Verordening 2012/1263 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

1.

Wettekst

22.12.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 356/34

 

VERORDENING (EU) Nr. 1263/2012 VAN DE RAAD

van 21 december 2012

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2010/413/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (1),

Gezien de gezamenlijke voorstellen van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) nr. 267/2012 (2) geeft uitvoering aan de maatregelen van Besluit 2010/413/GBVB. Op 15 oktober 2012 heeft de Raad Besluit 2012/635/GBVB (3) vastgesteld houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB en tot vaststelling van aanvullende beperkende maatregelen tegen Iran.

 

(2)

Die aanvullende beperkende maatregelen omvatten meer bepaald een uitvoerverbod voor essentiële maritieme uitrusting en technologie voor het bouwen, onderhouden of opnieuw uitrusten van schepen. Daarnaast dient een verbod te worden ingesteld op de handel in grafiet, bepaalde metalen (ruw of halffabricaat), zoals aluminium en staal, en programmatuur voor bepaalde industriële processen.

 

(3)

De aanvullende beperkende maatregelen omvatten tevens een verbod op de invoer, de aankoop en het vervoer van Iraans aardgas. Een doeltreffende uitvoering van dit verbod vereist maatregelen om te voorkomen dat ruil van aardgas plaatsvindt, aangezien het bekend is, of er een redelijke grond bestaat om te vermoeden, dat de uitvoer van aardgas uit Iran door omzeiling van het verbod zal toenemen. Het verbod op de invoer van aardgas zou geen afbreuk moeten doen aan contracten die worden uitgevoerd door gebruik van een pijpleiding die rechtstreeks is verbonden met het transmissienetwerk van de Unie, zonder een inlaatpunt dat is bedoeld om de aankoop van aardgas uit Iran te vergemakkelijken of de uitvoer ervan te verhogen.

 

(4)

In Besluit 2012/635/GBVB werd opgeroepen tot een toetsing van de beperkende maatregelen betreffende goederen en technologie voor tweeërlei gebruik die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (4), met het oog op het opnemen van bepaalde producten van deel 2 van categorie 5 die van belang kunnen zijn voor bedrijfstakken die direct of indirect onder zeggenschap staan van de Islamitische Revolutionaire Garde, of die van belang kunnen zijn voor het nucleaire, militaire en ballistischerakettenprogramma van Iran, waarbij ermee rekening wordt gehouden dat onbedoelde gevolgen voor de burgerbevolking van Iran vermeden dienen te worden.

 

(5)

Om te voorzien in doeltreffende tenuitvoerlegging van het verbod op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer naar Iran van andere essentiële uitrusting of technologie die kan worden gebruikt in de sleutelsectoren van de aardolie-, aardgas- en petrochemische industrie, moet een aanvullende lijst van deze essentiële uitrusting of technologie worden opgesteld.

 

(6)

Om dezelfde reden dienen lijsten te worden opgesteld van producten waarop de handelsbeperkingen inzake aardgas, grafiet, metalen (ruw en halffabricaat), zoals aluminium en staal, en programmatuur voor bepaalde industriële processen van toepassing zijn.

 

(7)

Bij Besluit 2012/635/GBVB is voorts een verbod ingesteld op transacties tussen banken en financiële instellingen in de Unie en Iraanse banken en financiële instellingen, tenzij die transacties vooraf door de betrokken lidstaat zijn toegestaan.

 

(8)

Verder voorziet Besluit 2012/635/GBVB in een verbod op diensten inzake toekenning van een vlag of classificatie aan Iraanse olietankers en vrachtschepen, alsmede op het ter beschikking stellen van schepen bedoeld voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten aan Iraanse personen en entiteiten of aan andere personen en entiteiten met het oog op het vervoer of de opslag van Iraanse olie en petrochemische producten.

 

(9)

Om de gezondheid en veiligheid van werknemers en het milieu te beschermen, moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de mogelijkheid worden geboden om alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de wettelijke verplichtingen inzake gezondheid en veiligheid van werknemers en bescherming van het milieu worden nageleefd. In dringende gevallen mag een lidstaat dergelijke maatregelen treffen zonder deze maatregelen vooraf te melden, mits de lidstaten en de Commissie daarna zo snel mogelijk hiervan in kennis worden gesteld.

 

(10)

Wanneer een lidstaat een vergunning had afgegeven voor activiteiten met betrekking tot de exploitatie van koolwaterstoffen aan een persoon, entiteit of lichaam voordat deze werd aangewezen, kan de bevoegde autoriteit van die lidstaat een uitzondering toestaan op bepaalde verbodsbepalingen van Verordening (EU) nr. 267/2012, indien de uitzondering nodig is om milieuschade of definitieve vernietiging van de waarde van de vergunning te voorkomen of te herstellen.

 

(11)

Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

 

12)

Verordening (EU) nr. 267/2012 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 267/2012 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 2 wordt vervangen door:

"2.   Bijlage I omvat goederen en technologie, met inbegrip van programmatuur, die voor tweeërlei gebruik zijn als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 428/2009, met uitzondering van bepaalde goederen en technologie die zijn vermeld in deel A van bijlage I bij deze verordening ";

 

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

"2 bis.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 428/2009 verleende toestemmingen, ten aanzien van de in deel A van bijlage I bij deze verordening vermelde goederen of technologie.";

 

2)

in artikel 6 worden de volgende punten toegevoegd:

 

"d)

de uitvoering, tot 15 april 2013, van contracten betreffende de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in deel C van bijlage I bij deze verordening vermelde goederen of technologie, die vóór 22 december 2012 zijn gesloten, of van voor de uitvoering daarvan benodigde aanvullende contracten;

 

e)

de uitvoering, tot 15 april 2013, van contracten betreffende de verlening van technische bijstand of financiering of financiële bijstand met betrekking tot in deel C van bijlage I bij deze verordening vermelde goederen of technologie, die vóór 22 december 2012 zijn gesloten."

Ten aanzien van punt d) stelt de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 428/2009 verleende toestemmingen.

 

3)

artikel 8 wordt vervangen door:

"Artikel 8

  • 1. 
    Het is verboden de in de bijlagen VI en VI bis vermelde essentiële uitrusting of technologie direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren, naar een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.
  • 2. 
    De bijlagen VI en VI bis vermelden essentiële uitrusting en technologie voor de volgende sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie in Iran:
 

a)

exploratie van ruwe aardolie en aardgas;

 

b)

productie van ruwe aardolie en aardgas;

 

c)

raffinage;

 

d)

vloeibaarmaking van aardgas.

  • 3. 
    De bijlagen VI en VI bis omvatten ook essentiële uitrusting en technologie voor de petrochemische industrie in Iran.
  • 4. 
    De bijlagen VI en VI bis omvatten geen producten die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen, of in bijlage I, II of III.";
 

5)

artikel 9 wordt vervangen door:

"Artikel 9

Er wordt een verbod ingesteld op:

 

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de essentiële uitrusting en technologie genoemd in bijlage VI en VI bis, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in bijlage VI en VI bis, aan een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam of bestemd voor gebruik in Iran;

 

b)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de essentiële uitrusting en technologie genoemd in bijlage VI en VI bis, aan een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam of bestemd voor gebruik in Iran.";

 

5)

artikel 10 wordt vervangen door:

"Artikel 10

  • 1. 
    De verbodsbepalingen van de artikelen 8 en 9 zijn niet van toepassing op:
 

a)

de uitvoering, tot 15 april 2013, van transacties op grond van handelscontracten inzake in bijlage VI vermelde essentiële uitrusting of technologie voor de exploratie van aardolie en aardgas, de productie van aardolie en aardgas en de raffinage en vloeibaarmaking van aardgas, die zijn gesloten vóór 27 oktober 2010, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, of van een contract of overeenkomst, gesloten vóór 26 juli 2010 en verband houdend met een investering in Iran die is gedaan vóór 26 juli 2010, noch verhinderen deze bepalingen het nakomen van een verplichting die krachtens een dergelijke transactie is ontstaan;

