Uitvoeringsbesluit 2013/519 - Lijst van gebieden en derde landen waaruit honden, katten en fretten mogen worden ingevoerd, en van het modelgezondheidscertificaat voor die invoer - Hoofdinhoud
23.10.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 281/20 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 21 oktober 2013
tot vaststelling van de lijst van gebieden en derde landen waaruit honden, katten en fretten mogen worden ingevoerd, en van het modelgezondheidscertificaat voor die invoer
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6721)
(Voor de EER relevante tekst)
(2013/519/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG (1) geldt, en met name artikel 17, lid 2, aanhef en onder b), en lid 3, onder a), en artikel 19,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Richtlijn 92/65/EEG zijn de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Unie van bepaalde dieren vastgesteld. Volgens die richtlijn moeten de invoervoorwaarden voor honden, katten en fretten ten minste gelijkwaardig zijn aan de desbetreffende voorwaarden van Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (2). |
(2) |
In Verordening (EU) nr. 576/2013 is bepaald dat wanneer bij een eenmalige verplaatsing in het kader van niet-commercieel verkeer meer dan vijf honden, katten of fretten worden verplaatst, die gezelschapsdieren moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften van Richtlijn 92/65/EEG ten aanzien van de betrokken soorten, behalve voor bepaalde categorieën dieren waarvoor Verordening (EU) nr. 576/2013 onder bepaalde voorwaarden in een afwijking voorziet. |
(3) |
Richtlijn 92/65/EEG bepaalt dat honden, katten en fretten in de Unie alleen mogen worden ingevoerd uit een derde land dat voorkomt op een lijst die is opgesteld volgens de in die richtlijn bedoelde procedure. Bovendien moeten die dieren vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens een model dat overeenkomstig de in die richtlijn bedoelde procedure is opgesteld. |
(4) |
Bij Uitvoeringsbesluit 2011/874/EU van de Commissie van 15 december 2011 tot vaststelling van de lijst van derde landen en gebieden waaraan een machtiging is verleend voor de invoer van honden, katten en fretten en voor het niet-commerciële verkeer van meer dan vijf honden, katten en fretten naar de Unie en de modelcertificaten voor de invoer en het niet-commerciële verkeer van die dieren naar de Unie (3) zijn de modelgezondheidscertificaten voor de invoer van honden, katten en fretten in de Unie vastgesteld en is bepaald dat de derde landen of gebieden waaruit zij afkomstig zijn en de derde landen of gebieden waardoor zij worden doorgevoerd, opgenomen moeten zijn in de lijst in deel B, afdeling 2, of deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad (4) of in deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (5). |
(5) |
Voor de consistentie van de wetgeving van de Unie moet in die lijst van gebieden en derde landen waaruit de invoer is toegestaan, de lijst van derde landen worden opgenomen waaruit de invoer van paardachtigen in de Unie is toegestaan, omdat die derde landen ook voldoende garanties hebben gegeven betreffende het bestaan en de toepassing van de certificeringsvoorschriften en -beginselen die de certificerende ambtenaren van derde landen in acht moeten nemen bij de afgifte van de door de veterinaire wetgeving vereiste certificaten teneinde misleidende of frauduleuze certificering te voorkomen. De lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van levende paardachtigen toestaan, is momenteel opgenomen in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (6). |
(6) |
Verordening (EG) nr. 998/2003 is ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 576/2013. De lijst van gebieden en derde landen die vroeger waren opgenomen in deel B, afdeling 2, en deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 998/2003 is nu opgenomen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013 van de Commissie van 28 juni 2013 inzake de modelidentificatiedocumenten voor het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten, de vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden en de voorschriften betreffende de vorm, de opmaak en de taal van de verklaringen ten bewijze van de naleving van bepaalde voorwaarden die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad (7). |
(7) |
In dit besluit moet daarom worden bepaald dat de invoer van honden, katten en fretten in de Unie alleen is toegestaan uit gebieden of derde landen die zijn opgenomen in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG, deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010 of bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013. |
(8) |
Verordening (EU) nr. 576/2013 bepaalt dat honden, katten en fretten niet naar een lidstaat mogen worden verplaatst vanuit een gebied of derde land dat niet is opgenomen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013, tenzij zij een titreringstest op rabiësantilichamen hebben ondergaan die voldoet aan de geldigheidsvoorschriften van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 576/2013. |
(9) |
