punt 2, onder b), van die bijlage.

  • 3. 
    Machtigingen

Als een lidstaat dit passend acht om de duurzame uitvoering van deze visserijinspanningsregeling te versterken, kan hij het vissen met gereglementeerd vistuig in geografische gebieden waarop deze bijlage van toepassing is, verbieden voor zijn vlag voerende vaartuigen als die nog niet eerder dergelijke visserijactiviteiten hebben bedreven, tenzij hij ervoor zorgt dat in het betrokken gebied een gelijkwaardige capaciteit, gemeten in kilowatt, aan de visserij wordt onttrokken.

  • 4. 
    Maximaal toegestane visserijinspanning
 

4.1.

De voor de beheersperiode 2013, van 1 februari 2013 tot en met 31 januari 2014, geldende maximaal toegestane visserijinspanning als bedoeld in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 676/2007, per inspanningsgroep en per lidstaat, wordt vastgesteld in aanhangsel 1 van deze bijlage.

 

4.2.

De overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1954/2003 (1) vastgestelde maximumniveaus voor de jaarlijkse visserijinspanning laten de in deze bijlage bepaalde maximaal toegestane visserijinspanning onverlet.

  • 5. 
    Beheer
 

5.1.

De lidstaten beheren de maximaal toegestane visserijinspanning overeenkomstig de voorwaarden van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 676/2007, artikel 4 en de artikelen 13 tot en met 17 van Verordening (EG) nr. 1342/2008 en de artikelen 26 tot en met 35 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

 

5.2.

Een lidstaat mag beheersperioden vaststellen voor de toewijzing van de volledige maximaal toegestane inspanning, of delen daarvan, aan individuele vaartuigen of groepen vaartuigen. In dat geval wordt het aantal dagen of uren tijdens welke een vaartuig gedurende een beheersperiode in het betrokken gebied aanwezig mag zijn, door de betrokken lidstaat zelf vastgesteld. Tijdens dergelijke beheersperioden kan de lidstaat de inspanning opnieuw toewijzen tussen individuele vaartuigen of groepen vaartuigen.

 

5.3.

Lidstaten die de aanwezigheid van vaartuigen in een gebied per uur vaststellen, moeten de benutting van de dagen blijven meten overeenkomstig de in punt 5.1 bedoelde voorwaarden. Op verzoek van de Commissie moet de lidstaat aantonen welke voorzorgsmaatregelen hij heeft genomen ter voorkoming van excessieve benutting van de inspanning in het gebied wanneer een vaartuig zijn aanwezigheden in het gebied beëindigt vóór het einde van een periode van 24 uur.

  • 6. 
    Visserijinspanningsverslag

Artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 geldt voor vaartuigen die binnen het toepassingsgebied van deze bijlage vallen. Het in dat artikel bedoelde geografische gebied is, voor kabeljauwbeheer, elk van de in punt 2 van deze bijlage bedoelde geografische gebieden.

  • 7. 
    Mededeling van relevante gegevens

De lidstaten dienen bij de Commissie de gegevens in over de visserijinspanning van hun vissersvaartuigen overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009. Deze gegevens worden ingediend via het systeem voor de uitwisseling van visserijgegevens (Fisheries Data Exchange System) of een ander door de Commissie vastgesteld systeem voor gegevensverzameling.

 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 1954/2003 van de Raad van 4 november 2003 betreffende het beheer van de visserijinspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (PB L 289 van 7.11.2003, blz. 1).

Aanhangsel 1 van bijlage IIA

MAXIMAAL TOEGESTANE VISSERIJINSPANNING IN KILOWATTDAGEN

Geografisch gebied: Skagerrak, het gedeelte van ICES-sector IIIa dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort; ICES-deelgebied IV en de EU-wateren van ICES-sector IIa; ICES-sector VIId

 