 

b)

de uitvoering, tot 15 april 2013, van transacties op grond van handelscontracten inzake in bijlage VI vermelde essentiële uitrusting en technologie voor de petrochemische industrie, die zijn gesloten vóór 24 maart 2012, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, of van een contract of overeenkomst, gesloten vóór 23 januari 2012 en verband houdend met een investering in Iran die is gedaan vóór 23 januari 2012, noch verhinderen deze bepalingen het nakomen van een verplichting die krachtens een dergelijke transactie is ontstaan;

 

c)

de uitvoering, tot 15 april 2013, van transacties op grond van handelscontracten inzake in bijlage VI bis vermelde essentiële uitrusting of technologie voor de exploratie van aardolie en aardgas, de productie van aardolie en aardgas en de raffinage en vloeibaarmaking van aardgas, alsmede voor de petrochemische industrie, die zijn gesloten vóór 16 oktober 2012 en verband houdend met een investering in Iran in de winning van aardolie en aardgas, de productie van aardolie en aardgas, en de raffinage en het vloeibaar maken van aardgas geproduceerd voor 26 juli 2010 of verband houdend met een investering in Iran in de petrochemische industrie die is gedaan vóór 23 januari 2012, noch verhinderen deze bepalingen het nakomen van een verplichting die krachtens een dergelijke transactie is ontstaan; of

 

d)

het verlenen van technische ondersteuning die uitsluitend is bedoeld voor het installeren van uitrusting of technologie die is afgeleverd overeenkomstig de punten a), b) en c),

mits de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam die of dat een dergelijke transactie wil verrichten of daartoe bijstand wil gaan verlenen, deze transactie of deze bijstand ten minste 20 werkdagen vooraf heeft aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij, zij of het gevestigd is.

  • 2. 
    De verbodsbepalingen in de artikelen 8 en 9 laten de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de in artikel 12, lid 1, onder b), of artikel 14, lid 1, onder b), bedoelde contracten onverlet, mits deze verplichtingen voortvloeien uit dienstverleningscontracten of voor de uitvoering daarvan benodigde aanvullende contracten en mits de uitvoering van die verplichtingen vooraf door de bevoegde autoriteit is toegestaan en die betrokken lidstaat de andere betrokken lidstaat en de Commissie heeft ingelicht over haar voornemen om toestemming te verlenen.";
 

6)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 10 bis

  • 1. 
    Het is verboden de in bijlage VI ter vermelde essentiële maritieme uitrusting of technologie direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren, naar een Iraanse persoon of entiteit of enig Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.
  • 2. 
    Bijlage VI ter omvat essentiële maritieme uitrusting en technologie voor het bouwen, onderhouden of opnieuw uitrusten van zeeschepen, met inbegrip van technologie die wordt gebruikt bij de bouw van olietankers.

Artikel 10 ter

  • 1. 
    Er wordt een verbod ingesteld op:
 

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de essentiële uitrusting en technologie genoemd in bijlage VI ter, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in bijlage VI ter, aan een Iraanse persoon of entiteit of enig Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran;

 

b)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de sleuteluitrusting en sleuteltechnologie genoemd in bijlage VI ter, aan een Iraanse persoon of entiteit of enig Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.

Artikel 10 quater

  • 1. 
    De verbodsbepalingen van de artikelen 10 bis en 10 ter laten de levering onverlet van essentiële maritieme uitrusting en technologie aan een schip dat niet in bezit is of onder zeggenschap staat van een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, en dat door overmacht werd gedwongen een Iraanse haven of de Iraanse territoriale wateren binnen te varen.
  • 2. 
    De verbodsbepalingen van de artikelen 10 bis en 10 ter zijn niet van toepassing op de uitvoering, tot 15 februari 2013, van vóór 22 december 2012 gesloten contracten of voor de uitvoering daarvan benodigde aanvullende contracten.

Artikel 10 quinquies

  • 1. 
    Het is verboden de in bijlage VII bis vermelde programmatuur direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren, naar een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.
  • 2. 
    Bijlage VII bis omvat programmatuur voor het integreren van industriële processen, die van belang is voor industrieën die direct of indirect onder zeggenschap staan van de Islamitische Revolutionaire Garde, of voor het nucleaire, militaire of ballistischerakettenprogramma van Iran.

Artikel 10 sexies

  • 1. 
    Er wordt een verbod ingesteld op:
 

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage VII bis vermelde programmatuur, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in bijlage VII bis vermelde goederen, aan een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran;

 

b)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage VII bis vermelde programmatuur, aan een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.

Artikel 10 septies

  • 1. 
    De verbodsbepalingen van de artikelen 10 quinquies en 10 sexies zijn niet van toepassing op de uitvoering, tot 15 januari 2013, van vóór 22 december 2012 gesloten contracten of voor de uitvoering daarvan benodigde aanvullende contracten."
 

7)

artikel 12, lid 1, wordt vervangen door:

"1.   De verbodsbepalingen van artikel 11 zijn niet van toepassing op:

 

a)

de uitvoering tot 1 juli 2012 van handelscontracten die zijn gesloten vóór 23 januari 2012, of van aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten;

 

b)

de uitvoering van contracten die zijn gesloten vóór 23 januari 2012, of van aanvullende contracten, inclusief vervoers-, verzekerings- of inspectiecontracten, die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, indien dergelijke contracten specifiek erin voorzien dat de levering van aardolie en aardolieproducten of de opbrengst van de levering ervan bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen aan personen, entiteiten of lichamen die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen;

 

c)

aardolie of aardolieproducten die uit Iran zijn uitgevoerd vóór 23 januari 2012, of, indien de uitvoer is geschied overeenkomstig punt a), op of vóór 1 juli 2012; of indien de uitvoer is geschied overeenkomstig punt b);

 

d)

de aankoop van motorolie die is geproduceerd en verstrekt door een derde land, niet zijnde Iran, en bedoeld voor de aandrijving van de motoren van schepen;

 

e)

de aankoop van motorolie voor de aandrijving van de motoren van een schip dat door overmacht is gedwongen binnen te varen in een Iraanse haven of in Iraanse territoriale wateren,

mits de persoon, entiteit of lichaam die of dat het in de punten a), b) of c) bedoelde contract wil uitvoeren, de activiteit of transactie ten minste 20 werkdagen van tevoren heeft aangemeld bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij gevestigd is.";

 

8)

artikel 14, lid 1, onder c), wordt vervangen door:

 

"c)

petrochemische producten die uit Iran zijn uitgevoerd vóór 23 januari 2012, of, indien de uitvoer is geschied overeenkomstig punt a), op of vóór 1 mei 2012, of indien de export is geschied overeenkomstig punt b),";

 

9)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 14 bis

  • 1. 
    Er wordt een verbod ingesteld op:
 

a)

de aankoop, het vervoer of de invoer in de Unie van aardgas dat van oorsprong is uit Iran of vanuit Iran is uitgevoerd;

 

b)

het ruilen van aardgas dat van oorsprong is uit Iran of vanuit Iran is uitgevoerd; en

 

c)

het verlenen, direct of indirect, van tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsmede verzekeringen en herverzekeringen en tussenhandeldiensten met betrekking tot verzekeringen of herverzekeringen, die verband houden met de activiteiten genoemd onder de punten a) en b).

  • 2. 
    De verbodsbepalingen in lid 1 gelden niet voor:
 

a)

aardgas dat is uitgevoerd uit een andere staat dan Iran terwijl het uitgevoerde gas is vermengd met gas uit Iran binnen de infrastructuur van een staat niet zijnde Iran;

 

b)

de aankoop van aardgas binnen Iran door onderdanen van lidstaten voor burgerlijke doeleinden, waaronder de verwarming of energievoorziening van huizen, of voor het onderhoud van diplomatieke missies; of

 

c)

de uitvoering van contracten voor de levering in de Unie van aardgas van oorsprong uit een staat niet zijnde Iran.