Die voorschriften omvatten de verplichting om die test uit te voeren in een laboratorium dat is erkend overeenkomstig Beschikking 2000/258/EG van de Raad van 20 maart 2000 houdende aanwijzing van een specifiek instituut dat verantwoordelijk is voor de vaststelling van de criteria die nodig zijn voor de normalisatie van de serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins te controleren (8), waarin wordt bepaald dat het Agence française de sécurité sanitaire des aliments (AFSSA) in Nancy, Frankrijk (sinds 1 juli 2010 onderdeel van het Agence nationale de sécurité sanitaire de l’alimentation, de l’environnement et du travail, ANSES) de laboratoria in de lidstaten en derde landen moet beoordelen met het oog op hun erkenning voor het uitvoeren van serologische tests om de doelmatigheid van antirabiësvaccins bij honden, katten en fretten te controleren. |
(10) |
Beschikking 2005/64/EG van de Commissie van 26 januari 2005 tot uitvoering van Richtlijn 92/65/EEG van de Raad voor wat betreft de invoervoorwaarden voor katten, honden en fretten voor erkende instellingen, instituten of centra (9) bevat een model van veterinair certificaat voor de invoer van die dieren in de Unie, als zij bestemd zijn voor instellingen, instituten of centra die overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG zijn erkend, mits de invoer van die dieren toegestaan is omdat zij afkomstig zijn uit derde landen of gebieden die zijn opgenomen in deel B, afdeling 2, of deel C van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 998/2003. |
(11) |
In dit besluit moet daarom worden bepaald dat de invoer in de Unie van honden, katten en fretten die bestemd zijn voor instellingen, instituten of centra die overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG zijn erkend, alleen toegestaan is uit gebieden en derde landen die zijn opgenomen in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013. |
(12) |
Bij dit besluit moet daarom de nieuwe lijst worden vastgesteld van gebieden en derde landen waaruit de invoer van honden, katten en fretten in de Unie is toegestaan, alsmede een gemeenschappelijk model van gezondheidscertificaat voor de invoer van die dieren in de Unie. Beschikking 2005/64/EG moet daarom worden ingetrokken. |
(13) |
Bovendien zijn Beschikking 94/274/EG van de Commissie van 18 april 1994 tot vaststelling van het systeem voor identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen (10) en Beschikking 94/275/EG van de Commissie van 18 april 1994 betreffende de goedkeuring van rabiësvaccins (11), die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 92/65/EEG voordat die bij Verordening (EG) nr. 998/2003 werd gewijzigd, inmiddels achterhaald en moeten zij worden ingetrokken. |
(14) |
Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten (12) bevat de voorschriften voor de afgifte van de door de veterinaire wetgeving vereiste certificering, om misleidende of frauduleuze certificering te voorkomen. Er moet voor worden gezorgd dat de officiële dierenartsen van derde landen voorschriften en beginselen toepassen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van die richtlijn. |
(15) |
In Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1152/2011 van de Commissie van 14 juli 2011 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake preventieve gezondheidsmaatregelen voor de bestrijding van infecties met Echinococcus multilocularis bij honden (13) is bepaald dat met ingang van 1 januari 2012 honden die in bijlage I bij die verordening opgenomen lidstaten of delen ervan binnenkomen, moeten worden behandeld tegen de parasiet Echinococcus multilocularis overeenkomstig de voorschriften die in die verordening zijn vastgesteld. |
(16) |
Er moet een overgangsperiode komen om de lidstaten de tijd te geven zich aan de nieuwe voorschriften van dit besluit aan te passen en met name onder bepaalde voorwaarden toe te staan dat diergezondheidscertificaten die zijn afgegeven overeenkomstig de voorschriften van de Unie die vóór de datum van toepassing van dit besluit golden, nog worden gebruikt. |
(17) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Lijst van gebieden en derde landen waaruit honden, katten of fretten mogen worden ingevoerd overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG
-
1.Zendingen honden, katten en fretten waarop de bepalingen van Richtlijn 92/65/EEG van toepassing zijn, mogen alleen in de Unie worden ingevoerd als de gebieden of derde landen waaruit zij afkomstig zijn en de gebieden of derde landen waardoor zij worden doorgevoerd, zijn opgenomen in een van de lijsten in:
a) |
bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG; |
b) |
deel 1 van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 206/2010; |
c) |
bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013. |
-
2.In afwijking van lid 1 mogen zendingen honden, katten en fretten die bestemd zijn voor instellingen, instituten en centra die overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG zijn goedgekeurd, alleen in de Unie worden ingevoerd als de gebieden of derde landen waaruit zij afkomstig zijn en de gebieden of derde landen waardoor zij worden doorgevoerd, zijn opgenomen in de in lid 1, onder c), bedoelde lijst.