Gereglementeerd vistuig

BE

DK

DE

ES

FR

IE

NL

SE

UK

TR1

895

3 385 928

954 390

1 409

533 451

157

257 266

172 064

6 185 460

TR2

193 676

2 841 906

357 193

0

6 496 811

10 976

748 027

604 071

5 127 906

TR3

0

2 545 009

257

0

101 316

0

36 617

1 024

8 482

BT1

1 427 574

1 157 265

29 271

0

0

0

999 808

0

1 739 759

BT2

5 401 395

79 212

1 375 400

0

1 202 818

0

28 307 876

0

6 116 437

GN

163 531

2 307 977

224 484

0

342 579

0

438 664

74 925

546 303

GT

0

224 124

467

0

4 338 315

0

0

48 968

14 004

LL

0

56 312

0

245

125 141

0

0

110 468

134 880

BIJLAGE II B

Vangstmogelijkheden voor vaartuigen die vissen op zandspieringen in de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV

 

1.

De in deze bijlage vastgestelde voorwaarden zijn van toepassing op EU-vaartuigen die in de EU-wateren van de ICES-sectoren IIa en IIIa en in ICES-deelgebied IV vissen met bodemtrawls, zegennetten of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm.

 

2.

De in deze bijlage vastgestelde voorwaarden gelden voor vaartuigen van derde landen die, tenzij anders is bepaald, in de EU-wateren van ICES-deelgebied IV op zandspieringen mogen vissen op grond van een machtiging of als gevolg van overleg tussen de Unie en Noorwegen als bepaald in de goedgekeurde notulen van de conclusies van het visserijoverleg tussen de Unie en Noorwegen.

 

3.

Voor de toepassing van deze bijlage gelden de beheersgebieden voor zandspieringen die hieronder en in het aanhangsel van deze bijlage zijn aangegeven:

 

Beheersgebieden voor zandspieringen

Statistische vakken ICES

1

31-34 E9-F2; 35 E9- F3; 36 E9-F4; 37 E9-F5; 38-40 F0-F5; 41 F5-F6

2

31-34 F3-F4; 35 F4-F6; 36 F5-F8; 37-40 F6-F8; 41 F7-F8

3

41 F1-F4; 42-43 F1-F9; 44 F1-G0; 45-46 F1-G1; 47 G0

4

38-40 E7-E9; 41-46 E6-F0

5

47-51 E6 + F0-F5; 52 E6-F5

6

41-43 G0-G3; 44 G1

7

47-51 E7-E9

 

4.

De commerciële visserij met bodemtrawls, zegennetten of soortgelijk gesleept vistuig met een maaswijdte van minder dan 16 mm is verboden van 1 januari tot en met 31 maart 2013 en van 1 augustus tot en met 31 december 2013.

Aanhangsel 1 van bijlage IIB

BEHEERSGEBIEDEN VOOR ZANDSPIERINGEN

BIJLAGE III

Maximumaantal vismachtigingen voor EU-vaartuigen in wateren van derde landen

 

Visgebied

Visserij

Aantal vismachtigingen

Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten

Maximumaantal vaartuigen dat op elk moment in het gebied aanwezig mag zijn

Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen

Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Demersale soorten, ten noorden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Makreel

Niet relevant

Niet relevant

Nog vast te stellen (1)

Soorten voor de industrievisserij, ten zuiden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

 

  • (1) 
    Onverminderd de aanvullende vergunningen die naar vaste praktijk door Noorwegen aan Zweden worden toegekend.

BIJLAGE IV

ICCAT-VERDRAGSGEBIED  (1)

 

1.

Maximumaantal met de hengel of de sleeplijn vissende EU-vaartuigen dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen

 

Spanje

60

Frankrijk

8

Unie

68

 

2.

Maximumaantal EU-vaartuigen dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen

 

Spanje

119

Frankrijk

87

Italië

30

Cyprus

7

Malta

28

Unie

316

 

3.

Maximumaantal EU-vaartuigen dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden

 

Italië

12

Unie

12

 

4.