  • 3. 
    Voor de toepassing van deze verordening worden onder "aardgas" verstaan de producten die in bijlage IV bis zijn vermeld.
  • 4. 
    Voor de toepassing van lid 1 wordt onder "ruilen" het uitwisselen van aardgasstromen van verschillende oorsprong verstaan.";
 

10)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 15 bis

  • 1. 
    Het is verboden grafiet en metaal (ruw of halffabricaat), als vermeld in bijlage VII ter, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren, naar een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.
  • 2. 
    Bijlage VII ter omvat grafiet en metalen (ruw of halffabricaat), zoals aluminium en staal, die van belang zijn voor industrieën die direct of indirect onder zeggenschap staan van de Islamitische Revolutionaire Garde, of voor het nucleaire, militaire of ballistischerakettenprogramma van Iran.
  • 3. 
    De verbodsbepaling van lid 1 is niet van toepassing op de in de bijlagen I, II en III vermelde goederen.

Artikel 15 ter

  • 1. 
    Er wordt een verbod ingesteld op:
 

a)

het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de in bijlage VII ter vermelde goederen, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de in bijlage VII ter vermelde goederen, aan een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran;

 

b)

het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage VII ter vermelde goederen, aan een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, of voor gebruik in Iran.

  • 2. 
    De verbodsbepalingen van lid 1 zijn niet van toepassing op de in bijlagen I, II en III vermelde goederen.

Artikel 15 quater

De verbodsbepalingen van artikel 15 bis zijn niet van toepassing op de uitvoering, tot 15 april 2013, van vóór 22 december 2012 gesloten contracten of voor de uitvoering daarvan benodigde aanvullende contracten."

 

11)

artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in lid 2 komen de punten c) en d) als volgt te luiden:

 

"c)

leden zijn van de Iraanse Revolutionaire Garde of een rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat eigendom is of onder zeggenschap staat van de Iraanse Revolutionaire Garde of van een of meer leden daarvan, of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die namens hen optreedt of aan hen verzekeringen of andere essentiële diensten verleent;

 

d)

andere personen, entiteiten of lichamen zijn die steun, zoals materiële, logistieke of financiële steun, verlenen aan de regering van Iran, of entiteiten die eigendom zijn of onder zeggenschap staan van de regering van Iran of personen of entiteiten die er banden mee onderhouden;";

 

b)

lid 4 wordt vervangen door:

"4.   Onverminderd de afwijkingen die zijn toegestaan bij de artikelen 24, 25, 26, 27, 28, 28 bis of 29, is het verboden gespecialiseerde diensten inzake financieel berichtenverkeer, die worden gebruikt met het oog op de uitwisseling van financiële gegevens, te verlenen aan de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die zijn genoemd in de bijlagen VIII en IX.";

 

12)

artikel 25, punt a), ii), wordt vervangen door:

 

"ii)

de betaling niet zal bijdragen aan een activiteit die is verboden krachtens deze verordening. Indien de betaling dient als vergoeding voor een handelsactiviteit die reeds is verricht en de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat vooraf had bevestigd dat de activiteit niet verboden was, wordt de betaling op het eerste gezicht niet geacht bij te dragen tot een verboden activiteit; en";

 

13)

artikel 26, lid 1, onder a), wordt vervangen door:

 

"a)

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:

 

i)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlagen VIII en IX genoemde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

 

ii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

 

iii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

 

iv)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van kosten in verband met het ontvlaggen van een schip; en";

 

14)

artikel 28 wordt vervangen door:

"Artikel 28

In afwijking van artikel 23, lid 2, kunnen de bevoegde autoriteiten ook op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor:

 

a)

de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen van de Centrale Bank van Iran, na te hebben vastgesteld dat deze tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de verstrekking van liquiditeit voor de financiering van de handel aan kredietinstellingen en financiële instellingen, of het aflossen van handelsleningen; of

 

b)

de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die worden aangehouden door de Centrale Bank van Iran, nadat zij hebben vastgesteld dat deze tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor het voldoen van een vordering ingevolge contracten of overeenkomsten die vóór 16 oktober 2012 zijn gesloten door een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, indien die contracten of overeenkomsten voorzien in de betaling van uitstaande bedragen aan personen, entiteiten of lichamen die onder de rechtsmacht van de lidstaten vallen;

mits de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie ten minste tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend, in kennis heeft gesteld van het voornemen toestemming te verlenen.";

 

15)

artikel 30 wordt vervangen door de volgende artikelen:

"Artikel 30

  • 1. 
    Het is verboden middelen over te maken tussen enerzijds kredietinstellingen en financiële instellingen die onder deze verordening vallen als omschreven in artikel 49, en anderzijds:
 

a)

kredietinstellingen en financiële instellingen en wisselkantoren die gevestigd zijn in Iran;

 

b)

onder deze verordening vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen en wisselkantoren;

 

c)

niet onder deze verordening vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Iran gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen en wisselkantoren; en

 

d)

wisselkantoren, kredietinstellingen en financiële instellingen die niet in Iran gevestigd zijn, maar onder zeggenschap van in Iran gevestigde personen, entiteiten of lichamen staan,

tenzij deze overmakingen onder lid 2 vallen en overeenkomstig lid 3 zijn verwerkt.

  • 2. 
    De volgende overmakingen kunnen worden toegestaan overeenkomstig lid 3:
 

a)

overmakingen met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of landbouw- of humanitaire doeleinden;

 

b)

overmakingen met betrekking tot persoonlijke geldtransacties;

 

c)

overmakingen in verband met een specifiek handelscontract, mits de betrokken overmaking niet uit hoofde van deze verordening verboden is;

 

d)

overmakingen in verband met diplomatieke missies of consulaire posten of internationale organisaties die immuniteit genieten op grond van het internationaal recht, voor zover de overmakingen bestemd zijn voor de officiële doelen van die diplomatieke missies of consulaire posten of organisaties die immuniteit genieten op grond van het internationaal recht;

 

e)

overmakingen in verband met betalingen ter voldoening van vorderingen van of op Iraanse personen, entiteiten of lichamen, alsook transacties van soortgelijke aard mits die niet bijdragen aan activiteiten die uit hoofde van deze verordening verboden zijn, per geval bekeken, indien de betrokken lidstaat de andere lidstaten en de Commissie minstens tien dagen van tevoren in kennis heeft gesteld van zijn voornemen om toestemming te verlenen;

 

f)

overmakingen die noodzakelijk zijn voor het nakomen van verplichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten als bedoeld in artikel 12, lid 1, onder b).

  • 3. 
    Geldovermakingen die overeenkomstig lid 2 kunnen zijn toegestaan, worden verwerkt als volgt:
 

a)

overmakingen van minder dan 100 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in verband met transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor landbouw- of humanitaire doeleinden, alsmede overmakingen van minder dan 40 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag met betrekking tot persoonlijke geldtransacties worden verricht zonder voorafgaande toestemming.

De overmaking wordt op voorhand schriftelijk gemeld bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat indien het bedrag 10 000 EUR of meer bedraagt, of een daarmee gelijkwaardig bedrag;

 

b)

voor overmakingen van 100 000 EUR of meer of een daarmee gelijkwaardig bedrag in verband met transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of voor landbouw- of humanitaire doeleinden, alsmede overmakingen van 40 000 EUR of meer of een gelijkwaardig bedrag met betrekking tot persoonlijke geldtransacties, is overeenkomstig lid 2 voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist.

De lidstaten stellen elkaar iedere drie maanden in kennis van alle verleende toestemmingen;

 

c)

voor alle overige overmakingen van 10 000 EUR of meer of een gelijkwaardig bedrag is overeenkomstig lid 2 voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist.

De lidstaten stellen elkaar iedere drie maanden in kennis van alle verleende toestemmingen.

  • 4. 
    Voor geldovermakingen van minder dan 10 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag is geen voorafgaande toestemming of kennisgeving vereist.
  • 5. 
    De meldingen en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen aan een entiteit die onder lid 1, onder a) tot en met d) valt, worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de betaler gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd.

De meldingen en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen door een entiteit die onder lid 1, onder a) tot en met d) valt, worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd.

