Verordening 2014/690 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

1.

Wettekst

24.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 183/3

 

VERORDENING (EU) Nr. 690/2014 VAN DE RAAD

van 23 juni 2014

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 204/2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2011/137/GBVB van de Raad van 28 februari 2011 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (1),

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad (2) geeft uitvoering aan de maatregelen die waren vastgesteld bij Besluit 2011/137/GBVB.

 

(2)

Op 19 maart 2014 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) Resolutie 2146 (2014) (UNSCR 2146 (2014)) aangenomen, waarbij een verbod wordt ingesteld op het laden, vervoeren of ontladen van ruwe olie die zonder medeweten van het contactpunt van de Libische regering illegaal uit Libië is uitgevoerd door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren en die zijn aangewezen door het Sanctiecomité („aangewezen vaartuigen”).

 

(3)

UNSCR 2146 (2014) vereist ook het treffen van maatregelen om te verhinderen dat aangewezen vaartuigen havens binnenkomen en dat bunker- of leveringsdiensten of andere diensten worden verleend aan aangewezen vaartuigen, indien de aanwijzing door het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald.

 

(4)

Voorts verbiedt UNSCR 2146 (2014) financiële transacties in verband met ruwe olie die illegaal uit Libië is uitgevoerd aan boord van aangewezen vaartuigen, indien de aanwijzing door het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald. Aangezien UNSCR 2146 (2014) echter in bepaalde gevallen toelaat dat aangewezen vaartuigen havens binnenkomen, kunnen havengelden, ook met betrekking tot ruwe olie aan boord van dergelijke vaartuigen, in die gevallen worden aanvaard.

 

(5)

Om praktische redenen is het wenselijk dat de Commissie wordt gemachtigd de lijst van aangewezen vaartuigen waarop die maatregelen van toepassing zijn, te wijzigen op grond van de wijzigingen van bijlage V bij Besluit 2011/137/GBVB en op basis van door het Sanctiecomité gemaakte overwegingen in het kader van punten 11 en 12 van UNSCR 2146 (2014).

 

(6)

Op 23 juni 2014 werd Besluit 2011/137/GBVB gewijzigd bij Besluit 2014/380/GBVB van de Raad (3), teneinde uitvoering te geven aan die maatregelen.

 

(7)

Verordening (EU) nr. 204/2011 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 204/2011 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1 worden de volgende punten toegevoegd:

„h)   „aangewezen vaartuigen”: vaartuigen die zijn aangewezen door het Sanctiecomité als bedoeld in punt 11 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad, als opgesomd in bijlage V bij deze verordening;

  • i) 
    „contactpunt van de regering van Libië”: het contactpunt dat is aangewezen door de regering van Libië en gemeld bij het Sanctiecomité overeenkomstig punt 3 van Resolutie 2146 (2014) van de VN-Veiligheidsraad.”.
 

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 10 ter

  • 1. 
    Er geldt een verbod op het laden, vervoeren of ontladen van ruwe olie uit Libië op aangewezen vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, tenzij de bevoegde autoriteit van die lidstaat na overleg met het contactpunt van de regering van Libië daartoe toestemming verleent.
  • 2. 
    Het is verboden aangewezen vaartuigen toe te laten in of aangewezen vaartuigen toegang te verlenen tot havens op het grondgebied van de Unie, indien het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald.
  • 3. 
    De in lid 2 vervatte maatregel is niet van toepassing indien de toegang tot een haven op het grondgebied van de Unie noodzakelijk is voor een inspectie, vanwege een noodsituatie of wanneer het vaartuig terugkeert naar Libië.
  • 4. 
    Er geldt, indien het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald, een verbod op het verlenen door onderdanen van de lidstaten of vanuit het grondgebied van de lidstaten van bunker- of leveringsdiensten of van andere diensten aan aangewezen vaartuigen, met inbegrip van de voorziening van brandstof of andere benodigdheden.
  • 5. 
    De in bijlage IV vastgestelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen vrijstellingen toestaan van de bij lid 4 ingestelde maatregel indien dit noodzakelijk is om humanitaire redenen of om veiligheidsredenen, of wanneer het vaartuig terugkeert naar Libië. Elke vergunning van die aard dient schriftelijk te worden gemeld bij het Sanctiecomité en de Commissie.
  • 6. 
    Er geldt, indien het Sanctiecomité dit zo heeft bepaald, een verbod op financiële transacties in verband met ruwe olie aan boord van aangewezen vaartuigen, met inbegrip van de verkoop van de ruwe olie of het aanwenden van de ruwe olie als krediet, alsook het afsluiten van een verzekering voor het vervoer van de ruwe olie. Dit verbod is niet van toepassing op het aannemen van havengeld in de in lid 3 bedoelde gevallen.”.
 

3)

Artikel 15 wordt vervangen door:

„Artikel 15

De Commissie wordt gemachtigd:

 

a)

bijlage IV te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie;

 

b)

bijlage V te wijzigen op grond van de wijzigingen van bijlage V bij Besluit 2011/137/GBVB en op basis van door het Sanctiecomité gemaakte overwegingen in het kader van punten 11 en 12 van UNSCR 2146 (2014).”.

 

4)

Bijlage V wordt toegevoegd, als vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxembourg, 23 juni 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    ASHTON
 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 204/2011 van de Raad van 2 maart 2011 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in Libië (PB L 58 van 3.3.2011, blz. 1).
  • (3) 
    Besluit van de Raad 2014/380/GBVB van 23 juni 2014 tot wijziging van Besluit 2011/137/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Libië (zie bladzijde 52 van dit Publicatieblad).
 

BIJLAGE

„BIJLAGE V

LIJST VAN IN ARTIKEL 1, ONDER h), EN ARTIKEL 10 ter BEDOELDE VAARTUIGEN EN TOEPASSELIJKE MAATREGELEN ALS BEPAALD DOOR HET SANCTIECOMITÉ”

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.