Maximumaantal en totale in brutoton uitgedrukte capaciteit van de vissersvaartuigen van elke lidstaat die blauwvintonijn mogen bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee

Tabel A

 

Aantal vissersvaartuigen (2)

 

Cyprus

Griekenland (3)

Italië

Frankrijk

Spanje

Malta (4)

Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

1

1

12

17

6

1

Vaartuigen voor de visserij met de beug

4 (5)

0

30

8

12

20

Met de hengel vissende vaartuigen

0

0

0

8

60

0

Met de handlijn vissende vaartuigen

0

0

0

29

2

0

Trawlers

0

0

0

57

0

0

Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (6)

0

16

0

87

32

0

Tabel B

 

Totale in brutoton uitgedrukte capaciteit

 

Cyprus

Griekenland

Italië

Frankrijk

Spanje

Malta

Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Vaartuigen voor de visserij met de beug

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Met de hengel vissende vaartuigen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Met de handlijn vissende vaartuigen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Trawlers

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

 

5.

Maximumaantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn

 
 

Aantal tonnara's

Spanje

5

Italië

6

Portugal

1 (7)

 

6.

Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee mag verdelen.

Tabel A

 

Maximumcapaciteit voor het kweken en mesten van tonijn

 

Aantal bedrijven

Capaciteit (in ton)

Spanje

17

11 852

Italië

15

13 000

Griekenland

2

2 100

Cyprus

3

3 000

Malta

8

12 300

Tabel B

 

Maximumhoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn (in ton)

Spanje

5 855

Italië

3 764

Griekenland

785

Cyprus

2 195

Malta

8 768

 

  • (1) 
    De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan de internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.
  • (2) 
    De aantallen in tabel A in punt 4 kunnen nog toenemen, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.
  • (3) 
    Een middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.
  • (4) 
    Een middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door niet meer dan 10 vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.
  • (5) 
    Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig.
  • (6) 
    Polyvalente vaartuigen, die gebruik maken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).
  • (7) 
    Dit aantal kan nog toenemen, op voorwaarde dat aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.

BIJLAGE V

CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

DEEL A

VERBOD OP GERICHTE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED

 

Doelsoorten

Gebied

Periode waarin de visserij gesloten is

Haaien (alle soorten)

Verdragsgebied

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

Notothenia rossii

FAO 48.1 Antarctische wateren, bij het Antarctisch Schiereiland

FAO 48.2 Antarctische wateren, rond de South Orkneys

FAO 48.3 Antarctische wateren, rond South Georgia

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

Vinvis

FAO 48.1 Antarctische wateren (1) FAO 48.2 Antarctische wateren (1)

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

Gobionotothen gibberifrons

Chaenocephalus aceratus

Pseudochaenichthys georgianus

Lepidonotothen squamifrons

Patagonotothen guntheri

Electrona carlsbergi  (1)

FAO 48.3.

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

Dissostichus spp.

FAO 48.5. Antarctische wateren

Van 1 december 2011 tot en met 30 november 2013

Dissostichus spp.

FAO 88.3 Antarctische wateren (1)

FAO 58.5.1 Antarctische wateren (1)  (2)

FAO 58.5.2 Antarctische wateren ten oosten van 79° 20′ OL en buiten de EEZ ten westen van 79° 20′ OL (1)

FAO 58.4.4 Antarctische wateren (1)  (2)

FAO 58.6 Antarctische wateren (1)

FAO 58.7 Antarctische wateren (1)

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

Lepidonotothen squamifrons

FAO 58.4.4. (1)  (2)

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

Alle soorten met uitzondering van Champsocephalus gunnari en Dissostichus eleginoides

FAO 58.5.2. Antarctische wateren

Van 1 december 2011 tot en met 30 november 2013

Dissostichus mawsoni

FAO 48.4 Antarctische wateren (1) binnen het gebied begrensd door breedtegraden 55° 30′ ZB en 57° 20′ ZB en lengtegraden 25° 30′ WL en 29° 30′ WL

Van 1 januari tot en met 31 december 2013

DEEL B

TAC's EN BIJVANGSTBEPERKINGEN VOOR DE EXPERIMENTELE VISSERIJ IN HET CCAMLR-VERDRAGSGEBIED IN 2012/2013

 

Deelgebied/Sector

Regio

Seizoen

SSRU

Vangstbeperking voor Dissostichus spp. (ton)

Bijvangstbeperking (ton) (3)

Roggen

Macrourus spp.