Indien de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde niet onder deze verordening valt, worden meldingen en verzoeken door de betaler (in het geval van een overmaking aan een entiteit die onder lid 1, onder a) tot en met d) valt) of de begunstigde (in het geval van een overmaking door een entiteit die onder lid 1, onder a) tot en met d), valt) gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de betaler of de begunstigde is gevestigd.

  • 6. 
    Kredietinstellingen en financiële instellingen die onder deze verordening vallen, dienen bij verrichtingen met de in lid 1, onder a) tot en met d), bedoelde entiteiten met het oog op het voorkomen van inbreuken op de bepalingen van deze verordening, grotere waakzaamheid als volgt in acht te nemen:
 

a)

zij zijn voortdurend oplettend op boekhoudkundig gebied, onder meer door middel van hun programma's voor klantenonderzoek;

 

b)

zij eisen dat bij betaalopdrachten alle informatievelden zijn ingevuld die betrekking hebben op de opdrachtgever en de begunstigde van de betrokken transactie; indien deze informatie niet is verstrekt, moet de transactie worden geweigerd;

 

c)

zij bewaren alle transactiedocumenten gedurende vijf jaar en leggen deze op verzoek aan de nationale autoriteiten over;

 

d)

indien zij redelijke gronden hebben om te vermoeden dat de activiteiten met kredietinstellingen en financiële instellingen een inbreuk kunnen vormen op de bepalingen van deze verordening, melden zij dit terstond bij de financiële-inlichtingeneenheid (FIE) of een andere door de betrokken lidstaat aangewezen bevoegde instantie, onverminderd de artikelen 5 en 23. De FIE of een andere bevoegde autoriteit fungeert als nationaal centrum voor de ontvangst en analyse van gemelde verdachte transacties met betrekking tot mogelijke inbreuken op deze verordening. De FIE of de andere bevoegde instantie heeft snel, direct of indirect, toegang tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig heeft om deze taak, met inbegrip van de analyse van gemelde verdachte transacties, naar behoren te vervullen.

Artikel 30 bis

  • 1. 
    Geldovermakingen van en naar een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam die niet onder artikel 30, lid 1, vallen, worden verwerkt als volgt:
 

a)

overmakingen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of landbouw- of humanitaire doeleinden worden verricht zonder voorafgaande toestemming.

De overmaking wordt op voorhand schriftelijk gemeld bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat indien het bedrag 10 000 EUR of meer bedraagt, of een gelijkwaardig bedrag;

 

b)

alle overige overmakingen ten bedrage van minder dan 40 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag worden zonder voorafgaande toestemming verricht.

De overmaking wordt vooraf schriftelijk gemeld bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat indien het bedrag 10 000 EUR of meer bedraagt, of een gelijkwaardig bedrag;

 

c)

voor alle overige overmakingen van 40 000 EUR of meer of een daarmee gelijkwaardig bedrag is voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat vereist.

De lidstaten stellen elkaar iedere drie maanden in kennis van alle geweigerde toestemmingen.

  • 2. 
    Voor geldovermakingen van minder dan 10 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag is geen voorafgaande toestemming of kennisgeving vereist.
  • 3. 
    Meldingen van en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen worden als volgt behandeld:
 

a)

in het geval van door kredietinstellingen of financiële instellingen verwerkte elektronische overmaking van tegoeden:

 

i)

meldingen van en verzoeken om toestemming voor overmakingen van tegoeden naar een Iraanse persoon of entiteit die of een Iraans lichaam dat zich buiten de Unie bevindt, worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de betaler gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd;

 

ii)

meldingen van en verzoeken om toestemming voor overmakingen van tegoeden van een Iraanse persoon of entiteit die of een Iraans lichaam dat zich buiten de Unie bevindt, worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd;

 

iii)

indien, in de gevallen bedoeld onder i) en ii), de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde niet onder het toepassingsgebied van deze verordening valt, worden meldingen en verzoeken om toestemming door de betaler (in het geval van een overmaking naar een persoon, entiteit of lichaam uit Iran) of de begunstigde (in het geval van een overmaking door een persoon, entiteit of lichaam uit Iran) gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de begunstigde of de betaler is gevestigd;

 

iv)

meldingen van en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen naar een Iraanse persoon of entiteit die of een Iraans lichaam dat zich binnen de Unie bevindt, worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd;

 

v)

meldingen van en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen van een Iraanse persoon of entiteit die of een Iraans lichaam dat zich binnen de Unie bevindt, worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de betaler gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd;

 

vi)

indien, in de gevallen bedoeld onder iv) en v), de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde niet onder het toepassingsgebied van deze verordening valt, worden meldingen en verzoeken om toestemming door de betaler (in het geval van een overmaking naar een persoon, entiteit of lichaam uit Iran) of de begunstigde (in het geval van een overmaking door een persoon, entiteit of lichaam uit Iran) gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de begunstigde of de betaler is gevestigd;

 

vii)

met betrekking tot een geldovermaking naar of door een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam waarbij noch de betaler, noch de begunstigde, noch hun respectieve betalingsdienstaanbieders onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, maar waarbij een betalingsdienstaanbieder als tussenpersoon fungeert die wel onder het toepassingsgebied van deze verordening valt, moet deze betalingsdienstaanbieder zich houden aan de verplichting tot melding van of verzoeken om toestemming voor geldovermakingen, naargelang van het geval, indien hij weet of gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de overmaking afkomstig is van of bestemd is voor een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam. Indien meer dan één betalingsdienstaanbieder als tussenpersoon fungeert, is alleen de eerste betalingsdienstaanbieder die de overmaking verricht, verplicht tot melding of verzoek om toestemming, naargelang van het geval. Meldingen en verzoeken om toestemming dienen te worden gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder is gevestigd;

 

vii)

indien meer dan één betalingsdienstaanbieder betrokken is bij een reeks geldovermakingen die aan elkaar gekoppeld zijn, moeten de overmakingen binnen de Unie een verwijzing bevatten naar de toestemming die is verleend uit hoofde van dit artikel;

 

b)

in het geval van geldovermakingen die tot stand worden gebracht langs niet-elektronische weg, worden meldingen van en verzoeken om toestemming voor overmakingen van tegoeden verwerkt als volgt:

 

i)

meldingen van en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen naar een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam worden door de betaler gericht aan de bevoegde autoriteiten waar de betaler woonachtig is;

 

ii)

meldingen van en verzoeken om toestemming voor geldovermakingen van een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam worden door de begunstigde gericht aan de bevoegde autoriteiten waar de begunstigde woonachtig is.

Artikel 30 ter

  • 1. 
    Indien toestemming is verleend overeenkomstig de artikelen 24, 25, 26, 27, 28 of 28 bis, zijn de artikelen 30 en 30 bis niet van toepassing.

Het vereiste van voorafgaande toestemming voor geldovermakingen overeenkomstig de artikel 30, lid 3, onder b) en c), laat de uitvoering onverlet van geldovermakingen waarvan voor 22 december 2012 kennis is gegeven aan of voorafgaande toestemming is gegeven door de bevoegde autoriteit. Deze geldovermakingen worden uitgevoerd voor 15 april 2013.

De artikelen 30 en 30 bis gelden niet voor geldovermakingen als bedoeld in artikel 29.

  • 2. 
    Artikel 30, lid 3, en artikel 30 bis, lid 1, zijn van toepassing ongeacht of de geldovermaking in één enkele operatie wordt verricht of in verschillende operaties die aan elkaar gekoppeld lijken te zijn. Voor de toepassing van deze verordening omvatten "operaties die aan elkaar gekoppeld lijken te zijn":
 

a)

een reeks van opeenvolgende overmakingen van of aan dezelfde financiele of kredietinstelling als bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a) tot en met d), of aan of door een Iraanse persoon of entiteit of hetzelfde Iraanse lichaam, die betrekking hebben op één enkele verplichting tot geldovermaking, en waarbij elke afzonderlijke overmaking onder de betrokken drempel als bedoeld in de artikelen 30 en 30 bis blijft, maar deze overmakingen bij elkaar opgeteld wel aan de criteria voor kennisgeving of toestemming voldoen; of

 

b)

een reeks overmakingen door verschillende betalingsdienstaanbieders, natuurlijke personen of rechtspersonen die één enkele verplichting vormt tot geldovermaking.

