Verordening 2013/397 - Wijziging van Verordening 443/2009 met betrekking tot de monitoring van CO 2 -emissies van nieuwe personenauto’s

1.

Wettekst

1.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 120/4

 

VERORDENING (EU) Nr. 397/2013 VAN DE COMMISSIE

van 30 april 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de monitoring van CO2-emissies van nieuwe personenauto’s

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 8, lid 9, tweede alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Uit ervaringen die zijn opgedaan met de monitoring van CO2-emissies van nieuwe personenauto’s in 2010 en 2011 blijkt dat de gemiddelde specifieke emissies en de specifieke emissiedoelstellingen alleen nauwkeurig kunnen worden berekend op basis van de in artikel 8, lid 1, van Verordening (EG) nr. 443/2009 bedoelde gedetailleerde gegevens. De geaggregeerde gegevens van de eerste in deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 443/2009 uiteengezette tabel moeten derhalve zodanig worden aangepast dat zij alleen die gegevens omvatten die strikt noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

 

(2)

Om de kwaliteit en nauwkeurigheid van de monitoring van de CO2-emissies van personenauto’s te verbeteren is het echter noodzakelijk sommige vereiste gegevensparameters nader te specificeren en andere gegevensparameters waarvoor monitoring tot op heden op vrijwillige basis plaatsvond toe te voegen.

 

(3)

Door een typegoedkeuringsnummer op te nemen in de eisen voor monitoring en rapportering kunnen fabrikanten de voorlopige berekeningen van hun gemiddelde specifieke emissiedoelstellingen beter verifiëren en wordt zodoende ook de nauwkeurigheid in de uiteindelijke gegevens verbeterd.

 

(4)

Passagiersauto’s met nationale goedkeuring van kleine series overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn) (2) of auto’s met individuele goedkeuring overeenkomstig artikel 24 van die richtlijn worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de gemiddelde specifieke emissies van een fabrikant. Het is echter van belang dat het aantal van deze voertuigen op consequente wijze wordt gemonitord om te kunnen beoordelen of dit effect heeft op het monitoringproces en op de naleving van de gemiddelde CO2-emissiedoelstelling van de Unie. Ieder jaar moet dan ook opgave worden gedaan van het totaal aantal geregistreerde auto’s.

 

(5)

Tevens moet ervoor worden gezorgd dat de monitoring op CO2-emissies van personenauto’s in overeenstemming is met de emissies van lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van Verordening (EU) nr. 510/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen in het kader van de geïntegreerde benadering van de Unie om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (3) door naast het typegoedkeuringsnummer ook gegevens over de cilinderinhoud en het elektriciteitsverbruik verplicht te stellen voor de monitoring. Voor alle duidelijkheid moeten de gegevens wanneer het certificaat van overeenstemming niet als primaire gegevensbron wordt gebruikt en zij onder meer afkomstig zijn van typegoedkeuringsdocumenten, in dit soort gevallen in overeenstemming zijn met de gegevens in de certificaten van overeenstemming.

 

(6)

Opdat voor de monitoring van de gegevens in 2013 rekening wordt gehouden met deze wijzigingen, mag de inwerkingtreding niet later plaatsvinden dan de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

(7)

Verordening (EG) nr. 443/2009 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(8)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 443/2009 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 april 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 

BIJLAGE

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 443/2009 komt als volgt te luiden:

„BIJLAGE II

MONITORING VAN EN RAPPORTERING OVER EMISSIES

DEEL A —   Het verzamelen van gegevens over nieuwe personenauto’s en het vaststellen van informatie voor de monitoring van de CO2-emissies

 

1.

De lidstaten vermelden voor elk kalenderjaar voor elke nieuwe personenauto die op hun grondgebied wordt geregistreerd de volgende gedetailleerde gegevens:

 

a)

fabrikant;

 

b)

typegoedkeuringsnummer met extensie;

 

c)

type, variant en uitvoering;

 

d)

merk en handelsbenaming;

 

e)

voertuigcategorie volgens typegoedkeuring;

 

f)

totaal aantal nieuwe registraties

 

g)

massa;

 

h)

specifieke CO2-emissies;

 

i)

draagvlak van de wielen: wielbasis, spoorbreedte van gestuurde as en spoorbreedte andere as;

 

j)

brandstoftype en brandstofmodus;

 

k)

cilinderinhoud;

 

l)

elektriciteitsverbruik

 

m)

code voor de innovatieve technologie of groepen van innovatieve technologieën en de hieruit voortvloeiende vermindering van de CO2-emissies.

 

2.