Andere soorten

58.4.1.

Gehele sector

1 december 2012 tot en met 30 november 2013

SSRU A, B, D en F: 0

SSRU C: 84

SSRU E: 42

SSRU G: 42 (4)

SSRU H: 42 (4)

Totaal 210

Alle sectoren: 50

Alle sectoren: 33

Alle sectoren: 20

58.4.2.

Gehele sector

1 december 2012 tot en met 30 november 2013

SSRU A, B, C en D: 0

SSRU E: 70

Totaal 70

Alle sectoren: 50

Alle sectoren: 20

Alle sectoren: 20

58.4.3a.

Gehele sector

1 mei tot en met 31 augustus 2013

 

Totaal 32

Alle sectoren: 50

Alle sectoren: 26

Alle sectoren: 20

88.1.

Geheel deelgebied

1 december 2012 tot en met 31 augustus 2013

SSRUs A, D, E, F en M: 0

SSRUs B, C en G: 428

SSRU H, I en K: 2 423

SSRU J en L: 382

Totaal 3 282

164

SSRUs A, D, E, F en M: 0

SSRU B, C en G: 50

SSRU H, I en K: 121

SSRU J en L: 50

430

SSRUs A, D, E, F en M: 0

SSRU B, C en G: 40

SSRU H, I en K: 320

SSRU J en L: 70

160

SSRUs A, D, E, F en M: 0

SSRU B, C en G: 60

SSRU H, I en K: 60

SSRU J en L: 40

88.2.

Ten zuiden van 65° ZB

1 december 2012 tot en met 31 augustus 2013

SSRU A, B en I: 0

SSRUs C, D, E, F en G: 124

SSRU H: 406

Totaal 530

50

SSRU A, B en I: 0

SSRU C, D, E, F en G: 50

SSRU H: 50

84

SSRU A, B en I: 0

SSRU C, D, E, F en G: 20

SSRU H: 64

120

SSRU A, B en I: 0

SSRU C, D, E, F en G: 100

SSRU H: 20

Aanhangsel van bijlage V, deel B

LIJST VAN KLEINE ONDERZOEKSVAKKEN (SSRU'S)

 

Regio

SSRU

Grenslijn

48.6

A

Van 50° ZB 20° WL, pal oost naar 1°30′ OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 20° WL, pal noord naar 50°ZB.

 

B

Van 60° ZB 20° WL, pal oost naar 10° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 10° WL, pal oost naar 0° lengtegraad, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

D

Van 60° ZB 0° lengtegraad, pal oost naar 10° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 0° lengtegraad, pal noord naar 60° ZB.

 

E

Van 60° ZB 10° OL, pal oost naar 20° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 10° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

F

Van 60° ZB 20° OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 20° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

G

Van 50° ZB 1°30′ OL, pal oost naar 30° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 1°30′ OL, pal noord naar 50° ZB.

58.4.1

A

Van 55° ZB 86° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar 60° ZB, pal west naar 86° OL, pal noord naar 55° ZB.

 

B

Van 60° ZB 86° OL, pal oost naar 90° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 80° OL, pal noord naar 64° ZB, pal oost naar 86° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 90° OL, pal oost naar 100° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 90° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

D

Van 60° ZB 100°OL, pal oost naar 110° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 100° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

E

Van 60° ZB 110° OL, pal oost naar 120° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

F

Van 60° ZB 120° OL, pal oost naar 130° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

G

Van 60° ZB 130° OL, pal oost naar 140° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

H

Van 60° ZB 140° OL, pal oost naar 150° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° OL, pal noord naar 60° ZB.

58.4.2

A

Van 62° ZB 30° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 30° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

B

Van 62° ZB 40° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 40° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

C

Van 62° ZB 50° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 50° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

D

Van 62° ZB 60° OL, pal oost naar 70° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 60° OL, pal noord naar 62° ZB.

 

E

Van 62° ZB 70° OL, pal oost naar 73° 10′ OL, pal zuid naar 64° ZB, pal oost naar 80° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 70° OL, pal noord naar 62° ZB.