  • 3. 
    Voor de toepassing van artikel 30, lid 3, onder b), artikel 30, lid 3, onder c), en artikel 30 bis, lid 1, onder c), verlenen de bevoegde autoriteiten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming, tenzij zij redelijke gronden hebben om vast te stellen dat de geldovermaking waarvoor deze toestemming wordt aangevraagd, een inbreuk zou kunnen vormen op de verbodsbepalingen of verplichtingen waarin deze verordening voorziet.

Een bevoegde autoriteit kan voor de behandeling van een verzoek om toestemming kosten in rekening brengen.

  • 4. 
    Voor de toepassing van artikel 30 bis, lid 1, onder c), wordt toestemming geacht te zijn verleend indien de bevoegde autoriteit schriftelijk om deze toestemming is verzocht en zij binnen vier weken geen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt tegen de geldovermaking. Indien bezwaar wordt gemaakt omdat een onderzoek nog loopt, vermeldt de bevoegde autoriteit deze omstandigheid en deelt zij haar besluit onverwijld mede. De bevoegde autoriteiten wordt op gepaste wijze direct of indirect toegang verleend tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die voor het onderzoek nodig is.
  • 5. 
    De volgende personen, entiteiten en lichamen vallen niet onder het toepassingsgebied van de artikelen 30 en 30 bis:
 

a)

personen, entiteiten of lichamen die slechts papieren documenten omzetten in elektronische vorm en op contractbasis werkzaam zijn bij een kredietinstelling of een financiële instelling;

 

b)

personen, entiteiten of lichamen die kredietinstellingen of financiële instellingen uitsluitend voorzien van berichtensystemen of andere ondersteunende systemen voor geldovermaking; of

 

c)

personen, entiteiten of lichamen die kredietinstellingen of financiële instellingen uitsluitend voorzien van clearing- en afwikkelingssystemen."

 

16)

artikel 31 wordt vervangen door:

"Artikel 31

  • 1. 
    De bijkantoren en dochtermaatschappijen van kredietinstellingen en financiële instellingen die in Iran zijn gevestigd en die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, zoals omschreven in artikel 49, stellen de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij zijn gevestigd, binnen vijf werkdagen in kennis van elke verrichte of ontvangen geldovermaking, alsook van de naam van de partijen en het bedrag en de datum van de transactie. Indien de informatie voorhanden is, wordt in de kennisgeving de aard van de transactie vermeld en, in voorkomend geval, de soort goederen waarop de transactie betrekking heeft en, in het bijzonder, of de goederen vermeld zijn in bijlage I, II, III, IV, IV bis, V, VI, VI bis, VI ter, VII, VII bis of VII ter bij deze verordening, en voor goederen waarvoor een uitvoervergunning vereist is, het nummer van de vergunning.
  • 2. 
    Onverminderd de vereiste regelingen voor de uitwisseling van informatie worden de gegevens in verband met de in lid 1 bedoelde kennisgevingen, om mogelijke transacties te voorkomen die kunnen bijdragen aan proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, in voorkomend geval door de in kennis gestelde bevoegde autoriteiten onverwijld meegedeeld aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten waar de wederpartijen bij de transacties zijn gevestigd.";
 

17)

artikel 32 wordt geschrapt;

 

18)

in de artikelen 33 en 34 worden de verwijzingen naar artikel 32, lid 2, vervangen door verwijzingen naar artikel 30, lid 1;

 

19)

de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 37 bis

  • 1. 
    De verlening van de volgende diensten met betrekking tot olietankers en vrachtschepen die de vlag van de Islamitische Republiek Iran voeren of die direct of indirect eigendom zijn van of bevracht zijn door of geëxploiteerd worden door een Iraanse persoon of entiteit of een Iraans lichaam, is verboden:
 

a)

classificatiediensten van welke aard ook, met inbegrip van maar niet beperkt tot:

 

i)

het opstellen en toepassen van classificatieregels of technische specificaties voor het ontwerp, de bouw, de uitrusting en het onderhoud van schepen, alsmede boordbesturingssystemen;

 

ii)

het uitvoeren van controles en inspecties overeenkomstig de classificatieregels en -procedures;

 

iii)

het toekennen van een klassenindeling en de afgifte, bekrachtiging of verlenging van conformiteitscertificaten inzake classificatieregels of -specificaties;

 

b)

toezicht op en deelname aan het ontwerp, de bouw en het herstel van schepen en onderdelen daarvan, met inbegrip van blokken, elementen, machines, elektrische installaties en besturingsinrichtingen, alsmede aanverwante technische ondersteuning, financiering of financiële ondersteuning;

 

c)

inspectie, beproeving en certificatie van maritieme uitrusting, materialen en onderdelen alsmede toezicht op installatie daarvan aan boord en toezicht op systeemintegratie;

 

d)

controles, inspecties, audits en visitaties, alsmede afgifte, verlenging en bekrachtiging van de desbetreffende conformiteitscertificaten en -documenten, namens de administratie van de vlaggenstaat, overeenkomstig het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974, zoals gewijzigd (SOLAS 1974) en het Protocol van 1988 daarbij, het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, gewijzigd bij het Protocol van 1978, zoals gewijzigd (MARPOL 73/78), het Verdrag inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, 1972, zoals gewijzigd (COLREG 1972), het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966 (LL 1966) en het Protocol van 1988 daarbij, het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, zoals gewijzigd (STCW), en het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, 1969 (TONNAGE 1969).

  • 2. 
    De verbodsbepaling van lid 1 is van toepassing met ingang van 15 januari 2013.

Artikel 37 ter

  • 1. 
    Het is verboden schepen die zijn ontworpen voor het vervoer of de opslag van olie en petrochemische producten ter beschikking te stellen:
 

i)

aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen; of

 

ii)

aan enige andere persoon, entiteit of lichaam, tenzij de verstrekkers van schepen passende maatregelen hebben genomen om te voorkomen dat de schepen worden gebruikt voor het vervoer van olie of petrochemische producten die van oorsprong zijn uit Iran of uitgevoerd zijn uit Iran.

  • 2. 
    De verbodsbepaling van lid 1 laat de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de in artikel 12, lid 1, onder b) en c), en in artikel 14, lid 1, onder b) en c), bedoelde contracten of aanvullende contracten onverlet, mits de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 12, lid 1, en artikel 14, lid 1, in kennis zijn gesteld van de invoer en het vervoer van Iraanse ruwe olie, petroleum of petrochemische producten."
 

20)

artikel 41 wordt vervangen door:

"Artikel 41

Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben de in artikel 2, artikel 5, lid 1, de artikel en 8, 9, 10 bis, 10 ter, 10 quinquies, 10 sexies, 11, 13, 14 bis, 15 bis, 15 ter, 17, 22, 23, 30, 30 bis, 34, 35, 37 bis of 37 ter bedoelde maatregelen te omzeilen.";

 

21)

artikel 43, lid 3, wordt vervangen door:

"3.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend, in kennis van de in lid 1 genoemde vaststelling en van het voornemen toestemming te verlenen. In geval van een bedreiging voor het milieu en/of de gezondheid en de veiligheid van werknemers in de Unie die dringend optreden vereist, mag de betrokken lidstaat toestemming verlenen zonder deze vooraf te melden, mits de andere lidstaten en de Commissie binnen drie werkdagen na het verlenen van de toestemming hiervan in kennis worden gesteld.";

 

22)

het volgende artikel 43 bis wordt ingevoegd:

"Artikel 43 bis

  • 1. 
    In afwijking van de artikelen 8 en 9, artikel 17, lid 1, wat betreft de in artikel 17, lid 2, onder b), bedoelde Iraanse personen, entiteiten of lichamen, artikel 23, leden 2 en 3, wat betreft de in bijlage IX genoemde personen, entiteiten en lichamen, en de artikelen 30 en 35, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor activiteiten met betrekking tot de exploratie of exploitatie van koolwaterstoffen binnen de Unie waarvoor de lidstaat een vergunning heeft afgegeven aan een in bijlage IX genoemde persoon, entiteit of lichaam, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
 

a)

de vergunning voor de exploratie of exploitatie van koolwaterstoffen binnen de Unie is afgegeven vóór de datum waarop de in bijlage IX genoemde persoon, entiteit of lichaam werd aangewezen; en

 

b)

de vergunning is noodzakelijk om milieuschade in de Unie te voorkomen of te herstellen, of definitieve vernietiging van de waarde van de vergunning te voorkomen, onder andere door het veilig stellen van de pijplijn en de infrastructuur die met de vergunning verband houden, op tijdelijke basis. Een dergelijke vergunning kan maatregelen op basis van de nationale wetgeving omvatten.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde afwijking wordt alleen toegestaan voor de noodzakelijke periode en mag de geldigheidsduur van de aan de in bijlage IX genoemde persoon, entiteit of lichaam verleende vergunning niet overschrijden. Als de bevoegde autoriteit van mening is dat subrogatie of schadeloosstelling noodzakelijk is, mag de geldigheidsduur van de afwijking niet meer dan vijf jaar bedragen.
  • 3. 
    De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste tien werkdagen voordat de toestemming wordt verleend, in kennis van het voornemen toestemming te verlenen. In geval van een bedreiging voor het milieu in de Unie die dringend optreden vereist om milieuschade te voorkomen, mag de betrokken lidstaat toestemming verlenen zonder deze vooraf te melden, mits de andere lidstaten en de Commissie binnen drie werkdagen na het verlenen van de toestemming hiervan in kennis worden gesteld.";
 

23)

in de titel van bijlage X wordt een verwijzing naar artikel 43 bis ingevoegd;

 

24)

artikel 45, onder b), wordt vervangen door:

 

"b)

wijzigt de bijlagen III, IV, IV bis, V, VI, VI bis, VI ter, VII, VII bis, VII ter en X op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.";

 

25)

bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening;

 

26)

de tekst in bijlage II bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage IV bis;

 

27)

de tekst in bijlage III bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage VI bis;

 

28)

de tekst in bijlage IV bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage VI ter;

 

29)

de tekst in bijlage V bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage VII bis;

 

30)

de tekst in bijlage VI bij deze verordening wordt ingevoegd als bijlage VII ter.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 december 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    D. MAVROYIANNIS
 

 

BIJLAGE I

"BIJLAGE I

DEEL A

Goederen en technologie als bedoeld in artikel 2, leden 1, 2 en 4, artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 1, artikel 6, artikel 8, lid 4, artikel 17, lid 2, en artikel 31, lid 1

Deze bijlage omvat alle goederen en technologie die zijn vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009, als daarin gedefinieerd, met uitzondering van goederen en technologie vermeld in deel A en tot 15 april 2013 met uitzondering van goederen en technologie vermeld in deel C.

 

Item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

Omschrijving

1.

"Informatiebeveiligings"-systemen en -apparatuur voor eindgebruik, voor openbare telecommunicatiediensten en bij het aanbieden van internetdiensten of voor de bescherming van dergelijke diensten door de netwerkoperator, waaronder onderdelen die nodig zijn voor de werking, de installatie, (waaronder ter plekke installatie), het onderhoud (controle), de reparatie, de inspectie en het schoonmaken, als hieronder:

 

a.

systemen, apparatuur, voor specifieke toepassingen bestemde "samenstellingen", modulen of geïntegreerde schakelingen ten behoeve van "informatiebeveiliging" in verband met netwerken zoals wifi, 2G, 3G, 4G of vaste netwerken (klassiek, ADSL of glasvezel), als hieronder, en onderdelen daarvoor, speciaal ontworpen voor "informatiebeveiliging":

 

NB:

Zie item 7A005 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 voor de embargostatus van satellietontvangers voor wereldwijde navigatiesystemen (Global Navigation Satellite Systems - GNSS) met of gebruikmakend van ontcijfering (GPS of GLONASS).

 

1.

ontworpen of aangepast voor het hanteren van "cryptografie" met gebruikmaking van digitale technieken ter uitvoering van cryptografische functies, met uitzondering van authentificatie en digitale handtekening, met behulp van:

 

1.

Onder authentificatie- en digitalehandtekeningfuncties valt ook de daarmee samenhangende sleutelbeheersfunctie.

 

2.

Onder authentificatie vallen alle aspecten van toegangscontrole waarbij geen encryptie van bestanden of tekst betrokken is, behalve wanneer deze rechtstreeks verband houdt met de bescherming van wachtwoorden, persoonlijke identificatienummers (pincodes) of vergelijkbare informatie ter voorkoming van toegang zonder toestemming.

 

3.

Tot "cryptografie" worden niet gerekend: technieken van "vaste" gegevenscomprimering of codering.

 

Noot:

1.a.1. is ook van toepassing op apparatuur die is ontworpen of aangepast voor het gebruik van "cryptografie" op grond van analoge principes, wanneer deze met behulp van digitale technieken worden toegepast.

 

a.

een "symmetrisch algoritme" met een sleutellengte van meer dan 56 bits, of

 

b.

een "asymmetrisch algoritme" waarvan de beveiliging wordt gewaarborgd door:

 

1.

ontbinding van gehele getallen van meer dan 512 bits (bv. RSA);

 

2.

berekening van discrete logaritmen in een groep van een eindig veld met een grootte van meer dan 512 bits (bv. Diffie-Hellman over Z/pZ), of

 

3.

discrete logaritmen in een andere dan de in 1.a.1.b.2 genoemde groepen van meer dan 112 bits

(bv. Diffie-Hellman over een elliptische curve).

2.

"Programmatuur", voor eindgebruik in openbare telecommunicatiediensten, bij het aanbieden van internetdiensten of voor de bescherming door de netwerkoperator van dergelijke diensten, als hieronder:

 

a.

"programmatuur", speciaal ontworpen of aangepast voor het "gebruik" van apparatuur bedoeld in 1.a.1 of van "programmatuur" bedoeld in 2.b.1;

 

b.

specifieke "programmatuur", als hieronder:

 

1.

"programmatuur" die de kenmerken heeft of de functies uitoefent of simuleert van de apparatuur, bedoeld in 5A002.a.1.

3.

"Technologie" overeenkomstig de algemene technologienoot voor het "gebruik" van apparatuur bedoeld in 1.a.1 of "programmatuur" bedoeld in 2.a of 2.b.1 van deze lijst, voor eindgebruik in openbare telecommunicatiediensten, bij het aanbieden van internetdiensten of voor de bescherming door de netwerkoperator van dergelijke diensten.

DEEL B

Artikel 6 is van toepassing op de volgende goederen:

 

Item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

Omschrijving

0A001

"Kernreactoren" en speciaal ontworpen en gebouwde uitrusting en onderdelen ervan, als hieronder:

 

a.

"kernreactoren";

 

b.

metalen vaten, of belangrijke speciaal vervaardigde onderdelen ervan, met inbegrip van het deksel van een reactordrukvat, die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd als omhulsel van de kern van een "kernreactor";

 

c.

bedieningsapparatuur, speciaal ontworpen of vervaardigd om splijtstof in een "kernreactor" aan of af te voeren;

 

d.

regelstaven, d.w.z. staven die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor de beheersing van het splijtingsproces in een "kernreactor", de draag- of ophangconstructies daarvoor, mechanismen voor het besturen van de regelstaven en buizen voor het geleiden van de regelstaven;

 

e.

drukpijpen, d.w.z. buizen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd om dienst te doen als houder van de splijtstofelementen en het primaire koelmiddel in een "kernreactor" bij een werkdruk van meer dan 5,1 MPa;

 

f.

zirkoniummetaal en legeringen in de vorm van buizen of samenstellen van buizen waarin de gewichtsverhouding tussen hafnium en zirkonium minder is dan 1:500, speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in een "kernreactor";

 

g.

koelpompen, d.w.z. pompen die speciaal zijn ontworpen of vervaardigd voor het doen circuleren van het primaire koelmiddel van "kernreactoren";

 

h.