De in punt 1 bedoelde gegevens worden overgenomen uit het certificaat van overeenstemming of stemmen overeen met het door de fabrikant van de desbetreffende personenauto afgegeven certificaat van overeenstemming. Wanneer de gegevens van het certificaat van overeenstemming niet worden overgenomen, nemen de lidstaten de nodige maatregelen om voldoende nauwkeurigheid van de monitoringprocedure te waarborgen. Wanneer voor een personenauto zowel een minimum- als een maximumwaarde is gespecificeerd voor de massa of het draagvlak van de wielen als bedoeld in punt 1, onder i), nemen de lidstaten voor deze verordening alleen de hoogste waarde over. Voor voertuigen met twee brandstoffen (benzine/gas) waarbij op de certificaten van overeenstemming voor beide brandstoffen specifieke CO2-emissies staan vermeld, nemen de lidstaten alleen de waarde voor gas over.

 

3.

De lidstaten bepalen voor elk kalenderjaar:

 

a)

de bronnen die gebruikt zijn voor het verzamelen van de in punt 1 bedoelde gedetailleerde gegevens;

 

b)

het totaal aantal nieuwe registraties van nieuwe personenauto’s die zijn onderworpen aan EG-typegoedkeuring;

 

c)

het totaal aantal nieuwe registraties van personenauto’s met individuele goedkeuring;

 

d)

het totaal aantal nieuwe registraties van nieuwe personenauto’s met een nationale goedkeuring van kleine series;

 

e)

het percentage van alle tankstations op hun grondgebied waar E85-brandstof verkrijgbaar is.

DEEL B —   Methode voor het vaststellen van informatie voor de monitoring van de CO2-emissies van nieuwe personenauto’s

De lidstaten moeten de overeenkomstig punt 1 en punt 3 van deel A vereiste monitoringinformatie vaststellen volgens de in dit deel uiteengezette methode.

 

1.

Aantal geregistreerde nieuwe personenauto’s.

De lidstaten stellen het aantal nieuwe personenauto’s dat op hun grondgebied is geregistreerd vast in het respectieve jaar waarop de monitoring betrekking heeft, verdeeld in voertuigen die aan EG-typegoedkeuring zijn onderworpen, met individuele goedkeuring en met nationale goedkeuring van kleine series.

 

2.

De opsplitsing per uitvoering van nieuwe personenauto’s

Voor elke uitvoering van elke variant van elk type van nieuwe personenauto’s worden het aantal nieuw geregistreerde personenauto’s en de in punt 1 van deel A bedoelde gedetailleerde gegevens opgenomen.

 

3.

De tankstations op hun grondgebied waar E85-brandstof verkrijgbaar is, worden overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1014/2010 van de Commissie (1) vermeld.

DEEL C —   Formaat voor het doorsturen van de gegevens

De lidstaten vermelden voor elk jaar de in de punt 1 en punt 3 van deel A bedoelde informatie in het volgende formaat:

Geaggregeerde gegevens met inbegrip van de in punt 3 van deel A gespecificeerde informatie

 

Lidstaat (2)

 

Jaar

 

Gegevensbron

 

Het totaal aantal nieuwe registraties van nieuwe personenauto’s die aan EG-typegoedkeuring zijn onderworpen

 

Het totaal aantal nieuwe registraties van personenauto’s met individuele goedkeuring

 

Het totaal aantal nieuwe registraties van nieuwe personenauto’s met nationale goedkeuring van kleine series

 

Het percentage van alle tankstations waar E85-brandstof verkrijgbaar is overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1014/2010

 

Het totaal aantal tankstations waar E85-brandstof verkrijgbaar is wanneer het aandeel van deze stations hoger is dan 30 % van alle tankstations overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1014/2010

 

Gedetailleerde in punt 1 van deel A gespecificeerde gegevens:

 

Jaar

Naam fabrikant

EU standaardaanduiding

Naam fabrikant

Aanduiding fabrikant

Naam fabrikant

Aanduiding nationaal register

Typegoedkeuringsnummer met extensie

Type

Variant

Uitvoering

Merk

Handelsbenaming

Voertuigcategorie volgens typegoedkeuring

Totaal aantal nieuwe registraties

Massa (kg)

Specifieke CO2-emissies (g/km)

Wielbasis (mm)

Spoorbreedte gestuurde as (mm)

Spoorbreedte andere as (mm)

Brandstoftype (3)

Brandstofmodus (3)

Cilinderinhoud (cm3)

Elektriciteitsverbruik (Wh/km)

Innoverende technologie of code van de groep innoverende technologieën (4)

Emissievermindering dankzij innoverende technologie (g/km) (4)

Jaar 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

TAN 1

Type 1

Variant 1

Versie 1

Jaar 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

TAN 1

Type 1

Variant 1

Versie 2

Jaar 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

TAN 1

Type 1

Variant 2

Versie 1

Jaar 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

Fabrik. 1

TAN 1

Type 1

Variant 2

Versie 2

 

  • (2) 
    Alpha-2-codes van ISO 3166 met uitzondering van Griekenland en het Verenigd Koninkrijk waarvoor de code „EL” respectievelijk „UK” is.
  • (3) 
    Overeenkomstig artikel 6.
  • (4) 
    Overeenkomstig artikel 12.”.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.