58.4.3a

A

Hele sector, van 56° ZB 60° OL, pal oost naar 73°10′ OL, pal zuid naar 62°ZB, pal west naar 60°OL, pal noord naar 56°ZB.

58.4.3b

A

Van 56° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 56° ZB.

 

B

Van 60° ZB 73° 10′ OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 64° ZB, pal west naar 73° 10′ OL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 59° ZB 73°10′ OL, pal oost naar 79° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 73°10′ OL, pal noord naar 59° ZB.

 

D

Van 59° ZB 79° OL, pal oost naar 86° OL, zuid tot 60° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 59° ZB.

 

E

Van 56° ZB 79° OL, pal oost naar 80°OL, pal noord naar 55° ZB, pal oost naar 86° OL, zuid tot 59° ZB, pal west naar 79° OL, pal noord naar 56° ZB.

58.4.4

A

Van 51° ZB 40° OL, pal oost naar 42° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 51° ZB.

 

B

Van 51° ZB 42° OL, pal oost naar 46° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 42° OL, pal noord naar 51° ZB.

 

C

Van 51° ZB 46° OL, pal oost naar 50° OL, pal zuid naar 54° ZB, pal west naar 46° OL, pal noord naar 51° ZB.

 

D

Hele sector uitgezonderd SSRU A, B, C, en met buitengrens van 50° ZB 30° OL, pal oost naar 60° OL, pal zuid naar 62° ZB, pal west naar 30° OL, pal noord naar 50° ZB.

58.6

A

Van 45° ZB 40° OL, pal oost naar 44° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 40° OL, pal noord naar 45° ZB.

 

B

Van 45° ZB 44° OL, pal oost naar 48° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 44° OL, pal noord naar 45° ZB.

 

C

Van 45° ZB 48° OL, pal oost naar 51° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 48° OL, pal noord naar 45° ZB.

 

D

Van 45° ZB 51° OL, pal oost naar 54° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 51° OL, pal noord naar 45° ZB.

58.7

A

Van 45° ZB 37° OL, pal oost naar 40° OL, pal zuid naar 48° ZB, pal west naar 37° OL, pal noord naar 45° ZB.

88.1

A

Van 60° ZB 150° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

B

Van 60° ZB 170° OL, pal oost naar 179° OL, pal zuid naar 66°40′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 179° OL, pal oost naar 170° WL, pal noord naar 70° ZB, pal west naar 178° WL, pal noord naar 66°40′ ZB, pal west naar 179° OL, pal noord naar 60° ZB

 

D

Van 65° ZB 150° OL, pal oost naar 160° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° OL, pal noord naar 65° ZB.

 

E

Van 65° ZB 160° OL, pal oost naar 170°OL, pal zuid naar 68°30′ ZB, pal west naar 160° OL, pal noord naar 65° ZB.

 

F

Van 68°30′ ZB 160° OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° OL, pal noord naar 68°30′ ZB.

 

G

Van 66°40′ ZB 170° OL, pal oost naar 178° WL, pal zuid naar 70° ZB, pal west naar 178°50′ OL, pal zuid naar 70°50′ ZB, pal west naar 170° OL, pal noord naar 66°40′ ZB.

 

H

Van 70°50′ ZB 170° OL, pal oost naar 178°50′ OL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 170° OL, pal noord naar 70°50′ ZB.

 

I

Van 70° ZB 178°50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 73° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 70° ZB.

 

J

Van 73° ZB aan de kust nabij 170° OL, pal oost naar 178°50′ OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 170° OL, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

 

K

Van 73° ZB 178°50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 76° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 73° ZB.

 

L

Van 76° ZB 178°50′ OL, pal oost naar 170° WL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar 178° 50′ OL, pal noord naar 76° ZB.

 

M

Van 73° ZB aan de kust nabij 169°30′ OL, pal oost naar 170° OL, pal zuid naar 80° ZB, pal west naar de kust, noordwaarts langs de kust tot 73° ZB.