'inwendige delen van kernreactoren' die speciaal ontworpen of vervaardigd zijn voor gebruik in een "kernreactor", met inbegrip van draagconstructies voor de reactorkern, brandstofkanalen, hitteschilden, keerschotten, roosterplaten van de reactorkern en diffusorplaten;

 

Noot:

In 0A001.h wordt onder 'inwendige delen van kernreactoren' verstaan iedere grote structuur binnen een reactorvat die één of meer functies heeft, zoals ondersteuning van de kern, handhaving van de splijtstofafstelling, sturing van het primaire koelmiddel, het verschaffen van stralingsschermen voor het reactorvat, en de besturing van instrumentatie in de kern.

 

i.

warmtewisselaars (stoomgeneratoren), speciaal ontworpen of vervaardigd voor gebruik in het primaire koelmiddelcircuit van een "kernreactor";

 

j.

instrumenten voor neutronenwaarneming en -meting, speciaal ontworpen of vervaardigd voor het bepalen van de niveaus van de neutronenflux in de kern van een "kernreactor".

0C002

Lichtverrijkt uranium in de zin van 0C002, verwerkt in geassembleerde splijtstofelementen.

DEEL C

 

Item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

Omschrijving

5A002

"Informatiebeveiligings"-systemen en apparatuur en onderdelen daarvoor, als hieronder:

 

a.

systemen, apparatuur, voor specifieke toepassingen bestemde "samenstellingen", modulen of geïntegreerde schakelingen ten behoeve van "informatiebeveiliging", als hieronder, en andere speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:

 

NB:

Zie 7A005 voor de embargostatus van satellietontvangers voor wereldwijde navigatiesystemen (Global Navigation Satellite Systems - GNSS) met of gebruikmakend van ontcijfering (GPS of GLONASS).

 

1.

ontworpen of aangepast voor het hanteren van "cryptografie" met gebruikmaking van digitale technieken ter uitvoering van cryptografische functies, met uitzondering van authentificatie en digitale handtekening, met behulp van:

 

1.

Onder authentificatie- en digitalehandtekeningfuncties valt ook de daarmee samenhangende sleutelbeheersfunctie.

 

2.

Onder authentificatie vallen alle aspecten van toegangscontrole waarbij geen encryptie van bestanden of tekst betrokken is, behalve wanneer deze rechtstreeks verband houdt met de bescherming van wachtwoorden, persoonlijke identificatienummers (pincodes) of vergelijkbare informatie ter voorkoming van toegang zonder toestemming.

 

3.

Tot "cryptografie" worden niet gerekend: technieken van "vaste" gegevenscomprimering of codering.

Noot:

5A002.a.1. is ook van toepassing op apparatuur die is ontworpen of aangepast voor het gebruik van "cryptografie" op grond van analoge principes, wanneer deze met behulp van digitale technieken worden toegepast.

 

a.

een "symmetrisch algoritme" met een sleutellengte van meer dan 56 bits, of

 

b.

een "asymmetrisch algoritme" waarvan de beveiliging wordt gewaarborgd door:

 

1.

ontbinding van gehele getallen van meer dan 512 bits (bv. RSA);

 

2.

berekening van discrete logaritmen in een groep van een eindig veld met een grootte van meer dan 512 bits (bv. Diffie-Hellman over Z/pZ), of

 

3.

discrete logaritmen in een andere dan de in 5A002.a.1.b.2 genoemde groepen van meer dan 112 bits

(bv. Diffie-Hellman over een elliptische curve).

5D002

"Programmatuur" als hieronder:

 

a.

"programmatuur", speciaal ontworpen of aangepast voor het "gebruik" van apparatuur bedoeld in 5A002.a.1 of van "programmatuur" bedoeld in 5D002.c.1;

 

c.

specifieke "programmatuur", als hieronder:

 

1.

"programmatuur" die de kenmerken heeft of de functies uitoefent of simuleert van de apparatuur, bedoeld in 5A002.a.1.

 

Noot:

De onderstaande "programmatuur" is niet bedoeld in 5D002:

a.

"programmatuur" noodzakelijk voor het "gebruik" van apparatuur die krachtens de noot bij 5A002 niet onder embargo valt;

 

b.

"programmatuur" die een of meer van de functies verschaft van apparatuur die krachtens de opmerking bij 5A002 niet onder embargo valt.

5E002

"Technologie" overeenkomstig de algemene technologienoot voor het "gebruik" van apparatuur bedoeld in 5A002.a.1 of "programmatuur" bedoeld in 5D002.a of 5D002.c.1 van deze lijst."

 

BIJLAGE II

"BIJLAGE IV BIS

Producten bedoeld in artikel 14 bis en artikel 31, lid 1

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

 

GS-code

Omschrijving

2709 00 10

aardgascondensaten

2711 11 00

aardgas - vloeibaar gemaakt

2711 21 00

aardgas - gasvormig

2711 12

propaan

2711 13

butanen

2711 19 00

andere"

 

BIJLAGE III

"BIJLAGE VI BIS

Essentiële uitrusting en technologie als bedoeld in artikel 8, artikel 10, lid 1, onder c), en artikel 31, lid 1

 

GS-code

Omschrijving

 
  • – 
    Bekledingsbuizen (casings), exploitatiebuizen (tubings) en boorpijpen (drill pipes), van de soort gebruikt bij de olie- of gaswinning:

7304 22

  • – 
    Boorpijpen (drill pipes) van roestvrij staal

7304 23

  • – 
    – Andere boorpijpen (drill pipes)

7304 24

  • – 
    – Andere, van roestvrij staal

7304 29

  • – 
    – Andere:

ex ex 7305

Andere buizen en pijpen (bijvoorbeeld gelast, geklonken, genageld, gefelst), met een rond profiel en met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van ijzer of van staal, met een chroomgehalte van 1% of meer en een kouderesistentie van lager dan -120 °C

 
  • – 
    Buizen en pijpen, van de soort gebruikt voor olie- of gasleidingen:

7306 11

  • – 
    – Gelast, van roestvrij staal:

7306 19

  • – 
    – Andere
 
  • – 
    Buizen en pijpen, van de soort gebruikt voor olie- of gasleidingen:

7306 21 00

  • – 
    – Gelast, van roestvrij staal

7306 29 00

  • – 
    – Andere
 

Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas, van ijzer of van staal:

7311 00 99

  • – 
    Andere, met een inhoudsruimte van 1 000 l of meer

ex ex 7613

Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of voor vloeibaar gemaakt gas, van aluminium, met een inhoudsruimte van 1 000 l of meer"

 

BIJLAGE IV

"BIJLAGE VI TER

Essentiële uitrusting en technologie als bedoeld in de artikelen 10 bis, 10 ter en 10 quater en artikel 31, lid 1

 

GS-code

Omschrijving

8406 10 00

turbines voor de voortstuwing van schepen

ex ex 8406 90

delen van turbines voor de voortstuwing van schepen

8407 21

buitenboord-zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen, voor de voortstuwing van schepen

ex ex 8407 29

Andere zuigermotoren met vonkontsteking, wankelmotoren daaronder begrepen, voor de voortstuwing van schepen (met uitzondering van buitenboordmotoren)

