Besluit 2014/408 - Intrekking van Besluit 2010/290/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Slowakije

1.

Wettekst

28.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 190/76

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 20 juni 2014

tot intrekking van Besluit 2010/290/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Slowakije

(2014/408/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 126, lid 12,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 2 december 2009 heeft de Raad, bij Besluit 2010/290/EU (1), op grond van een aanbeveling van de Commissie, besloten dat er in Slowakije een buitensporig tekort bestond. De Raad merkte op dat volgens de door de Slowaakse autoriteiten in oktober 2009 ter kennis gebrachte gegevens het overheidstekort in 2009 naar verwachting 6,3 % van het bbp zou bereiken en daarmee de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 3 % van het bbp zou overschrijden, terwijl de bruto-overheidsschuld naar verwachting in 2009 ongeveer 36 % van het bbp zou belopen, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp. Het overheidstekort en de overheidsschuld voor 2009 kwamen uit op 8 % van het bbp respectievelijk 35,6 % van het bbp.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 126, lid 7, van het Verdrag en artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad (2), heeft de Raad op 2 december 2009 op aanbeveling van de Commissie een aanbeveling tot Slowakije gericht waarin het land werd verzocht om uiterlijk eind 2013 aan de buitensporigtekortsituatie een einde te maken. Die aanbeveling van de Raad werd openbaar gemaakt.

 

(3)

Overeenkomstig artikel 4 van het aan de Verdragen gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten verstrekt de Commissie de voor de toepassing van de procedure benodigde gegevens. In het kader van de toepassing van dit protocol dienen de lidstaten ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad (3) tweemaal per jaar, namelijk vóór 1 april en vóór 1 oktober, gegevens over het overheidstekort en de overheidsschuld, alsook over andere, daarmee samenhangende variabelen te verstrekken.

 

(4)

Wanneer hij beziet of een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort moet worden ingetrokken, moet de Raad een besluit nemen op basis van ter kennis gebrachte gegevens. Bovendien mag een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort alleen worden ingetrokken als uit de prognoses van de diensten van de Commissie blijkt dat het tekort gedurende de prognoseperiode de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp niet zal overschrijden (4).

 

(5)

Uit de gegevens die de Commissie (Eurostat) overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 479/2009 na de vóór 1 april 2014 door Slowakije gedane kennisgeving heeft verstrekt en uit de voorjaarsprognoses 2014 van de diensten van de Commissie kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

 

nadat het overheidstekort van Slowakije in 2009 met 8 % zijn hoogste punt had bereikt, is dit in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad van 2 december 2009 in 2013 teruggebracht tot 2,8 % van het bbp. De terugdringing van het tekort was het gevolg van begrotingsconsolidatie aan zowel de inkomsten- als de uitgavenzijde, met inbegrip van eenmalige maatregelen;

 

het stabiliteitsprogramma 2014 streeft naar een nominaal tekort van 2,6 % van het bbp in 2014 en een verdere terugdringing ervan tot 2,5 % van het bbp in 2015, 1,6 % van het bbp in 2016 en 0,5 % van het bbp in 2017. Volgens de voorjaarsprognoses 2014 van de diensten van de Commissie zal het overheidstekort licht stijgen tot 2,9 % van het bbp in 2014 en vervolgens weer uitkomen op 2,8 % van het bbp in 2015. Het tekort zal dus tijdens de prognoseperiode naar verwachting onder de in het Verdrag vastgestelde referentiewaarde van 3 % van het bbp blijven;

 

het structurele saldo, dat wil zeggen het conjunctuurgezuiverde overheidssaldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen, is in de periode 2010-2013 gemiddeld met 1,5 % van het bbp per jaar verbeterd. Dit saldo zal naar verwachting in 2014 licht verslechteren, maar bij ongewijzigd beleid in 2015 verbeteren. Het blijkt in dit verband dat er in 2014 een kloof van 0,3 % van het bbp aan het ontstaan is ten opzichte van de vereiste aanpassing van het structureel saldo in de richting van de middellangetermijnberotingsdoelstelling (MTD); gelet op het zich aandienend risico dat van het voorgeschreven aanpassingstraject wordt afgeweken, wijst dit erop dat de begrotingsmaatregelen moeten worden aangescherpt om ervoor te zorgen dat volledig aan het preventief deel van het stabiliteits- en groeipact wordt voldaan;

 

de overheidsschuld kwam in 2013 uit op 55,4 % van het bbp. Volgens de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie zal de overheidsschuld verder stijgen tot 56,3 % van het bbp in 2014 en 57,8 % van het bbp in 2015.

 

(6)

Slowakije valt met ingang van 2014, het jaar na de correctie van het buitensporig tekort, onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact en moet in een passend tempo vooruitgang boeken in de richting van de MTD en moet daarbij onder meer de uitgavennorm in acht nemen.

 

(7)

Overeenkomstig artikel 126, lid 12, van het Verdrag moet een besluit van de Raad betreffende het bestaan van een buitensporig tekort worden ingetrokken indien de Raad van oordeel is dat het buitensporig tekort in de betrokken lidstaat is gecorrigeerd.

 

(8)

Volgens de Raad is het buitensporig tekort in Slowakije gecorrigeerd en dient Besluit 2010/290/EU derhalve te worden ingetrokken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uit een algehele evaluatie volgt dat het buitensporig tekort in Slowakije is gecorrigeerd.

Artikel 2

Besluit 2010/290/EU wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Slowaakse Republiek.

Gedaan te Luxemburg, 20 juni 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    A. HARDOUVELIS
 

  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 479/2009 van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 1).
  • (4) 
    Overeenkomstig de „Specificaties inzake de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en richtsnoeren inzake de vorm en de inhoud van stabiliteits- en convergentieprogramma's” van 3 september 2012. Zie: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/pdf/coc/code_of_conduct_en.pdf
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.