88.2

A

Van 60° ZB 170° WL, pal oost naar 160° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 170° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

B

Van 60° ZB 160° WL, pal oost naar 150° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 160° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 70°50′ ZB 150° WL, pal oost naar 140° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 150° WL, pal noord naar 70°50′ ZB.

 

D

Van 70°50′ ZB 140° WL, pal oost naar 130° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 140° WL, pal noord naar 70°50′ ZB.

 

E

Van 70°50′ ZB 130° WL, pal oost naar 120° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 130° WL, pal noord naar 70°50′ ZB.

 

F

Van 70°50′ ZB 120° WL, pal oost naar 110° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 120° WL, pal noord naar 70°50′ ZB.

 

G

Van 70°50′ ZB 110° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 110° WL, pal noord naar 70°50′ ZB.

 

H

Van 65° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 70°50′ ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 65° ZB.

 

I

Van 60° ZB 150° WL, pal oost naar 105° WL, pal zuid naar 65° ZB, pal west naar 150° WL, pal noord naar 60° ZB.

88.3

A

Van 60° ZB 105° WL, pal oost naar 95° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 105° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

B

Van 60° ZB 95° WL, pal oost naar 85° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 95° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

C

Van 60° ZB 85° WL, pal oost naar 75° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 85° WL, pal noord naar 60° ZB.

 

D

Van 60° ZB 75° WL, pal oost naar 70° WL, pal zuid naar de kust, westwaarts langs de kust tot 75° WL, pal noord naar 60° ZB.

DEEL C

KENNISGEVING VAN HET VOORNEMEN OM AAN DE VISSERIJ OP EUPHAUSIA SUPERBA DEEL TE NEMEN

Verdragsluitende partij:

Visseizoen:

Naam van het vaartuig:

Verwacht vangstniveau (in ton):

 

Vangsttechniek:

Conventioneel sleepnet

Continu vissysteem

Pomptechniek om de kuil leeg te maken

Andere goedgekeurde methodes: gelieve te specificeren

Methoden die worden gebruikt voor de directe raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill (5):

Van de vangst af te leiden producten en de omrekeningsfactoren daarvoor (6):

 

Productsoort

% van de vangst

Omrekeningsfactor (7)

     
     
     
 
   

Dec

Jan

Feb

Maa

Apr

Mei

Jun

Jul

Aug

Sept

Okt

Nov

Deelgebied/Sector

48.1

                       

48.2

                       

48.3

                       

48.4

                       

48.5

                       

48.6

                       

58.4.1

                       

58.4.2

                       

88.1

                       

88.2

                       

88.3

                       
 

X

Kruis in de vakjes aan waar en wanneer u waarschijnlijk zult vissen

Voorzorgsvangstbeperkingen niet vastgesteld, en derhalve beschouwd als experimentele visserij

NB: de hier door u verstrekte gegevens zijn louter informatief en beletten u niet te vissen in gebieden of perioden die u niet heeft opgegeven.

DEEL D

NETCONFIGURATIE EN GEBRUIK VAN VANGSTTECHNIEKEN

 

Netopening (mond) omtrek (m)

Verticale opening (m)

Horizontale opening (m)

     

Lengte en maaswijdte netpanelen

 

Paneel

Lengte (m)

Maaswijdte (mm)

1e paneel

   

2de paneel

   

3de paneel

   

   

Eindpaneel (kuil)

   

Teken diagram van elke gebruikte netconfiguratie

Er worden verscheidene vangsttechnieken gebruikt (8): Ja Neen

 
 

Vangsttechniek

Verwacht aandeel in het tijdsgebruik (%)

1

   

2

   

3

   

4

   

5

   

 

Totaal 100 %

Er is een inrichting voor het weren van zeezoogdieren aanwezig (9): Ja Neen

Toelichtingen betreffende vangsttechnieken, vistuigconfiguratie en -kenmerken en vispatronen:

 