8408 10

motoren voor de voortstuwing van schepen

ex ex 8409 91 00

delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de machines bedoeld bij post 8407 21 en 8407 29

ex ex 8409 99 00

delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de machines bedoeld bij post 8408 10

ex ex 8411 81

andere gasturbines, met een vermogen van niet meer dan 5 000 kW, voor de voortstuwing van schepen

ex ex 8411 82

andere gasturbines, met een vermogen van meer dan 5 000 kW, voor de voortstuwing van schepen

ex ex 8468

Machines en toestellen voor het solderen of het lassen, ook indien geschikt voor het snijden, andere dan die bedoeld bij post 8515; machines en toestellen voor het oppervlakteharden, werkend met gas

ex ex 8483

Drijfwerkassen (nokkenassen en krukassen daaronder begrepen) en krukken; kussenblokken en lagerschalen; getande overbrengingen en wrijvingswielen; kogellager- en rollagerassen; tandwielkasten en andere overbrengingsmechanismen voor het opvoeren, vertragen of anderszins aanpassen van de snelheid (koppelomvormers daaronder begrepen); vliegwielen en riemschijven (takelblokken daaronder begrepen); koppelingen en koppelingsorganen (beweeglijke koppelingen zoals cardankoppelingen daaronder begrepen, ontworpen voor de voortstuwing van vaartuigen bij een maximumdraagvermogen bij de constructiewaterlijn van 55 000 ton of meer

8487 10

scheepsschroeven en schroefbladen voor scheepsschroeven

ex ex 8515

Elektrische machines, apparaten en toestellen (met elektrisch verhit gas werkende daaronder begrepen) en machines, apparaten en toestellen werkend met laserstralen of met andere licht- of fotonenbundels, met ultrasone trillingen, met elektronenstralen, met magnetische impulsen of met plasmastraal, voor het solderen of voor het lassen, ook indien geschikt voor het snijden; elektrische machines, apparaten en toestellen voor het warm verspuiten van metaal of van cermets

ex ex 9014 10 00

kompassen, uitsluitend voor de maritieme industrie

ex ex 9014 80 00

andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie, uitsluitend voor de maritieme industrie

ex ex 9014 90 00

delen en toebehoren van instrumenten, apparaten en toestellen van de posten 9014 10 00 en 9014 80 00, uitsluitend voor de maritieme industrie

ex ex 9015

Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie, voor de hydrografie, voor de oceanografie, voor de hydrologie, voor de meteorologie of voor de geofysica, andere dan kompassen; afstandmeters, uitsluitend voor de maritieme industrie"

 

BIJLAGE V

"BIJLAGE VII BIS

Programmatuur voor het integreren van industriële processen, bedoeld in de artikelen 10 quinquies, 10 sexies en 10 septies en artikel 31, lid 1

 

1.

Programmatuur voor enterprise resource planning, speciaal ontworpen voor gebruik in nucleaire, militaire, gas-, olie-, zeevaart-, luchtvaart-, financiële en bouwindustrie

Toelichting: programmatuur voor enterprise resource planning wordt gebruikt bij financiële boekhouding, management accounting, personeelsbeheer, productiemanagement, toeleveringsketenmanagement, projectmanagement, klantrelatiebeheer, datadiensten en toegangscontrole."

 

BIJLAGE VI

"BIJLAGE VII TER

Grafiet en metalen (ruw of halffabricaat), bedoeld in de artikelen 15 bis, 15 ter en 15 quater en artikel 31, lid 1

Inleidende opmerking: het feit dat goederen zijn opgenomen in deze bijlage laat de regels in de bijlagen I, II en III die voor deze goederen gelden, onverlet

  • 1. 
    Grafiet
 

GS-code

Omschrijving

2504

Natuurlijk grafiet

3801

Kunstmatig grafiet; colloïdaal en semi-colloïdaal grafiet; preparaten op basis van grafiet of van andere koolstof, in de vorm van pasta's, van blokken, van platen of van andere halffabricaten

6815 10

Werken van grafiet of van andere koolstof, voor niet-elektrisch gebruik, koolstofvezels daaronder begrepen

6903 10

Retorten, smeltkroezen, moffels, mondstukken, stoppen, dragers, schuitjes, pijpen, buizen, hulzen, staafjes en andere vuurvaste keramische voorwerpen, andere dan van diatomeeënaarde of van dergelijke kiezelaarden, bevattende meer dan 50 gewichtspercenten grafiet of andere koolstof of een mengsel van deze producten

8545

Koolelektroden, koolborstels, koolspitsen voor lampen, koolstaven voor elementen of batterijen en andere artikelen van grafiet of andere koolstof, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch gebruik

  • 2. 
    IJzer en staal
 

GS-code

Omschrijving

7201

Gietijzer en spiegelijzer, in gietelingen, in blokken of in andere primaire vormen

7202

Ferrolegeringen

7203

Ferroproducten verkregen door het rechtstreeks reduceren van ijzererts en andere sponsachtige ferroproducten, in blokken, in pellets of in dergelijke vormen; ijzer met een zuiverheid van ten minste 99,94 gewichtspercenten, in blokken, in pellets of in dergelijke vormen

7204

Resten en afval, van gietijzer, van ijzer of van staal (schroot); afvalingots van ijzer of van staal

7205

Korrels en poeder, van gietijzer, van spiegelijzer, van ijzer of van staal

7206

IJzer en niet-gelegeerd staal, in ingots of in andere primaire vormen

7207

Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7218

Roestvrij staal in ingots of in andere primaire vormen; halffabricaten van roestvrij staal

7224

Ander gelegeerd staal in ingots of in andere primaire vormen; halffabricaten van ander gelegeerd staal

  • 3. 
    Koper en werken van koper
 

GS-code

Omschrijving

7401 00 00

Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper)

7402 00 00

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

7403

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw

7404 00

Resten en afval, van koper

7405 00 00

Toeslaglegeringen van koper

7406

Poeder en schilfers, van koper

7407

Staven en profielen, van koper

7410

Bladkoper (ook indien bedrukt of op een drager van papier, van karton, van kunststof of op dergelijke dragers) met een dikte van niet meer dan 0,15 mm (de dikte van de drager niet meegerekend)

7413 00 00

Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van koper, niet-geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit

  • 4. 
    Nikkel en werken van nikkel
 

GS-code

Omschrijving

7501

Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie

7502

Ruw nikkel

7503 00

Resten en afval, van nikkel

7504 00 00

Poeder en schilfers, van nikkel

7505

Staven, profielen en draad, van nikkel

7506

Platen, bladen en strippen, van nikkel

7507

Buizen en pijpen, alsmede hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), van nikkel

  • 5. 
    Aluminium
 

GS-code

Omschrijving

7601

Ruw aluminium

7602

Resten en afval, van aluminium

7603

Poeder en schilfers, van aluminium

7605

Draad van aluminium

7606

Platen, bladen en strippen, van aluminium, met een dikte van meer dan 0,2 mm

7609 00 00

Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen (bijvoorbeeld verbindingsstukken, ellebogen, moffen), van aluminium

7614

Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit

  • 6. 
    Lood
 

GS-code

Omschrijving

7801

Ruw lood

7802 00 00

Resten en afval, van lood

7804

Platen, bladen en strippen, van lood; poeder en schilfers, van lood

  • 7. 
    Zink
 

GS-code

Omschrijving

7901

Ruw zink

7902 00 00

Resten en afval, van zink

7903

Zinkstof; poeder en schilfers, van zink

7904 00 00

Staven, profielen en draad, van zink

7905 00 00

Platen, bladen en strippen, van zink

  • 8. 
    Tin
 

GS-code

Omschrijving

8001

Ruw tin

8002 00 00

Resten en afval, van tin

8003 00 00

Staven, profielen en draad, van tin

  • 9. 
    Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen
 

GS-code

Omschrijving

ex ex 8101

Wolfraam en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

ex ex 8102

Molybdeen en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

ex ex 8103

Tantaal en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8104

Magnesium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8105

Kobaltmatte en andere tussenproducten van de kobaltmetallurgie; kobalt en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

ex ex 8106 00

Bismut en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8107

Cadmium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8108

Titaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8109

Zirkonium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8110

Antimoon en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8111 00

Mangaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

ex ex 8112

Beryllium, chroom, germanium, vanadium, gallium, hafnium (celtium), indium, niobium (columbium), rhenium en thallium, alsmede werken van deze metalen, resten en afval daaronder begrepen

8113 00

Cermets en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen"

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.