Artikel 2
Diergezondheidscertificaat voor de invoer uit gebieden of derde landen
De lidstaten staan de invoer van honden, katten en fretten alleen toe als zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
zij gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat dat overeenkomstig het model in deel 1 van de bijlage is opgesteld en overeenkomstig de toelichting in deel 2 van de bijlage door een officiële dierenarts is ingevuld en ondertekend; |
b) |
zij voldoen aan de voorschriften voor het onder a) bedoelde diergezondheidscertificaat wat betreft de gebieden of derde landen waaruit zij afkomstig zijn en de gebieden of derde landen waardoor zij zijn doorgevoerd, als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), b) en c). |
Artikel 3
Intrekkingen
De Beschikkingen 94/274/EG, 94/275/EG en 2005/64/EG worden ingetrokken.
Artikel 4
Overgangsbepalingen
Voor een overgangsperiode tot en met 29 april 2015 staan de lidstaten de invoer in de Unie toe van honden, katten en fretten die vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat uiterlijk op 28 december 2014 is afgegeven volgens de modellen in de bijlage bij Beschikking 2005/64/EG en bijlage I bij Uitvoeringsbesluit 2011/874/EU.
Artikel 5
Toepassing
Dit besluit is van toepassing met ingang van 29 december 2014.
Artikel 6
Adressaten
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 21 oktober 2013.
Voor de Commissie
Tonio BORG
Lid van de Commissie
BIJLAGE
DEEL 1
Modeldiergezondheidscertificaat voor de invoer van honden, katten en fretten in de Unie
DEEL 2
Toelichting voor het invullen van de diergezondheidscertificaten
a) |
Indien in het certificaat staat dat een verklaring in bepaalde gevallen kan worden doorgehaald, betekent dit dat niet ter zake doende verklaringen mogen worden doorgehaald, met paraaf en stempel van de officiële dierenarts, of helemaal uit het certificaat mogen worden weggelaten. |
b) |
Het origineel van elk certificaat bestaat uit één blad of, indien nodig, een formulier waarvan alle bladen één ondeelbaar geheel vormen. |
c) |
Het certificaat wordt opgesteld in ten minste één van de officiële talen van de lidstaat waarin de grensinspectiepost van binnenkomst van de zending in de Unie gelegen is en van de lidstaat van bestemming. Deze lidstaten kunnen evenwel toestaan dat het certificaat in de officiële taal of talen van een andere lidstaat wordt opgesteld, zo nodig met een officiële vertaling. |
d) |
Indien voor de identificatie van de bestanddelen van de zending (zie punt I.28. van het modeldiergezondheidscertificaat) extra bladen of bewijsstukken aan het certificaat worden gehecht, worden deze bladen of bewijsstukken beschouwd als deel uitmakend van het originele certificaat en worden alle bladzijden voorzien van de handtekening en het stempel van de officiële dierenarts. |
e) |
Indien het certificaat, inclusief de onder d) bedoelde aanvullingen, meer dan één bladzijde beslaat, wordt elke bladzijde onderaan genummerd — (bladzijdenummer) van (totaal aantal bladzijden) — en wordt elke bladzijde bovenaan voorzien van het referentienummer van het certificaat dat door de bevoegde autoriteit is toegekend. |
f) |
Het originele exemplaar van het certificaat moet door een officiële dierenarts van het gebied of derde land van uitvoer worden ingevuld en ondertekend. De bevoegde autoriteit van het gebied of derde land van uitvoer ziet erop toe dat certificeringsvoorschriften en -beginselen worden toegepast die gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 96/93/EG van de Raad. De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Dat geldt ook voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken. |
g) |
Het in de vakken I.2. en II.a vermelde referentienummer van het certificaat moet door de bevoegde autoriteit worden toegekend. |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.