  • (1) 
    Behalve voor wetenschappelijk onderzoek.
  • (2) 
    Met uitzondering van wateren onder nationale jurisdictie (EEZ's).
  • (3) 
    Regels inzake vangstbeperkingen voor bijvangstsoorten per SSRU, die binnen de totale bijvangstbeperkingen per deelgebied van toepassing zijn:
 

roggen: 5 % van de in het kader van de vangstbeperking voor Dissostichus spp. vastgestelde hoeveelheid, of 50 ton, al naargelang welke hoeveelheid het grootst is;

 

Macrourus spp.: 16 % van de in het kader van de vangstbeperking voor Dissostichus spp. vastgestelde hoeveelheid, of 20 ton, al naargelang welke hoeveelheid het grootst is, met uitzondering van statistische sector 58.4.3a en statistisch deelgebied 88.1;

 

andere soorten: 20 ton per SSRU.

  • (4) 
    Vangstbeperking teneinde Spanje de mogelijkheid te bieden in 2012/2013 een experiment betreffende de uitputting van bestanden uit te voeren.
  • (5) 
    Vanaf het visseizoen 2013/2014 moet in de kennisgeving, met de tabel in formulier C1 als richtsnoer, een gedetailleerde omschrijving worden gegeven van de precieze methode die wordt gebruikt voor de raming van het onverwerkte gewicht aan gevangen Antarctisch krill, inclusief informatie en, indien mogelijk, gegevens om de onzekerheid te kunnen ramen wat betreft het door vaartuigen gemelde onverwerkt gewicht of om inzicht te kunnen krijgen in de onderliggende variabiliteit van de constanten die voor de ramingen worden gebruikt, en, indien omrekeningsfactoren worden toegepast, nadere gegevens over de precieze methode voor de afleiding van elke omrekeningsfactor. De deelnemers dienen die omschrijving de volgende seizoenen niet opnieuw in te dienen, tenzij de methode voor de raming van het onverwerkte gewicht is gewijzigd.
  • (6) 
    Voor zover mogelijk te verstrekken inlichtingen.
  • (7) 
    Omrekeningsfactor = totaalgewicht/verwerkt gewicht.
  • (8) 
    Zo ja, geef frequentie van omschakeling tussen vangsttechnieken:
  • (9) 
    Zo ja, teken ontwerp van de inrichting:

BIJLAGE VI

IOTC-VERDRAGSGEBIED

 

1.

Maximumaantal EU-vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied op tropische tonijn mogen vissen

 

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Capaciteit (brutotonnage)

Spanje

22

61 364

Frankrijk

22

33 604

Portugal

5

1 627

Unie

49

96 595

 

2.

Maximumaantal EU-vaartuigen die in het IOTC-verdragsgebied op zwaardvis en witte tonijn mogen vissen

 

Lidstaat

Maximumaantal vaartuigen

Capaciteit (brutotonnage)

Spanje

27

11 590

Frankrijk

41

5 382

Portugal

15

6 925

Verenigd Koninkrijk

4

1 400

Unie

72

21 922

 

3.

De in punt 1 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op zwaardvis en witte tonijn vissen.

 

4.

De in punt 2 vermelde vaartuigen mogen in het IOTC-verdragsgebied tevens op tropische tonijn vissen.

BIJLAGE VII

WCPFC-VERDRAGSGEBIED

Maximumaantal EU-vaartuigen die op zwaardvis mogen vissen in de gebieden ten zuiden van 20° ZB van het WCPFC-verdragsgebied.

 

Spanje

14

Unie

14

BIJLAGE VIII

KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE EU-WATEREN VISSEN

 

Vlaggenstaat

Visserij

Aantal vismachtigingen

Maximumaantal vaartuigen dat op elk moment in het gebied aanwezig mag zijn

Noorwegen

Haring, ten noorden van 62° 00′ NB

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

Venezuela (1)

Snappers (wateren van Frans-Guyana)

45

45

 

  • (1) 
    Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de machtiging aanvraagt en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat minstens 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden geviseerd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de capaciteit van het verwerkende bedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Guyana. Een afschrift van het naar behoren geviseerde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Wanneer de Franse autoriteiten bovenbedoelde visering weigeren, delen zij deze weigering, met redenen omkleed, mee aan de betrokkene en aan de Commissie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.